Rituaal van de Royal Order of Scotland
Heredom of Kilwinning
Tirshata, geeft één slag met de hamer: Het is mijn voornemen dit
Provincial Grand Chapter te openen. Verheft u van uw zetels, Broeders!
Junior Grand Guardian, wat is de eerste plicht van een Broeder van de Royal
Order?
Jun.Gr.G.: Zeer Eerwaarde Tirshata, te zien dat het Chapter naar
behoren is gedekt, zowel tegen Meester-Vrijmetselaren, Gezellen en Leerlingen,
als tegen de rest van de wereld.
Tirshata: Bent u lid van deze Orde?
Jun.Gr.G.: Ik heb deze grote eer.
Tirshata: Vervul dan uw plicht.
Jun.Gr.G. geeft de slagen van de graad, die beantwoord worden door de
Provincial Grand Guarder op de deur en door de Deputy Provincial Grand Guarder
op de buitenzijde van de deur.
Jun.Gr.G.: Zeer Eerwaarde Tirshata, het Chapter is naar behoren
gedekt.
Tirshata: Ik verklaar dit Provincial Grand Chapter voor geopend, geeft
de slagen ** ** ** *, gevolgd door de Guardians, de Guarder en de Deputy Guarder,
en dit zal uw teken zijn.
Tirshata geeft het Teken, wordt daarin door allen in de Kollege nagevolgd.
Dan gaat de Provincial Grand Chaplain naar het Altaar en opent de Bijbel bij het
Hoofdstuk Richteren en plaatst Passer en Winkelhaak als in de Meestergraad erop,
met de punten van de Passer naar het Noorden gericht, brengt de groet en gaat
naar zijn plaats terug.
Tirshata: Broeders, herneemt uw zitplaatsen.
De Tirshata verzoekt de Provincial Grand Secretary de notulen te lezen en
eventueel verder binnengekomen stukken ter behandeling aan te bieden; daarna
laat hij de Provincial Grand Mareschal de bezoekers voorstellen, die daarvoor in
aanmerking komen, buitenlanders en hoofdbestuursleden; indien de huishoudelijke
zaken zijn afgedaan, volgt de ballotage.
Ballotage
Tirshata: Grand Mareschal, wil de ballotage-box in
gereedheid brengen.
De Provincial Grand Mareschal staat op, maakt het teken en gaat naar de tafel
van de Provincial Grand Secretary, neemt de box en gaat er ter controle mee naar
achtereenvolgens de Tirshata en de beide Grand Guardians; vervolgens brengt hij
de box wederom naar de tafel van de Provincial Grand Secretary, groet de
Tirshata en herneemt zijn plaats.
Tirshata: Junior Grand Guardian, hoe hebt u de ballotage-box
bevonden?
Jun.Gr.G.: Ik vond de ballotage.-box naar behoren voorbereid,
Eerwaarde Tirshata.
Tirshata: Senior Grand Guardian, hoe hebt u de ballotage-box
bevonden?
Sen.Gr.G.: .: Ook ik vond de ballotage-box naar behoren voorbereid, Eerwaarde Tirshata.
Tirshata: En zo vond ik hem in het Oosten. Wij zullen nu overgaan
tot de ballotage van de kandidaat, Broeder ....
Tirshata gaat nu, zonder geleide naar de tafel van de Provincial Grand
Secretary om zijn stem uit te brengen. Daarna volgt de Deputy Provincial Grand Master
zijn voorbeeld en eventueel andere in het Oosten gezetenen. Zij lopen
allen om het altaar heen om de box van uit het Westen te naderen. Vervolgens
stemmen de beide Provincial Grand Guardians en allen die het ook wensen te doen.
Na het uitbrengen van de stem brengt men de groet aan de Tirshata alvorens terug
te keren naar hun zitplaatsen. Als de stemmen zijn uitgebracht, geeft de
Tirshata één slag en zegt: Broeders, ik verklaar deze ballotage
voor gesloten.
De Provincial Grand Mareschal staat op, maakt het teken en gaat naar de tafel
van de Provincial Grand Secretary, sluit het
laatje waarin de ballen zitten en brengt de box naar de Tirshata. Deze
inspecteert de box. Vervolgens laat hij de beide Provincial Grand Guardians de
box inspecteren en plaatst hem weer op de tafel van de Provincial Grand
Secretary, brengt de groet en gaat naar zijn plaats terug.
Tirshata: Senior Grand Guardian, hoe hebt u de ballotage bevonden?
Sen.Gr.G.: .: In de Noorderkolom verlicht, Eerwaarde Tirshata.
Tirshata: Junior Grand Guardian, hoe hebt u de ballotage bevonden?
Jun.Gr.G.: In de Zuiderkolom verlicht, Eerwaarde Tirshata.
Tirshata: En zo vond ik hem in het Oosten eveneens verlicht.
Het is mij een genoegen om de verkiezing van Broeder ... tot lid van deze
Provincial Grand Lodge bekend te maken.
Inwijding
Tirshata: Grand Introductor and Examiner deze
staat op en begeeft zich naar het midden van de Tempel, groet met het Teken, wilt
u zich naar de kamer van voorbereiding begeven en de kandidaat onderzoeken op
zijn kennis van Tekens, Aanraking en Woorden van de drie graden?
De Grand Introductor and Examiner brengt de groet en gaat naar de
Tempelpoort, die de Provincial Grand Guarder opent; na de kandidaat te hebben
onderzocht keert hij terug naar de Tempelpoort en klopt met de slagen. De
Provincial Grand Guarder opent de poort een weinig sluit de poort weer, trekt
zijn zwaard en zegt: Eerwaarde Tirshata, de Grand Introductor and
Examiner verzoekt om toegelaten te worden.
Tirshata: Laat hem binnen.
De Grand Guarder brengt het gevest van het zwaard bij zijn lippen ten teken
dat hij de opdracht heeft begrepen, plaatst het tegen de rechterschouder en
opent de poort. De Grand Introductor and Examiner komt binnen, brengt de groet
en zegt: Eerwaarde Tirshata, ik heb de kandidaat onderzocht en
bevonden dat hij Tekens, Aanrakingen en Woorden van de drie graden kent.
Tirshata: Grand Introductor and Examiner, wil dan de kandidaat
voor de tempelpoort geleiden.
De Provincial Grand Guarder gaat naar buiten, nadat hij de groet met het
zwaard heeft gebracht en sluit de poort achter zich. Hij wendt zich tot de
Provincial Grand Introductor and Examiner en Tirshata: Wie brengt
u tot ons?
Grand Introductor and Examiner: Broeder ..., een
Meester-Vrijmetselaar, lid van een loge gewijd aan St.Jan, die nederig verzoekt
om toegelaten te worden tot de Order of Heredom of Kilwinning.
Grand Guarder: Wacht, dan zal ik dat berichten aan de Eerwaarde
Tirshata.
Hij gaat naar binnen, brengt het saluut en zegt: Eerwaarde
Tirshata, voor de poort van het Chapter staat Broeder ..., een
Meester-Vrijmetselaar, lid van een loge gewijd aan St. Jan, die nederig verzoekt
om toegelaten te worden tot de Order of Heredom of Kilwinning.
