Grootoosten 2002
 

Dit zijn de stukken voor het Grootoosten van 15 juni 2002, zoals die aan de leden van de Orde bekend zijn gemaakt. Om privacy-redenen zijn de c.v.'s van kandidaat-bestuursleden niet opgenomen. Ter vergelijking: de vergaderstukken voor het Grootoosten 2000, het Grootoosten 2001, het Grootoosten 2003 en het Grootoosten 2004.

Beschrijvingsbrief

Toelichtingen

De aandacht van de Logesecretarissen wordt erop gevestigd, dat onder het begrip ‘Grootoosten’ slechts valt de vergadering van afgevaardigden van de loges, waarbij overigens ook genodigden en bezoekers aanwezig kunnen zijn. Wanneer een afgevaardigde ook aan één of meer der overige bijeenkomsten wenst deel te nemen, dan moet dit uitdrukkelijk worden vermeld op het betreffende formulier. De plaatsvervangende afgevaardigde heeft als zodanig géén toegang, doch slechts als bezoeker.
Verder wordt uitdrukkelijk onder de aandacht van de broeders gebracht, dat de bevestiging van deelname voor de lunch en de Tafelloge pas aan de loge wordt verzonden, wanneer de kennisgeving van bijschrijving van de kosten op het Grootsecretariaat is ontvangen.
De hierboven bedoelde bedragen dienen uitsluitend door de penningmeester van de Loge te worden overgemaakt onder vermelding van ‘Grootoosten’ op postrekeningnummer 352474, t.n.v. de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden te ‘s-Gravenhage en dus niet door de broeders privé. Broeders-vertegenwoordigers van overzeese Loges, die de overige bijeenkomsten wensen bij te wonen, moeten zich daarvoor opgeven bij de secretaris der Loge, waarvan zij gewoon lid zijn De Grootonderzoeker zal zaterdag 15 juni des voormiddags, zitting houden voor het inschrijven van afgevaardigden en vertegenwoordigers op de vergadering van het Grootoosten. Aan de afgevaardigden en vertegenwoordigers wordt dringend verzocht zich tijdig te doen registreren, opdat de vergadering stipt op tijd kan beginnen. Genodigden voor de vergadering van het Grootoosten ontvangen een brief van het Grootsecretariaat.

Wetscommissie en Financële Commissie

Agenda
 
I. Opening door de H\E\Grootmeester.

II. Ingekomen stukken.

III. Mededelingen van de Grootmeester.

IV. Benoeming van de Commissie Stemopneming en van de Urgentiecommissie.

V. Verkiezingen.
A. Verkiezing van een lid van de Financiële Commissie in verband met het reglementair aftreden van Br\ B. de Boer Lzn.
Vacature Br\ B. de Boer Lzn, de voorgestelde kandidaten zijn:
    a. Br\ drs. H.V. Vrind RA
    b. Br\ G.P.J. van Wieringen
Br\ drs H.V. Vrind RA was al eerder lid van deze commissie. Van Br\ G.P.J. van Wieringen wordt het cv. aan de loges opgestuurd.
Naar aanleiding van de oproep in het AMT hebben zich geen andere kandidaten gemeld.
B. Verkiezing van twee leden van de Wetscommissie in verband met het reglementair aftreden van Br\ mr. J.F. Welle Donker en Br\ mr. J.H.W. Rullmann, die herkiesbaar zijn.
1 Vacature Br\ mr. J.F. Welle Donker;
de voorgestelde kandidaten zijn:
    a. Br\ mr. J.F. Welle Donker
    b. Br\ mr. A.R.I. Aris
    c. Br\ mr. L.D. van Eesteren
2. Vacature Br\ mr. J.H.W. Rullmann;
de voorgestelde kandidaten zijn:
    a. Br\ mr. J.H.W. Rullmann
    b. Br\ mr. Th.J. Geels
    c. Br\ mr. A.J. Donkers
    d. Br\ mr.dr. W.A. Sinnighe Damsté
Van de Bbr\ Aris, Van Eesteren, Geels, Donkers en Sinnighe Damsté worden thans c.v’s toegezonden aan de loges.
C. Verkiezing van een lid van de Raad van Discipline in verband met het aftreden van Br\ dr. M.L. Broekhuijsen, die niet herkiesbaar is.
Naar aanleiding van de oproep in het AMT hebben zich 9 Bbr\ gemeld voor deze functie. In alfabetische volgorde:
    a. mr. A.R.I. Aris
    b. mr. P.L.G Buisman
    c. mr. A.J. Donkers
    d. mr. L.D. van Eesteren
    e. mr. A van Faassen
    f. mr. Th.J. Geels
    g. mr. H. Meijer
    h. mr. dr. W.A. Sinnighe Damsté
    i. mr. P.J. Wurzer
Het Hoofdbestuur doet geen aanbeveling aan het Grootoosten voor een of meer van deze Bbr\.
Aan de loges worden de c.v.’s van deze Bbr\ gezonden.
D. Verkiezing van een lid van de Stichting Maçonniek Studiefonds in verband met het reglementair aftreden van Br\ drs. N.J. Krever, die herkiesbaar is Deze Br\ is thans voorzitter.
Vacature Br\ drs. N.J Krever;
    de voorgestelde kandidaat is Br\ drs. N.J. Krever.
Er hebben zich geen andere kandidaten gemeld.
E. Verkiezing van twee leden van de Stichting Van Marenfonds, in verband met het reglementair aftreden van de Bbr\ C. Nieuwpoort en E. Mutter.
1. Vacature Br\ C. Nieuwpoort;
    de voorgestelde kandidaat is: Br\ C. Nieuwpoort.
2. Vacature Br\ E. Mutter;
    de voorgestelde kandidaat is: Br\ E. Mutter
Er hebben zich geen andere kandidaten gemeld.
F. Verkiezing van twee leden van het Maçonniek Bouwfonds in verband met het reglementair aftreden van de Br\ J.H. van Hoorn, die herkiesbaar is en een tweede vacature, ontstaan door het aftreden van Br\ H.J. van den Berg Jeths.
1. Vacature Br\ J.H. van Hoorn,
de voorgestelde kandidaat is: Br\ J.H. van Hoorn.
2. Tweede vacature, de voorgestelde kandidaten zijn:
    a. Br\ T.P. Vlaskamp
    b. Br\ ir. H. van Merkom
Van deze Bbr\ worden c.v’s aan de loges gezonden.
 
