Order of the Patrons of Husbandry – Grangers
De
Order of the Patrons of Husbandry, beter bekend als Grange of Grangers
werd gesticht in 1867 als een broederlijke vakorganisatie voor kleine boeren en
hun families in de V.S. Jongeren tussen 5 en 14 jaar kunnen zich aansluiten bij
de Junior Grange.
In 1994 telde de orde zo’n 325,000 leden in de V.S.
De oprichter van de orde was een vrijmetselaar, Oliver Hudson Kelly, die met
deze organisatie het zuiden van de V.S, wilde steunen na de Amerikaanse
burgeroorlog. Het werd een nieuw geheim genootschap, min of meer gevormd op maçonnieke
grondslag, gericht op het stimuleren van plattelandsleven.
Gelet op de praktijk lijkt het er echter meer op dat Kelly gewoon een nieuw
geheim genootschap wilde stichten. De loge in New York City (een Grange) bestond
bijvoorbeeld uit 45 mensen die actief waren in fabricage of groothandel van
naaimachines.
De orde bestaat uit een zevental graden. In de eerst vier graden zijn mannen en
vrouwen gescheiden, de laatste drie worden gezamenlijk beoefend. De graden voor
de mannen zijn respectievelijk Laborer, Cultivator, Harvester
en Husband, die voor de vrouwen Maid, Shepherdess, Gleaner
en Matron. De namen van de laatste drie graden zijn gebaseerd op Romeinse
goden uit de oudheid: Pomona, Flora en Ceres.
Naast deze zeven graden is er ook nog een jongerenafdeling met een eigen inwijdingsrituaal.
De ritualen zijn duidelijk door de vrijmetselarij beïnvloed: op het altaar ligt
een opengeslagen bijbel en diverse landbouwwerktuigen zijn prominent in de
logeruimte aanwezig.
De kandidaat wordt geblinddoekt binnen gebracht om de reis naar het innerlijke
licht te symboliseren. De werktuigen van de eerste graad zijn een bijl, een
ploeg, een hark en een spade. De kapelaan geeft aan dat landbouwer de meest
nobele is van alle beroepen, omdat deze door God in de Hof van Eden is
ingesteld.
De orde is christelijk.
Op onze CD-Rom zijn de ritualen en de statuten van deze
orde opgenomen.