Tirshata: Laat hem binnentreden.
Nadat de kandidaat is binnengetreden verwelkomt de Tirshata hem en deelt hem
mede dat het rituaal voor een groot deel uit samenspraken bestaat en verzoekt
hem daar zeer aandachtig naar te luisteren. De kandidaat krijgt een zetel in het
Westen tussen de beide Grand Guardians.
Eerste Samenspraak
Tirshata: Senior Grand Guardian, wat bent u?
Sen.Gr.G.: : Een Meester-Vrijmetselaar.
Tirshata: Wat is een hoge en verheven graad in de Vrijmetselarij?
Sen.Gr.G.: Dat is de Royal Order of Heredom of Kilwinning.
Tirshata: Waar werd deze orde opgericht?
Sen.Gr.G.: Op de top van de heilige berg Moria, in het
koninkrijk van Judea.
Tirshata: waar werd de orde opnieuw opgericht?
Sen.Gr.G.: Te Icolmkill en daarna te Kilwinning, waar de koning
van Schotland de eerste Grootmeester was.
Tirshata: Met welk doel werd de order wederom opgericht, en werden
er veranderingen aangebracht?
Sen.Gr.G .: Met het doel de oude vormen te herstellen in de drie
graden van de loges, Gewijd aan St Jan.
Tirshata: Welke eigenschappen zijn er nodig om het lidmaatschap
van de Royal Order te verkrijgen.?
Sen.Gr.G.: Matigheid - vastberadenheid - rechtvaardigheid.
Tirshata: Waaraan herkent u een broeder van de Royal Order?
Sen.Gr.G.: Door vijf punten, een woord en een
onderscheidingsteken.
Tirshata: Verklaar mij dit.
Sen.Gr.G.: De vijf punten van het meesterschap, waarmee ik werd
opgericht, het woord dat mij gegeven werd en door het onderscheidingsteken,.dit
schootsvel.
Tirshata: Ik zie dat het u het onderscheidingsteken draagt,
maar geef mij nu ook het woord.
Sen.Gr.G.: M. A. H. A. A. B. O. N. E.
Tirshata: Wat betekent dat?
Sen.Gr.G.: De meester is neergeslagen.
Tirshata: Nu wil ik ook uw naam en het paswoord van u weten.
Sen.Gr.G.: Het paswoord is Giblim. Adon Hiram is mijn naam en ik
kom uit een volmaakte loge.
Tirshata: Welkom, doch wat denkt u hier te vinden?
Sen.Gr.G.: Een woord, dat verloren is gegaan en dat ik met uw
bijstand hoop te vinden.
Tirshata: Wij zullen reizen van het Oosten naar het Westen en van
het Noorden naar het Zuiden, tot wij het woord gevonden hebben.
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken en zingen: Wij
gaan zoeken in Oost en West, in Zuid en Noord, naar het verloren woord, naar het
verloren woord. Zij maken bij het einde van de tekst
het teken af.
Nu wordt de processie samengesteld: de hele processie gaat driemaal rond, van
het Noorden door het Westen en Zuiden naar het Oosten.
Aan het einde van de derde omgang gaat de Provincial Grand Guarder aan de
Noordzijde van het altaar staan en legt het kussen met Bijbel, Passer en
Winkelhaak zodanig, dat de punten van de Passer naar het Noorden wijzen.
De Provincial Grand Mareschal verzoekt de kandidaat op beide knieën te
knielen.
Tirshata: Laat ons bidden.
Gr.Chapl.: Almachtige en eeuwige Vader, wij danken U dat gij ons,
als lichtend voorbeeld, Uw Zoon hebt gezonden, Hij die na Zijn lijden aan het
kruis, op de derde dag is herrezen en ten hemel is gevaren. Wees genadig en sta
deze kandidaat toe, om U te dienen, opdat hij later beloond worde. De Vader, de
Zoon en de Heilige Geest, de ene God, zij alle eer en glorie en kracht, voor nu
en altijd.
Allen: Amen.
Tirshata: Plaats beide handen op de Bijbel en luister goed naar de
gelofte die u dient te aanvaarden en te bevestigen licht
rondom uit.
Temidden van deze Ridders en Broeders in onze Koninklijke Kunst, beloof ik
nimmer iets te openbaren, noch aan Meester-Vrijmetselaren, noch aan Gezellen,
noch aan een Leerling of wie dan ook, dan wel, iets te schrijven, te graveren of
in te kerven, enig teken, woord of
symbool, waardoor de geheimen van de Royal Order bekend zouden kunnen worden.
Dit alles onder het aanvaarden van de oude en vreselijke straf, dat men mij
het hoofd van het lichaam trekke en plaatsen op de spits torenlicht
aan van die toren. Dat men verder mijn lichaam in drieën dele en in
een donkere kerker werpe, ter afschrikkend voorbeeld
voor een ieder die maar zou pogen om onze geheimen te verraden.
Ik beloof gehoorzaamheid aan de Groot-Officieren en onderwerp mij aan alle
wetten en voorschriften van deze orde en zal nimmer uit dit Chapter treden om op
onwettige wijze een ander Chapter op te richten. torenlicht
uit.
Tirshata: Als u deze belofte aanvaardt, zeg mij dan na: Dit alles
beloof ik, hierbij en hierop.
Allen zingen: Dan worde ons gebed verhoord, om trouw te blijven
aan ons woord.
Tirshata: Junior Guardian, wil de kandidaat oprichten op de u
bekende wijze, hem bekleden met het schootsvel van deze graad en hem Teken,
Aanraking en Woord mededelen.
Jun.Gr.G.: Met deze greep richt ik u op, ... om u te verheffen tot
Broeder van de Royal Order of Heredom of Kilwinning.
Tirshata gaat terug naar het Oosten, en zegt: Herneemt uw
plaatsen, Broeders.
De Junior Provincial Grand Guardian plaatst daarna de kandidaat ten Westen
van het altaar om hem te bekleden.
Jun.Gr.G.: In opdracht van de Eerwaarde Tirshata, bekleed ik u met
de regalia van de Royal Order of Heredom of Kilwinning.
Ik bekleed u met het schootsvel om u te onderscheiden als een Broeder van de
Royal Order of Heredom.
Ik tooi u met de rode sjerp, baldric genoemd, die wordt gedragen over de
linkerschouder en onder de rechterarm de Grand
Mareschal en de Senior Grand Guarder assisteren hierbij.
De greep, waarmee u bent opgericht, is de greep van de Order of Heredom. Deze
wordt ook aanraking genoemd.
Het woord van deze graad is J. U. B. I. L. O. N. .
Het strafteken wordt als volgt gegeven: ..., het herinnert aan de straf, die
in de gelofte is genoemd en het wordt in deze graad gebruikt als groet.
De Junior Provincial Grand Guardian groet de Tirshata en gaat naar zijn
plaats. De Provincial Grand Mareschal brengt de kandidaat naar de Tirshata in
het Oosten.
