Rituaal voor de Graad van Soeverein Prins van het Rozekruis

Deze tekst van dit rituaal dateert uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Het rituaal dat tegenwoordig gebruikt wordt is gebaseerd op dit rituaal. Het engelstalige rituaal voor deze graad op deze site is recent en komt nauw overeen met het huidige nederlandse rituaal.


Opening van het kapittel

Z\ W\ geeft 1 hamerslag en zegt: Eerwaarde Bbr\ Ridders, help mij het Soev\ Kap\ te openen.
Opzz\ : Eerw\ Bbr\ RR\ , help de Zeer Wijze het Soev\ Kap\ te openen.
Alle Bbr\ gaan staan.
Z\ W\ : Z\ Uitm\ Br\ 1e Opz\ , wat is de eerste plicht van een Opziener?
1e Opz\ : Te zien of het Kapittel behoorlijk is gedekt.
Z\ W\ : Doe u daarvan verzekeren, Z\ Uitm\ 1e en 2e Opzz\ , zowel in het Zuiden als in het Noorden.
1e Opz\ herhaalt dit tegen de 2e Opz\ , die volvoert zijn taak en zegt dan: Z\ W\ , het Kapittel is gedekt.
Z\ W\ : Z\ Uitm\ Br\ 1e Opz\ , welke is de tweede plicht?
1e Opz\ : Zich ervan te verzekeren dat alle hier vergaarde Bbr\ Soeverein Prins van het Rozekruis zijn.
Z\ W\ : Doe u daarvan verzekeren, Z\ Uitm\ Bbr\ , door u W\ , T\ en A\ te laten geven, te beginnen in het Oosten en zo naar het Westen. Geschiedt.
Z\ W\ : Hoe laat is het?
1e Opz\ : Het is de tijd van de Ridder van het R\ X\
Z\ W\ : Welke tijd is dat dan?
1e Opz\ : Het is het ogenblik waarop de voorhang van de Tempel scheurt, waarop duisternis en verwarring zich verspreiden op aarde, waarop de maan wordt verduisterd, waarop de Vlammende Ster verdwijnt, waarop de werktuigen van de Vrijmetselarij in stukken vallen, waarop de Kubieke Steen water en bloed zweet en waarop het Woord is verloren gegaan.
Z\ W\ : Bbr\ Rr\ , nu de Vrijmetselarij een dergelijke tegenspoed ondervindt, laat ons al onze krachten opnieuw inspannen om het Woord terug te vinden en laat ons, om dat te bewerkstelligen, het Kapittel van S\ P\ R\ X\ openen. Z\ W\ geeft 6 + 1 hamerslag. Z\ Uitm\ Bbr\ Opzz\ , Z\ E\ Rr\ , het Kapittel van S\ P\ R\ X\ is geopend!
De Opzz\ herhalen dit.
Allen zeggen drie maal met droevige stem: Het Woord is verloren.

