13de Gr\ Ridder van het Koninklijk Gewelf


Uit: The Intermediate Degrees 1° - 17°, 1990.

This Degree mystically develops directly from the 11°, and with the next, brings the Solomonic symbolism to its completion.
The legend is that the G.A.O.T.U. appeared to Enoch in a vision, and bore him to the top of a Mountain reaching to the Heavens. There He showed him His True Name, engraved upon a Plate of Gold, and taught him how to pronounce It. Thence Enoch was carried through a series of subterranean Vaults, one below another, and in the lowest he saw a similar Plate of Gold inscribed with the same characters. Enoch was, however, strictly forbidden ever to utter The Name.
Thereupon Enoch constructed a series of Vaults, similar to those he had seen in the vision; inscribed the Sacred Name on one side of a Plate of Gold and the ancient Master-Word on the other. He then deposited the Plate in the lowest Vault, and after sealing the topmost Vault he erected above it a simple Temple.
After the Translation of Enoch, all knowledge of the vowel sounds of The Name was lost until God again communicated It when He appeared to Moses upon Mount Sinai.
The tradition of the Temple of Enoch passed down the ages, though the Temple itself had fallen into ruins. When Solomon had dedicated the Temple in Jerusalem he determined to explore below the foundations of a certain mined building, and he and Hiram, King of Tyre entrusted the task to three of the Grand Master Architects, Guibelum, Joabert, and Stolkin.
When the rubble was cleared away a large square stone was uncovered~ below it was an opening which proved to be in the top of a vaulted chamber into which Guibelum descended and penetrated into two more Vaults. At the third attempt he succeeded in reaching the lowest Vault in which he found the Sacred Treasure. With the help of his companions the Plate was brought to the surface, and borne to the two Grand Masters through the nine Arches leading to the Secret Vault which had been formed beneath the Holy of Holies. The two Kings received it with great joy. and, as a reward, created the three Architects Princes of the Royal Arch. Thereafter the Secret Vault was known as the Sacred Vault.

Deze tekst komt uit het boek Maçonnieke Beschouwingen van A. van Leeuwen (1949).

In deze allerbelangrijkste gr\. wordt het Verl\ W\ hervonden. De traditionele geschiedenis verhaalt, dat de Archi-Patriarch Henoch zich lange tijd in gebed richtte tot de Godheid, smekende hem te onthullen wat de juiste wijze was, waarop het tot zonde en verderf vervallende mensengeslacht zou kunnen worden gered. Ten lange leste verscheen God aan Henoch in een nachtelijk visioen en openbaarde hem, dat Hij aan Zijn Dienaar Henoch het magische Teken zou schenken, waardoor de mens nooit meer gebonden zou wezen aan het Wiel van Geboorten en zou kunnen terug keren tot de Zaligheid van het Eden, doch Henoch zou dit teken ontvangen op een door God aan te wijzen plek en in een T\, die hij op Gods aanwijzing zou moeten bouwen.
Henoch spoedde zich naar de aangewezen plek, welke de Berg Zion bleek te zijn en bouwde aldaar uit ruwe stenen een T\, zonder dak, want bij moest open zijn voor het Licht van Zon, Maan en Sterren. In de vloer van die T\ was een sluitst\ aangebracht. Lichtte men die op, dan daalde men door de opening, welke daardoor ontstond, af in een lager-gelegen keldergewelf, waar men eenzelfde cirkelvormige sluitst\ aantrof en weer dieper kon afdalen en zo vervolgens 9 kelders diep.
In het laatste en 9de Gew\ stond een witmarmeren Zuil, omwonden met bloeiende wingerdranken van zacht-groen onyx. In 3½ winding steeg deze ,,Zuil van Schoonheid” omhoog en droeg op het kunstig bewerkte kapiteel een Agaath-stenen Kubus, waarin een Driehoekige Gouden Plaat was verzonken, kwistig versierd met prachtige edelstenen. Op de Gouden Plaat was in een geheim letterschrift, dat men Enochiaans noemt, de H\ Naam Gods gegrift en met bloedrode robijnen ingelegd.
In de traditie wordt dit W\ het Tetragrammaton genoemd.
