Foto’s Prins Bernhard misbruikt door handelaren in titels en orden
In de voornamelijk in het buitenland opererende Ridderorde
van Sint Johannes kwam eind augustus tot moord, oplichting en beroving.
Ronddolenede valse ridders en baronnen zochten hun slachtoffers de laatste jaren
voornamelijk onder rijke Europese industriëlen.
Er werd ook een Nederlandse afdeling gesticht in 1969. De
afdeling werd ondergebracht in een vereniging en kreeg koninklijke goedkeuring.
De Nederlandse afdeling telt zestien min of meer prominente leden, allen
hoogstwaarschijnlijk Ridders Zonder Blaam.
Dit is de eerste van twee reportages over het wel en wee
van de Ridders van Sint Johannes, die door b.v. de Maltezer en Johannieter
Ridders niet als serieus worden gezien.
De valse ridders van Sint Johannes
Door Henk de Mari
Locarno, zaterdag
Prins Bernhard is onbewust een nagel geweest aan de
doodskist van de Hamburgse miljonair EGON ZYLLA, die op 20 augustus jl. in
Locarno op lugubere wijze werd vermoord.
Prins Bernhard is onbewust ook de oorzaak geweest dat
tientallen Europese industriëlen zich voor erg veel geld lieten oplichten en
lid werden – of ridder – van de zogenaamde Soevereine Orde van Sint Johannes
van Jeruzalem.
Het waren zijn foto’s die goedgelovige, rijke en
eerzuchtige lieden deden geloven in de goede bedoelingen van Willy Geuer, een
Duitser die door de politie werd gezocht en van diens vriendin Gisela Kemperdick,
een beruchte handelaarster in Kunst.
Willy Geuer en Gisela Kemperdick kleedden de miljonair
Zylla (59) eerst zover financieel uit, dat zijn bankrekening nog ƒ 3,50 bedroeg
en zij zelfs zijn villa in Ascona voor een prikje in hun bezit hadden gekregen.
En daarna lieten zij hem afmaken door de beeldhouwer Wolfgang Manser (43).
Tweede moord
Manser wurgde Zylla met een nylonkous, nadat Geuer en
Kemperdick hem bij hem thuis hadden bezorgd voor een “sexfeestje”. Hij
stopte het lijk in een jutezak en verborg die achter struiken. Bijna drie weken
later (19 september jl.) werd de zak gevonden. Het was Wolfgang’s twééde
moord. Voor de eerste die hij pleegde werd hij tot twintig jaar veroordeeld,
maar na twaalf jaar zitten werd hij vrijgelaten.
Op de foto’s die Geuer en Kemperdick gebruikten om hun
slachtoffers te maken – en te breken – staat prins Bernhard steeds in de
rode mantel van de Soevereine Orde van Sint Johannes van Jeruzalem. Het is een
ridderorde, die door de bekende Maltezer- en Johannieter Orde (de prins is
erebaljuw van de Johannieter Orde) niet serieus wordt genomen. De Nederlandse
woordvoerders van de Maltezer- en Johannieter Ridderorden (afkomstig van de
Kruisridders) spreken in dit verband zelfs van “bedriegerij, friemelarij en
froemelarij”. De orde floreert vooral in Amerika, waar mensen als generaal
Eisenhower, kardinaal Spellman, ex-president Johnson ridder waren of zijn en
telt talloze namaak-prinsen en –baronnen.
Geruild
Prins Bernhard heeft, naar wij weten, slechts éénmaal in
zijn leven de rode mantel met het witte, achtpuntige kruis gedragen. Dat
was op 25 april 1969 in New York. Hij sloeg toen met een zwaard ene
dokter Morrison, die kort daarvoor prinses Christina contactlenzen had
geschonken, tot ridder van Sint Johannes.
Die ridderslag bleek een klap, die lang en heftig nagalmde.
De Prins werd ervoor op het matje geroepen door het bestuur van zijn eigen echte
Johannieter orde. Het was te gek vond men, dat de Prins zijn eigen, zwarte
mantel had geruild voor die omstreden rode. Men voorzag moeilijkheden.
