101 Militaire
Inlichtingendienst Compagnie
101 Militaire Inlichtingendienst Peleton
103 Intelligence,
Surveillance, Targetacquisation en Reconnaissance Bataljon
Joint ISTAR Commando
Korps Inlichtingen en Veiligheid Prinses Alexia
In het kader van de in 1950 ingevoerde Amerikaanse
legerorganisatie (NAVO) werd op 1 maart 1954 de 101 Militaire
Inlichtingendienst Compagnie (101 MIDcie) opgericht.
Organisatorisch ressorteerde de 101 MIDcie onder het Eerste
Legerkorps, operationeel ressorteerde zij onder de LAMID.
Taak: verwerking van tactische gegevens. Het personeel (ca 60 man)
ging mee met grote legeroefeningen, onder andere voor het
ondervragen van krijgsgevangenen.
In 1962 was de indeling:
-1 staf;
-2 operationele talenploegen, onderverdeeld in
ondervragingsploegen (ondervraging van krijgsgevangenen en
geďnterneerde burgers in hun eigen taal), vertaalploegen
(vertaling uit een vreemde taal van documenten met waarde voor de
gevechtsinlichtingen), tolkenploegen (assistentie bij
onderhandelingen van commandanten en stafofficieren met
geallieerde legers en burgers van een bevriend land) en een
documentenonderzoekploeg (analyse van buitgemaakte documenten);
- 3 overige operationele ploegen, onderverdeeld in slagordeploegen
(verschaffing van slagorde-gegevens betreffende de tegenstander),
luchtfoto-onderzoek (interpretatie van luchtfoto's met betrekking
tot de opstelling van vijandelijke troepen, plaats en
identificatie van wapens, verdedigingswerken en statische
inrichtingen), een technische inlichtingen coördinatieploeg
(coördinatie van verzamel- en verwerkingsorganen voor technische
en wetenschappelijke inlichtingen) en een redactieploeg (redactie,
correctie en vermenigvuldiging van rapporten);
- 4 dienstenploegen, onderverdeeld in een bewakingsploeg en een
geluidsopnameploeg.
Latere indeling:
— legerkorpsondervraag- en documentenonderzoekcentrum (LKODOC,
Later veranderd in LKOMDOC: Legerkorps Ondervraag-, Materieel- en
Documentenonderzoekcentrum);
— terreinanalyse-afdeling (TAP: terreinanalistenploegen);
— technische inlichtingenafdeling (TIC);
— slagorde-afdeling (SLO);
— ondersteuningsploegen ten behoeve van de secties G2/S2 van het
Legerkorps, de divisies en de brigades.
Het personeel van het ondervraag- en documentenonderzoekcentrum
heeft een cursus Russisch en een opleiding in
ondervragingstechnieken bij de 'School Militaire
Inlichtingendienst' (SMID) gevolgd; de terreinanalisten worden
opgeleid bij de BIMA van de SMID.
In het blad Intell-scoop (later Info-Scoop hebben verschillende
artikelen gestaan over de eenheid
zelf en verschillende afdelingen: de ondervragers, de terreinanalisten,
Per 1 juli 1995 is de naam veranderd in 101 Militaire
Inlichtingendienst Peleton (101 MIPel). De omvang van de
eenheid werd verminderd.
In 2003 werd het 101 MIPel opgenomen in het 103 Intelligence,
Surveillance, Targetacquisation en Reconnaissance bataljon (103
ISTAR). Naast dit peleton werden ook het 101 Remotely Piloted Vehiclebatterij (101
RPVbt, 't Harde), 101 Artillerie Ondersteuningsbatterij (101
ArtOstbt, ´t Harde) en 102
Elektronische Oorlogvoeringscompagnie (102 EOVcie, sinds 1
januari 2001 in Garderen) en delen van 103 Verkenningsbataljon
(103 Verkbat) in dit nieuwe bataljon opgenomen.
De taakomschrijving luidde: lever tijdig relevante en bevestigde
inlichtingen ter ondersteuning van zowel het command en control
proces als het targetting proces op legerkorps- en brigadeniveau.
De taken zijn te verdelen in vier hoofdtaken.
– De belangrijkste taak is de operationele inzet: “voorzie
commandanten van inlichtingen en doelinformatie”, want boven alles
is het ISTAR bataljon een tactische eenheid.
– De tweede taak is het ondersteunen van de J2 CDS in de
planningsfase van operaties.
– Het ondersteunen van de MIVD met analyse capaciteit.
– Algemene koninkrijkstaken.
In 2006 bestond de eenheid bestaan uit ongeveer 810
functieplaatsen en was deze in de kazernesituatie als volgt
samengesteld:
– een MI&Ststesk bestaande uit een Logistiek peloton, een
Field Support Peloton (FSP), een Militair Geografisch (MILGEO)
Peloton en militaire analisten;
– een Remotely Piloted Vehicle (RPV) batterij die op in 2004
bestond uit twee pelotons maar wordt uitgebreid met een derde
peloton dat mogelijk wordt gevuld met Noors personeel;
– een elektronische oorlogvoeringcompagnie (in de nabije toekomst
uitgerust met zowel lichte als zware middelen voor Electronic
Support Measures (ESM), VHF en HF interceptie en capaciteit voor
Electronic Counter Measures (ECM));
– een artillerie ondersteuningsbatterij uitgerust met drie
pelotons wapen locatie radar en weermeet capaciteit;
– twee grondgebonden verkenningseskadrons.