Het zijn dan de 4 letters Yod-He-Vau-He, waarvan de getalswaarden zijn: 10 + 5 + 6 + 5 = 26, dat is 8; het getal van psychische volmaking, het ,,Moeder”-getal. In de gr\ van het R\C\ ziet de ingewijde het 2e Tetragrammaton, nl. Yod-Nun-Resh-Yod, waarvan de getalswaarden zijn: 10 + 50 + 200 + 10 = 270 dat is 9; het getal van geestelijke volmaking, het ,,Vader”-getal. In de gr\ van R\K\H\ leert bij het 3e en laatste Tetragrammaton, nl. Yod-Kaph-Mem-Lamed, met de getalswaarden: 10 + 20 + 40 + 30 = 100 dat is 10; het getal van goddelijke volmaaktheid, het ,,God”-getal. Dit was het ,,Teken” voor Henoch, dat echter met de zondvloed verloren was gegaan en niet meer hervonden, tot het moment, dat Kon\ Salomo een terrein liet uitzoeken om de late T\ te bouwen. Toen echter de bouwvallen van Henoch’s T\ werden gevonden, zagen de Joden deze aan voor een heidens bouwwerk en zij meden deze plaats, omdat de bouwvallen een profanatie en ontheiliging zouden betekenen voor het T\-Gebouw, dat de Kon\ om een onvergankelijk bouwwerk wilde doen optrekken. Op de plek van Henochs T\ liet de Kon\ zijn eigen paleis zetten en bij het openleggen van de Fundamenten (Yesod = Fundament) werden de Geh\ Gew\ ontdekt en het W\ werd gelezen door 3 Gez\, die daarop door Kon\ Salomo werden opgenomen in de 13de Gr\ zijner Orde. De Joodse mystici kenden deze Geh\ en H\ Naam als het Shem, of het Shem Ha’Memphorash, hetgeen betekent: ,,de Onuitsprekelijke Naam”. Dit is het Woord, dat verloren ging en dat slechts kon en kan worden uitgesproken door 3 Vrijm\ tesamen, die zich in eenheid en liefde verbinden om de Kracht en de Heerlijkheid, welke hen zal toevloeien, slechts te benutten tot heil van de mensheid en tot meerder glorie van de O\ B\ van het H\.

De Qabalistisch geschoolden, zomede degenen, die bekend zijn met occulte physiologie, zullen begrijpen wat met het Negende Gew\ in menselijke zin wordt bedoeld. Er zijn 9 Sephirotische Beginselen in de Kosmos en een 10de, Keser, daarboven, waar vandaan het Licht Gods van uit den loge nederdaalt in de 9 andere Sephiros. Daarom moest Henoch’s T\ dakloos zijn en op het uur van de volle middag en dan nog alleen op één enkele dag in het jaar, viel een zonnestraal door alle 9 kelder-openingen heen op de Gouden Plaat en straalde de Onuitsprekelijke Naam in verblindende glans.
Ook in de mens daalt Gods kracht door 9 Krachts-Centra en in het laatste verstilt de Stroom van Levenswater tot een stil meer, waarin de Slang Kundalini slaapt. In dit stille meer is de Gouden Driehoek en de Geh\ Naam is de Slang Kundalini zeif. Deze Slang is het prototype van alle Paradijs-Slangen en van de grote Naga’s of Slangen-Vorsten, die Verlossers zijn van de mensheid. Fabre d’Olivet wijst er op, hoe de letter Sameck het slangen-karakter zowel in de vorm als in de betekenis beeft en speciaal duidt op de geslotenheid van de door het slangen-lijf omspannen Ruimte. Het is dus de Slapende Slang, die gewekt moet worden. Met de letter Tau, de laatste van het Hebreeuwse Alfabet, en de naam van het Pad, dat vanuit het Fundament Yesod naar het Rijk, Malcius, voert, gecombineerd, betekent het Sati, de ,,Bewaker van een Geheimenis” (welke persoon wij in de l4de gr\ nog zullen tegenkomen. Maar het equivalente Arabische woord Sati, betekent die gedeelten van het lichaam, welke bedekt moeten blijven, d.w.z. de schaamdelen.
Ongetwijfeld is het ons wel opgevallen, dat deze organen het Sacrum worden genoemd, d.w.z. het Heilige en dat ook het woord Sexe hiervan is afgeleid. Ook noemt de Hollandse ontleedkundige het ,,driehoekig” beenstuk, waarin de ruggegraat bij de mens eindigt, het ,,Heilig-Been”. Hierin ligt dieper occulte kennis en wijsheid verborgen, dan velen vermoeden.
Het H\ Woord is het centrale beginsel van de Vrijm\ Myst\ voor de psychische mens. Het is merkwaardig, dat - zij het dan ook behoorlijk versluierd voor de niet-ingewijde - het de naam is van de Leraar, die als de vierde ,,Vriend” de veelbeproefde Job inwijdt in de Heilige Mysteriën van de Godheid. Zonder onderbreking gaan diens woorden over in de Stem van Jahwe, die Job het Licht brengt, waardoor een nieuw geluk tot hem komt. Het Boek Job is een Mysterie-Boek, waarin ons verhaald wordt van Inwijdings-Geh\.
