Rituaal voor de graad van Soeverein Prins van het Rozekruis
De Duistere Tempel
Deze ruimte is geheel met zwart bekleed. In het midden ligt een Tableau, met
daarop een kruis, zonder roos; de voet van het kruis wijst naar het Oosten. Om
het Tableau zijn de Lichten Waarheid, Kracht en Schoonheid geplaatst.
Bij de tafel van de Voorzittend Meester staat het ridderzwaard; op de tafel
ligt de constitutiebrief van het Kapittel en een acaciatak.
De Tempel wordt zo donker mogelijk gehouden. In het Oosten moet een
transparant zijn waarop de letters G, H en L en INRI en een kruis zichtbaar
gemaakt kunnen worden.
De Rode Tempel
Deze is geheel met rood bekleed en zo licht mogelijk verlicht. In het midden
ligt het Tableau, met daarop een kruis met roos; de voet van het kruis wijst
naar het Westen. Aan de voet van het kruis zijn een Pelikaan en een Phoenix
geplaatst. Om het Tableau zijn drie Lichten geplaatst.
Opening
In de Duistere Tempel
Het Kapittel wordt, nadat nagegaan is of het Kapittel behoorlijk gedekt is,
geopend met de vraag van de Meester aan de 1
De 1
De 2
Daarop worden de kandidaten binnengeleid.
Verlenen van de Tussengraden
De Meester geeft aan dat, teneinde te blijven voldoen aan de regels voor
onderlinge erkenning van Grootmachten elders in de wereld, de kandidaten bekend
dienen te worden gemaakt met de Tussengraden, die hen nu bij communicatie zullen
worden verleend.
In opdracht van het Hoofdkapittel en uit hoofde van de macht, hem door het
Kapittel toevertrouwd verleent hij de graden van:
Geheim Meester - 4
Volmaakt Meester - 5
Geheimschrijver - 6
Provoost en Rechter - 7
Intendant der Gebouwen - 8
Uitverkorene der Negen - 9
Uitverkorene der Vijftien - 10
Verheven Uitverkorene - 11
Grootmeester Architect - 12
Ridder van het Koninklijk Gewelf - 13
Volmaakt Uitverkoren Groot Schot - 14
Ridder van de Degen en van het Oosten - 15
Prins van Jeruzalem - 16
Ridder van het Oosten en van het Westen - 17
Daarop worden de kandidaten bekend gemaakt met Woorden, Teken en Aanraking
van deze laatste graad. Het Teken wordt gemaakt door zich tegenover elkaar op te
stellen; de één kijkt over de rechterschouder, de ander over de linkerschouder
en na een kort ogenblik elkaar aan te kijken. De Aanraking en de Woorden worden
gecombineerd gegeven. De Broeders stellen zich tegenover elkaar op, de ene legt
zijn linkerhand op de linkerschouder van de ander, zeggende Abàddon. De andere
Broeder legt zijn rechterhand op de rechterschouder van de eerste en zegt
Jehàbulon. Op deze wijze worden de armen geplaatst in de vorm van het
zogenaamde Andries-kruis.
Het woord Abàddon verwijst naar de wereld als oord van verderf, Jehàbulon
betekent 'De Heer is onze Bevrijder'.
Hierop worden de kandidaten uit de Tempel geleid om hen even later weer
binnen te laten komen als Ridder van het Oosten en van het Westen.
De Meester spreekt de kandidaten toe dat hun aanwezigheid het bewijs is dat
zij na hun verheffing niet zijn blijven stilstaan in hun geestelijke
ontwikkeling. De geest van de Opperbouwmeester des Heelals is in de kandidaten
tot leven gewekt en zo opende zich een weg naar hoger ontwikkeling, naar
innerlijke vervolmaking. Bij deze ontwikkeling worden de kandidaten gesteund
door het Nieuwe Meesterwoord, maar het besef drong zich langzamerhand op dat het
Oude Meesterwoord, dat met het neerslaan van Hiram Abiff verloren is gegaan niet
verloren was gegaan, maar dat er in de duisternis een weg openblijft die naar
het Verloren Woord, het geheim van de onuitsprekelijke Naam zal voeren.
De Meester stelt vast dat door hun aanwezigheid hier de kandidaten het
verlangen hebben om door te zoeken naar het Meesterwoord, dat hen zal leren het
Goddelijke in zichzelf tot volkomen ontwikkeling te brengen. Hij belooft dat de
kandidaat de weg gewezen zal worden. Daarbij zal de kandidaat drie dagen en drie
nachten moeten doorbrengen op drie symbolische reizen. Op die reizen is het de
taak van de kandidaten om het Woord te zoeken.
In het Oosten worden de Lichten Geloof, Hoop en Liefde ontstoken.
Tijdens de eerste reis rond de tempel zegt de 2
Na deze eerste reis is het Verloren Woord nog niet gevonden. Hierop wordt de
tweede reis ondernomen. 1e
Tijdens de derde reis zegt de Meester: Onze laatste en hoogste schoonheid is
te leven in de Schoonheid van de Opperbouwmeester des Heelals, die is de
alomvattende schoonheid der Liefde.
Nadat ook de derde reis is volbracht stelt de Geleider vast dat de kandidaten
de betekenis van de nieuwe lichten die hen tot het Woord zullen voeren hebben
ontdekt, maar dat zij het Woord zelf nog niet hebben gevonden.
