Landmacht
Inlichtingen Dienst LAMID (1972-1988)
Omdat
de diensten van de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Marine
óók militaire inlichtingendiensten waren, werd bij openbaar
Koninklijk Besluit van 5 augustus 1972 de naam van de 'Militaire
Inlichtingendienst' met ingang van 1 september 1972 gewijzigd in
'Landmacht Inlichtingendienst'. Zo werd uniformiteit bereikt in de
namen van de drie militaire inlichtingendiensten. De LAMID
ressorteerde onder de Minister van Defensie.
Het hoofd van de LAMID ressorteerde administratief onder de Chef
van de Generale Staf tevens Bevelhebber der Landstrijdkrachten en
was formeel rechtstreeks verantwoordelijk aan de Minister van
Defensie.
Naast de LAMID bestond bij de Landmachtstaf de 'Afdeling
Inlichtingen en Veiligheid'. Het hoofd van de LAMID was tevens
hoofd van deze afdeling. Beide organen vielen grotendeels samen,
met name de secties voor inlichtingen en veiligheid. Officieel was
de LAMID verantwoordelijk voor de inwinning van inlichtingen, de
Afdeling I en V was verantwoordelijk voor de verwerking daarvan.
Met ingang van 1 februari 1988 veranderde de naam 'Landmacht
Inlichtingendienst' in 'MID/KL'. De MID/KL ging toen, evenals de
inlichtingendiensten van de twee andere krijgsmachtdelen,
ressorteren onder de 'Militaire Inlichtingendienst'.
Taak
De taak van de LAMID werd in het Koninklijk besluit van 5 augustus
1972 als volgt omschreven:
'a. het inwinnen van gegevens omtrent het potentieel en de
strijdkrachten van andere mogendheden, welke nodig zijn voor een
juiste opbouw en een doeltreffend gebruik van de krijgsmacht;
b. het inwinnen van gegevens welke nodig zijn voor het treffen van
maatregelen:
1, ter voorkoming van activiteiten die ten doel hebben de
veiligheid of paraatheid van de krijgsmacht te schaden;
2, ter beveiliging van gegevens binnen de strijdkracht waarvan de
geheimhouding geboden is;
3, ter bevordering van een juist verloop van mobilisatie en
concentratie der strijdkrachten.'
Indeling
·
Sectie A; inlichtingen,
onder andere verantwoordelijk voor gegevens betreffende het
Warschau-Pact;
·
Sectie B: veiligheid
(CI);
·
Sectie C: liaison
MILATS:
liaison met de buitenlandse militaire attachés geaccrediteerd in
Nederland, en met de Nederlandse militaire attachés geaccrediteerd
in het buitenland;
·
Sectie D: MilGeo:
militaire
geografie, luchtfoto-interpretatie en wegen- en bruggenklassering.
Sectie
A was onderverdeeld in:
— Stafsectie (basisinlichtingen,
algemene
taken, hoofd Sitcen);
— Sitcen (Situation
centre, crisisbeheersing);
— A-1 (aanvullende
inlichtingen, current reportorial element);
— A-2 Landmachtstaf k;
— A-3 (wetenschappelijk/technische
inlichtingen);
— A-4 (verbindingsinlichtingen
en electronische oorlogvoering);
—
A-5 (documentatie en archief);
— A-6 (vertalingen).
A-2
was weer verder verdeeld in:
- HOT TAC I (ontwikkelingen);
- HOT TAC II
(oefeningen);
- HFD SLO (slagorde)
(USSR);
- HOT PVC.
Tenslotte
vielen onder HFD SLO (USSR) vier territoriumgroepen die de rest
van het Oostblok voor hun rekening namen.
Sectie
B was begin jaren zeventig onderverdeeld in:
- G2B1 Offensieve
contra-inlichtingen. Verbindingen met militaire en civiele
neveninstanties en met landelijke militaire 'Contra Inlichtingen'
detachementen.'
-
G2B2 Defensieve contra-inlichtingen. Verrichten van
veiligheidsonderzoeken (antecedentenonderzoek) in samenwerking met
de 'Binnenlandse Veiligheidsdienst' (BVD) en de politie. In G2B2.
werd op een gegeven moment tevens de taak van het vroegere G2B5
opgenomen: industriële veiligheid en de beveiliging van kwetsbare
objecten.