De naam Henoch kan betekenen: Mens – Rust – Kinderleraar - Ingewijde, hetgeen nagenoeg volledig de gang van een Inwijding in de Gr\Myst\ weergeeft. Het getal van Henoch (zijn bereikte leeftijd) is 365, dat is 355 plus 10, het Maan-jaar plus het Goddelijk Scheppingsgetal. 355 is de waarde van het woord Shanah (Shin-Nun-He) en betekent ,,Jaar”. Dit is het ,,vrouwelijke” jaar van 12 Synodische Maanmaanden en duidt op het vormend aspect van het 1ste Mysterie. In de Hebreeuwse Myst\ werd dit de Shekinah genoemd, de ,,Heerlijkheid”.
Ook het trad\ H\ W\ van deze gr\, hetgeen het bekende Tetragrammaton JHVH is, is de naam van de Godheid in vrouw-vorm, zoals H.P. Blavatsky ons uitvoerig uiteengezet beeft in Isis ontsluierd en de Geheime Leer. De getalswaarde is 26 of 8, het Moeder-getal bij uitnemendheid en het was ook het getal van het Mausoleum in de gr\ van Volm\ Mr\, want het was de vorm-volmaaktheid in de dualiteit van de materie.
Het is opmerkelijk, dat er in de Vrijm\ zo weinig aandacht wordt gevestigd op het Mysterie van de Vrouw. Ongetwijfeld heeft de mannelijke inslag van het Joodse geloof daar invloed op gehad, waardoor ook het Christendom zijn overwegend mannelijke sfeer gekregen beeft en in de Heilige Drieëenheid geen plaats voor de Moeder is ingeruimd.
Toch is de Joodse Geheime Leer vol van dit Mysterie en het zou zeker aan de schoonheid en de diepzinnigheid van onze riten ten goede komen, indien daarin het vrouwelijk aspect wat meer op de voorgrond werd gebracht. De enige ,,vrouw”, waarvan in onze riten sprake is, is nl. de Koningin van Sheba, de Vorstin van het Zuiden, hetgeen onmiskenbaar duidt op het Shekina-Mysterie van de Chokmah Nestorah.
In de l3de gr\ van het H\Gew\ van Henoch komt het Mysterie opnieuw doorbreken, wanneer wij in staat zijn het te begrijpen. Juist de plaats, waar het H\W\ gevonden wordt, duidt op het ,,vormend beginsel” en dat is vrouwlijk in inwezen.
Het zou zeer verhelderend wezen, wanneer wij de gnostieke lezing van de 1ste mens-schepping esoterisch zouden kunnen begrijpen. Het oer-vrouwelijke, de Shekinah van de Joodse Geheime Leer is in de Gnosis: Sophia. Deze Sophia (Wijsheid) is dualistisch en men onderscheidde e Ano Sofia”, de Hoogste en ,,e Katho Sofia”. de Lagere. Deze ,,lagere” is de mythische Helena van Troye (Tyrus !), die door de wijze Simon Magus gevonden wordt als een prostitué. Zij is de dochter van Zeus-Jupiter en van de Zwaan Leda. En wij weten wat in de mythe het Zwanen-symbool te vertellen heeft! Het is de oer-materie, die bezield wordt door de Adem Gods; de Zwaan is het uit de Wateren der Ruimte spontaan-geschapen dier, de 1ste Vorm.
In de Joodse mythe vernemen wij van 2 vrouwen Eli-Shebah (Elisabeth) en Bat-Shebah, de laatste werd David’s vrouw en de moeder van Kon\ Salomo, die de mystieke Bouwer is van de 1ste T\. Shebah is Zeven; Bat betekent Dochter, zodat wij de namen kunnen vertalen als : God der Zeven en Dochter der Zeven. Deze ,,Dochter der Zeven” wordt door de Wijze Simon (Simon betekent ,,luisteraar” ,,shravaka”) gevonden in de duisternis van een kelder-gewelf, evenals wij het Geh\ W\ van de l3de gr\ vinden in het 9de Gew\ van Henoch.
De naam van de schone Helena is die van de maan in het Grieks, nl. Sélene en het betekent ,,de Stralende”, evenals Shekinah ,,de Heerlijkheid” betekent. Correspondenties leveren ons vaak onverwachte Mysterie-sleutels. Zo is de ,,Maan” het symbool voor Josef, Israëls Zoon, die verkocht wordt als slaaf naar het Land van Duisternis, Khem of Egypte (Ha-Gupta = het Duistere). Maar Josef, ook het ,,voedend koren”, dat zijn broeders en vader van de hongersnood redden zal. Hij is het ,,Levens-Fundament”, bij is een ,,Herder”, een ,,Steen Israëls” (Gen.: XLIX, vers 24). In het Hebreeuws is steen Céphas en in het Latijn is het Petra en daarom noemt Christus zijn discipel ,,Petrus”, waar deze eerst Simon heette. Wie oren beeft om te horen, die hore!!!