VI. Verslag van het Hoofdbestuur over het werkjaar lopende van 1 januari tot en met 31 december 2001 (bijlage 1).
 
VII. Rekening over het dienstjaar 2001 en staat van bezittingen en schulden op 31 december 2001 (bijlage 2).
 
VIII. Begroting van het dienstjaar 2003 (bijlage 3).
 
IX. Voorstel tot erkenning van de Grootloge van Newfoundland en Labrador.
Deze Grootloge is in 1997 door de United Grand Lodge of England geïnstalleerd en heeft bij brief van 7 november 2001 verzocht om erkenning door het Grootoosten der Nederlanden.
Deze nieuwe Grootloge werkt regelmatig.
Preadvies
Het Hoofdbestuur stelt voor de Grootloge van Newfoundland en Labrador te erkennen met verwijzing naar artikel 2 van de Ordegrondwet.
 
X. Voorstel tot erkenning van de Grootloge van de Staat van Maranhão (Brazilië).
De Grootloge van de Staat van Maranhão heeft bij brief van 13 september 2001 verzocht om erkenning door het Grootoosten der Nederlanden.
Deze Grootloge, die regelmatig werkt, behoort tot de reeks van Braziliaanse Grootloges die elkaar wederzijds erkennen en erkend worden door de meeste Noord-Amerikaanse Grootloges en een aantal Grootloges in andere werelddelen.
Preadvies
Het Hoofdbestuur stelt voor de Grootloge van de Staat van Maranhão te erkennen met verwijzing naar artikel 2 van de Ordegrondwet.
 
XI. Voorstel tot erkenning van de Grootloge van Kameroen.
De Grootloge van Kameroen heeft bij brief van 12 december 2001 verzocht om erkenning door het Grootoosten der Nederlanden.
Ook hiervan is bekend dat deze Grootloge regelmatig is.
Preadvies
Het Hoofdbestuur stelt voor de Grootloge van Kameroen te erkennen met verwijzing naar artikel 2 van de Ordegrondwet.
 
XII. Voorstel tot intrekking van de erkenning van de loge ‘De Bron’ nr. 286, O\ Nijmegen.
De loge ‘De Bron’ heeft ons laten weten de werkzaamheden te hebben gestaakt. De leden zijn inmiddels overgeschreven naar een andere werkplaats.
Bijgevolg zal het Grootoosten de erkenning dienen in te trekken.
Preadvies
Het Hoofdbestuur stelt voor de erkenning van de loge ‘De Bron’ in te trekken met verwijziging naar artikel 14, sub a, van de Ordegrondwet.
 