-
G2B3 Documentatie, archiefbeheer en werkzaamheden in verband met
de voorbereiding van de militaire censuur in oorlogstijd.
- G2B4. Technische
beveiligingszaken. Beveiliging tegen onder andere
afluistertechnieken.
Later
werd Sectie B onderverdeeld in de bureaus:
— B1 contra-inlichtingen;
— B2 personele
veiligheid;
— B3 documentatie;
— B4 techniek;
—
B5 militaire veiligheid.
Sectie
D was onderverdeeld in Bureau Topo (Topografie) en Bureau MGID
(Militair-geografische informatie en documentatie). Deze sectie
bepaalde het kaartenbeleid (met uitzondering van hydrografische
kaarten) voor de krijgsmacht, verzamelde, bewerkte en verwerkte
alle terreininlichtingen (op de normale kaarten van de
Topografische Dienst), verzamelde en distribueerde meteoberichten.
Sectie
D was later, in 1990, onderverdeeld in:
— D1/2 Militaire
Geografische Informatie en Documentatie (MGID);
— D3 Topografie
(TOPO);
— D4 Luchtfotografie
(LUFO);
— D5 Meteorologie
(METEO).
Operationeel
onder de LAMID
ressorterende onderdelen waren:
- 101 MILITAIRE
INLICHTINGENDIENST COMPAGNIE (101 MIDcie)
In
het kader van de in 1950 ingevoerde Amerikaanse
legerorganisatie (NAVO) werd op 1 maart 1954 de 101 MIDcie
opgericht.
Organisatorisch
ressorteerde de 101 MIDcie onder het Eerste Legerkorps,
operationeel ressorteerde zij onder de LAMID.
Taak:
verwerking van tactische gegevens. Het personeel (ca 60 man)
ging mee met grote legeroefeningen, onder andere voor het
ondervragen van krijgsgevangenen.
In
1962 was de indeling:
-1
staf;
-2
operationele talenploegen,
onderverdeeld
in ondervragingsploegen (ondervraging van krijgsgevangenen en
geďnterneerde burgers in hun eigen taal), vertaalploegen
(vertaling uit een vreemde taal van documenten met waarde voor
de gevechtsinlichtingen), tolkenploegen (assistentie bij
onderhandelingen van commandanten en stafofficieren met
geallieerde legers en burgers van een bevriend land) en een
documentenonderzoekploeg (analyse van buitgemaakte
documenten);
-
3 overige
operationele ploegen,
onderverdeeld
in slagordeploegen (verschaffing van slagorde-gegevens
betreffende de tegenstander), luchtfoto-onderzoek
(interpretatie van luchtfoto's met betrekking tot de
opstelling van vijandelijke troepen, plaats en identificatie
van wapens, verdedigingswerken en statische inrichtingen), een
technische inlichtingen coördinatieploeg (coördinatie van
verzamel- en verwerkingsorganen voor technische en
wetenschappelijke inlichtingen) en een redactieploeg
(redactie, correctie en vermenigvuldiging van rapporten);
-
4 dienstenploegen,
onderverdeeld
in een bewakingsploeg en een geluidsopnameploeg.
Latere
indeling:
—
legerkorpsondervraag- en documentenonderzoekcentrum (LKODOC,
Later veranderd in LKOMDOC: Legerkorps Ondervraag-, Materieel-
en Documentenonderzoekcentrum);
—
terreinanalyse-afdeling (TAP: terreinanalistenploegen);
—
technische inlichtingenafdeling (TIC);
—
slagorde-afdeling (SLO);
—
ondersteuningsploegen ten behoeve van de secties G2/S2 van het
Legerkorps, de divisies en de brigades.
Het
personeel van het ondervraag- en documentenonderzoekcentrum
heeft een cursus Russisch en een opleiding in
ondervragingstechnieken bij de 'School Militaire
Inlichtingendienst' (SMID) gevolgd; de terreinanalisten worden
opgeleid bij de BIMA van de SMID.
- III CONTRA
INLICHTINGEN DETACHEMENT (III CID)
Organisatorisch
ressorteerde het III CID onder het Eerste Legerkorps,
operationeel ressorteerde het onder de LAMID.