Inwijding

Z\ W\ : Br\ 1e Opz\ , met welk doel zijn wij hier verzameld?
1e Opz\ : Z\ W\ , dat is de verbreiding van de Orde en de Vervolmaking van een Ridder van het Oosten en het Westen, die toelating verlangt tot het Soeverein Kapittel.
Z\ W\ laat ballotage verrichten en als de stemming gunstig blijkt te zijn zegt hij: Bbr\ Rr\ , het Kap\ is de Kand\ gunstig gezind, laat hem dus toe met de gebruikelijke plechtigheden. Z\ Uitm\ Br\ 1e Opz\ , ga de Aannemeling voorbereiden en breng hem in de voorgeschreven staat om te worden aangediend in het Kap\ .
2e Opz\ gaat naar de Kamer van Voorbereiding en begroet de Kand\ eerbiedig; met een wanhopig gezicht zegt hij tot hem: Br\ , alle Vrijmetselaars Tempels zijn verwoest, de Werktuigen aan diggelen, de Kolommen omver geworpen en het Woord is verloren gegaan sinds de vorige Inwijding, ondanks de voorzorgen die wij hadden getroffen om dat te voorkomen. We zijn verstoken van de middelen om elkaar te herkennen en de Orde in het algemeen verkeert in de grootste verwarring door het verlies van dat Woord. Wilt u mij helpen het weder te vinden?
Kand\ : Ja.
2e Opz\ : In dat geval, volg mij.
2e Opz\ leidt Kand\ naar deur van Kap\ en geeft zeven slagen.
1e Opz\ : Z\ W\ , er wordt geklopt als R\ van het R\ X\ .
Z\ W\ : Ga zien, wie daar is, Br\ 1e Opz\ en neem de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen.
1e Opz\ geeft zeven slagen op de deur.
2e Opz\ antwoordt met zeven slagen.
1e Opz\ opent de deur: Wat verlangt gij?
2e Opz\ : Hier is een Br\ die heeft gedwaald door bossen en over bergen, die na de verwoesting van de Tempel het Woord heeft verloren en die nu met uw hulp wil zoeken en helpen om het weer te vinden.
1e Opz\ sluit de deur, gaat naar zijn plaats en geeft het antwoord door aan Z\ W\ .
Z\ W\ : Bbr\ Rr\ , stemt u in met zijn toelating?
Alle Bbr\ steken hun hand op.
De 1e Opz\ slaat weer zeven maal op de deur, de 2e Opz\ beantwoordt de slagen. 1e Opz\ herhaalt ze, opent de deur, neemt de Kand\ over, geleidt hem naar het W\ en zegt: Z\ W\ , dit is de Ridder die het verloren Woord zoekt.
Z\ W\ : Laat hem binnenkomen. Geschiedt. Br\ , het bederf is in onze werken doorgedrongen, wij zijn niet meer bij machte om te arbeiden. U ziet wel door de verwarring die hier heerst, hoe de zaken er op dit ogenblik voor staan. Er is algehele wanorde over het oppervlak der aarde. De Voorhang van de Tempel is gescheurd, de zon is verduisterd, de Vlammende Ster is verbleekt, de duisternis verbreidt zich over beide halfronden, onze Gewelven zijn ingestort, de Kubieke Steen zweet bloed en water, het Woord is verloren gegaan. Het is niet meer mogelijk om het u te geven. Toch zoeken wij, met behulp van een Nieuwe Wet om het weder te vinden. Lijkt het u wat om die nieuwe Wet te volgen?
Kand.: Zeker, Z\ W\ .
Z\ W\ : Laat dan de Kand\ gedurende 33 jaren reizen door het N\ , het O\ en het Z\ , zodat hij alle paden volgt die naar de Nieuwe Wet leiden.
De 1e Opz\ laat hem drie maal elf reizen doen rond de Kap\ zaal.
Voorafgaand aan de eerste reis zegt Z\ W\ : Onthoud goed wat u zult horen als u langs het Noorden vertrekt.
Tijdens de reis zegt Z\ W\ : O\ B\ d\ H\ ! Welke deugd hebben wij nodig om deze gevaarlijke reis te ondernemen?
Een stem uit het N\ : Het Geloof! Elf kaarsen worden gedoofd.
De 1e Opz\ laat Kand\ vertrekken voor de tweede reis.
Z\ W\ : Wat zal ons steunen op ons moeilijke en gevaarvolle levenspad?
Een stem uit het O\ : De Hoop! Weer worden elf kaarsen gedoofd.
De 1e Opz\ laat Kand\ vertrekken voor de derde reis.
Z\ W\ : Welke vrucht mogen wij verwachten van de weg die zij zijn gegaan?
Een stem uit het Z\ : De Liefde! De overige elf kaarsen worden gedoofd, zodat alleen nog de drie op het Altaar branden.
Als Kand\ terug is in het W\ zegt 2e Opz\ : Uw reizen zijn geëindigd. Vergeet de drie Deugden niet.
1e Opz\ : De geheimzinnige reizen zijn volbracht.
Z\ W\ : Waarheen hebt u gereisd, Br\ ?
