17de Gr\ Ridder van het Oosten en het Westen

Uit: The Intermediate Degrees 1° - 17°, 1990.

This is a purely mystical Degree, prophetic of the coming of the New Law. It is illustrated by symbolism drawn from the Revelation of St. John the Divine.
The Officers are: Master, 2 Wardens, Prelate, 7 Ancients and in addition: Master of Ceremonies, Conductor, Captain of the Guard, Inner and Outer Guards.
The Jewel is a Gold heptagonal Medallion, engraved with Apocalyptic symbols. The Clothing, White Robe and Golden Girdle, Sash, Collarette and Cross. The Degree colour, Red and Gold. The Candidate, who is unnamed, comes as a Prince of Jerusalem, seeking the Light of Truth. He is Obligated, purified by Water and Fire, and then makes the traverse of the seven Ancients by whom he is shown seven facets of that Light; after which he submits to the Rite of Blood-Brotherhood, and is Consecrated. The ceremony of the Opening of the Seals follows, and, finally, he receives the Accolade, is Invested and Entrusted.
Items depicted are:
A Golden Altar with the letters I H S on the front. Upon it, an open Book with seven pendant Seals. Above it, a two-edged Sword with seven-pointed irridation.
In each corner of the Heptagonal gold plate a seven-pointed Sword (apex to centre). Under each Star:
A Crown and Bow at B.
A Sword at D.
A Pair of Scales at W.
A Skull (without lower jaw) at P.
A White Robe at H.
A Seal with a Cosmic Cross at G.
A Censer at S.

Deze tekst komt uit: Maconnieke Beschouwingen, A. van Leeuwen, 1955.

De plaats, welke de Ridder van het Oosten en het Westen op de Levens-Boom innemen, nl. de beide Zuilen ter rechter- en linkerzijde in de Olam ha’Briah, zijn gemerkt met de Hebreeuwse lettertekens Lamed en Jod. Ook op de mystiek-symbolische betekenis van deze letters is reeds eerder gewezen. Hier moge dus worden volstaan met een enkele toevoeging.
Volgens de studies van Eourt de Gébélin bestond het Hebreeuws-Chaldeeuwse alfabet oorspronkelijk uit slechts 12 hiëroglyphische tekens. Deze vertoonden een nauwe verwant­schap met veel oudere letters, met name het Egyptisch-hiëratische en het Peruaanse Maya-schrift. Blijkbaar waren deze oudste letters nabootsingen of afbeeldingen van de meest belangrijke ledematen van de mens, die als Micro-Cosmos het beeld weerspiegelde van de gehele Schepping.
Volgens deze geleerde, en in volkomen overeenstemming met de Kabalistische traditie, symboliseert de Jod de vinger of de uitgestrekte hand en de betekenis is Majesteit. Alles wat Orde schept, regelt, oproept en leiding geeft wordt met de Jod aangeduid. Het is ook het scheppings-symbool, de Phallus en daarom identiek met de Ankh, het Egyptische symbool van Levenskracht en een embleem van de Pharaoh.
De Lamed symboliseert de arm, eveneens uitgestrekt of opgeheven en de betekenis daarvan is Macht. Alles wat verheven is en zich doel gelden in Gerechtigheid. Het betekent ook een zweep en dan in het bijzonder de Koninklijke Gesel (Sanskrit: Ankhusjah), welke eveneens in de hand van de Pharaoh aangetroffen wordt. Soms krijgt deze gesel een merkwaardige vorm, nl, die van een lus. Dit is vooral het geval bij de emblemen van Indische Godheden. Is de Ankh het symbool van Leven, zo is de Ankhusjah het zinnebeeld van Dood. De Goden van de Onderwereld, zoals Yama, de Indische Pluto, hebben een lus in de hand, waarmede zij de zielen der stervelingen vangen, wanneer het uur van scheiden is aangebroken. De vorm van de lus is zeer nadrukkelijk die van de Griekse letter Gamma en er zijn tal van mystiek­symbolische betrekkingen tussen de Gamma en de Lamed (hun beider ,,Gematrische” getalswaarden is dan ook 3), waar­op wij hier evenwel niet dieper kunnen ingaan.
Toch liggen deze beide aspecten dicht bij elkaar en de let­ters Lamed en Jod combineren zich tot Li, hetgeen ,,ver­binden” betekent. Lamed en Jod zijn in bepaalde zin het positief-scheppende en het negatief-ontvangende element in de mens, het respectievelijk mannelijk en vrouwelijk wezen in hem. Jod is de Ochtendstond, de levensvreugdige morgen, het Rozerode Ochtend-gloren van de jonge held. Lamed is de Avondstond, de rijpe ervaring in evenwicht en kalme rust, de zacht-gloeiende vuur-glans van de Zon, wanneer zij ter kimme daalt.
