Luchtmacht Inlichtingen Dienst LUID (1951-1988)
In verband met de ontwikkeling van de luchtstrijdkrachten
tot een zelfstandig krijgsmachtdeel werd bij vertrouwelijk Koninklijk besluit
van 25 augustus 1951 de 'Luchtmacht Inlichtingendienst' opgericht, ressorterend
onder de Minister van Oorlog/Defensie.
Hoewel het hoofd LUID administratief onder de Chef van de
Luchtmachtstaf ressorteerde, was hij rechtstreeks verantwoording verschuldigd
aan de Minister van Oorlog/Defensie.
Naast de LUID bestond bij de Luchtmachtstaf de 'Sectie L
2-Inlichtingen', met ingang van 1976 'Afdeling Inlichtingen en Veiligheid'
genoemd. Deze sectie verwerkte de door de LUID vergaarde informatie tot
bruikbare inlichtingenrapporten.
Het hoofd LUID was tevens hoofd van deze sectie en als
zodanig verantwoording verschuldigd aan de Chef van de Luchtmachtstaf. Beide
organen vielen grotendeels samen, met name de bureaus voor inlichtingen en
veiligheid. Het was echter aan het hoofd om te bepalen welke bureaus werden
ingezet voor de LUID-werkzaamheden; populair gezegd: de man achter het bureau
kon twee petten dragen.
Met ingang van 1 februari 1988 veranderde de naam
'Luchtmacht Inlichtingendienst' in 'MID/KLU' en ging de dienst ressorteren onder
de 'Militaire Inlichtingendienst'.
Taak
De taak werd in het Koninklijk besluit van 25 augustus
1951 als volgt omschreven:'De taak van de Luchtmacht Inlichtingendienst omvat het
inwinnen van gegevens, welke nodig zijn voor:
a. een juiste opbouw en een doeltreffend gebruik van de Luchtmacht;
b. bescherming van Luchtmacht geheimen;
c. het uitvoeren van de bewaking tegen daden van sabotage aan Luchtmacht objecten;
d. het treffen van maatregelen tegen diefstal van materieel, wapenen en munitie, welke bestemd zijn voor of in gebruik bij de
Luchtmacht;
e. het tijdig onderkennen van ondermijnende Politieke Propaganda onder het Luchtmachtpersoneel.'
Taakomschrijving van 'Sectie L 2-Inlichtingen' in 1952 volgens de Staatsalmanak: 'Verzamelen van de voor de gevechtsvoering vereiste gegevens; documentatie van de strategische, industriële en technische ontwikkeling van de luchtstrijdkrachten in binnen- en buitenland. Beveiliging van de Luchtmacht. Vliegtuigherkenning. Verwerken en doorgeven van inlichtingen. Beheer der Luchtmachtbibliotheek.'
Op aandrang van de Tweede Kamer werd het vertrouwelijke
Koninklijke besluit in 1972 vervangen door een openbaar besluit. In dat openbare
Koninklijk besluit van 5 augustus 1972 werd de taak van de LUID omschreven als:
'a. het inwinnen van gegevens omtrent het potentieel en de
strijdkrachten van andere mogendheden, welke nodig zijn voor een juiste opbouw
en een doeltreffend gebruik van de krijgsmacht;
b. het inwinnen van gegevens welke nodig zijn voor het
treffen van maatregelen:
1. ter voorkoming van activiteiten die ten doel hebben de
veiligheid of paraatheid van de krijgsmacht te schaden;
2. ter beveiliging van gegevens binnen de krijgsmacht
waarvan de geheimhouding geboden is;
3. ter bevordering van een juist verloop van mobilisatie
en concentratie der strijdkrachten.'
Organisatie van de LUID
Indeling in 1972:
- L2A: Bureau Inlichtingen;
- L2B: Bureau Veiligheid;
- L2C: Bureau Planning, organisatie en opleiding. L2C stelde bijvoorbeeld het programma vast van de 'Luchtmacht Inlichtingenschool' (LIS).