Tirshata: Iedere Broeder van deze orde wordt gekenmerkt door zijn
karakteristiek, een speciale naam. Voor u is deze naam .... Zij is geschreven op
een kaart die ik u nu overhandig. Bewaar deze kaart zorgvuldig, in een later
gedeelte van de ceremonie zal men er u om vragen.
Grand Mareschal, laat onze Broeder nu plaatsnemen in het Westen, tussen de
Grand Guardians.
Tweede Samenspraak
Tirshata: Junior Grand Guardian, hoevelen zijn er nodig om een
Chapter van de Royal Order of Heredom of Kilwinning op te richten?
Jun.Gr.G.: Negen.
Tirshata: Waarom negen?
Jun.Gr.G.: Om drie redenen.
Tirshata: Geef mij de eerste
Jun.Gr.G.: Er zijn negen perioden in ons
leven die ons leren onze dagen zo in te delen, dat wij wijsheid deelachtig
kunnen worden.
Tirshata: Geef mij de tweede.
Jun.Gr.G.: Er zijn negen muzen, die ons
leven veraangenamen.
Tirshata: Noem ze.
Jun.Gr.G.: Calliope, Clio, Euterpe,
Melpomene, Terpsichore, Erato, Polyhymnia, Urania en Thalia.
Tirshata: En wat is de derde reden?
Jun.Gr.G.: Er zijn negen rangen van engelen
in de hemelse hiërarchieën
Tirshata: Noem ze.
Jun.Gr.G.: Engelen, aartsengelen, de
deugdzamen, de krachtigen, hoofdengelen, schutspatronen, troonengelen,
serafijnen en cherubijnen.
Tirshata: Hoevelen vormen een volmaakte loge?
Jun.Gr.G.: Zeven.
Tirshata: Waarom zeven?
Jun.Gr.G.: Om drie redenen.
Tirshata: Geef mij de eerste reden
Jun.Gr.G.: God heeft in zes perioden de
hemel en de aarde geschapen en al dat daartoe behoort, en rustte op de zeven de
en verklaarde, dat alles goed was.
Tirshata: Wat is de tweede reden?
Jun.Gr.G.: Er zijn zeven vrije kunsten,
waaraan wij onze kennis kunnen toetsen
Tirshata: Noem ze.
Jun.Gr.G.: Grammatica, logica, rhetorica,
arithmetica, geometrie, musica en astronomie.
Tirshata: Wat is de derde reden?
Jun.Gr.G.: Er is gezegd, dat er zeven
geesten staan voor de troon van het lam, die de gebeden van de gelovigen
aanbieden.
Tirshata: Hoeveel vormen een gezellenloge?
Jun.Gr.G.: Vijf
Tirshata: Waarom vijf?
Jun.Gr.G.: Om drie redenen.
Tirshata: noem mij de eerste.
Jun.Gr.G.: Er zijn vijf tijdseenheden, die ons leren onze
werkzaamheden in te delen.
Tirshata: Welke zijn dat?
Jun.Gr.G.: Minuten, uren, dagen, maanden,
jaren.
Tirshata: noem mij de tweede.
Jun.Gr.G.: Er zijn vijf bouwstijlen, waarin men de gebouwen
optrok.
Tirshata: welke zijn dat?
Jun.Gr.G.: De Ionische, de Dorische, de Corintische, de Toscaanse
en de Gotische stijl.
Tirshata: Noem nu nog de derde.
Jun.Gr.G.: Er zijn vijf punten van het
meesterschap.
Tirshata: noem mij deze.
Jun.Gr.G.: Hand in hand, voet tegen voet, knie aan knie, schouder
aan schouder en de arm om de hals van de Meester geslagen.
Tirshata: Hoevelen regeren een loge?
Jun.Gr.G.: Drie.
Tirshata: Waarom drie?
Jun.Gr.G.: Ook om drie redenen.
Tirshata: geef mij de eerste.
Jun.Gr.G.: Omdat wij these - antithese en synthese gebruiken om de
waarheid te ontdekken.
Tirshata: wat is de tweede?
Jun.Gr.G.: Omdat wij de drie-eenheid gesymboliseerd zien in een
gelijkzijdige driehoek
Tirshata: Wat is de derde?
Jun.Gr.G.: Omdat wij erkennen dat de heilige
drie-eenheid, Vader - Zoon en Heilige Geest, drie aspecten van een god zijn.
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken en zingen:
Zijn Naam zij geheiligd, geloofd en geprezen, in deze tijd en in eeuwigheid.
Amen. Hierbij wordt het teken afgemaakt en men gaat
zitten.
Derde Samenspraak
Tirshata: Senior Grand Guardian, wat zegt men, dat in de
vrijmetselarij de zoon des mensen voorstelt?
Sen.Gr.G.: De volmaakte kubus.
Tirshata: Hoe noemt men die volmaakte kubus ook wel?
Sen.Gr.G.: De steen, die door de bouwers werd verworpen en die
werd tot hoeksteen en tot voorbeeld van de Vrijmetselaren.
Tirshata: Wat is het voorbeeld, waarop hier wordt gedoeld?
Sen.Gr.G.: De drie grondslagen der
Vrijmetselarij.
Tirshata: Wat zijn die grondslagen?
Sen.Gr.G.: Broederliefde, hulpvaardigheid en
waarheid.
Tirshata: Waarom broederliefde?
Sen.Gr.G.: Niemand kan ooit groter liefde
tonen aan zijn broeders dan hij, die zijn leven voor hen geeft.
Tirshata: Waarom hulpvaardigheid?
Sen.Gr.G.: Omdat hij zijn broeders kwam
verlossen.
Tirshata: Waarom waarheid?
Sen.Gr.G.: Hij is de waarheid.
Tirshata: Wat is zijn naam?
Sen.Gr.G.: Emanuel.
Tirshata: Wat betekent dit?
Sen.Gr.G.: God in ons.
Allen gaan staan, maken het eerste deel van het teken en zingen:
Moge ons de Heer steeds met Zijn kracht en met Zijn liefde geleiden. Amen. Hierbij
wordt het teken afgemaakt en men gaat daarna zitten.
Vierde Samenspraak
Tirshata: Junior Grand Guardian, wat werd het eerst gebouwd onder
de leiding van de Opperste Bouwmeester des Heelals?
Jun.Gr.G.: De Ark van Noach.
Tirshata: Met welk doel?
Jun.Gr.G.: Om de uitverkorenen te beschermen tegen de zondvloed
Tirshata: Hoeveel waren er uitverkoren?
Jun.Gr.G.: Acht, vier mannen en vier vrouwen
Tirshata: Noem mij die mannen
Jun.Gr.G.: Het waren allen bouwers, hun namen zijn Noach, Shem,
Cham en Japhet.
Tirshata: Hoeveel bouwwerken zijn er, die men wereldwonderen
noemt?
Jun.Gr.G.: Zeven.
Tirshata: Noem ze mij.