De ,,Steen” is de Agathen Kubus met de Gouden Driehoek, het Tricona, waar de ,,Slang” slaapt, die gewekt moet worden opdat wij het Innerlijk leven zullen kennen.
Ongetwijfeld zal veel klaarheid komen uit de volgende aanhaling uit H. P. Blavatsky’s ,,Geheime Leer” II, bldz. 263 (2de Holl. editie) en vooral, wanneer wij de ritus van de l3de gr\ in het Geh\ Gew\ van Henoch daarbij voor de geest houden:
,,Uit dit gebied van Onpeilbare diepte (de Bythos, Aditi, Shekinah, de Sluier: Deva-Prakrtî) treedt een Cirkel, uit spiralen gevormd, te voorschijn (denk aan de constructie van het Oer-atoom). Dit is Hal-Gilgalim (een misschrijving heeft hiervan Tiphares gemaakt, doch dit is ongetwijfeld niet bedoeld, zoals het verdere betoog toont), hetgeen in de taal der Symboliek een ,,grote kringloop” (inderdaad betekent Hal-Gilgalim een Kringloop) betekent, welke uit kleinere is samengesteld. Daar binnen, inééngerold, ligt de Slang, embleem van Wijsheid en Eeuwigheid, de 2-voudige Androgyne. De Cirkel is Ennoia (de naam, welke Simon Magus aan Helena van Tyrene geeft), het Goddelijk Denkvermogen, dat niet zelf schept, de schaduw van het Licht, niet-eeuwig, doch in de Openbaring het Grootste Goddelijk Licht : Shemesh, de Zoon, de Zon”.
Op de een of andere wijze is in deze strofe een vergissing geslopen t.a.v. het woord Hal-Gilgalim, waarvoor geschreven werd: Tiphares; tenzij, zoals de Gebeime Leer vaak doet, er een opzettelijke sluier over een ál te duidelijk Mysterie is geworpen. Ongetwijfeld is de Slang Ophis, het symbool van wederkeering-vorm, zoals Hal-Gilgalim het symbool is voor Reïncarnatie. Gilgal betekent een ,,Steenkring”, zo iets als de cirkel van Menhirs, die door grote opgerichte stenen werd afgebakend en waarvan men in Noord-West Europa en in Ierland er nog enkelen aantreft. Jozua richt de 12 Stenen op ten Oosten van Jericho, hetgeen ,,Maan-Stad” betekent (Jerêhó van Jâréah = Maan) en, volgens enkele Hebreeuwse theologen, ook ,,Levens-Stad” (Jerû-Mawa). Bij deze 12 Stenen wordt het Besnijdenisverbond met Jahwe door Josua bernieuwd (Jos. V-3) en de Stenen zijn genomen uit de bedding van de Jordaan, waarover wij dadelijk meer zullen vernemen.
Gilgal is zelfs de naam, welke uiteindelijk aan het ganse gebied Gilgalea of Galileä is gegeven, het Stenen-Land of wel het Gebied van Objectieve Realiteit, waarin de zwervende ziel steeds opnieuw moet incarneren voor het opdoen van ervaringen en leert door leed en herhaling.
Uit dit alles blijkt, dat wij te doen hebben met een Maan-Mysterie zoals Jozef een Maan-zinnebeeld is en in Egypte de naam Zaf-Nath, dat is ,,Vorst van de Nacht”, ontvangt, wanneer Pharaoh hem verheerlijkt. Zijn gemalin is As-Nath, hetgeen beduidt: ,,Dochter van de Nacht”. Nath of Nuit was de Egyptische Godin van de Nacht en, vermoedelijk is er nog een ethymologisch verband tussen de Naam Nuit, het Franse ,,nuit” en ons ,,nacht” en hetzelfde woord in andere talen. Maar Jozef is ook de ,,Steen des Levens” en volgens dr. G. Steindorff betekent de volledige naam van Jozef in Egypte, welke luidt: Zaf-Nath Paänéah, in het Egyptisch: ,,God verklaart dat hij (Jozef) leve”.