Het eerste eskadron zal worden gevormd door het
verkenningseskadron (41 BVE) dat vrij komt bij de opheffing van 41
Mechbrig uit Seedorf. Later wordt een tweede eskadron toegevoegd.
Over hoe dit eskadron er exact uit gaat zien wordt nog volop
nagedacht. Beide eskadrons worden uitgerust met het nieuwe lichte
verkenningsvoertuig de FENNEK. Hierin is ook een beperkte MRAT
capaciteit aanwezig.
Bij operationele inzet van het bataljon wordt de organisatie
enigszins aangepast. Uitgezonderd de verkenningseskadrons wordt
het compagnies-, batterijniveau verwijderd en worden de
sensorpelotons door het bataljon aangestuurd. Dit gebeurt vanuit
de bataljons OPS waarin de batterij- en compagniescommandogroepen
zijn opgenomen.
Tevens zullen er in deze OPS liaisons aanwezig zijn van
internationale eenheden die onder het bataljon zijn aangeklikt.
Vooralsnog zijn hiervoor met de Noorse krijgsmacht de meest
vergevorderde afspraken gemaakt.
Ook in Noorwegen wordt hard gewerkt aan de oprichting van een
ISTAR bataljon en bestaat grote behoefte aan samenwerking.
Naast een OPS cell zijn er in de bataljon CP een Plans cell, een
Battalion Electronic Warfare Co-ordination Centre (BEWCC) en een
All Course Information Cell waarin zowel militaire- als
terreinanalisten aanwezig zijn.
Vanuit het bataljon wordt een liaison uitgebracht naar de G2 en G3
(Deep operations cell/Air Space Control co-ordination) van de te
steunen staf en naar de voorbrigades.
Gedachte wijze van optreden
Het inlichtingenproces, verzamelen en verspreiden van
inlichtingen ter ondersteuning van de besluitvorming van
commandanten, klinkt simpel en is bij “klassieke”
gevechtsoperaties voor iedereen duidelijk. Een commandant heeft
behoefte aan goede inlichtingen om zijn reserve tijdig en
effectief in te zetten. Voor een Peace Support Operation (PSO)
ligt dit anders en zijn de diverse missies moeilijk te
vergelijken.
Zowel tijdens gevechtsoperaties als PSO zijn de Standing Operating
Procedures (SOP) gebaseerd op de inlichtingencyclus die bestaat
uit:
– De commandant of G2 van de te steunen staf initieert de
inlichtingencyclus door zijn kritische informatiebehoefte bekend
te stellen in de vorm van een Intell Collection Plan (ICP).
Hiermee start C-103 ISTAR batatjon zijn detailplanning en zendt
zijn operatieplan naar zijn sensor commandanten.
– Het verzamelen gebeurt door de eovpels, rpvpels, artostpels,
verkesks, FSP en eventuele externe (internationale) eenheden.
Deze sensoren rapporteren aan de OPS. Vanuit de OPS wordt de
informatie, al dan niet gelijktijdig, doorgegeven aan de ASIC voor
analyse, de G2 en overige belanghebbenden. Met deze laatste worden
vooral bedoeld eenheden die om wille van snelheid dienen te worden
voorzien van force protection informatie. In dit proces kan een
goed werkend ISIS grote ondersteuning bieden.
Het is ook mogelijk om deze cyclus in te korten door informatie
over b.v High Payoff Targets direct ter beschikking te stellen aan
een vooraf bepaalde bestrijdingseenheid.
Ook is het mogelijk om “single course” informatie direct vanuit de
OPS door te geven aan de G2, zonder een assessment van de
analisten. Tijdens de operationele inzet zal dit proces zich
afspelen vanuit sheltervoertuigen met als hart van het systeem een
drietal OMW’n waarin de OPS, Plans en ASIC zijn gehuisvest.
In 2011 werd het 103 ISTAR, samen met het Tactical Air Reconnaissance Centre (TARC)
van het Command der Luchtstrijdkrachten, omgevormd tot
het Joint Istar Commando (JISTARC). Dat bestond daarmee
uit102 Elektronische Oorlog
Voeringscompagnie, 103 en 104 Verkenningseskadron, 105 Field Humint-eskadron, 106 Inlichtingen-eskadron, 107 Aerial
Systems Batterij (met inbegrip van het TARC) en een
Stafstafeskadron. Het Joint ISTAR-Commando is registratief
ingedeeld bij het regiment Huzaren van Boreel en onder
single service management bij het Commando Landstrijdkrachten
ondergebracht.
In 2020 werden hier twee nieuwe eenheden aan toegevoegd, het 108
Technical Exploitation Intelligence Company (TEXINT),
gespecialiseerd is om commandanten in crisisgebieden met
forensische methoden extra informatie te bieden en het 109 Open
Sources Intelligence-compagnie (109 OSINT), een
inlichtingeneenheid die is gespecialiseerd om doelmatig relevante
openbare informatie in het inzetgebied te kunnen detecteren en
verzamelen.