Kand\ : Naar de drie delen van de bekende wereld.
Z\ W\ : Wat hebt u onderweg geleerd?
Kand\ : Drie Deugden: Geloof, Hoop en Liefde.
Z\ W\ : Andere hoeft u niet te zoeken en na te streven. Het zijn de belangrijkste Kolommen van ons nieuwe mysterie. Kom nader, Br\ , om de vereiste gelofte af te leggen.
1e Opz\ laat Kand\ Altaar naderen, laat hem knielen op de rechterknie, rechterhand op de Bijbel. De andere Bbr\ staan op en stellen zich in het T\ van de Goede Herder.
Z\ W\ : Zeg mij na: Ik, …, beloof dat ik nooit het geheim van de Ridders van het Rozekruis zal openbaren aan enig profaan, noch aan een Vrijmetselaar van lagere Graad, behalve in een geopend Kapittel, op straffe van voor immer te worden uitgesloten van het Woord, van voortdurend in duisternis te moeten verblijven waar een golf van water en bloed onophoudelijk uit mijn lichaam stroomt, van te moeten lijden onder heftige zielesmart, van geen ander drinken krijgen dan gal en azijn en van als hoofddeksel de scherpste doornen te moeten dragen die mij voor altijd zijn voorgeschreven, als ik op enigerlei wijze de Maconnieke Wetten die mij voor altijd zijn voorgeschreven, zou verzaken.
Ik beloof ook, op gelijke straffe, dat ik nooit bekend zal maken waar en door wie ik ben aangenomen.
Ik beloof, om nooit iemand toe te laten tot deze Graad zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het Vermeld Kapittel.
Moge de O\ B\ d\ H\ mij bijstaan. Amen!
Z\ W\ laat Kand\ links van hem komen, bekleedt hem met zijn kazuifel en zegt hem: Waarde Br\ , dit is het kenmerk van alle Vrijmetselaren die niet hebben deelgenomen aan de oorzaken van ons ongeluk. Maar hij moet ons wel herinneren aan dat smartelijk onderwerp en hij dient ons om diegenen onder ons te herkennen, die het Woord trachten te ontdekken en die zich verdiepen in onze nieuwe geheimen door nederigheid en onthouding. Z\ W\ doet Kand\ het cordon om en vervolgt: Het cordon is het symbool van onze droefenis over het verlies van het Woord. Het moet u tot teken van rouw dienen totdat het is wedergevonden.
De Opzz\ brengen de Kand\ naar het W\ .
Z\ W\ geeft zeven slagen, herhaald door de Opzz\ . Alle Bbr\ heffen het hoofd op, kruisen de armen op de borst en schijnen minder bedroefd.
Z\ W\ : Br\ 1e Opz\ , waarvoor komen wij hier samen?
1e Opz\ : Voor de Kubieke Steen die water en bloed zweet, die te kijk staat op een hoge berg en die aan splinters wordt gehakt door de losbandigheid van de Vrijmetselaren bij hun werken.
Z\ W\ : Wat beduidt dat mysterie?
1e Opz\ : Het verlies van het Woord, dat wij hopen met uw hulp terug te vinden.
Z\ W\ : Wat moeten we doen om daarin te slagen?
1e Opz\ : De Nieuwe Wet omhelzen, vervuld als wij zijn door de drie Deugden die daarvan de steunpilaren en de grondslag zijn.
Z\ W\ : Welke zijn die?
1e Opz\ : Geloof, Hoop en Liefde.
Z\ W\ : Hoe zullen wij die drie Kolommen vinden?
1e Opz\ : Door te reizen en te dwalen door het donker en de diepste duisternis.
Z\ W\ : Hoe lang?
1e Opz\ : Gedurende drie dagen.
Z\ W\ : Laat ons dan reizen, Bbr\ , van het O\ naar het W\ en van het N\ naar het Z\ en laat ons trachten om niet de gevoelens uit het oog te verliezen die ons hiertoe aanzetten. Allen maken gezamenlijk drie rondgangen om de Loge en na elke ronde dooft de Z\ W\ een van de kaarsen op het Altaar.
Kand\ wil ook meelopen. De 1e Opz\ keert zich om, rukt hem kazuifel en cordon af en roept hem toe: Halt! De kenmerken die u draagt zijn niet nederig genoeg om u in de gelegenheid te stellen om met ons mee te gaan op zoek naar het Woord. Voordat u zich er weer mee bekleedt moet u daartoe waardig worden gekeurd door strenge beproevingen.
De 2e Opz\ bedekt Kand\ met een groot zwart doek en zegt: Geef u met vertrouwen aan mij over.
Als de laatste ommegang is beëindigd en men in volstrekte duisternis verkeert, geeft de Z\ W\ een harde slag en roept: Consummatum est! Alles is volbracht!