Tot slot nog een aanhaling uit Blavatsky’s ,,Geheime Leer”, waar zij ons een aanroep leert, gericht tot Devaki, de mystieke Wereld-Moeder, die zeker de kern en het hart is van het l3de gr\’s Mysterie: ,,Gij zijt Prakrti, oneindig en subtiel, die Brahm\ in Uw schoot gedragen hebt… Gij, eeuwig Wezen, die in Uw substantie het Inwezen van alle dingen omvat, waart één met de Schepping: Gij waart de Voortbrengster van het Drievoudig Offer, Gij de klein aller dingen. Gij zijt de Offerande, waaruit alle vrucht voortkomt; Gij de Arani, welker wrijving het (Offer-) Vuur doet ontstaan. Aditi zijt Gij, Devâmatri, Moeder der Goden … Gij het Licht; Gij, Usbas, de Morgenstond, waaruit de Dag geboren wordt. Gij zijt Nederigheid, Moeder van Wijsheid; Gij zijt Niti, de moeder van Harmonie; Prasbyra, Gij, schepster van Liefde-kracht, Gij zijt de brand, waaruit begeerte geboren wordt. Gij zijt Awabodha, Moeder van alle Kennis; Dbriti, Gij, moeder van Geduld een Dhaïrya zijt Gij, Moeder van alle Kracht” (T.a.p.: 11-651).
Zo is de ,,Vrouw” in het tweede aspect, een Verheerlijking in de Kracht van het Geopenbaarde, van de objectieve Vorm. Lilith, de Koningin van Sheba, de Vorstin van het Zuiden, is nu geworden Bat-Shebah; de Dochter der Zeven, gemalin van Koning David, de Moeder van de geslachten, waaruit eerst Salomo en veel later ook Jezus de Christus geboren zal worden.

De ,,vorm-heerlijkheid” komt ook tevoorschijn in het Gnostisch Evangelie, waar de 2de ,,vrouw”, die de leer tegemoet komt de ,,Overspelige”, Maria Egyptica, is. (Job.: VIII - 1/11). Ook de schone Helena werd door Simon gevonden als een Zondares en nochthans verheerlijkt hij haar.
De opname in de l3de gr\ wordt inderdaad ook ,,Verheerlijking” genoemd en wij zullen zien, hoe volkomen dit harmonieert met de benaming van de overeenkomstige trap in de Christelijke Mysteriën. De 3 letters van de naam Shanah:
Shin-Nun-He betekenen respectievelijk:
Shin = de Heilige Geest,
Nun = de Vis of de Ingewijde en


He = een open Raam of ongesluierde visie.
Henoch was de Zoon van Yered of Yared. Deze naam is identiek met Aretz, hetgeen ,,Aarde” betekent en dus is Henoch een Zoon der Aarde, d.w.z. een Mensen-Zoon en geen Hemeling. Yared betekent ook een Ruimte-maat (het Engelse: Yard) en het is de vader in symbolisch-mystieke zin van de Yared-An of Jordana, die het H. Land bevloeit. Deze YaredAn mondt uit in de ,,Dode Zee” of Bareth Lût, dat is de Zee van Zonde, waar Henoch woont en waar ook Jeruzalem wordt gebouwd met de 1ste T\.

Het 1ste Maç\ Myst\ openbaart dus de Geh\ van de Vorm of van de Vrouw, dat is Shekinah, Sakti, Maria; het is het Myst\ van Gods Kracht.
Ridder van het Negende Gewelf van Salomo de Koning
Een tweede rite, eveneens binnen het kader van de A\A\S\R\ zinspeelt op 9 Gew\, welke Salomo had doen bouwen waarvan het laatste precies onder het Allerh\ gelegen was en waar men slechts kon komen, via 8 andere Gew\, die door spiraalvormig-lopende gangen met elkander waren verbonden. In dit 9de Gew\ stond dan de Z\ van Sch\, waarop de Arke des Verbonds was geplaatst.
Ook wel wordt gezegd, dat de galerij, welke de kelders verbond, zig-zag aangelegd was, om on-ingewijden op een dwaalspoor te brengen. Dit ,,zig-zag” duidt klaarblijkelijk op de gang van de Levens-Stroom op de ,,Boom”. Elk Gew\ draagt zijn eigen myst\ Naam, welke uiteraard moet corresponderen met de overeenkomstige Sephira op het Schema. Het 9de Gew\ is dan tenslotte Yesod, het Fundament en in het verband met de situatie, het Fundament van het Allerh\.
In het Iebreeuws is Ark = Thebah en Verbond = Berith. Nu kan het woord: Arke des Verbonds of Thebah-Berith door een zeer kleine verandering in Masoretische interpunctie ook worden uitgesproken als: Shebah-Berish en betekent dan: ,,In het Zuiden is het Begin”. Dit is wederom een qabalistische wijze om Geh\ te verbergen en in dit geval betekent het dat in het Zuiden van de Glyphe, waar de Sephira Malcius is, ons zoeken moet aanvangen. In dit verband moge worden aangetekend dat, als de T\ gereed is, de Koningin van het Zuiden, dat is de Koningin van Sheba, naar Salomo komt om hem te beproeven (I. Kon.: X-1).