XIII. Voorstellen voor herziening Ordewetgeving.
1. De artikelen 28 en 29 van de Ordewet Lidmaatschap als volgt te wijzigen.
Artikel 28
1. Overschrijving van een gewoon lid naar een andere loge heeft slechts plaats op verzoek van het betrokken lid en door bemiddeling van de loge bij welke hij als gewoon lid is ingeschreven.
2. Het lid doet het verzoek om overschrijving aan de secretaris van zijn loge. Deze onderzoekt of:
a. het lid aan zijn verplichtingen jegens de loge heeft voldaan, en
b. ten aanzien van hem een verslag als bedoeld in artikel 3 lid 3 van de Ordewet Rechtspraak is gedaan aan het Hoofdbestuur.
3. De secretaris zendt bericht van overschrijving onverwijld aan de secretaris van de loge waarheen overschrijving wordt verzocht, en doet een afschrift toekomen aan de Grootsecretaris. Hiermee is de overschrijving een feit.
4. Verzoeken van leden voor overschrijving die bij de logesecretaris in de maand december binnenkomen, worden eerst in Januari daaropvolgend in behandeling genomen.
Artikel 29
1. Indien zich een geval voordoet als bedoeld in artikel 28 lid 2 sub a en/of b wordt het verzoek om overschrijving door de secretaris van de overschrijvende loge aangehouden.
2. De secretaris van de overschrijvende loge geeft van het aanhouden van het verzoek tot overschrijving onverwijld kennis aan het lid dat om een overschrijving heeft verzocht.
Toelichting
De op 18 december 1999 vastgestelde Ordewet Lidmaatschap heeft in administratieve zin complicaties veroorzaakt met betrekking tot de overschrijvingsprocedure.
Het is enkele malen voorgekomen dat bij een overschrijving de ontvangende loge de overschrijving niet bevestigt.
Juridisch gezien is de overschrijving dan nog niet geëffectueerd en is de betrokkene nog lid van zijn oude loge, maar materieel ‘zweeft’ zo’n broeder dan tussen 2 loges. Wanneer de overschrijving zich omstreeks de jaarwisseling voordoet, kan ook de afdracht een rol spelen bij de bepaling door de loges of betrokkene nu wel of niet als lid moet worden beschouwd. Aangezien ieder lid van de Orde recht heeft zich te laten overschrijven, behoudens in het geval hij niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan of wanneer hij in een zaak verwikkeld is, is het onjuist dat er onnodig gecompliceerde procedures gevolgd moeten worden. Met het nieuwe voorstel is de overschrijving een feit, zodra de loge waartoe betrokkene behoort bericht zendt aan de nieuwe loge en aan het Grootsecretariaat.
Met het vierde lid van artikel 28 worden problemen met de afdracht, die per 1 januari verschuldigd zijn, zoveel mogelijk voorkomen.
 
2. Aan artikel 31 van de Ordewet Lidmaatschap ‘twee leden’ toe te voegen met de volgende tekst:
2. Indien, in afwijking van het gestelde in lid 1, een verzoek van een lid de Grootsecretaris bereikt door tussenkomst van de Grootsecretaris van een regelmatige buitenlandse Grootloge, vraagt hij aan de loge waarvan betrokkene lid is of er bezwaren zijn tegen de inwilliging van dat verzoek.
3. Met de affiliatie bij een buitenlandse loge eindigt niet van rechtswege het lidmaatschap van de Nederlandse loge. Opzegging, desgewenst, dient schriftelijk bij de secretaris van de Nederlandse loge te geschieden.
Toelichting
Het is al enkele malen voorgekomen dat een Nederlandse broeder, die in het buitenland verblijft, aldaar een verzoek tot affiliatie indient.
De huidige Ordewet Lidmaatschap bepaalt echter in artikel 31 dat een dergelijk verzoek behoort te worden ingediend door tussenkomst van zijn Nederlandse loge.
Indien dat echter niet gebeurt moet met de in het buitenland woonachtige broeders worden gecorrespondeerd. Dit maakt de afhandeling onnodig gecompliceerd.
Met de toevoeging van een tweede lid aan artikel 31 is een snelle procedure mogelijk.
Bij toetreding tot een buitenlandse loge gaat het lidmaatschap van een loge behorende tot ons Grootoosten niet automatisch verloren. Veel broeders stellen het overigens op prijs bij affiliatie bij een buitenlandse loge hun lidmaatschap van de Nederlandse loge te continueren.
 