Taakstelling JISTARC
De taakstelling van het JISTARC luidt: het JISTARC dient in staat
te zijn om in nationaal, joint en/of combined verband deel te
nemen aan operaties van ieder geweldsniveau in nagenoeg ieder
operatiegebied passend binnen het ambitieniveau van Defensie.
Hierbij levert het binnen de vigerende regelgeving tijdige en
relevante informatie, inlichtingen en doelgegevens ten behoeve van
commandovoering en doelbestrijding aan de te steunen eenheid,
waardoor wordt bijgedragen aan de informatiedominantie van deze
eenheid. Dit kan zijn op tactisch en operationeel niveau in joint
en/of combined operaties van eenheden tot en met component command
dan wel aan civiele autoriteiten.
In verband met bezuinigingen op Defensie is een verregaande
integratie voorgesteld van de staven van het Defensie Inlichtingen
en Veiligheidinstituut (DIVI) als onderdeel van het Opleidings- en
Trainings Commando (OTCo) en het JISTARC. Verdere reductie in
personeel moet worden gevonden in de intensivering van de
samenwerking tussen de DIVI-JISTARC combinatie en de Militaire
Inlichtingen en Veiligheids Dienst (MIVD).
Het meest zichtbaar in Nederland is JISTARC met de bijstand aan de
politie met onbemande vliegtuigjes, de zogenaamde Raven. In 2018
telde het Jistarc 695 medewerkers.
In 2020 vond er een grote organisatorische wijziging plaats. Op
20 november 2020 werd het Jistarc door Defensie omgevormd tot een
nieuw, zelfstandig 'wapen' opgericht, het ‘Wapen van de
Informatiemanoeuvre’. Dat bestaat uit twee nieuwe korpsen: het
‘Korps Inlichtingen en Veiligheid Prinses Alexia’ en het ‘Korps
Communicatie en Engagement Prinses Ariane’. Het nieuwe wapen moet
de positie van de landmacht in het informatiedomein versterken.
Het Jistarc is opgegaan in het nieuwe Korps Inlichtingen en
Veiligheid.
Uit de Militaire Courant (12 november 2020): “Door de combinatie van een verslechterende internationale veiligheidssituatie en razendsnelle technologische ontwikkelingen neemt het belang van informatie in conflicten toe. Dit vraagt om zogenoemd informatiegestuurd optreden (IGO) door de krijgsmacht. Militaire eenheden moeten opereren op basis van voldoende en juiste informatie. Ook moeten ze weten hoe in een conflict met informatie is te ‘manoeuvreren’ om zo missiedoelen te behalen en ongewilde nevenschade te voorkomen.
Commandant Landstrijdkrachten Martin Wijnen: “De landmacht levert
traditioneel slagkracht in de fysieke dimensie. Die is nog even
relevant als voorheen, maar daarnaast wordt slagkracht gevraagd in
andere dimensies van de operationele omgeving: de cognitieve en
virtuele dimensies. Met het Wapen van de Informatiemanoeuvre
ontwikkelen we het informatiegestuurde optreden, zoals ook
beschreven in de Defensievisie 2035, en vergroten we onze
slagkracht in de cognitieve en virtuele dimensies.”
Door de twee nieuwe korpsen onder een dak te brengen verbetert de
samenwerking tussen onze specialisten op het gebied van
Inlichtingen & Veiligheid en Communicatie en Engagement. Het
verbetert de informatiepositie en het begrip van de omgeving
waarin de landmacht wordt ingezet. Dit leidt tot betere besluiten
over wapeninzet en/of andere middelen. Het vergroot de kans op
succes en verkleint de risico’s voor het personeel.”
In de periode 1993 tot en met 2003 heeft 101 MIDCie/101 MIPel een nieuwsbrief onder de naam Infoscoop uitgegeven met informatie, voornamelijk afkomstig uit openbare bronnen, over onderwerpen die voor Defensie interessant waren. Het betrof voornamelijk informatie over landen en regio's waar Nederlandse militaire missies actief waren.
1993 | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | ||||||
1994 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | ||||||||||
1995 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 |
1996 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | ||||||
1997 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | ||||||||||||
1998 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 9 | 10 | ||||||||||||||
1999 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | |||||||||||||||
2000 | 1 | 2 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | |||||||||||||||
2001 | 1 | 2 | 3 | Macedonië | 4 | ||||||||||||||||||
2002 | 1 | 2 | 3 | ||||||||||||||||||||
2003 | 1 | 2 | 3 |
Met betrekking tot het
voormalige Joegoslavië heeft de 101 MIDCie nog een overzicht De gebeurtenissen in het
voormalige Joegoslavië van juli 1994 tot 1 januari 1995
opgesteld.
Wervingsfolder 101 MiPel, ongedateerd.
(onder meer gebaseerd op: Kluiters, F.A.C.: De
Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, 1993,
Intercom, 2004, nr. 4, VOC-mededelingen, 2011, nr. 4)