In deze tweede ritus wordt een ,,Sleutel” gevonden van de Ark en wel in de muil van een Leeuw, die de Ark bewaakt, nadat zij in een verloren strijd tegen de Syriërs onder hun Koning Cusban Rischataïm, (Richt.: III-8), ter aarde was gevallen en door de Israëlieten in de steek was gelaten. ,,In arc leonis Verbum inveni” = In de muil van de leeuw vond ik het Woord. De Ark komt echter weer in het bezit van de Joden en, omdat zij zich van hun zonde van Afgodenaanbidding bekeren, geeft Jahwe hen de Richter Othniel, die ben 40 jaren regeert. Otnî `ël = Leeuw Gods (Arab).
Dit alles duidt op een Zonne-Mythe. Ook Sismon (Shemesh-An = Zonne-Zoon) doodt een leeuw op de weg naar Timnath-Serah ( de Verboden Plaats), waar hij zijn Bruid zoekt onder de Pelishthim. De leeuwenmuil blijkt later een honigraat te bevatten, waarvan Simson de zoetheid proeft en ook geeft hij daarvan aan zijn ouders. Op de huwelijksmaaltijd maakt Simson uit dit voorval een raadsel ( Geheimenis), doch verraadt dit zelf aan zijn Bruid (de Shekinah) en moet haar daarom verliezen.
Ook Juda is een leeuwen-welp (Gen.: XLIX-9) en uit hem moet de Christus geboren worden. In het Hebreeuws is het woord voor leeuw, Arjê, hetgeen ook edel betekent. Ariël = Leeuw Gods en was een erenaam voor een held. Ethymologisch worden de ,,r” en de ,,l” vaak onderling verwisseld en hierdoor ontstaat uit Ariël de titel ,,Ariër” en Aryan (Arjê-An = Leeuwen-Zoon). En dit is immers de naam voor het Vijfde Ras, dat de Sleutel van het Godd\ Myst\ uit de handen van de Christus ontving.
In de 9 Gew\ hingen ,,Eeuwig-brandende Lampen” (Zie omtrent deze magische lampen, H. P. Blavatsky ,,Isis Ontsluierd”), welke moesten worden verzorgd door het Hoofd der Levieten, de Gr\ Zegel-Bew\ Gilead. (Deze naam werd verbasterd tot het verwarrende Galaäd hetgeen, ten onrechte, een verband met de Graal-sage zou doen veronderstellen). Bij de vernietiging van de T\ door Nebuzaradan, de legeroverste van Nebuchadnessar, bleef Gilead trouw aan zijn opdracht en stierf ongezien door de vijand in het onderaardse Gewelf, waar de Ridders hem later vonden.
Volgens Gen.: XXXI-45 betekent Gilead: ,,de Steenhoop zal getuigen” welke naam wordt gegeven aan een stenenstapeling, welke Jacob-Israël opricht bij gelegenheid van zijn verbond met Laban. De Aramese naam, die door Laban (de Witte) aan dit T\ gegeven wordt is Jegar-Sahadutha, hetgeen ongeveer betzelfde betekent als Galaäd in het Hebreeuws.
Nu is er inderdaad in de wereld een ,,Steenhoop”, die getuigenis aflegt, zoals door tal van occultisten en egyptologen wordt beweerd en waaromtrent de meeste gegevens te vinden zijn in het boek ,,De Stenen spreken”. Het is nl. de Grote Pyramide van Gizah of Kufu, welke zoveel raadselen verbergt en door de esoterici gezien wordt als een Inwijdings-T\ uit vroegere Myst\-Riten. Ook in deze Pyramide vindt men een onderaards gewelf, dat vanuit de Centrale Konings-kamer bereikbaar is geweest. Er liggen, voor zover thans bekend, 3 Gewelven in de Pyramide-as, nl.: het Voorportaal van de Konings-kamer, de Koninginne-kamer en, onder het fundament, het zg. Ondergr\ Gew\. Als wij de Qabalistische mystiek toepassen, zouden deze 3 overeenkomen met de 3 Sephiros op de Midden-Zuil van de Boom, nl.: Keser, Tiphares en Yesod.
Er zijn nog tal van andere gangen, welke men nog niet gevonden beeft. In ,,The Secret of Ancient Egypt” van Ernest Palmer wordt de veronderselling geopperd, welke door de Z\V\Br\ C. W. Leadbeater wordt bevestigd, dat, wanneer men op de grote steen aan het einde van de Grote Galerij, welke men de ,,Drempel” heft genoemd, de juiste stappen en in de juiste volgorde zette, hj als een deur zou openzwaaien en toegang geven tot een Spiraal-gang, welke via de Koninginne-kamer tot het Ondergr\ Gew\ zou leiden. Op zijn weg door die gang ontmoette de Cand\ voor Inwijding telkens opnieuw dergelijke Stenen Deuren en aan iedere Deur stond een ,,Wachter”, die hem Woorden en Tekens vroeg. Voldeed bij aan de vereisten. dan leerde deze ,,Wachter” hem de,,Stappen” en opende zich de ,,Deur” naar een nieuw ,,Gewelf”.