Op de dag van de ridderslag van dokter Morisson werden
honderden foto’s gemaakt. Op de meeste foto’s staat een opvallende, met
smalle snor getooide figuur, die zich prins von Brancovan noemt, maar die volgens
Nederlandse bronnen niemand anders is dan een straatarme, maar eerzuchtige Isaac
Wolf uit Brooklyn, die bij zijn moeder inwoont en per dag veertig cent zakgeld
van haar krijgt, waarmee hij niet kan uitkomen.
Aangevochten
Een andere figuur naast prins Bernhard op alle foto’s uit
New York is baron von Blomberg, een van de leiders van de Orde van Sint Johannes
in Amerika met de titel Groot-Kanselier. Ook de adel van baron von Blomberg
wordt ten zeerste aangevochten. Hij is de zoon van een kleermaker. Na de moord
op de Duitser Zylla heeft de politie hem proberen te bereiken, maar hij is al
geruime tijd zoek.
Prins von Brancovan, alias Isaac Wolf, bracht de foto’s,
die “bewezen”, dat ook prins Bernhard – zélfs prins Bernhard -
ridder van zijn orde was, persoonlijk naar Europa. In Europa kende de
Amerikaanse Sint Johannes orde minstens twee afdelingen: één in Frankrijk
onder leiding van de zeer edelmoedige (échte) graaf de Breuil en één in
Nederland, gesticht door een omstreden, niet écht adellijke dr. Otto de
Choibert uit Gouda.
Gewipt
Die Otto baron de Choibert (60), die volgens zijn kaartje
doctor in de filosofie, in de theologie en in de rechtswetenschappen was en
verder procureur-generaal van Louisiana (V.S.) en natúúrlijk ridder in de orde
van Sint Johannes en verder buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de
Orde bij de Verenigde Naties, die baron de Choibert was lang geleden gewoon een
jongeheer Schubert uit Roemenië, die priester werd.
Priester Schubert ging baron de Choibert heten, verhuisde
in 1951 naar Amerika, werd daar – vermoedelijk via prins von Brancovan – tot
ridder geslagen en werd door kardinaal Spellman uit de orde gewipt toen de UNO
erachter kwam, dat hij a.) geen baron was en b.) de orde hem niet als minister
en afgevaardigde had gestuurd.
De Choibert trouwde omstreeks 1955 in Amerika met de Goudse
onderwijzeres Do van Steenland, die zich later gravin Van Steenland ging noemen
en nu – weer – in Gouda woont. Ze kwamen omstreeks 1967 naar Nederland.
De Choibert reisde naar Parijs en kreeg van de Franse
grootkanselier de Breuil opdracht een Nederlandse afdeling te stichten. De
Breuil wist niet, dat de Choibert er door kardinaal Spellman uitgegooid was.
Willy Geuer
De Choibert en von Brancovan hadden een gemeenschappelijke
vriend: Willy Geuer. Willy had – veel – moeilijkheden met de Duitse justitie
en was daarom met zijn Gisela Kemperdick in Locarno (Zwitserland) gaan wonen.
Willy en Gisela hielden stervensveel van kunst en geld, en toen Willy in Amerika
erin slaagde ook een ridderslag te krijgen, waren ze allebei dolblij. Die
ridderslag opende namelijk voor hen de deuren naar de Johnsons, de Eisenhowers
etc. En nu kregen ze dan ook nog de foto’s van prins Bernhard in actie met het
zwaard.
Nu is het aannemen van nieuwe leden en ridders in de orde
van Sint Johannes altijd al een taak geweest van de grootkanseliers. De Choibert
was zo’n grootkanselier; in ieder geval: zo noemde hij zich. Hij was ook een
ijverig grootkanselier, want hij sloeg er lustig op los. Op 14 februari 1970
sloeg hij een man of twaalf in het kerkje van Willy Geuer, in Contone bij
Locarno – de pastoor: “Als padvinders de kerk voor een feestje willen hebben
krijgen ze ‘m ook” – tot ridder. Onder hen was bijvoorbeeld Thor Heyerdahl,
die later veelvuldig met het Sint Johanneskruis op de blote borst en boven de
zwembroek werd gezien. Hij moet 50.000 gulden voor zijn ridderslag betaald
hebben.
Opvolger
Vlak voor dàt laatste feestje, misschien een paar máánden
daarvoor, beloofde baron de Choibert aan Willy Geuer, die hem altijd vriendelijk
ontving, dat Willy zijn opvolger als grootkanselier mocht worden. Dan kon Willy
zélf aannemen wie hij wilde.