3. Van de Ordewet Bestuur de artikelen 33 en 34 als volgt te wijzigen:
Artikel 33
1. Aan het hoofd van een Provinciale Grootloge staat een Provinciaal Grootmeester.
2. Het Provinciaal Bestuur bestaat uit de Provinciaal Grootmeester en de Provinciaal Grootofficieren.
3. De Provinciaal Grootmeester onderscheidenlijk het Provinciaal Bestuur oefent in de Provinciale Grootloge en ten aanzien van de daartoe behorende loges namens de Grootmeester onderscheidenlijk het Hoofdbestuur al de taken en bevoegdheden uit, die de regelgeving van de Orde aan de Grootmeester onderscheidenlijk het Hoofdbestuur toekent. Tot vertegenwoordiging van de Orde naar buiten zijn zij niet bevoegd dan krachtens bijzondere volmacht van het Hoofdbestuur of van de Grootmeester en de Grootsecretaris.
4. De samenstelling van de Provinciale Grootlogevergadering en van het bestuur van de Provinciale Grootloge. alsmede beider rechten en plichten, worden verder door het reglement van de Provinciale Grootloge geregeld. Dit reglement, de wijzigingen daarin gemaakt, en alle andere verordeningen en besluiten van de Provinciale Grootloge en haar organen, worden zo spoedig mogelijk medegedeeld aan het Hoofdbestuur, hetwelk bevoegd is deze op grond van  strijd met bepalingen van de Ordewetgeving of met het algemeen Ordebelang, ter vernietiging, aanvulling of wijziging aan het Grootoosten voor te dragen. Maakt het Hoofdbestuur van deze bevoegdheid gebruik, dan kan het tevens de uitvoering van de aldus voorgedragen reglementen, reglementswijzigingen, verordeningen en besluiten schorsen, totdat op de voordracht is beslist.
5. Aan de Provinciaal Grootmeester van de Provinciale Grootloge, waarvoor bovenbedoelde voorschriften zijn gemaakt, komt gelijke bevoegdheid tot schorsing toe; maakt hij van deze bevoegdheid gebruik. dan onderwerpt hij zijn beslissing zo spoedig mogelijk aan de goedkeuring van het Hoofdbestuur.
Artikel 34
1. Indien binnen het ressort van een Provinciale Grootloge een vereniging als nieuwe loge wordt erkend, kan deze loge toetreden tot die Provinciale Grootloge.
2. Eenmaal tot de Provinciale Grootloge toe getreden loges blijven daartoe tenminste 10 jaar behoren, na hun toetreding.
Toelichting
Het Hoofdbestuur heeft tot zijn spijt moeten constateren dat het bestuurlijk geschil tussen de A\L\ ‘El Sol Naciente’ enerzijds en de Provinciale Grootloge voor de Nederlandse Antillen en Aruba anderzijds niet is opgelost. De 4 overige loges op de eilanden zijn inmiddels in mindere of meerdere mate bij deze bestuurlijke problematiek betrokken.
Het Hoofdbestuur heeft voor het Grootoosten 2001 met een urgentie-voorstel voorgesteld de Provinciale Grootloge op te heffen.
Indien daartoe zou zijn besloten zou mogelijk een verzoek verwacht kunnen worden voor de oprichting van een nieuwe Provinciale Grootloge met een kleiner aantal loges dan de huidige 5.
Het komt het Hoofdbestuur thans beter voor niet te besluiten tot opheffing van de Provinciale Grootloge, maar de Ordewet Bestuur te wijzigingen in die zin dat een loge de gelegenheid krijgt buiten het verband van de Provinciale Grootloge te treden.
Wanneer zo’n loge daartoe overgaat, zoals het de wens is van ‘El Sol Naciente’ zal deze loge beschouwd worden als de in Nederland en in Zuid-Afrika gevestigde loges met alle consequenties van dien.
Hierbij moet o.a. gedacht worden aan de afdracht aan de Orde, de behandeling van dossiers van kandidaten, procedures voor opzegging en ontzetting, etc.
 
XIV. Uitslag verkiezingen.
 
XV. Behandeling van eventuele urgentievoorstellen.
 
XVI. Rondvraag.
 
XVII. Sluiting.

 
 