Jun.Gr.G.: De Toren van Babel, de piramiden van Egypte, het
standbeeld van Jupiter te Olympia, de tempel van Diana te Ephese, het praalgraf
van Mausoleus, de vuurtoren van Alexandrië en de kolos van Rhodos.
Tirshata: Aan hoevelen is reeds een naam gegeven voor hun
geboorte?
Jun.Gr.G.: Aan drie.
Tirshata: Wie waren dat?
Jun.Gr.G.: Betsahlel (Butsallil), Macher Shalal Chas Bash en
koning Cyrus de grote.
Tirshata: Wie waren zij?
Jun.Gr.G.: Butsallil was een geïnspireerd werker aan de
tabernakel, waar de Heilige Geest vertoefde en de Arke des Verbonds werd
geplaatst, die later het model zou worden voor de tempel van Salomo. Dit
overeenkomstig het plan, door God op de berg Horeb aan Mozes geopenbaard. Mozes,
die later grootmeester zou worden van de loge van Israël.
Macher Shalal Chas Bash was de zoon van een profetes, zoals wij kunnen lezen
in de profetieën van Jesaja.
Cyrus de grote was de stichter van het Perzische rijk, overwinnaar van Azië
en herbouwer van de heilige tempel.
Tirshata: Van hoeveel mensen wordt gezegd, dat zij niet gestorven
zijn?
Jun.Gr.G.: Van twee, Henoch en Elia.
Tirshata: Wie waren zij?
Jun.Gr.G.: Henoch was de vijfde na Seth en
de zevende na Adam. Henoch voorspelde de zondvloed en de totale ondergang door
het vuur. Uiteindelijk zouden kunsten en wetenschappen ontvallen aan de kennis
der mensheid. Henoch richtte toen twee zuilen op. Een die bestand was tegen
water en een, die bestand was tegen vuur en op die zuilen werden alle kunsten
gebeiteld. Deze zuilen, waarvan Josephus vertelde, dat zij zich in zijn tijd
bevonden in het land Siriad, zouden te alle tijden de rampen overleven.
De tweede, Elia, die vele wonderen verrichtte in tegenwoordigheid van de
koningen en prinsen van Israël, teneinde hen terug te voeren tot het geloof in
de ware god, is ten hemel gevaren in een wagen van vuur.
Tirshata: Wat behoren Vrijmetselaren zich steeds te herinneren?
Jun.Gr.G.: De drie grote gebeurtenissen, de
schepping der aarde, de zondvloed en de verlossing der mensheid.
Tirshata: Waarom?
Jun.Gr.G.: Tot glorie van god.
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken en zingen:
Zijn Naam zij geheiligd, geloofd en geprezen, in deze tijd en in eeuwigheid.
Amen. Hierbij wordt het teken afgemaakt en men gaat
daarna zitten.
Vijfde Samenspraak
Tirshata: Senior Grand Guardian, waar werd het eerste Chapter van
de orde gehouden?
Sen.Gr.G.: Op de top van de heilige berg Moria, in het koninkrijk
Judea.
Tirshata: Waarom werd de berg Moria als heilig beschouwd?
Sen.Gr.G.: Door de drie grote offers, die daar werden gebracht:
ten eerste door Abraham, die daar - op bevel van God - zijn zoon ten offer
aanbood; ten tweede door de gebeden en offers, die koning David daar bracht om
de plagen te doen afnemen; ten derde door de gebeden en offers, daar gebracht
door koning Salomo voor de wijding van de Tempel.
Tirshata: Is er enige plaats op de wereld, die met de berg Moria
te vergelijken is?
Sen.Gr.G.: Alleen de Calvarie-berg.
Tirshata: Waarom is deze berg geheiligd?
Sen.Gr.G.: Door het grote offer, dat daar is gebracht.
Tirshata: Welk offer?
Sen.Gr.G.: Het offer, dat gebracht werd ter redding van de mens.
Tirshata: Wij hebben al eerder gesproken over eer en
onderscheidingen die werden verleend aan een Vrijmetselaar. Ik zou van u willen
vernemen wat de eerste en hoogste onderscheiding is die ooit verleend werd.
Sen.Gr.G.: De nederdaling van de Shekina in de Arke des Verbonds,
de ark, die geplaatst werd in het heilige der heiligen van de Tempel van Salomo,
Voor vele generaties ging hier een goddelijke invloed van uit.
Tirshata: Voor hoeveel generaties?
Sen.Gr.G.: Voor veertien generaties.
Tirshata: Heeft de Shekina de Arke des Verbonds ooit verlaten?
Sen.Gr.G.: Ja, dat heeft zij.
Tirshata: Waarom?
Sen.Gr.G.: Omdat de Israëlieten ontrouw waren aan hun god.
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken en zingen: Zo
worde wet licht der broederschap ontnomen aan hen, die ontrouw werden aan hun
god. Amen. Hierbij wordt het teken afgemaakt en men
gaat daarna zitten.
Zesde Samenspraak
Tirshata: Junior Grand Guardian, beschikten de Vrijmetselaren over
een ruimte in de Tempel van koning Salomo?
Jun.Gr.G.: Zij beschikten inderdaad over een
ruimte.
Tirshata: Hoe heet die ruimte?
Jun.Gr.G.: De middenkamer.
Tirshata: Welke deugden moet men bezitten om toegang te verkrijgen
tot die middenkamer?
Jun.Gr.G.: Trouw, dienstbaarheid en zwijgzaamheid.
Tirshata: Wat valt het eerst op wanneer men toegang verkrijgt7
Jun.Gr.G.: De geblokte vloer, de vlammende ster en de getande
rand.
Tirshata: Wat zegt de geblokte vloer ons?
Jun.Gr.G.: Hij duidt op de wet die God aan
Mozes gaf op de berg Sinaï.
Tirshata: Geef de Broeders het teken van die wet.
Jun.Gr.G. doet beide handen omhoog, vingers en duim gespreid.
Tirshata: Wat zegt de vlammende ster ons?
Jun.Gr.G.: Het licht van God, dat verscheen
op de berg Sinaï, bij het overhandigen van die wet.
Tirshata: Wat symboliseert de getande rand?
Jun.Gr.G.: De straling, die uitgaat van een
leven overeenkomstig die wet.
Tirshata: Heeft de Tempel van Salomo ooit een evenbeeld gehad in
de wereld?
Jun.Gr.G.: Alleen in de mystieke tempel van het lichaam van
Christus.
Tirshata: Verwachten ook de Vrijmetselaren, daar een plaats te
hebben?
Jun.Gr.G.: Dat verwachten zij.
Tirshata: Hoe is die plaats genaamd?
Jun.Gr.G.: Eveneens de middenkamer.
Tirshata: Welke deugden moet men bezitten om tot deze middenkamer
toegang te verkrijgen?
Jun.Gr.G.: Geloof, hoop en liefde.
Tirshata: Wanneer men toegang krijgt, wat zal dan het eerst
opvallen?
Jun.Gr.G.: Het tableau, de volmaakte kubus en de koevoet.
Tirshata: Hoe denkt gij, dat deze geplaatst zullen worden?