Tussen deze beide momenten staat het Kind, Horus, de Heer der Twee Horizonten, de Zon in het Zenith. het stralend Oog van de Dag. In Horus zijn Osiris en Isis verbonden en in hem zullen zij beiden sterven wanneer Hij hun beider erfenis, hun kracht en beginsel, heeft ontvangen. Hij is Shiva-Adhanari, de God-Godin die de Wateren beroert, Heer van het Ziels-mysterie, dat mannelijk en vrouwelijk beide is. Horus is de goddelijke Hermaphrodiet staande in een Oranje-stralende Aura van Licht. In dit vorstelijk Oranje (onze Zon is in werkelijkheid oranje-geel-kleurig) zijn het kristalheldere Rozerood van Osiris en het warme Vuurrood van Isis in een Eénheid samengevloeid en doorstraald door het Koninklijk Gouden Licht van de Goddelijke Geest.
Horus is ook Harpoerates, de ziel-genezer, omdat Hij het conflict in onze ziel, dat altijd die tegenstelling tussen denken en voelen, tussen ratio en sentiment betreft, kan oplossen en tot een hoger synthese brengen. Hij is ook de Koning van de Dag en als Hij wordt afgebeeld in een vorstelijke houding, staat Hij met voor de borst gekruiste armen en in de handen houdt Hij de Ankh, het levensteken, en de Ankhnsha, het dood-symbool.
De versierselen van deze graad bestaan uit 2 kruiselings over de borst gedragen bandelieren, de ene wit als symbool van het Oosten, de andere zwart (somtijds paars) als symbool van het Westen. Het juweel is een zevenhoek, welke aan de vóórzijde van zilver en aan de achterzijde verguld is. Aan de voorkant staan in elk der hoekpunten die beginletters van de Zeven Gemeenten uit die Openbaring van Johannes en in liet midden is een afbeelding van het met Zeven zegels ver­zegelde Boek, waarop het Lam Gods ligt.
Het rituaal is nu typisch Nieuw-Testamentisch (om niet te zeggen: Christelijk) gekleurd en heeft de Apocalypse tot basis-mythe. De eerste elf Hoofdstukken van de Apocalypse, dat is juist de helft van het hele Geschrift en was ook het aantal ridders, dat het Eerste Bivak formeerde, verstrek­ken de details van het rituaal. Het is derhalve belangrijk om op de esoterische symboliek van de Apocalypse enigszins dieper in te gaan. Hier moeten wij natuurlijk de grondslag vinden van de groep Graden, van de l7de tot en met de 23ste (te­zamen een zevental), die de Olam ha’Briah, de Wereld van de Geest aan ons zullen moeten openbaren.
De Openbaring van Johannes is, (evenals al dergelijke Apocalyptische Boeken, waarvan er in het Oude Testament nog een enige bewaard zijn gebleven, o.a.: Ezechiël, David en een deel van Zacharias) een Samenvatting van het hele Mysterie der Openbaring, zowel Micro-Cosmisch als het Mens-Mysterie, als Macro-Cosmisch als het Mysterie van het Universum. De Apocalypse bestaat uit 22 Hoofdstukken, welke geheimenissen bevatten, die met behulp van de 22 mystieke letters van het Hebreeuwse Alfabet kunnen worden ontraadseld. Wij zullen momenteel alleen de Micro-Cosmische sleutel toepassen, teneinde een inzicht te krijgen in de sym­boliek van het l7de graads-rituaal.
Evenals in de esoterische leringen de mens als een Complex van zeven Beginselen wordt beschouwd, zo is alles in de Apocalypse zeven-voudig. De Engel (een Cherub), die Johannes inwijdt in deze Mysteriën (en Wiens beeltenis het Tabl\ van de l7de gr\ is) heeft zeven sterren in de hand en is omringd door zeven kandelaren, welke de 7 Gemeenten in Klein-Azië voorstellen. Het gesloten Boek heeft zeven zegels, welke stuk voor stuk moeten worden verbroken. Bij het verbreken van het 7de zegel worden zeven Bazuinen gestoken en elk hunner veroorzaakt een geweldig dramatisch gebeuren.