Jaarverslag 2001

 
10. Leerstoel.
In 2001 heeft de heer Prof.dr. A.W.F.M. van de Sande een begin gemaakt met zijn colleges als hoogleraar aan de Universiteit Leiden.
Deze leerstoel is mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van de Stichting Maçonniek Studiefonds.
11. Diversen.
De Haagse Open Monumentendag werd op 7 september officieel door de heer Bruins, wethouder van de Gemeente Den Haag geopend in het Ordegebouw.
Het thema was dit jaar ‘het monumentale interieur’.
De dag daarna hebben wij ca. 1450  bezoekers in het Ordegebouw ontvangen.
De Orde ontvangt een toenemend aantal gasten in het Ordegebouw: groepsbezoeken van loges, individuele Bbr\, maar ook buitenstaanders, individueel of in groepen (serviceclubs, geschiedkundige verenigingen e.d.). Bij deze bezoeken wordt informatie gegeven over het gebouw, de Vrijmetselarij en de Verzamelingen van de Orde.
in september-oktober is in Pulchri-studio de expositie gehouden van 6 Bbr\-kunstenaars ‘Vorm uit materie bevrijd’. Deze expositie werd geopend door Br\ mr. H.E. Koning, oud president van de Algemene Rekenkamer. Ter gelegenheid van de expositie is ook een catalogus verschenen, waarin ook gewezen wordt op de museale collecties van de Orde.
Aan enkele (samenwerkende) loges zijn subsidies verstrekt voor bijzondere evenementen (symposia, exposities e.d).
Zoals bekend, heeft het Bestuur van de Stichting Louisa State in het voorjaar van 2001 het besluit genomen het internaat te sluiten. Voor het bestuur, dat een dergelijk besluit zelfstandig heeft kunnen nemen, hebben als overwegingen gegolden dat het internaat niet meer kostendekkend was te exploiteren en ook niet of nauwelijks meet beantwoordde aan de functie die het oorspronkelijk had: de opvoeding en verzorging van kinderen van vrijmetselaren.
Het Hoofdbestuur van de Orde voert thans overleg met het College van Regenten van de Louisa Stichting (de ‘moederstichting’ van de Stichting Louisa State) over de toekomst. Het Hoofdbestuur heeft aan de loges laten weten dat het Grootoosten geïnformeerd zal worden over verdere ontwikkelingen.
12. Van verschillende organen van de Orde werden de volgende verslagen ontvangen.
a. Wetscommissie
Tijdens het Grootoosten 2001 werden de Bbr\ J. Bakker en H.A. Mreijen herbenoemd als lid van de commissie.
Het Hoofdbestuur heeft de Wetscommissie tweemaal om advies gevraagd, eenmaal inzake de uitleg en strekking van een bepaling uit de Ordegrondwet, en eenmaal inzake een voorgenomen wijziging van de Ordewet Lidmaatschap.
Ten tijde van het schrijven van dit verslag is het advies aan het Hoofdbestuur inzake aanpassing van het model voor statuten van de loges nog niet afgerond.
b. Raad van Discipline
Tijdens het Grootoosten 2001 werden de Bbr\ drs. J. Bakker en mr. H.A. Mreijen herbenoemd als lid van de Wetscommissie. Zij hebben uit dien hoofde zitting in de Raad van Discipline. Br\ mr. A. Dek werd als lid van de Raad van Discipline door het Grootoosten benoemd in de vacature, ontstaan door het terugtreden van Br\ dr. A.J.Vis.
In 1998 was een beroepszaak bij de Raad aanhangig gemaakt. Op verzoek van de betrokkene was de behandeling uitgesteld. Betrokkene heeft na uitgebreide correspondentie het door hem ingestelde beroep tegen de ontzetting uit het lidmaatschap ingetrokken. Bij de Raad zijn thans geen zaken aanhangig.
c. Comité voor Advies en Bijstand aan Werkzoekenden
Het aantal verzoeken om arbeidsbemiddeling bleef gedurende de verslagperiode ongeveer gelijk ten opzichte van het vorige jaar.
Evenals in de vier voorgaande jaren werden in voorkomende gevallen de gemaakte advertentiekosten in het AMT, voor zover het leden van de Orde betrof, gedragen door het Van Marenfonds.
In vergelijking met voorgaande jaren bleef het functieniveau van de werkzoekenden ongeveer gelijk.
Omdat in de meeste gevallen door de betrokkenen werd verzuimd om mededeling te doen van de eventueel bereikte uitslag, zijn de resultaten van de activiteiten van het Comité grotendeels onbekend.
d. Algemeen Maçonniek Tijdschrift
Het AMT kende het afgelopen jaar een woelige tijd. Veel tijd werd gestoken in een verbeterde lay-out van het tijdschrift en het vergroten van de redactie.