Jun.Gr.G.: Het tableau op de geblokte vloer, de volmaakte kubus
bij de vlammende ster en de koevoet bij de getande rand.
Tirshata: Wat zegt de koevoet ons?
Jun.Gr.G.: De goddelijke genade, die onze harten openbreekt.
Tirshata: Wat zegt de volmaakte kubus ons?
Jun.Gr.G.: De bouwmeester, die zichzelve noemt de roos van Sharon,
lelie van het veld.
Tirshata: Wat zegt het tableau ons?
Jun.Gr.G.: De weg naar de verlossing, zoals deze ons beschreven is
in het boek van de blijde boodschap.
Tirshata: Hoe noemt men dit boek ook wel?
Jun.Gr.G.: De Evangeliën.
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken en zingen:
Dank aan de Heer, want Hij schonk ons de blijde boodschap als vaste grond en
gids in ons geloof. Amen. Hierbij wordt het teken
afgemaakt en men gaat daarna zitten.
Zevende Samenspraak
Tirshata: Senior Grand Guardian, u hebt in het voorgaande eens
gesproken over uw religieuze opvattingen en over eerbewijzen, die u van koningen
mocht ontvangen. Hoe is dit alles mogelijk, zonder af te dwalen van de rechte
weg?
Sen.Gr.G.: Handelen volgens de Winkelhaak toont
deze, nederig zijn wijst op het Waterpas, oprecht
wandelen met God wijst naar het Schietlood.
Tirshata: hebt u de Passer er niet bij nodig?
Sen.Gr.G.: Ik ben tevreden met wat mij is toebedeeld wijst
naar de Passer en dank de hemel voor dit alles.
Tirshata: U hebt alles juist beantwoord, maar denk er om, hij die
een kroon wil verdienen, moet handelen naar de verheven wetten, daarin wijst
naar de bijbel neergelegd.
Sen.Gr.G.: Aan deze grote wet wil ik mij onderwerpen, mij wapenen
met het zwaard der gerechtigheid en mij bekleden met het harnas, en zo ten
strijde trekken tegen alle vijanden van mijn koning, mijn vaderland en mijn
geloof.
Tirshata: Het oenblik is nu gekomen om u op te nemen.
De Provincial Grand Guarder verlaat zijn post bij de poort en gaat bij de
Noordwest-hoek van de burcht staan, de Provincial Grand Mareschal brengt de
kandidaat naar de Noordzijde van de burcht en gaat zelf weer terug naar zijn
plaats.
Gr.Guard.: Broeder, deze burcht wordt in het Schotse rituaal the
Tower of Refreshment genoemd. Ik wil u er op attent maken dat hij bestaat uit
een onderstuk, een schacht, een kapiteel, een fries waarop een wereldbol, een
geopend boek, het geschreven woord, een kerkerdeur en de ophaalbrug. In de
komende toespraak zult u hierover alle informatie ontvangen. U zult nu trachten
toegang te verkrijgen door middel van uw karakteristiek, uw nieuwe naam, de naam
waaronder u nu bij de orde bekend bent en ik verzoek u, mij
nu het kaartje te geven. Kandidaat doet dit.
Stelt u zich voor, dat u de eerste zeven treden opgaat tot op het eerste bordes
laat het kaartje deze weg volgen
op dit eerste bordes komt u te staan tegenover de Junior Warden. Hij vraagt u
Teken, Aanraking en Woord van de Leerling-Vrijmetselaar. U voldoet aan dit
verzoek en krijgt toestemming om de volgende vijf treden op te gaan en u belandt
nu
op het tweede bordes kaartje volgt ook deze weg.
Op het tweede bordes ontmoet u de Senior Warden, en hij vraagt u Teken,
Aanraking en Woord van de Gezel-Vrijmetselaar. Ook aan dit verzoek voldoet u en
u krijgt toestemming om de laatste drie treden op te gaan en zo te komen op het
derde bordes kaartje volgt deze weg.
Hier ontmoet u de Right Worshipful Master. Hij vraagt u Teken, Aanraking en
Woord van de Meester-Vrijmetselaar. Ook deze laatste proef wordt door u
doorstaan en u krijgt toestemming uw weg te vervolgen. Ik zal nu namens u het
woord voeren.
Achtste Samenspraak
De Grand Guarder klopt nu in het ritme van de graad op de tafel.
Watchman: Wie komt met zoveel lawaai hier de rust verstoren?
Gr.Guard: Ik ben het, voornaam en
karakteristiek van hemzelf noemende, ik ben in alle onwetendheid
hierheen gekomen.
Watchman: Hoewel uw naam goed is, hebt u toch een slecht geleider.
Die in het duister zoekt, zal vaak verdwalen. Vertel mij eens, wat zoekt u hier?
Gr.Guard.: Ik heb vaak gehoord van een verloren woord. Ik heb het
overal gezocht, maar nog steeds niet kunnen vinden. Het is voor dit woord, dat
ik hier gekomen ben.
Watchman, plaatst het kaartje in de burcht: Treed dan binnen en
rust wat uit op deze plaats, waar nooit enig geluid is doorgedrongen dat de
harmonie onder de broeders kon verstoren.
Na een korte pauze geeft de Grand Guarder drie maal drie slagen.
Gr.Guard.: Watchman, vertel mij eens, is er nog nieuws uit Sion?
Watchman: Geen enkel bericht dat ik kan vertrouwen soms enige
sterk gekleurde geruchten of een paar bekendmakingen, dat is alles.
Gr.Guard.: Maar vertel mij eens, wat zeggen zij dan?
Watchman: Men zegt dat de schoonheid is neergeslagen door drie
misdadigers. Hun namen zijn: hebzucht, eerzucht en afgunst. Ik vrees dat een
ervan onder u is. Hij wijst daarbij naar de kandidaat.
Gr.Guard.: Onderzoek mij, beproef mij en verwerp mij, zo u kunt.
Zo niet, neem mij dan in liefde aan. U ziet dat ik het teken van de onschuld
draag, het teken dat ik nooit onnodig bloed heb vergoten.
Watchman: Indien dat waar is, zult u hier in de burcht alleen goed
ontmoeten. u zult nog een ogenblik in gevangenschap moeten doorbrengen, tot sir
... naam van de Grand Introductor and Examiner
u komt verlossen.
De Watchman gaat terug naar zijn plaats. Korte pauze.
Negende Samenspraak
Gr.Introd., staat op en zegt: Waarom schijnt de zon met volle
kracht in iedere Vrijmetselaarsloge en waarom worden de stralen van het zonlicht
door de maan weerkaatst? Waarom is de vlammende ster om de letter G geplaatst?
Waarom staan de letters J en B op de kolommen? Waartoe dient de getande rand en
waarom zijn alle werktuigen op de juiste plaats gelegd? Waarom de geblokte vloer
en de trappen? Waarom de geloften, de bekleding en de gebeden? Geef mij op dit
alles snel antwoord en gij zijt vrij man, waarvoor ik verder geen geheimen meer
heb. Zeg mij nog wel, waartoe de Guarder een zwaard draagt en waartoe de
Guardian het paswoord van de Meester verlangt.