Alle Ridders barsten in snikken uit, maken lawaai en scheuren met veel gedruis vellen sterk papier of stof. Op dat ogenblik wordt de Kand\ door de 1e Opz\ tamelijk hardhandig de deur uitgewerkt, naar de Kamer van Beproevingen. Daar neemt de 2e Opz\ hem tijdelijk de zwarte sluier af, laat hem drie keer rond gaan om te zien wat de kamer bevat. Tenslotte leidt hij hem weer tot de deur van het Kapittel en zegt: De verschrikkelijkheden die u daarnet hebt opgemerkt zijn nog niets vergeleken met wat u te verduren zult krijgen als u ongelukkigerwijze niet de nodige vastbeslotenheid zou hebben.
De 2e Opz\ klopt zeven keer, de 1e Opz\ beantwoordt dit en vraagt: Wie klopt aldus aan?
De 2e Opz\ herhaalt de slagen en antwoordt: Zeer Volmaakt Br\ 1e Opz\ , het is een Br\ Ridder van het O\ en het W\ . Hij heeft de meest duistere streken doorkruist en de diepste krochten der aarde. Hij hoopt nu, als vrucht van zijn speurtocht, het Verloren Woord weer te vinden.
De 1e Opz\ brengt dit over aan de Z\ W\ .
Z\ W\ : Laat hem in het Kap\ binnenkomen, wij zullen hem ondervragen.
1e Opz\ opent de deur, 2e Opz\ en Kand\ komen binnen.
2e Opz\ : Hier is de Ridder van het O\ en het W\ , die hoopt het Verloren Woord te hebben teruggevonden en met behulp daarvan Volmaakt Vrijmetselaar te worden.
1e Opz\ : Hier is de Ridder van het O\ en het W\ , die hoopt het Verloren Woord te hebben teruggevonden en met behulp daarvan Volmaakt Vrijmetselaar te worden.
Z\ W\ : Hoe heet het land waar u vandaan komt?
Kand\ voorgezegd door 2e Opz\ : Iudea.
Z\ W\ : Welke plaats heeft u onderweg bezocht?
Kand\ : Nazareth.
Z\ W\ : Hoe luidt de naam van uw geleider?
Kand\ : Raphael.
Z\ W\ : Van welke stam bent u?
Kand\ : Iuda.
Z\ W\ : Geef mij de eerste letters van die woorden
Kand\ : I N R I.
Z\ W\ : Het Woord is weer gevonden!
Laat hem het Licht gegeven worden!
2e Opz\ ontdoet hem van de zwarte doek. Op een teken van de 1e Opz\ klappen alle Bbr\ zeven maal in hun handen en roepen 3 maal: Het Woord is weer gevonden!
De 1e Opz\ brengt de Kand\ naar het Altaar om W\ , T\ en A\ te ontvangen.
Z\ W\ : Ik wens u geluk, Waarde Br\ , met de ontdekking van het Woord dat u de Graad van Volmaakt Vrijmetselaar deed verwerven. Hij geeft hem de rode cordon, het Juweel en het Schootsvel en zegt: Ontvang hierbij deze onderscheidende kenmerken. De kleuren en versieringen dienen om u het verlies van het Woord in herinnering te brengen. Het Juweel leert u door zijn symboliek dat de Vrijmetselarij onder een allegorie een mysterie verbergt dat alleen maar wordt ontsluierd door de Volm\ Vrijmm\ . Het Kruis van het Juweel zal u dat beter doen begrijpen dan ik u kan uitleggen.Ik hoop dat dit voor altijd in uw geheugen vastligt. Het Woord is, zoals u het hebt gevonden: I N R I.
Het Paswoord voor deze Graad is Emmanuel.
Het Teken van Herkenning of van Berusting wordt aldus gemaakt: sla de ogen ten hemel, kruis de handen met de duimen omhoog en laat ze dan op de buik vallen. Dit Teken wordt beantwoord door de rechterwijsvinger omhoog te steken; de andere vingers gebald, om aan te geven dat alles van boven komt.
Daarnaast kennen wij het Teken van de Goede Herder. Dit wordt gemaakt door de armen op de borst te kruisen, de vingertoppen op de schouders te leggen en het hoofd licht naar voren te buigen.
De Aanraking wordt gegeven door degene die men wil onderzoeken te naderen in het Teken van de Goede Herder. Dan legt men elkaar de beide handen op de borst en verstrengelt men elkanders armen. Op die wijze geeft men elkaar het Woord.
Z\ Uitm\ Bbr\ 1e en 2e Opz\ , wilt u W\ , T\ en A\ in ontvangst nemen? Als de Kand\ dit heeft verricht, wordt hij door de 1e Opz\ voor de Z\ W\ gebracht, die hem zegt: U ziet, W\ Br\ , dat uw inwijding een allegorie is op de dood en de wederopstanding van de Redder der mensen, dat het Woord is terug gevonden, dat dat onze werkzaamheden insluit in Geloof, Hoop en Liefde. Dat die Kolommen u nimmer zullen verlaten en dat de O\ B\ d\ H\ u moge bijstaan. Amen.
 