Maar daarvoor moest de Choibert natuurlijk eerst dood gaan,
en dat geschiedde toen eerder dan iedereen dacht. Om precies te zijn: twee dagen
na dat feestje met thor Heyerdahl en de elf anderen op 16 februari 1970. “Rev.
Prof. Dr. Otto Adrian Baron de Choibert A.S.J., Bailli Grand Cross of Justice
Grand Chancellor” (zo staat het op zijn bidprent) stierf plotseling na het
diner in het huis van . . . Willy
Geuer.
Dat wil zeggen: hij kreeg ’s middags om vier uur tijdens
de koffie een hersenbloeding en stierf een half uur later in een plaatselijk
ziekenhuis. De politie-officier Ponti, die de moord op de miljonair heeft
opgelost, zei ons hierover: “Hij stierf in het ziekenhuis en de dienstdoende
arts vertrouwde de zaak niet helemaal. Hij besloot sectie te verrichten en vond
toen uit, dat de Choibert aan een hersenbloeding was overleden”.
Opgravers
Politie-officier Ponti verder: “Nu is gebleken, dat Willy
Geuer zelfs niet terugdeinsde voor een moord (Zylla), overwegen wij het lijk van
de heer de Choibert op te graven voor een nader onderzoek”. Hij zei dat kort
nadat het lijk van Zylla was gevonden en zei ons dat gisteren wéér.
In die tussentijd een macaber schouwspel: fotografen die
’s morgens op het kleine kerkhof van Contons rondspoken, wachten op de
opgravers, die nog niet komen. In afwachting ligt baron de Choibert, met zijn
hoofd naar het kleine kerkje gericht. Zijn begrafenis was pompeus en
indrukwekkend; er waren niet alleen Rode Ridders (van Sint Johannes), - zelfs
een paar van zijn verwanten droegen mantels en kruisen – maar ook échte, met
zwarte mantels, Maltezer ridders, zo uit Rome. Maar dàt zat weer zó.
Een van de belangrijkste doelen die de Choibert – en
Geuer – zich hadden gesteld was een verbetering van de slechte verhouding
tussen de Sint Johannes-ridders en de Maltezer-ridders uit Rome. We hebben het
volgende niet bevestigd kunnen krijgen, maar Rome – het hoofdkwartier van de
Maltezers sinds 1801 – zou wel voor een verbroedering voelen, als de Sint
Johannes-ridders de financiële zorg op zich wilde nemen van een Romeinse school
voor zielige kinderen. Dat wilden ze – de Amerikanen – wel, en als voorschot
op een betere verstandhouding zonden de Romeinen een paar echte ridders naar de
ridderslag, twee dagen voor de dood van de Choibert. Zijn weduwe: “Dat heeft
hij toch nog mogen beleven”.
Houten kruisje
Het geld voor de Romeinse school, 300.000 dollar, zou later
uit Amerika via Geuer naar Rome zijn gestuurd, maar is daar in elk geval nooit
aangekomen. Een locarnose krant: “Het is ergens tussen New York en Rome in het
water gevallen”. Nu, bijna twee jaar na zijn begrafenis, staat er alleen nog
maar een houten kruisje op de Choibert’s graf.
De weduwe van baron de Choibert, mevrouw Van Steenland,
zegt in Gouda: “Ik weet niet meer wat ik ervan moet denken. Ik heb het rapport
van de lijkschouwing, en daarin staat: hersenbloeding. Maar Geuer had er
natuurlijk wél alle belang bij dat mijn man stierf: hij kon dan zijn gang gaan.
Hij kon het lidmaatschap van de orde gaan verkópen. Dat heeft mijn man nooit
gedaan.
En de tegenwoordige prior van de Nederlandse tak van de
Ridders van Sint Johannes, de Haagse vrouwenarts en directeur van het
Emmaziekenhuis, G.J. Lubbers: “Ik zou me een opgewekte hersenbloeding alleen
kunnen voorstellen met behulp van drie tot vijf pilletjes – in de koffie
bijvoorbeeld – van het anti-bloedstollingsmedicijn macumar. Maar ik weet niet,
of een eventuele toediening van macumar nù nog aantoonbaar zou zijn in het lijk
van de Choibert”.