- L2BB; Bureau Buitenlandse betrekkingen. De Nederlandse luchtmachtattachés in het buitenland hadden tevens een inlichtingentaak. Die taken werden gecoördineerd door L2BB.
De LUID geeft ook leiding aan inlichtingenofficieren op de diverse vliegbases van de Koninklijke luchtmacht (briefing en debriefing van
vliegers, contraspionage, beveiliging).
(gebaseerd op: Kluiters, F.A.C.: De Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, 1993)
De LUID stelde maandelijks zogenaamde ISAMs (Inlichtingensamenvattingen) op.
Een uiterst klein deel van een aantal ISAMs zijn openbaar gemaakt. De rest
weigert de MIVD omdat deze gegevens afkomstig zouden zijn van buitenlandse
inlichtingendiensten. Dat is frappant, want een aantal geweigerde hoofdstukken
gaan over Nederlandse organisaties, zoals de CPN, de Bond voor Dienstplichtigen
en de Internationale Kommunistenbond.
De ISAMs over 1980, 1983 en 1985 (voor zover nog aanwezig) zijn wel nagenoeg integraal
verstrekt, kennelijk geldt hier niet dat de gegevens afkomstig zijn van
buitenlandse inlichtingendiensten, terwijl het om soortgelijke gegevens gaat.
1972 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 |
1973 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 10 | |||
1974 | 1 | 2 | 3 | 4 | 7 | 8 | ||||||
1975 | 2 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8/9 | 10 | 11 | 12 | |||
1976 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8/9 | 10 | 11 | 12 | |
1977 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7/8 | 9 | 10 | 11 | 12 | |
1978 | ||||||||||||
1979 | ||||||||||||
1980 | 2 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | ||||
1981 | ||||||||||||
1982 | ||||||||||||
1983 | 2 | 3 | 4 | 5 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | |||
1984 | 2 | 3 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | |||
1985 | 1 | 3 | 4 | 5 | 7 | 9 | 10 |
Een andere vorm van inlichtingenrapportages aan de legerleiding was de 'Mededeling van Gegevens'. Onduidelijk is tot wanneer deze rapportages werden opgesteld.
Daarnaast stelde de dienst Inlichtingen-rapporten op over specifieke
onderwerpen, zoals over de Tsjechische Luchtmacht
of over de Russische straaljager Mig-15
Jom Kippoeroorlog (oktober 1973)
Op 6 oktober 1973, de joodse feestdag Jom Kippoer, Grote Verzoendag, vielen
Syrische en Egyptische legers Israël binnen. De oorlog duurde tot 25 oktober.
Het CVIN rapporteerde in die periode dagelijks aan de Minister-President,
rapportages die grotendeels waren gebaseerd op rapportages van de Landmacht
Inlichtingendienst (LAMID) en de Luchtmacht Inlichtingendienst (LUID). Deze
stukken zijn afkomstig uit: Nationaal Archief, Den Haag, Ministeries voor
Algemeene Oorlogvoering van het Koninkrijk (AOK) en van Algemene Zaken (AZ):
Kabinet van de Minister-President (KMP), nummer toegang 2.03.01,
inventarisnummer 11929. De rapportages van het CVIN (Comité Verenigde
Inlichtendiensten Nederland) zijn hier te
vinden.
De LUID stelde niet alleen rapportages over 'de vijand' op, of over internationale ontwikkelingen die voor Nederland van belang waren. Er werden ook inlichtingenrapportages over bondgenoten opgesteld, zogenaamde Fundamentele Inlichtingen Geallieerden (FIGs)
In het archief van de Chef Luchtmachtstaf bevindt zich ook nog een aantal stukken die betrekking hebben op inlichtingenwerk:
In de jaren '50 van de vorige eeuw gaf Sectie L2 van de Luchtmachtstaf maandelijks 'Luchtvaart Informaties' uit, met artikelen over ontwikkelingen op het gebied van luchtvaart, luchtmacht en communistische bedreigingen.