Z\ W\ : Dan verzoek ik u nu te luisteren naar het Historische Bouwstuk van deze Graad:
De Vrijmetselaren verontachtzaamden hun werk sedert de wederoprichting van de Tempel en lieten het kostbare bouwwerk, dat zij met zoveel moeite hadden gewrocht, over aan de wisselvalligheden van het weer.
Het bederf vrat ook verder voort. De Wijsheid van de vakman, de Kracht van de materialen en de Schoonheid van de architectuur maakten plaats voor wanorde, verwarring en zonde.
De O\ B\ d\ H\ besloot om Zijn roem tot uitdrukking te brengen, het aardse bouwwerk in de steek te laten en met Zijn verheven en uitmuntende Meetkunde een Geestelijk Bouwwerk op te richten welks bestaan niet vatbaar zou zijn voor aanvallen van menselijke machten en dat zou blijven voortbestaan door de eeuwen heen. Om die machtige reden hebben de mensen dat wonderbaarlijke verschijnsel gezien, dat wonder der wonderen, de Kubieke Steen die water en bloed zweette en zielesmart leed.
Toen werd de Steen van de Adelaar uitgerukt door de werklieden die de Tempel grondvestten, om op de puinhoop van hun gebouw te worden geworpen. En de mystieke roos werd geofferd op een Kruis dat boven op een berg stond die zich boven de aarde hemelwaarts verhief met drie Vierkanten, drie Cirkels en drie Driehoeken, uitgesneden met een scherpe diamant.
Men kan zich wel indenken hoe iedere Vrijmetselaar deze ongelukken moest verwerken. De menselijke Vrijmetselarij werd geheel vernietigd, de Voorhang van de Tempel gescheurd, de aarde in duisternis gehuld, de maan verduisterd en de Maconnieke Werkwijze gebroken, de Vlammende Ster verbleekt en het Woord was verloren gegaan. Algemene verslagenheid en allergrootste verwarring was nog wel de minste omschrijving van die toestand. Zij waren gedwongen om gedurende drie dagen in die duisternis te verkeren, onzeker of hun leven zou worden voortgezet dan wel of een nieuwe ramp hen ervan zou beroven.
Zodoende kon er niet dan de grootste weifeling bestaan in de harten van alle Vrijmetselaren die toen op aarde bestonden. De wil van Degene van Wie alle gebeurtenissen afhangen maakte een eind aan al die dingen en deed na ommekomst van die drie dagen het Licht weer verschijnen, maar dat ging weer met een nieuw verschijnsel gepaard. De gebroken Werktuigen hernamen hun vorm, de Vlammende Ster verscheen in groter helderheid dan tevoren en het Woord werd wedergevonden. Dat geluk overkwam alleen die Vrijmetselaren die zich ontworstelden aan de verharding en onverschilligheid die bij hen door ledigheid was ontstaan. Enigen van hen hadden 33 jaar gereisd, op zoek naar het Woord en zij leerden anderen dat ze de Kollommen Geloof, Hoop en Liefde moesten leren kennen en de Nieuwe Wet omhelzen om te mogen hopen terug te keren in de mystieke werkzaamheden van de Orde. Het was op die nieuwe grondslag dat de Vrijmetselarij weer voor het oog van de mensen verscheen, maar volgens theoretische die ze brachten tot het allegorisch beoefenen van hun handelingen. Sindsdien bouwen de Vrijmetselaren geen materiele bouwwerken meer, maar geestelijke, dat is hun werk. De wisselvalligheden van het weer vrezen zij niet meer.

