Souvereine Orde van de Heilige Johannes van Jeruzalem - Ridders van Malta
De namen Johanniter en Maltezer ridders hebben al decennia lang een enorme
aantrekkingskracht op allerlei lieden die een kans zien op zelfverrijking.
Eén van de meest omstreden ordes is de Sovereign Military and Hospitaller
Order of St. John of Jerusalem, Knights of Malta, die oorspronkelijk uit de
Verenigde Staten van Amerika komt. De orde, die overigens onder verschillende
namen actief is (geweest) heeft zich in de loop van de jaren gekenmerkt door
schandalen, oplichterij, valsheid in geschrifte, zwendel en moord.
De geschiedenis van de orde is vaag. Sinds 1956 was in de VS een orde actief
onder de naam Sovereign Order of Saint John of Jerusalem
Inc. Deze orde werd geleid door ene Koning Peter II van
Joegoslavië, geholpen door ene prins Robert M.N.G. Bassaraba von Brancovan. De
echte naam van deze zelfbedachte prins is Isaac Wolfe. Brancovan tooide zich
voorts met de titels als Prince Khimchiachvili, Duke of Mogilov, Marquis de
Hermosilla, Conde de Cabo St. Eugenio, Grand Chancellor, Grand Bailiff, Grand
Prior.
In de orde maakte een voormalige Roemeense priester Otto Schobert carrière.
Schobert had inmiddels zijn naam aangepast tot Reverend Professor Doctor Otto
Adrian baron de Choibert. In de V.S. liet hij zich er op voorstaan dat hij
minister en gezant was van de orde bij de Verenigde Naties. Toen deze onjuiste
voorstelling van zaken bij de orde bekend werd week De Choibert uit naar
Nederland, waar zijn vrouw vandaan kwam. Hij vestigde zich in Gouda en zette in
1968 een Nederlandse tak van de orde op: de Ordre Souverain de Saint Jean de Jérusalem,
Chevaliers de Malta O.S.J., appelés aussi Chevaliers Hospitaliers, Prieuré des
Pays-Bas. Daaraan verbonden werd een vereniging. Zoals toen gebruikelijk werden
de statuten van verenigingen ‘koninklijk
goedgekeurd’, een formaliteit die inmiddels niet meer bestaat en die feitelijk
alleen een verklaring van geen bezwaar inhield.
Juist met deze ‘koninklijke goedkeuring’ werd door de Nederlandse en de
Amerikaanse tak van de orde geschermd. Op alle stukken verscheen de mededeling
‘by Royal Decree’. Naar aanleiding hiervan heeft het Ministerie van
Buitenlandse Zaken en ook justitie en Rijksrecherche onderzoek verricht naar
deze orde. Naar een aantal stukken daarover wordt onderaan deze pagina verwezen.
Nadat De Choibert zich onmogelijk had gemaakt en zijn verleden in de V.S. in
Nederland was uitgekomen werd hij door de andere Nederlandse ridders aan de kant
gezet. In februari 1970 ging De Choibert naar Locarno in Zwitserland om (buiten
de rest van het bestuur om) het voorzitterschap van de Nederlandse orde over te
dragen aan zijn vriend Willy Geuer.
Enkele dagen later overleed De Choibert onder verdachte omstandigheden bij Geuer.
Bijna twee jaar na zijn overlijden werd het lichaam van De Choibert op verzoek
van Zwitserse justitie opgegraven, maar een bewijs van opzet bij het overlijden,
waarvan Geuer verdacht werd,
is nimmer aangetoond.
Geuer en diens partner Gisela Kemperdieck werden op dat moment al verdacht van
een moord en waren al eerder Duitsland uitgevlucht omdat ze daar door de politie
gezocht werden wegens oplichting.
Het stel had eerder in 1970 de Duitse zakenman Egon Zylla financieel uitgekleed
en toen deze niets meer te bieden had om laten brengen. Daarvoor zijn beiden tot
levenslang veroordeeld. Een recent verzoek om
herziening van dat vonnis is afgewezen.
De Nederlandse tak van de orde werd na het vertrek van De Choibert omgezet in
een stichting, die viel onder
verantwoordelijkheid van de orde in de V.S. Deze stichting leed nog enige tijd
een onopvallend bestaan en is inmiddels van het toneel verdwenen.