Gr.Guard: De zon wijst ons het grote licht der openbaring, zonder
hetwelk wij in duisternis zouden verkeren. De maan leert ons de wet van de
natuur kennen en wijst ons op onze beperktheid. De vlammende ster met de letter
G verklaart ons de heilige geest, waar deze ook verschijnt brengt hij ons licht,
zowel op de Sinaï, als te Salem, waar de
oosterse magiërs het gezegende gezicht zagen van de verlosser, die met
goddelijke kracht zijn kerk stichtte. De kolommen J en B werden geplaatst, ten
teken dat God alleen de Opper Bouwmeester is.
Alle werktuigen zijn binnen de getande rand geplaatst om ons te wijzen op
onze plichten, en de trappen om ons te wijzen op een hoger plan. Wij bidden tot
de Opperste Bouwmeester des Heelals, leggen onze geloften af en kleden ons voor
de arbeid. Hierna ontvangen wij Teken, Aanraking en Woord, overeenkomstig onze
graad.
Het zwaard van de Guarder beschermt ons en dat doet de Guardian, na het
ontvangen van het paswoord, eveneens. Zij verdedigen de broeders en trachten het
heilig woord te behouden.
Indien ik goed geantwoord heb, laat mij dan gaan. Ik verlang in vrijheid te
kunnen leven.
Gr.Introd.: Hoe moeilijk is het om tot inzicht te komen, het licht
te zien zegevieren over de duisternis. Ga nu voort, mijn vriend en broeder, maar
vergeet niet, dat - mocht u ooit terugkeren in deze duistere kerker - u geen
licht zult vinden om u te verlossen uit uw kluisters.
De Grand Introductor and Examiner gaat zitten, de Watchman staat op en gaat
naar de Zuidoosthoek van de burcht en spreekt tot de kandidaat: Het
tolgeld, ten bedrage van 2/6 sterling of 30/-scots money is betaald, zijnde een
deel van uw verplichtingen.
Ik zal, als bewaker van de burcht, u nu Woord en Teken geven en u vrij laten.
Het Woord is Zerubabel en het Teken aldus legt
rechterhand op linkerschouder.
De kandidaat herhaalt Woord en Teken.
De Watchman laat de brug neer, opent de deur en laat het kaartje met de
karakteristiek de brug passeren. Vervolgens geeft hij het kaartje aan de Grand
Guarder en deze geeft het aan de kandidaat terug.
De Watchman trekt de brug omhoog sluit de deur en gaat daarna weer op zijn
plaats zitten.
De Provincial Grand Mareschal brengt de kandidaat terug naar zijn zetel
tussen de Grand Guardians in het Westen en gaat zelf weer op zijn plaats zitten.
De nu volgende samenspraken zijn bedoeld als voorbereiding van de kandidaat
op zijn toelating tot de geboorteplaats van het licht.
Tiende Samenspraak
Tirshata: Senior Grand Guardian, waar bent u geweest?
Sen.Gr.G.: In de burcht, die men ook wel Tower of Refreshment
noemt.
Tirshata: Hoe hebt u toegang gekregen tot die burcht?
Sen.Gr.G.: Via een wenteltrap, bestaande uit vijftien treden en
drie bordessen.
Tirshata: Hoeveel treden voerden tot het eerste bordes?
Sen.Gr.G.: Zeven.
Tirshata: Waarom zeven?
Sen.Gr.G.: Er zijn zeven nodig om een volmaakte loge te vormen.
Tirshata: Wie hebt u daar getroffen?
Sen.Gr.G.: Een Junior Warden.
Tirshata: Wat verlangde hij van u?
Sen.Gr.G.: Teken, Woord en Aanraking van de Leerling-Vrijmetselaar.
Tirshata: Die vraag ik ook van u.
De beide Grand Guardians wisselen Teken, Woord en Aanraking.
Tirshata: Hoeveel treden voerden naar het tweede bordes?
Sen.Gr.G.: Vijf.
Tirshata: Waarom vijf?
Sen.Gr.G.: Omdat vijf een gezellenloge vormen.
Tirshata: Wie hebt u op het tweede bordes aangetroffen?
Sen.Gr.G.: Een Senior Warden.
Tirshata: Wat verlangde hij van u?
Sen.Gr.G.: Teken, Aanraking en Woord van een Gezel-Vrijmetselaar.
Tirshata: Die vraag ik ook van u.
De beide Grand Guardians wisselen Teken, Aanraking en Woord.
Tirshata: Hoeveel treden voerden naar het derde bordes?
Sen.Gr.G.: Drie.
Tirshata: Waarom drie?
Sen.Gr.G.: Omdat drie een loge leiden.
Tirshata: Wie hebt u op het derde bordes aangetroffen?
Sen.Gr.G.: De Voorzittend Meester.
Tirshata: Wat verlangde hij van u?
Sen.Gr.G.: Teken, Aanraking en Woord van de Meester-Vrijmetselaar.
Tirshata: Geef mij deze ook.
De Senior Grand Guardian gaat naar de Tirshata en geeft hem Teken, Aanraking
en Woord van de Meestergraad, waarna beiden weer gaan zitten.
Tirshata: Wat gebeurde er vervolgens?
Sen.Gr.G.: Hij bracht mij bij een grote poort.
Tirshata: Wie hebt u daar aangetroffen?
Sen.Gr.G.: Een Grand Introductor and Examiner.
Tirshata: Wat verlangde hij van u?
Sen.Gr.G.: Het paswoord van de gezellengraad.
Tirshata: Dat wil ik ook van u vernemen.
Sen.Gr.G.: Shibboleth.
Tirshata: Wat gebeurde er vervolgens?
Sen.Gr.G.: Hij bracht mij bij een Junior Grand Guardian.
Tirshata: Wat verlangde hij van u?
Sen.Gr.G.: Het paswoord van de meestergraad.
Tirshata: Geef mij dit paswoord.
Sen.Gr.G.: Tubal Kain.
Tirshata: Wat gebeurde er vervolgens?
Sen.Gr.G.: Hij bracht mij bij een Senior Grand Guardian.
Tirshata: Wat verlangde die van u?
Sen.Gr.G.: Teken, Aanraking en Woord van de graad van Heredom.
Tirshata: Deze wil ik ook van u vernemen.
De beide Grand Guardians gaan naar elkaar toe en wisselen Teken, Aanraking en
Woord van de graad en gaan daarna wederom naar hun plaatsen.
Tirshata: Wat gebeurde er vervolgens?
Sen.Gr.G.: Hij bracht mij naar de Grand Master.
Tirshata: Wat verlangde die van u?
Sen.Gr.G.: Hij wilde weten waar ik vandaan kwam.
Tirshata: Waar komt u vandaan?
Sen.Gr.G.: Van de burcht die men ook wel the Tower of Refreshment
noemt.
Tirshata: Welke boodschap brengt u mede?
Sen.Gr.G.: Een goede wens voor al mijn broeders.