Een dezer magische ,,Deuren” is inderdaad gevonden, aangezien hij - op een dramatisch moment - openzwaaide en de ingang tot de thans bekende Gewelven verried. Zonder twijfel was het ogenblik aangebroken, dat dit z moest wezen, want hoe zou men kunnen verklaren, dat dit openzwaaien geschiedde, toen de werklieden van Khalif Hassan juist van plan waren het werk aan de tunnel te staken en zij door het geluid van deze openzwaaiende ,,Deur”, die meer dan 2000 jaren hermetisch gesloten was geweest, werden gewaarschuwd, dat het einde van hun zoeken nabij was?
Wat de mystieke naam Gileadreeuws: Gal`âd betreft, heeft ook deze ons iets mede te delen. ,,Ad” betekent ,,Getuige” en duidt op de Innerlijke, steeds-aanwezige Getuige in ons hart. De belangrijkste aanroep in de Hebreeuwse Myst\ luidt: ,,ShemA Israël, JHVH Elobenu JHVH achaD”, het geen beduidt: Hoort Israël, God de Heer is een Enig God. In deze zin wordt, zoals wij boven aangaven, de 1ste Aleph en de laatste Daleth met andere letters geschreven en vormen zo het woord ,,Ad”. Wie deze ,,Getuige” of, wat hetzelfde is, ,,Waker” is, vernemen wij uit Psalm CXXI, vers 4, waarin wij lezen : ,,Ziet de ,,Waker” Israëls sluimert noch slaapt. ,,De Heer-zelf is uw ,,Hoeder” (Waker).
Wat de ,,Steenhoop” (Hebr.: Gimel-Lamed = Gâl) betreft is het niet zo moeilijk om het verband met de Grote Pyramide te zien. Maar in mystieke zin is het de ganse aardbol en zelfs het gehele materiële Universum. In dit alles is de ,,Innerlijke Getuige” immer tegenwoordig. In de naam van het land ,,Galilea” (Hebr.: Galla) is deze wortel Gâl terug te vinden en beduidt de ganse fysieke omgeving om de Heilige Rivier der Jordaan.
Heilige Koninklijke Boog van Hierusalem


Er is nog een 3de rite, welke echter niet beboort tot de A\A\S\R\, doch in Engeland het meest gebruikelijk is. In deze ritus zijn de Myst\ van het Pad verzinnebeeld volgens het moderne Occultisme. De 8 Gew\ welke voorafgaan aan het 9de, waarin het W\ gevonden zal worden, zijn hier - in een vóór-gr\- teruggebracht tot een 4-tal, en i.p.v. door een gat in de zoldering of een kelder-deur, gaat de Cand\ door 4 ,,Sluiers”, welke achtereenvolgens symboliseren de vier ,,Vereisten” voor de toelating tot het Heiligd\ van inwijding. Ook hier, zoals in de vorige riten, treffen wij de ,,Wachters” aan, die T\ en G\ W\ eisen en op wiens instructies de Poorten zich openen. Deze vier Kamers, waar de Cand\ doorheen trekt, zijn natuurlijk de vier Werelden, waar de negen Centra zich bevinden. Als hij de 4de ,,Sluier” gepasseerd is, staat de Cand\ voor de drie Principalen en ontvangt bij de opdracht om de fundamenten van de T\ bloot te leggen en daar vindt bij dan, geassisteerd door zijn gidsen, het H\ Geh\.. en het Woord.
Dan verneemt de Cand\ het verslag van de myst\ nederdaling en wordt bij, evenals in de andere riten, omwonden met een ,,kabeltouw”, dat in 3½ slag (soms ook 7 slagen) om hem wordt gelegd. Hij treedt, begeleid door twee gidsen, de T\ wederom binnen en deze drie dragen ieder een gereedschap, dat een symb\ is van hetgeen zij voorstellen. Want de Cand\ is nooit alleen, steeds staan twee Borgen hem bij en in occulte zin zijn het de beide ,,Slangen”, die zich om de Caduceus-staf winden, het Cerebro-Spinale en het Sympathisch Zenuwstelsel in de occulte fysiologie. Het zijn de ,,Zuilen” van Genade en Kracht, welke in de Boom-Glyphe, te rechter- en te linker-zijde staan van de ,,Zuil” van Barmbartigheid, die de Cand\ zelf moet voorstellen.