Ook de wisseling van het hoofdredacteurschap vroeg om aandacht. Voorts was et geregeld overleg met het Hoofdbestuur, wat vrijwel altijd in een goede sfeer verliep.
Ondanks al deze zorgen kwam het tijdschrift elke maand uit, hoewel soms wat later dan in de bedoeling lag. Voor een deel kwam dat door ziekte binnen de redactie en drukke werkzaamheden van een aantal redacteuren in de privé sfeer
In november legde Br\ dr. J.A. Dop zijn functie neer als hoofdredacteur en trad tot de redactie toe als algemeen redacteur. Br\ Th. Alberts nam zijn functie over als hoofdredacteur ad interim, in afwachting van de benoeming van een nieuwe hoofdredacteur. Door deze wisseling van de wacht verschoof het maken van een ‘publieksmagazine’ naar de toekomst. De redactie overlegt met het Hoofdbestuur wanneer (en of) deze uitgave zal verschijnen. Met name budgettaire zaken spelen hierbij een belangrijke rol.
Van de elf keer dat het AMT verscheen hadden negen nummers 24 pagina’s en twee 28 pagina’s. De verhoging van het aantal pagina’s is een rechtstreeks gevolg van de grotere waardering in het land voor het blad. Steeds meer broeders sturen artikelen in, een verheugend feit.
Daarnaast kwamen er twee regioredacteuren bij, Br\ N. Baaijens (noord) en Br\ A. Kroon (oost). Op niet al te lange termijn hoopt de redactie in elke regio een vertegenwoordiger te hebben.
Het streven van de redactie is een nog betere communicatie te bewerkstelligen met de loges. Daarnaast bestaat het voornemen een intensiever contact te hebben met de redacteuren van de webpagina van de Orde, om te bekijken welke artikelen geschikt zijn of gemaakt kunnen worden voor de website
e. Commissie Jeugd
Bij de start van het jaar 2001 bestond de commissie uit de volgende leden:
Br\ J.J.R. Wissema (voorzitter), Br\ C.D.B. van Ham jr. (secretaris), Br\ H. Hilmans (penningmeester), de Bbr\ G. van den Broek, P.S. Arbouw, H. van Hattem, B. Kernkamp, P.A.B.D. van Klooster, J.N. van Rijswijk (afgevaardigde namens het hoofdbestuur) en namens de VSKV F. Damave.
In de loop van het jaar nam Br\ G. van den Broek afscheid van de Commissie. In verband met vervanging van commissieleden in de komende periode zijn nieuwe commissieleden geworven. Lid van de commissie werden de Bbr\ P.W. van der Vossen en A. Wiggelinkhuizen en namens de VSKV: Mirjam Baumgarten.
Zoals gebruikelijk werd in de maand maart 2001 een themaweekend voor de jeugd georganiseerd. Wat in de laatste tientallen jaren niet gebeurd was gebeurde nu wel. In vetband met te weinig belangstelling werd het themaweekend afgelast. De commissie is van mening dat zij op adequate wijze het themaweekend onder de aandacht van Jongeren, maar ook vaders, opa’s, ooms, moeders en tantes (via de Orde der Weefsters) heeft gebracht. Het heeft niet mogen baten. De commissie heeft besloten het volgend jaar (2002) met inzet van alle mogelijkheden en creativiteit wederom een themaweekend te organiseren.
Voor 6 oktober werd het bijna traditionele symposium voor Jonge Broeders georganiseerd. Hiervoor heeft de Commissie Jeugd de opdracht gekregen van het Grootoosten van enkele jaren geleden. De Commissie is op voortvarende wijze hiermee aan de slag gegaan en heeft ook voor dit verslagjaar geprobeerd een interessante middag te organiseren. Helaas hebben we ook deze activiteit moeten annuleren bij gebrek aan belangstelling. De Commissie is in haar evaluatie nagegaan wat er mis gegaan kan zijn in mailing en onder de aandacht brengen bij Jonge Broeders. Naar de mening van de Commissie is aan mailing meer dan voldoende aandacht besteed. De eerste berichtgeving is al in april via het AMT gegaan. Opmerkingen die later bij de Commissie zijn binnengekomen dat wij de sluitingsdatum wel erg vroeg hadden bepaald (een week voor het symposium) verwijst de Commissie dan ook naar het land der fabelen. Wij zijn van mening dat Jonge Broeders ook hun eigen verantwoordelijkheden hebben.
Ook voor het komend jaar 2002 is de commissie van plan om met volle inzet een symposium te organiseren op de inmiddels traditionele eerste zaterdag van oktober.
De Commissie is dit jaar verder gegaan met de ontwikkeling van lesbrieven voor het Voortgezet- en Hoger Onderwijs. De verwachting is dat in de loop van 2002 deze lesbrieven gepresenteerd kunnen worden. De ontwikkeling van de lesbrieven gaat in overleg met het Hoofdbestuur.