Tirshata: Kunt u een beschrijving geven van de burcht?
Sen.Gr.G.: In de burcht zijn drie kamers, een eerste, een tussen
en een middenkamer. In de eerste zijn wij opgenomen, wij gingen door de
tussenkamer en werden verheven in de middenkamer.
Tirshata: Zijn er nog andere vertrekken in de burcht?
Sen.Gr.G.: Er is ook nog een duistere kerker waarin degenen, die
erin geworpen worden, moeten zwoegen onder een zware last.
Tirshata: Wat hebt u boven in de burcht gezien?
Sen.Gr.G.: Een logeruimte, gedekt door een sterrengewelf en
gebouwd volgens het principe van de grote zeven.
De eerste drie zijn broederliefde, hulpvaardigheid en waarheid.
De volgende vier zijn: voorzichtigheid, vastberadenheid, matigheid en
rechtvaardigheid.
Dit zijn de voornaamste deugden.
Tirshata: Wie hebt u nog meer ontmoet?
Sen.Gr.G.: De bewaker van de burcht, die mij
zijn vertrouwen schonk en die mij - na betaling van mijn schulden - het woord
toevertrouwde en mij vrij liet.
Tirshata: Geef mij woord en teken.
Sen.Gr.G.: Zerubabel en legt rechterhand
op linkerschouder.
Elfde Samenspraak
Tirshata: Junior Grand Guardian, waar bent u geweest?
Jun.Gr.G.: In het onderstuk van de burcht.
Tirshata: Hoe noemt men dit onderstuk?
Jun.Gr.G.: Kracht.
Tirshata: Geef mij Woord en Teken die dit uitbeelden
Jun.Gr.G.: Salathiel en plaatst punt van
rechterduim tegen het voorhoofd.
Tirshata: Wie ontmoette u in dat onderstuk?
Jun.Gr.G.: Drie jonge mannen.
Tirshata: Wat wilden zij?
Jun.Gr.G.: Zij vroegen mij wat het sterkste was.
Tirshata: Wat hebt u geantwoord?
Jun.Gr.G.: Aan de eerste zei ik: wijn;
aan de tweede zei ik: vrouwen;
aan de derde zei ik de koning.
Tirshata: Wie ontmoette u nog meer in dat onderstuk?
Jun.Gr.G.: Zerubabel.
Tirshata: Waar bracht hij u naar toe?
Jun.Gr.G.: Hij geleidde mij van het onderstuk, door de schacht,
naar het kapiteel.
Tirshata: Hoe gebeurde dat?
Jun.Gr.G.: Via een wenteltrap, bestaande uit negen maal zeven
treden.
Tirshata: Hoe noemt men die schacht?
Jun.Gr.G.: Schoonheid
Tirshata: Hoe noemt men het kapiteel?
Jun.Gr.G.: Wijsheid
Tirshata: Wat hebt u op het kapiteel gezien?
Jun.Gr.G.: Een loge en een fries
Tirshata: Wat stond er op het fries afgebeeld?
Jun.Gr.G.: Een bol, die het universum voorstelde.
Tirshata: Wat stond er op die bol?
Jun.Gr.G.: Een open boek.
Tirshata: Wat stond er in dat boek?
Jun.Gr.G.: Het woord.
Tirshata: Hoe was dat woord aangeduid?
Jun.Gr.G.: Door een Winkelhaak, een Waterpas en een Schietlood
eronder, en een Passer in de vorm van een Winkelhaak erboven, daardoor wist ik
dat dit het woord was.
Tirshata: Geef mij dat woord.
Jun.Gr.G.: Jehova, Jireh, Mahabone.
Tirshata: Waar leidde Zerubabel u toen naar toe?
Jun.Gr.G.: Hij bracht mij weer naar beneden, via de schacht naar
het onderstuk en liet mij vrij.
Tirshata: Wat vroeg hij u, alvorens afscheid te nemen?
Jun.Gr.G.: Wat het sterkste was.
Tirshata: En wat is het sterkste?
Jun.Gr.G.: Waarheid is het sterkste van alles.
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken en zingen:
Waarheid is in God de Heer, nu en voor altijd. Amen. Hierbij
wordt het teken afgemaakt en men gaat daarna zitten.
Twaalfde Samenspraak
Tirshata: Broeders, thans dient u in de geest een mystieke reis te
maken die taferelen bevat, die slechts met grote moeite beschreven kunnen
worden.
De essentie ervan is uw toelating tot de geboorteplaats van het licht en
daarvoor is de toestemming van deze Broeders vereist, en ik vraag hen dan ook nu
om hun toestemming.
Kijkt rond voor toestemming.
Neem nu echter eerst plaats temidden van ons en luister naar de samenspraak,
die tracht weer te geven: de reis waaraan u deelneemt.
Senior Grand Guardian deze staat op en groet
waar bent u geweest?
Sen.Gr.G.: Ik heb door de wereld gereisd
Tirshata: Waarom deed u dat?
Sen.Gr.G.: Ik zocht de heilige rots, de berg Adamant de
onverwoestbare.
Tirshata: En hoe kwam u aldaar?
Sen.Gr.G.: Ik trok over bergen en door woestijnen en liep veel
gevaar, alvorens ik de heilige berg, die mij verlossing bracht, bereikte.
Tirshata: Wat aanschouwde u daar?
Sen.Gr.G.: Een bron, die opwelde uit de zijkant van een rots.
Tirshata: En wat vernam u toen?
Sen.Gr.G.: De stem van het lam, roepende: die dorst heeft kome en
die wil, neme het water des levens om niet.
Tirshata: Wat zag u nog meer op die berg?
Sen.Gr.G.: Een grote kerk in een grote stad.
Tirshata: Zeg mij hoe die stad gebouwd was.
Sen.Gr.G.: Zonder onrechtvaardigheid en bloedvergieten, maar in
recht en waarheid.
Tirshata: Waarom drukt u zich zo uit?
Sen.Gr.G.: Er is gezegd de steen uit de muur zal roepen, en de
roep zal weerklinken in de balk, wee hem, die de stad met bloed bouwt en die de
stad met onrecht bevestigt.
Tirshata: Hoezo, in recht en waarheid?
Sen.Gr.G.: Zij zijn even bestendig als een
rots
Tirshata: Hoe werd ze bewaakt?
Sen.Gr.G.: Door een groep engelen met
vlammende zwaarden.
Tirshata: Wat riepen deze?
Sen.Gr.G.: Jehova shammah - de heer is daar.
Tirshata: Waar was de kerk geplaatst?
Sen.Gr.G.: In het midden.
Tirshata: In het midden van wat?
Sen.Gr.G.: In het midden van een gelijkarmig kruis.
Tirshata: Hoe lang was dat kruis?
Sen.Gr.G.: Van het oosten tot het westen.
Tirshata: Waarom zo?
Sen.Gr.G.: Omdat de glorie van god in het oosten opkomt en in het
westen onder gaat. daarom zijn alle kerken, kapellen en religieuze gebouwen zo
geplaatst of behoren zo geplaatst te zijn
Tirshata: Hoe breed was dat kruis?