In de V.S. zijn de orde en Brancovan onverminderd doorgegaan met hun praktijken.
In 1971 kwam de orde in de belangstelling van de Amerikaanse justitie te staan
op verdenking van frauduleus handelen. Brancovan is daarop uit deze orde gestapt
en heeft zijn eigen orde opgericht, waarvan de naam volgens de statuten luidt: U.S.
Priory of the Order of St. John, Knights of Malta, ltd en in de praktijk The
Sovereign Military and Hospitaler Order of Saint John of Jerusalem, Knights of
Malta, Ecumenical. De directie kwam te bestaan uit Brancovan zelf, zijn
vrouw Audrey en zijn moeder Diana. De administratieve afhandeling van de
oprichting werd verricht door ene Russell F. Laux. Laux had in ieder geval tot
in 1987 contacten met Brancovan en diens orde. In dat jaar legde Laux een
verklaring af als getuige voor Brancovan in een proces. Laux
hield in 1972 en 1987 kantoor in 71 West 23rd Street in New York, het adres van de Grand
Lodge of Free and Accepted Masons of the State of New York. In het enorme
gebouw zijn alleen vrijmetselaarsorganisaties gehuisvest. Deze grootloge,
waarmee de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden
vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt, heeft bevestigd dat Laux lid was van
hun orde.
In 1983 werd Brancovan en zijn orde in een civiel
proces veroordeeld wegens oplichting. Hij had de eiser in die procedure ridder
geslagen en hem voor $ 20.000 een ‘paspoort’ van zijn orde verkocht onder
het voorwendsel dat dit paspoort een diplomatiek reisdocument was. Gedaagden
moesten het slachtoffer ruim $ 38.000 verhoogd met rente betalen.
Brancovan
is intussen wel gewoon doorgegaan met frauduleuze praktijken. In 1997 zette hij
een bedrijfje op, de Badische Banque et Internationale Trust.
De kern van deze zwendel werd een overeenkomst waarin ene ‘Koning Henri François
Mazzamba, soeverein heerser’ over het koninkrijk Mombessa, gelegen in de
republiek Congo de Badische Trust aanstelde als bewindvoerder over de ‘grote
welvaart’ van dit koninkrijk. In deze overeenkomst werd aangegeven dat de
waarde van deze welvaart ruim vijftig miljard dollar zou bedragen.
Noch het koninkrijk, noch de koning bestaan, maar dat was voor Brancovan en de
zijnen geen reden om niet groots uit te pakken.
Een aantal directieleden van de Badische Trust hield in uiterst luxueuze
hotels in de V.S. en in Europa bijeenkomsten om investeerders van hun
overtollige spaarcenten af te helpen. In de V.S. zijn verschillende mensen voor
vele miljoenen dollars het schip ingegaan.
In september 2002 moesten verschillende betrokkenen voor de rechter in New York
verschijnen. Grote afwezige was Brancovan. Justitie in de V.S. wist tijdens de
behandeling van deze zaak niet aan te geven of hij op de vlucht was of dat hij
inmiddels ergens is overleden. Drie andere betrokkenen werden veroordeeld tot
straffen tot 3,5 jaar.
In het dagblad De Telegraaf heeft in de periode 1971/1972 een viertal artikelen
over de perikelen in de Nederlandse tak van de orde gestaan:
6 november 1971: De Valse Ridders van Sint Johannes
9 november 1971: Ridder Merckelbach genas de rijkste
vrouw van Frankrijk
16 november 1971: Ridders zonder blaam wenden
zich af van valse broeders
6 januari 1972: Werd de baron vermoord?
Enkele brieven en rapporten van de Nederlandse overheid over deze orde:
Brief van Ministerie van Buitenlandse Zaken aan
Ambassadeur te Washington, 17 juli 1969
Brief van Parket-Generaal met betrekking tot rapport van Rijksrecherche, 9
december 1969
Rapportage van Consul-Generaal te New York, 29
januari 1974
Rapportage van Consul-Generaal te New York, 28 mei
1975
Brief van Ministerie van Buitenlandse Zaken aan
Ambassadeur te Washington, 5 januari 1976
Brief van Ministerie van Buitenlandse Zaken aan
Ambassadeur te Washington, 22 januari 1976
Op de foto is Brancovan te zien (zittend), omgeven door enkele mederidders.