Op de vraag van de Meester hoe zij dit alsnog zullen kunnen bereiken is het
antwoord: Door het Kruis te aanvaarden. Daarop wordt aan elk van de kandidaten
gevraagd of zij hiertoe bereid zijn. Nadat de kandidaten bevestigend hebben
geantwoord wordt het Kruis in de driehoek verlicht. De kandidaten worden tot
voor de Troon geleid, waar zij hun gelofte moeten afleggen:
"Ik hernieuw de beloften in de vorige graden gedaan;
ik beloof steeds het belang der Symbolieke Graden te zullen bevorderen,
met al mijn kracht te zullen medewerken aan het doel der Hoge Graden.
Ik beloof door mijn woorden en daden de mensen te zullen doordringen met de
geest van broederschap, met de liefde van mens tot mens.
Ik aanvaard het Kruis."
De Meester geeft elk van de kandidaten de ridderslag en verheft hen
vervolgens met de greep van Souverein Prins van het Rozekruis. Hij deelt hen het
Paswoord in deze graad, Emmanuel, mee en geeft aan dat de leeftijd in deze graad
33 jaren is. Het Teken van de Goede Herder, dat gemaakt wordt bij het 'In Orde'
staan, wordt gemaakt door de armen over de borst te kruisen, de linker over de
rechter, het hoofd naar links gebogen.
Hierna volgt een korte uitweiding van de Redenaar over (christelijke) liefde,
besloten door de woorden van de Meester: Dan zullen wij zijn vernieuwd,
herboren, dan is aan ons de spreuk bewaarheid: 'Igne Nature Renovatur Integra',
'wij worden vernieuwd door het vuur der Liefde', de spreuk waarvan de
beginletters INRI, het Woord, òns Woord, vormen.
De Meester vervolgt dat dit woord uitsluitend een symbolische betekenis
heeft, dat dit een symbool is van de geest, van de Opperbouwmeester des Heelals,
zals die geest zich aan de mens openbaart. Wanneer dit symbool door de mens
wordt opgenomen krijgen de eerste woorden uit het Johannesevangelie een nieuwe
betekenis:
'In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
Alle dingen zijn door hetzelve gemaakt en zonder hetzelve is niet één ding
gemaakt, dat geworden is. In hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht
der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het
niet overmocht.'
Hierop geeft de Meester aan dat er nog meer betekenissen zijn van het Woord
INRI: INRI staat ook voor 'In Nobis Regnat Ille': in ons heerst Hij, verwijzend
naar de Goddelijke Liefde in elk mens en ook voor 'Iezus Nazarenus Rex Iudaeorum',
de tekst op het Kruis van Jezus Christus, die bereid was uit Liefde tot de mens
de kruisdood te ondergaan.
Dan gaat de Geleider, gevolgd door de Meester met de nieuw aangenomen Prinsen
en de beide Opzieners in een kruisgang rond het Tableau. De Geleider draagt een
acaciatak.
Tijdens deze rondgang zegt de Meester: Broeders, uw Kruisweg is begonnen. Gij
weet dat dit een reis is van smart, want gij hebt het Kruis op u genomen; beseft
gij ook wat dit betekent?
Hoe zal het u te moede worden als de Schoonheid verloren gaat (de Geleider
dooft hier de kaars Schoonheid) als de Kracht u ontzinkt (de kaars Kracht wordt
gedoofd) als de Wijsheid zich niet meer openbaart (Wijsheid wordt nu ook
uitgeblazen). Ge ziet uw Broeders u verlaten. Hoe zult gij thans uw weg vinden?
De Meester gaat voort met een verhandeling over de beproevingen die de nieuwe
Ridders nog te wachten zal staan, maar met het Geloof in de overwinning, de
blijde Hoop in het hart op het pad der offerende Liefde wacht aan het einde van
dat pad het Licht. "De weg van het Kruis is de weg naar het Licht".
Hierop gaan allen naar de Rode Tempel.
In de Rode Tempel
De Meester plaatst de nieuw aangenomen Prinsen voor het Kruis met de Roos:
Via Crucis, via Lucis; de weg van het Kruis is de weg naar het Licht. De Prinsen
worden attent gemaakt op het Kruis en hoe daaraan in al haar jeugd en frisheid
de Roos ontbloeit. Dit is het Kruis voor degene die zijn leven richt naar het
Meesterwoord. De enige weg die daartoe kan leiden is de weg van de alles
opofferende Liefde. Door deze Liefde alleen kan het Meesterwoord worden
gevonden. Voor degene die het Kruis vrijwillig aanvaardt wordt het offer een
weelde. Als het besef bij de Prinsen is doorgedrongen dat het heilige vuur van
de Liefde niet kan worden uitgeblust zal het Kruis met de Roos nimmer een last
zijn, maar altijd een heerlijke steun.
In dat geval zullen de heilige stralen van Geloof, Hoop en Liefde het pad
verlichten; het Geloof zal leiden, de Hoop sterken en de Liefde zich openbaren.
De Prinsen worden hierop in de kolommen geplaatst, waarna een kort muzikaal
bouwstuk volgt. Als dit is afgelopen verzamelen alle Prinsen zich om het
Tableau, waarna de Redenaar een uitleg geeft over de symbolen.
De inwijding wordt afgesloten met een gezamenlijk Broedermaal.