De betreffende gereedschappen zijn, respectievelijk voor de Hoofd-Gids een Breekijzer of Koevoet, voor de Candidaat een Pikhouweel en voor de 2de Gids een Schop of Spade. Wat beduiden deze symb\.
Het klinkt misschien zonderling, doch wij kunnen hun betekenissen vinden in het Myst\ Boek van Thot, dat ook wel de Tarot wordt geheten en waar ons gewone kaartspel uit is voortgekomen. Er zijn daarin eveneens 4 werelden, of eigenlijk de Myst\ Tetractys van drie en een, de Hoogste. Zij symboliseren de 3 Zuilen en de Ongeziene ,,Getuige” die bij iedere Inw\ immer tegenwoordig is en onder Wiens Ster iedere Inw\ geschiedt. In het Tarot-spel zijn deze vier verzinnebeeldt in de 4 kleuren, of zoals zij in het kaartspel geworden zijn, in: Harten, Ruiten, Klaveren en Schoppen. Origineel waren zij achtereenvolgens in dezelfde volgorde: Pentakels, Staven, Zwaarden en Bekers.
Wat is echter myst\ en symb\ betekenis?
Harten = Pentakels = Vijf-puntige Ster, duidt op de Gr\ Inwijder;
Ruiten = Staven = het ,,Breekijzer”, ‘t Symb\ van Kracht;
Klaveren = Zwaarden = het ,,Pikhouweel’, ‘t Symb\ van Wijsheid;
Schoppen = Bekers = de ,,Schop”, ‘t Symb\ van Liefde en Schoonheid.
De Z\V\Br\ C. W. Leadbeater heeft ons verteld, dat de innerlijke betekenis van deze gr\ zinspeelt op de Organisatie van de Occulte Hiërarchie. De 3 ,,Vorsten” in het O\ zijn de Hoge-Priester Josua, de Vorst Zerubbabel en de Z\H\ Profeet Haggai. Zij symboliseren Liefde, Kracht en Wijsheid. Tegenover deze Hoge drie staan in het W\ andere drie, nl. de drie ,,Gidsen”, welke wel geen bijzondere namen dragen, doch geïdentificeerd schijnen te mogen worden met de drie Chohans, die aan het Hoofd staande van de Departementen der Occulte Hiërarchie, inderdaad de ,,Gidsen” van de ganse mensheid zijn.
Het is opmerkelijk, dat de Cand\ de plaats inneemt van de 3de G\, die in de normale Loge-opstelling tegenover de Profeet staande, het symb\ is van Wijsheid. Inderdaad komt daarmede overeen zijn ,,werktuig”, het Pikhouweel, dat prachtig nabootst de letter Tau en in de plaats is getreden van het Zwaard, waarmede de vorm inderdaad gelijkenis heeft.
De Cand\ treedt dus in dit rit\ de Gr\ binnen onder het T\ van Wijsheid.
Om het Alt\ staan 2 groepen kaarsen, elk in een Drieh\. Een 3-tal grote en een 3-tal kleinere. De zinspreuk van de gr\ is op ‘t Juweel gegraveerd en luidt : ,,Si talis jungere, possis sit tibi scire satis”, hetgeen betekent : ,,Indien gij slaagt samenvoegen, in bezit zijt gij van kennis genoeg”.
Misschien mag men veronderstellen, dat het 1ste rit\ de nadruk legt op Kracht (H\K\B\ van Henoch);
het 2de rit\ de nadruk legt op Schoonheid (Geh\Gew\van Salomo de Kon\);
het 3de rit\ de nadruk legt op Wijsheid (H\K\B\ van Jerusalem).
Het H\W\ in deze gr\ is wederom het Tetragrammaton, maar het Myst\ W\ (het teruggevonden Mr\W\), dat wij niet kunnen geven, is op merkwaardige wijze een W\, dat men in tal van andere graden tegenkomt en op allerlei wijzen tracht uit te spreken, doch de diepe betekenis kan men pas inzien, wanneer men het op het Stralend Alt\ van de l3de Gr\ heeft zien schitteren.
Zo ontvangt bijv. de A\M\ van een Bl\L\ dit W\ bij zijn Inst\ in de Stoel. Het is de naam van een Gez\in de Gr\ van Volm\. H. P. Blavatsky vertelt ons, dat het de naam is van de Hiërophant, die in het Boek Job optreedt en de veel-beproefde Job tot inzicht brengt. Maar deze naam is (natuurlijk en opzettelijk) zó versluierd, dat oningewijden hem inderdaad niet kunnen vinden.

Ritualen:
Rituaal voor de Graad van Ridder van het Koninklijk Gewelf (nederlands, 2e helft 19e eeuw).
Royal Arch (Amerikaans, 1835).