f.  Stichting Maçonniek Studiefonds
Er hebben in het afgelopen bestuursjaar geen wijzigingen in het bestuur plaats gehad.
Br\ E.A. Tjon Sien Fat werd door het Grootoosten voor een periode van vijf jaar herbenoemd.
De samenstelling van het Bestuur per 31 december 2001 die is vermeld in het Bulletin 2001.
Het Bestuur kwam in het verslagjaar tweemaal in vergadering bijeen, te weten op 27 maart 2001 en op 28 augustus 2001. Daarnaast waren er weer veelvuldig persoonlijke, telefonische en e-mail kontakten over diverse zaken.
Er is inmiddels duidelijkheid gekomen in de kosten van de inmiddels benoemde Hoogleraar Dr. Anton van de Sande. Deze bleken hoger te zijn, dan waarvan men oorspronkelijk uitging. In plaats van ongeveer f 30.000 per jaar kwam plotseling een bedrag van ongeveer f 145.000 uit de bus, veroorzaakt door de door de Universiteit van Leiden gevraagde aanstelling van een z.g. A.I.O., c.q. promovendus. De Orde heeft geen geld voor een Hoogleraar en A.I.O. en klopte daarom bij het MSF aan. Inmiddels heeft het MSF toegezegd voor de jaren 2001 en 2002 garant te staan voor een bedrag van € 66.050 (f 145.500) Na een evaluatie zullen de verzoeken van het Hoofdbestuur om ook de drie volgende jaren te financieren in welwillende overweging worden genomen.
Door het Sjaerdemaleen werden in het verslagjaar twee pensies (studiebeurzen) voor de “Staak Blomberg” verleend. Het recht op begeving van deze pensie berust bij het Bestuur van de “Stichting Maçonniek Studiefonds”, die daartoe een bindend voorstel doet aan burgemeester en wethouders van de gemeente Franekeradeel, die de z.g provisoren van de Stichting “Het Sjaerdemaleen” zijn.
Voor het studiejaar 2000-2001 genoten op 1 januari 2001 20 beneficianten een studielening Na 1 januari 2001 werden geen nieuwe studieleningen voor het studiejaar 2000-2001 meer verstrekt, zodat het studiejaar 2000-2001 eveneens werd afgesloten met 20 beneficianten. Hiervan behoefden aan bet eind van het studiejaar 9 beneficianten geen verdere studiesteun
Aan 1 Br\, 65 jaar oud, werd een éénmalige schenking verleend voor het volgen van een cursus, die hem in staat stelt zijn pensioeninkomsten in de toekomst aan te vullen, hetgeen voor hem noodzakelijk is. Hij heeft de cursus inmiddels met zeer goed gevolg voltooid Voorts heeft nog een Br\ met geringe inkomsten, een schenking gekregen voor het voorbereiden van een dissertatie over een maçonniek onderwerp.
Voor het studiejaar 2001-2002 werd de studiesteun voor 12 beneficianten verlengd. Voorts werd aan 8 nieuwe beneficianten een studielening verstrekt. Eén daarvan is aan een Br\, die zich wil bijscholen. Het verslagjaar werd daarmee afgesloten op 20 beneficianten, waarvoor in totaal voor het studiejaar 2001-2002 aan studieleningen een bedrag van f 90.664 (€ 41.142) is toegekend.
In het verslagjaar is het aantal aanvragen om een studielening gelijk gebleven. De terugloop in het aantal aanvragen, dat de laatste jaren drastisch is geweest, is gelukkig tot staan gekomen. Voorts hebben we kunnen constateren, dat er inmiddels ook Bbr\ zijn, die de weg naar het MSF weten te vinden en er persoonlijk een beroep op doen. Per 31 december 2001 waren 20 beneficianten (waarvan 1 broeder) voor verschillende studierichtingen ingeschreven. Het kapitaal van het Maçonniek Studiefonds (kapitaal minus reserve) bedraagt € 3,9 mln. De uitstaande studieleningen in 2001 zijn ca € 40.000. Het batig saldo over 2001 was € 170.000.
g. Stichting Van Marenfonds en Commissie Welzijnszorg
Eind 2001 bestond het Dagelijks Bestuur van het VMF / CWZ uit de Bbr\ mr. K. Norder (voorzitter), M. Rem (vice-voorzitter / penningmeester), C. Nieuwpoort (Algemeen Secretaris), J. Tiernego (secretaris steunverlening) en W. Hoekstra (bestuurslid, belast met speciale taken).
In bet afgelopen jaar werd afscheid genomen van het dagelijks bestuurslid Br\ A.W.G. van den Hoogen en van de regiovoorzitters de Bbr\ R. Dijkstra en D.W. Hoonakker. Het VMF is hen veel dank verschuldigd voor hun inzet.
Br\ Van den Hoogen werd als bestuurslid namens de loge ‘Le Préjugé Vaincu’ opgevolgd door Br\ W. Hoekstra. Als nieuwe regiovoorzitters werden verwelkomd de Bbr\ F.J. Striethouldt en T.T. La Lau.