Het
detachement ontstond op 1 december 1957 toen het 121 CID
overging in het op die datum opgerichte in CID.
In
1954 werd de taak van een CI-detachement omschreven als: 'het
nemen van defensieve en offensieve maatregelen ter beveiliging
van inlichtingen, personeel en materiaal tegen spionnage,
sabotage, propaganda en subversieve activiteit van de vijand
of van (groepen van) personen van wie bekend is of
redelijkerwijs kan worden vermoed dat hun activiteit strijdig
is met het nationaal belang',
—
Defensieve contra-inlichtingen: 'het treffen van preventieve
veiligheidsmaatregelen om de militaire organisatie te
beschermen' tegen de boven omschreven activiteiten;
—
Offensieve contra-inlichtingen: het tijdig onderkennen van de
boven omschreven activiteiten, het instellen van onderzoeken
'naar de achtergrond van geconstateerde of vermoede inbreuken
op defensieve veiligheidsmaatregelen' en het verzamelen van
inlichtingen 'over zaken en/of personen waarvan bekend is of
vermoed wordt dat zij een gevaar voor de militaire veiligheid
(kunnen) opleveren'.
Een
Legerkorps CI-detachement bestond in 1962 uit een
commandoploeg en een operatieve ploeg (totaal 20 man); een
divisie CID-detachement had dezelfde indeling (totaal 17 man).
Er
waren drie regionale CID’s:
449
CONTRA INLICHTINGEN DETACHEMENT (449
CID)
Operatiegebied:
Oost- en Noord-Nederland.
449
CID beschikte in 1984 over drie plaatselijk gevestigde
ploegen.
450
CONTRA INLICHTINGEN DETACHEMENT (450
CID)
Operatiegebied:
Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht.
450
CID beschikte in 1984 over vier plaatselijk gevestigde
ploegen.
Organisatie
in 1984:
—
Secretariaat.
—
Afdeling Informatieverwerking:
—
Documentatie I: registratie van operationele zaken, extremisme
en beoordeling van toestand.
—
Documentatie II: registratie van persoonsonderzoeken,
persoonsdossiers en reglementen,
—
Coördinator Beveiligingszaken (CBZ).
451
CONTRA INLICHTINGEN DETACHEMENT (451
CID)
Operatiegebied:
Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
451
CID beschikte in 1984 over vijf plaatselijk gevestigde
ploegen.
Operationele
instructies voor de drie CI-detachementen.
Antimilitaristen hebben in 1984 ingebroken in de Knoopkazerne in
Utrecht, waar onder meer het 450 CID was gevestigd. Daarbij is een
grote hoeveelheid materieel ontvreemd, dat later deels is
gepubliceerd in een viertal CID-dossiers:
CID-dossier 001
CID-dossier 002
CID-dossier 003
CID-dossier 004
In deze dossiers waren ook lijsten met namen en adressen van
medewerkers opgenomen, deze gegevens zijn onleesbaar gemaakt.
In de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw functioneerde een Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid
bij de Generale Staf. Dit was een "Coördinerend orgaan van alle aangelegenheden
betreffende het Functiegebied Inlichtingen."
Rapportages LAMID
Het betreft hier voornamelijk rapportages over militaire
onderwerpen.