Catechismus

V: Zijt gij Soev\ Prins van het Rozekruis?
A: Jawel, en Z\ Machtige, ik smaak dat geluk.
V: Waar bent u ingewijd?
A: In een kapittel waar welgevoeglijkheid en nederigheid heersen.
V: Wie heeft u aangenomen?
A: De nederigste van allen.
V: Hoe bent u ontvangen?
A: Met alle plichtplegingen die horen bij zulk een gewichtige stap.
V: Hoe hebt u zich in een Kap\ aangediend?
A: bevrijd van al mijn zinnen en wil.
V: Wat hebt u aanschouwd toen u werd binnengeleid?
A: Mijn ziel raakte in vervoering door de onbeschrijfelijke aanblik die ik kreeg; de stilte die er heerste, de toestand waarin de Ridders verkeerden. Dat alles deed mij aanvoelen dat ik een groots idee zou gaan vernemen.
V: Wat deed men vervolgens met u?
A: Men liet mij reizen.
V: Wat heeft u tijdens die reizen geleerd?
A: Ik heb de drie steunpilaren van ons nieuwe bouwwerk gezien: Geloof, Hoop en Liefde, de drie theologische Deugden die er de grondslag van vormen.
V: Was uw arbeid voltooid na uw reizen?
A: Ik werd bekleed met de kenmerken van smart en berouw en men bracht mij bij waarom men mij zo behandelde. Vervolgens legden alle Ridders een gedachtenisreis af, waardoor wij van droefenis tot vreugde geraakten, vooral nadat ik de duistere kelder, vervuld van afschuw, had bezocht. Maar de vastberadenheid waarmee ik de beproevingen doorstond, leverden mij de beloning op die ik heb ontvangen.
V: Wat zocht u tijdens die reis?
A: Het Ware Verloren Woord, mijn doorzettingsvermogen deed mij het weervinden.
V: Wie heeft het u gegeven?
A: Het is niemand toegestaan om het te geven, maar al nadenkend over hetgeen ik had gezien en gehoord, heb ik het gevonden, met bijstand van degeen die er de schrijver van is.
V: Wilt u het mij geven?
A: Dat kan ik niet. Maar ondervraag mij over mijn land en de naam van mijn stam en doe als ik.
V: Uit welk land komt u?
A: Iudea.
V: Welke plaats hebt u onderweg bezocht?
A: Nazareth.
V: Hoe luidt de naam van uw geleider?
A: Raphael.
V: Van welke stam bent u?
A: Iuda.
V: Ik ben er niet veel mee opgeschoten, Br\ .
A: Neem dan de eerste letters van elk woord en kijk wat die vormen.
V: I\ N\ R\ I\ ?
A: Het Woord is juist, Z\ W\ .
V: Heeft men u nog meer geleerd?
A: Jawel. Ik leerde het Paswoord, dat is Emmanuel en verder het T\ en A\ om mij bekend te maken in een Kap\ .
V: Geef mij het T\ .
A: Aldus geschiedt.
V: Nu de A\ .
A: Wilt u mij bijstaan? Geschiedt.
V: Hoe heet het T\ ?
A: Het T\ van de G\ H\ .
V: Wat werd daarna met u gedaan?
A: De Z\ W\ , en alle Ridders hebben mij S\ P\ RX gemaakt en mij getooid met hetzelfde cordon en hetzelfde Juweel waarvan mij eerst uitleg was gegeven. Vervolgens heb ik mij bij alle Rr\ bekend gemaakt en mijn plaats in het Kap\ ingenomen.
V: Wat gebeurde er toen?
A: De Z\ W\ voegde mij een aansporing toe, evenals alle Ridders. Hij sloot toen het Kap\ op de gebruikelijke wijze en alle Bbr\ gingen heen in vrede.
 
Sluiting

Z\ W\ : In orde, Bbr\ Volm\ Vrijmm\ !
Z\ Uitm\ en Volm\ Br\ 1e Opz\ , hoe laat is het?
1e Opz\ : Het is het uur van de Volm\ Vrijm\ .
Z\ W\ : Wat is dat uur?
1e Opz\ : Het is het ogenblik waarop het Woord is wedergevonden, waarop de Vl\ Ster in volle luister weer voor onze ogen verschijnt, waarop de duisternis zich oplost, waarop de Nieuwe Wet begint te heersen over de arbeid der Vrijmm\ .
Z\ W\ : Bbr\ , laat ons de Nieuwe Wet volgen, omdat die het vervolg is op alle wonderen die wij onder ogen hebben gekregen.
De Z\ W\ komt van zijn plaats, maakt een knieval voor het Altaar en gaat op een rij staan, gevolgd door de 1e Opz\ , de 2e Opz\ , alle Officieren en de Ridders naar ancienniteit. Dan omhelst de Z\ W\ de 1e Opz\ nadat hij hem W\ , T\ en A\ heeft laten geven en zo vervolgens tot de laatste man. Dan keren allen zich naar het Altaar.
Z\ W\ : Bbr\ , wees uw plicht indachtig.
Allen maken een knieval voor het Altaar en gaan weer naar hun plaats.
Z\ W\ geeft zeven slagen: Bbr\ Ridders, het Soeverein Rozekruiskap\ van de Aloude Ritus is gesloten.
De Opzz\ herhalen dit. Allen slaan dan zeven maal op hun mouw en roepen: Hoezee! Hoezee! Hoezee!

 


Home