Sen.Gr.G.: Van het noorden tot het zuiden.
Tirshata: Hoe hoog?
Sen.Gr.G.: Onmetelijk.
Tirshata: Hoe diep?
Sen.Gr.G.: Tot het middelpunt der aarde.
Tirshata: Wat werd u nog meer gewaar?
Sen.Gr.G.: De stem van de opperbouwmeester
Tirshata: Wat verkondigde deze stem?
Sen.Gr.G.: Komt tot mij, allen die vermoeid en beladen zijt.
Tirshata: Zeg me, hebt ge meegeholpen bij de bouw der stad?
Sen.Gr.G.: Dat heb ik
Tirshata: wat was uw beloning?
Sen.Gr.G.: De hoop op een koninkrijk.
Tirshata: Wat voor koninkrijk?
Sen.Gr.G.: Niet van deze aarde
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken.
Gr.Chapl.: Mogen u en ik, en iedere Broeder hier aanwezig of
afwezig, zo werken, dat hij eenmaal de berg Sion zal kunnen bestijgen en komen
in de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem.
Mogen wij, begeleid door een schaar van engelen, eens allen tezamen komen te
staan in de kerk van de eerstgeborene, zoals geschreven staat, in de hemel bij
God, ons aller rechter en bij de geesten der rechtvaardigen en bij Jezus, de
grote middelaar van het nieuwe verbond, daar, waar onze zon nooit meer onder zal
gaan, noch de maan, want daar zal de almachtige ons eeuwig licht zijn, en de
dagen van ons treuren zullen voorbij zijn.
Allen maken het teken af en gaan weer zitten.
Dertiende Samenspraak.
Tirshata: Junior Grand Guardian, waar bent u geweest?
Jun.Gr.G.: In de middenkamer
Tirshata: Wat hebt u in de middenkamer gezien?
Jun.Gr.G.: De drie grote lichten van de Vrijmetselarij.
Tirshata: Welke zijn dat?
Jun.Gr.G.: De natuurwet, de mozaïsche wet en de christelijke wet.
Tirshata: Wat hebt u, met de bijstand van de drie grote lichten,
gezien in de middenkamer?
Jun.Gr.G.: De attributen van de loge.
Tirshata: Waar bestonden deze uit?
Jun.Gr.G.: Bijbel, winkelhaak en passer.
Tirshata: Wat leerde u de bijbel?
Jun.Gr.G.: Het een zijn met de goddelijke wet.
Tirshata: Wat leerde u de winkelhaak?
Jun.Gr.G.: Te handelen zoals ik zelf behandel wens te worden.
Tirshata: Wat leerde u de passer?
Jun.Gr.G.: Te leven binnen de gestelde wetten
Tirshata: Wat hebt u, met de bijstand van de drie grote lichten,
nog meer gezien in de middenkamer?
Jun.Gr.G.: De kleinodiën.
Tirshata: Welke zijn dat?
Jun.Gr.G.: Winkelhaak, waterpas en schietlood.
Tirshata: Wat leerde u de winkelhaak?
Jun.Gr.G.: Rechtvaardigheid.
Tirshata: Wat leerde u het waterpas?
Jun.Gr.G.: Bescheidenheid.
Tirshata: Wat leerde u het schietlood?
Jun.Gr.G.: Oprechtheid.
Tirshata: Wie ontmoette u in de middenkamer?
Jun.Gr.G.: Drie wijze mannen.
Tirshata: Waar brachten zij u?
Jun.Gr.G.: Zij brachten mij naar de geboorteplaats van het licht
Tirshata: Hoe werd u geleid?
Jun.Gr.G.: Door de vlammende ster, die in het Oosten verscheen.
Tirshata: Wat bedoelt men met de geboorteplaats van het licht?
Jun.Gr.G.: De stal van Bethlehem.
Tirshata: Wie hebt u daar aangetroffen?
Jun.Gr.G.: Een Broeder, zijn vrouw en het woord.
Tirshata: Noem ze mij.
Jun.Gr.G.: Joseph, Maria, Jezus.
Allen staan op, maken het eerste deel van het teken en zingen: Aan
hem zij alle eer, alle macht, alle majesteit, looft de heer, zijn glorie en zijn
heerlijkheid, nu en in eeuwigheid.
Amen. Allen blijven in het teken staan, gedurende de
volgende twee samenspraken.
Veertiende Samenspraak
Tirshata, staande: Senior Grand Guardian, wat hebben wij tot nu
toe gedaan?
Sen.Gr.G.: Wij zochten naar het woord, dat voor ons verloren
scheen, en dat wij nu met uw bijstand hebben gevonden.
Tirshata: Hoe leek ons dat woord verloren?
Sen.Gr.G.: Het leek verloren onder de mensen.
Tirshata: Wanneer is het woord hervonden?
Sen.Gr.G.: Toen hij zegevierend opsteeg als overwinnaar.
Tirshata: Wat heeft het woord voor ons gedaan?
Sen.Gr.G.: Het leefde drieëndertig jaar op aarde en liet een
lichtend voorbeeld ter navolging achter.
Het onderging de dood terwille van ons, en steeg op naar de grote hemelse
loge, waar het verblijft bij de Heilige Geest als middelaar tussen ons en de
Vader; Drie aspecten, tezamen één God
Allen zingen: Zijn naam zij geheiligd, geloofd en geprezen, in
deze tijd en in eeuwigheid. Amen. Teken wordt
afgemaakt, doch allen blijven staan.
Vijftiende samenspraak
Tirshata: Junior Grand Guardian, wat drukt het woord uit?
Jun.Gr.G.: Het is volbracht, de laatste woorden die de verlosser
sprak.
Tirshata: Het is volbracht. Het grote offer, dat alleen Gods Zoon
kan brengen; het is volbracht. Amen. Allen maken het
teken en gaan daarna zitten.
Sluiting van het Chapter
Tirshata: Is er iemand die iets heeft voor te dragen ten nutte van
de Orde in het algemeen of van dit Chapter in het bijzonder?
Indien er geen (meer) meldingen zijn, geeft de Tirshata één slag en allen
gaan staan.
Tirshata: Alle werkzaamheden beëindigd zijnde, verklaar ik dit
Provincial Grand Chapter gesloten.
Tirshata geeft de slagen ** ** ** *, die door de beide Grand Guardians, de
Guarder en de Deputy Guarder worden herhaald. Allen maken het teken en gaan
zitten.
De Grand Mareschal brengt de kandidaat naar de deur, waarop de kandidaat naar
de Kamer van Voorbereiding wordt gebracht. De Grand Chaplain gaat naar het
altaar en sluit de Bijbel. Hij plaats Passer en Winkelhaak erop en draait de
Bijbel naar het Westen. Na een korte of langere pauze volgt het tweede
deel van de inwijding.
Als de Tirshata met de werkzaamheden wil voortgaan, geeft hij één slag.
Iedereen die nu nog binnenkomt, dient met een kleine buiging het teken van de
Rosy Cross graad te maken.