Statutair kan het Van Marenfonds alleen Broeders en hun verwanten in de eerste graad financieel bijstaan. Hiervan mag niet worden afgeweken.
Er bestaat echter een personele unie tussen het VMF en het Jacob Meijers’ fonds, het Dubbeltjesfonds, het Van Tongerenfonds en het fonds De Drie Lichten. Laatstgenoemde vier stichtingen hebben geen eigen bestuur meer, maar warden geadministreerd en beheerd door het VMF.
Met name het fonds De Drie Lichten heeft, met toestemming van het Hoofdbestuur, ruimere uitkeringsmogelijkheden gekregen dan alléén steun aan in Indonesië vóór de soevereiniteitsoverdracht woonachtig geweest zijnde leden van onze Orde en hun verwanten.
Via dit fonds De Drie Lichten kan steun worden gegeven aan bijvoorbeeld andere Grootmachten of aan maçonnieke instellingen als b.v. de Vrienden van Verzamelingen der Orde.
Het VMF betaalt deze giften dus niet uit het Van Marenfonds zelf, maar ze doet deze giften uitsluitend en alleen via het fonds De Drie Lichten. Omdat soms alleen het VMF als schenkende instantie wordt vermeld, roept dit terecht vragen op, vandaar deze uitvoerige toelichting.
Een voorstel om de uitkeringsmogelijkheden van het Van Marenfonds statutair te verruimen, is op de Algemene bestuursvergadering van het VMF op 17-11-2001 verworpen.
In de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur vertegenwoordigt Br\ J. Engelberts de ‘De Veerstichting’, waarmede uitstekend wordt samengewerkt. Met het Bestuur van het Maçonniek Studiefonds wordt jaarlijks overleg gevoerd.
Veel loges hebben thans voor deze beide fondsen één en dezelfde correspondent. De indruk bestaat de hulp welke beide fondsen kunnen bieden nog beter onder de aandacht van de Broeders kan worden gebracht. Beide besturen streven ernaar hierin verbetering te brengen.
Met andere maçonnieke fondsen zal eveneens bestuursoverleg worden gevoerd over afstemming van steunverlening.
Het Van Marenfonds blijkt nog steeds duidelijk in een behoefte te voorzien. Op jaarbasis wordt ruim f 300.000 uitgekeerd. Dit kunnen giften, leningen of zomer- en winteruitkeringen zijn. Uit privacyoverwegingen worden namen van begunstigden uiteraard nimmer bekend gemaakt. Via het Van Marenfonds kunnen Broeders die in kommervolle omstandigheden zijn geraakt, op discrete wijze financieel worden gesteund.
Met de invoering van de Euro op 1-1-2002 zijn tevens de uitkeringsbedragen voor de Zomer- en Winteruitkeringen substantieel verhoogd.
Aan de jaarlijkse Kerstactie middels acceptgirokaarten doet een groot aantal Broeders mee. Het VMF is hen voor hun donaties zeer erkentelijk. Alleen dankzij de giften van de jaarlijkse Kerstactie en mede dankzij de rente inkomsten op gevormd vermogen kan het VMF het huidige uitkeringsbeleid voortzetten.
Veel Broeders nemen in hun testament een bepaling op, dat een legaat aan het Van Marenfonds zal worden overgemaakt. Ook deze Broeders is het VMF bijzonder erkentelijk.
Mede op verzoek van het Hoofdbestuur der Orde zijn de regiovoorzitters van het VMF regelmatig op bijeenkomsten van hun regioconvent aanwezig.
Op Internet kunt u onder Home Page van de Orde een verwijzing vinden naar het Van Marenfonds
Goede voorlichting over de materiële en immateriële hulp die het Van Marenfonds en de Commissie Welzijnszorg kunnen bieden, blijft een voortdurend punt van aandacht.
Het Van Marenfonds heeft zelf geen betaalde medewerkers in dienst. Voor de financiële administratie wordt accountantsbureau Brouwers te Deventer ingeschakeld.
Alle verdere werkzaamheden worden pro Deo verricht door diverse Broeders, zoals logecorrespondenten, regiovoorzitters en de leden van het Dagelijks Bestuur, die belangeloos vaak veel tijd en energie besteden aan passende en snelle hulpverlening. Een bijzonder woord van dank aan al deze Broeders, zonder welke het Van Marenfonds met zou kunnen functioneren is hier zeker op zijn plaats.
De gezamenlijke fondsen hebben een vermogen van ruim mln.
h. Stichting Maçonniek Bouwfonds
Het Maçonniek Bouwfonds had 11 leningen uitstaan voor in totaal € 225.000. Het kapitaal bedroeg per
31 december 2001 € 680.000. Over 2001 was er een batig saldo van € 25.000.