In ieder geval: na de dood van baron de Choibert etc. etc.
was Willy Geuer plotseling grootkanselier van de onechte orde in Europa. Volgens
de politie begon hij toen grote bedragen, variërend van tweeduizend gulden tot
honderdduizend gulden, te vragen voor het toetreden tot de orde. De ridders
vlogen de grond uit, en de laatste ridderslagen klonken in april dit jaar en
betroffen drie Duitsers en twee Finnen.
Begin dit jaar ontmoette Willy Geuer ook Egon Zylla, de
rijke, maar door het verlies van zijn vrouw geheel overstuur zijnde Hamburgse
miljonair. Het is zeker, dat Geuer bij het aantrekken van nieuwe leden-ridders
de foto’s van Prins Bernhard als lokmiddel gebruikte. Een vrouwelijk lid:
“Hij zwaaide altijd met die foto’s”.
Gisela Kemperdick, de vrouw die met Willy Geuer de plannen
smeedde en ook gearresteerd is op verdenking van uitlokking tot moord en
oplichting, was in Nederland al lang voor de moord op Zylla, géén onbekende.
Zij was het die in 1964 een door de familie HOTINOV voor ƒ 35,- op een Arnhemse
veiling gekocht portret van Frans Hals kocht voor ƒ 200.000,- en het later via
Christie’s in Londen voor ƒ 725.000 aan een museum in Texas doorverkocht. Er
is om dat schilderij veel te doen geweest.
Vermoedens
Er waren vermoedens, dat het via een naast familielid van
de Hotinovs afkomstig was uit geroofd joods bezit. Maar een onderzoek van de
rijksrecherche leverde alleen maar positieve resultaten op: De Hotinovs hadden
het werkelijk voor een prikje op de veiling gekocht en men zou de afkomst hebben
kunnen nagaan tot aan het eind van de 19de eeuw.
Maar terug naar de Ridders van Sint Johannes. Veertien
dagen voor de dood van onze baron de Choibert verbreekt de afdeling Frankrijk
alle banden met de orde. Graaf de Breuil, die met geld van Franse ridders een
weeshuis beheert dat gesticht is door de moordenaar van Raspoetin, prins
Yoesopov, heeft gehoord, dat de Choibert en Geuer een handeltje in titels
drijven. De Breuil, die al te veel gehoord heeft van valse prinsen en baronnen,
wil daar niets van weten. Per 1 februari 1970 kent hij de Choibert en de
Amerikaanse tak niet meer.
Zestien ridders
Ook de zestien Nederlandse ridders van Sint Johannes zeggen
omstreeks die tijd hun vertrouwen in baron de Choibert op. Zij doen dat, nadat
de zeer bijzondere Wassenaarse dokter dr. F.L.L.M. Merckelbach de vreemde baron,
in samenwerking met de rijksrecherche ontmaskerd heeft. Die zestien Nederlandse
ridders, die niets met zwendel, corruptie, moord en doodslag te maken hebben
zijn:
Mr. J. Meynen, oud-minister en oud-voorzitter van de
Bilderbergconferentie, vriend van prins Bernhard;
Pastoor H.M. van Spanje uit Wassenaar;
Professor
dr. J. defares uit Leiden;
Dr. H.B.G. Irmer, directeur Overbeek, te Wassenaar;
Dr. J. Kannegieter, tandarts te Den Haag;
Leo den Hollander, architect te Wassenaar;
Dr. F.L.L.M. Merckelbach, Wassenaar;
Dr. G.J. Lubbers, directeur Emmaziekenhuis te Den Haag;
J.C.N. Welschen, directeur Erres/Stokvis.
J.A. Freyters, frabrikant te Brabant.
J.J. Logman, farmaceut.
Bisschop (Russisch-orthodox) Dionisus van Rotterdam.
H. Sijthof, uitgever financieel dagblad.
Groot-majoor b.d. C.A. Brugma, Den Haag.
C.J.M. van Loenen, fabrikant.
Twee ere-leden: oud-bisschop Janssen uit Rotterdam
Oud-katholieke bisschop Rinkel van Utrecht.
(Telegraaf,
6 november 1971)
Deel 2 van dit verhaal: Telegraaf 9 november 1971: Ridder Merckelbach genas de
rijkste vrouw van Frankrijk
Telegraaf 16 november 1971: Ridders zonder blaam wenden zich af van valse
broeders
Telegraaf 6 januari 1972: Werd de baron vermoord?