- Beschouwingen m.b.t. de
actuele situatie in Joegoslavië, november 1974
- Supintrep Warschaupakt en
Joegoslavië - Civiele verdediging, mei 1975
- Supintrep China, mei 1975
- Periode-overzicht 1 januari 1975
tot 1 augustus 1975
- Supintrep Warschaupakt en
Joegoslavië - Paramilitaire organisaties, maart 1976
- Supintrep Warschaupakt
Landstrijdkrachten, juli 1976, met wijzigingen tot 1979
- Supintrep Polen -
Militair onderwijs, april 1977
- Studie "Offensieve operaties van een Sovjet leger",
april 1977
- Supintrep Warschaupakt - Slagorde
1/77, mei 1977
- Supintrep Warschaupakt - Slagorde
2/77, juni 1977
- Supintrep Warschaupakt -
Landstrijdkrachten - Tsjechoslowakije, maart 1978 met
aanvullingen tot oktober 1978
- Supintrep Warschaupakt -
Landstrijdkrachten, Sovjet-Unie, deel 3 SVG (Polen), TsVG
(Tsjechoslowakije), YuGV (Hongarije), augustus 1978
- Supintrep Warschaupakt -
Landstrijdkrachten - Oost-Duitsland, mei 1979, met 1e
aanvulling
- Supintrep Warschaupakt -
Landstrijdkrachten - tankeenheden, juli 1979
- Supintrep Warschaupakt -
Landstrijdkrachten, Sovjet-Unie, deel 2 GSVG, januari 1979
- Supintrep Warschaupakt -
Luchtstrijdkrachten, augustus 1979
- Supintrep Warschaupakt -
Landstrijdkrachten, Sovjet-Unie, deel 1 organisatie, november
1979
- Supintrep
Warschaupakt - Landstrijdkrachten GSVG - overzicht vastgesteld
belangrijk gevechtsmaterieel, december 1979
- Supintrep
Warschaupakt - Landstrijdkrachten GSVG - overzicht vastgesteld
belangrijk gevechtsmaterieel, naar soort en aantal, december
1979
- Supintrep Warschaupakt -
Landstrijdkrachten - GSVG modernisering en uitbreiding
gevechtsmaterieel, januari 1980
- LAMID-rapport
Kernenergie in de Sovjet-Unie, 1982
Het hoofd van de LAMID was tevens het hoofd van de Afdeling Inlichtingen en Veiligheid
van de Landmachstaf. Beide organen vielen grotendeels samen, met
name de secties voor inlichtingen en veiligheid. Officieel was de
LAMID verantwoordelijk voor de inwinning van inlichtingen, de
Afdeling I en V voor de verwerking daarvan. Rapporten van deze
afdeling zijn op de pagina van deze afdeling geplaatst.
Jom Kippoeroorlog (oktober 1973)
Op 6 oktober 1973, de joodse feestdag Jom Kippoer, Grote
Verzoendag, vielen Syrische en Egyptische legers Israël binnen. De
oorlog duurde tot 25 oktober.
Het CVIN rapporteerde in die periode dagelijks aan de
Minister-President, rapportages die grotendeels waren gebaseerd op
rapportages van de Landmacht Inlichtingendienst (LAMID) en de
Luchtmacht Inlichtingendienst (LUID). Deze stukken zijn afkomstig
uit: Nationaal Archief, Den Haag, Ministeries voor Algemeene
Oorlogvoering van het Koninkrijk (AOK) en van Algemene Zaken (AZ):
Kabinet van de Minister-President (KMP), nummer toegang 2.03.01,
inventarisnummer 11929. De rapportages van het CVIN (Comité
Verenigde Inlichtendiensten Nederland) zijn hier te vinden.
- Toestand in het Midden-Oosten, 8 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 8
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 9 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 9
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 10 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 10
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 11 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 11
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 12 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 12
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 13 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 13
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 14 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 14
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 16 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 16
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 17 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 17
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 18 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 18
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 19 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 19
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 20 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 20
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 21 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 21
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 22 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 22
oktober 1973
- Toestand in het Midden-Oosten, 24 oktober 1973
- onderliggende rapportage LAMID, 24
oktober 1973
Eind jaren '70 van de vorige eeuw stelde de LAMID INTSUM's
(Intelligence Summary) op met betrekking tot de situatie in het
Midden-Oosten, Libanon en met name zuid-Libanon, waar Nederlandse
militairen in het kader van de VN-operatie UNIFIL gelegerd waren.
De verschillende onderdelen van de landmacht (divisies, bataljons,
compagnieën), maar ook de Generale Staf hadden allemaal hun eigen
inlichtingensecties, G2 (visie of hoger) of S2 (brigade en lager).
Van de sectie G2 van de Generale Staf is een aantal rapportages
openbaar geworden:
Inlichtingensamenvattingen (ISAM)
Handboek Vredesbewegingen van sectie G2 van
het Hoofdkwartier Koninklijke Landmacht / Lamid, 1969
Rapport Rechtsextremisme in
de Krijgsmacht (bijlage bij CINTSUM nr. 29, 23 juli 1990)
(onder meer gebaseerd op: Kluiters, F.A.C.: De Nederlandse
inlichtingen- en veiligheidsdiensten, 1993)
Terug