De zeven Gemeenten zullen ons de sleutel geven tot een juist begrip van het rituaal van die l7de graad. Zij zullen blijken de zeven ,.Beginselen” van de Mens te symboliseren. Wel is waar zijn de ,,Gemeenten” daarvan de Vorm-zijde, doch de Engel richt zich, door bemiddeling van de Mens ,,Johannes’ (hetgeen Vis-mens, Oannes of Ingewijde betekent) tot de ,,Engel” van de Gemeente en dat is uiteraard de inwonende Geest.
De Gemeenten worden toegesproken (geboodschapt) in het 2de en 3de Hoofdstuk van de Openbaring. Het parallellisme met de 22 Hebreeuwse letters doet deze beide hoofdstukken dus overeenkomen met de letters Beth en Gimel. De respectieve betekenissen daarvan zijn: Huis en Kabeltouw. Minder zinnebeeldig en rechtstreekser zouden wij kunnen zeg­gen: Lichaam en Geest, of Vorm en Leven. Zij zijn tevens de Zeven Sephiroth in de Drie Werelden van de Menselijke Bewustzijns-manifestatie: 4 lagere in de werelden van Vorm en 3 hogere in die wereld van de Geest.
De vier Gemeenten van de eerste groep, die dus in het 2de Hoofdstuk worden genoemd, zijn achtereenvolgens: Efeze, Smyrna, Pergamum en Thyatire. Zouden hun namen het geheim, dat zij bewaren, al niet prijsgeven, dan zou die inhoud van de aan hen gerichte boodschap ons direct op het spoor brengen.
Efeze heeft kennelijk de stam Efa en dit woord leerden wij reeds kennen uit het visioen van de profeet Zacharia. Het is een voorraad-kist en bewaarplaats voor koren. Dit koren­symbool is ons bekend uit het rituaal en het paswoord van de 2de grand der Blauwe Vrijmetselarij. Efa is ook een Inhouds­maat en is, in mystieke zin, een ,,Wereld”, waarvan er in het geheel een tiental zijn, welke tezamen het geopenbaarde Heelal vormen, een Homer. Efa is de Loge en micro-cosmisch geïnterpreteerd is het de menselijke persoonlijkheid, zijn aardse verschijnings-vorm, het lichaam op dit fysieke gebied. Alhoewel (in bepaald opzicht en relatief beschouwd) het nederigste van alle Beginselen, is nochtans het Lichaam het Rijk Malchus, waarin de grote strijd gestreden en de overwinning bevochten moet worden. De beloofde beloning, wanneer de Gemeente niet valt onder de verleidingen, is: de ,,Vrucht van de Boom des Levens” uit de Hof van Eden.
In de Nieuw-Testamentische symboliek is het Mattheus-­Evangelie de uitwerking van dit beginsel in het Jezus-­Mysterie. Mattheus is het zinnebeeld van de menselijke Per­soonlijkheid en het 1ste Evangelie is geheel op zeven-tallen geconstrueerd.
Smyrna is het ,,rijk-gekleurde’, de stad der bonte Tapijten, de pracht van het Oosten. Het is de enige gemeente, welke niet bestraffend wordt toegesproken, omdat zij een Eenheid vormt met Efeze, alhoewel zij tóch gescheiden zijn. Smyrna symboliseert het levens-lichaam, het Etherisch ,,Dub­bel”, dat evenals het fysieke lichaam, op het Grof-stoffelijke gebied bestaat. Het is de Sephira Yesod, het levens­-Fundament en daarom Prana. Hier schuilt het geheimenis van Leven en Dood, van Sterven en Opstanding. De beloofde beloning is dan ook: geen schade te lijden van de Tweede dood. Het is een vuur-Mysterie en de Nieuw-Testamentische uitwerking vinden wij in het 2de Evangelie van Markus, de Mars-Mens, de Strijder, die zijn Evangelie in vier-tallen concipieerde.
Pergamum is de stad ,,waar de Satan woont”, dat is het kritisch, analytisch, dualistisch Lager-verstand. Het is ,,ver­standelijkheid” en geen ,,intelligentie”. In de oudheid was hier een beroemde Universiteit en het materiaal, waarop de Agnostische knappe koppen hun geleerde dissertaties schreven (waarvan geen enkele de tand des tijds heeft kunnen trot­seren), werd - naar de naam van de Gemeente - perkament genoemd. De beloofde beloning, wanneer de bekrompenheid van de exoterische knappigheid is overwonnen door esoterisch inzicht, zal zijn ,,het verborgen Manna” en een ,,Witte Steen, met een Nieuwe Naam”. Wie als Merk-Meester-Metselaar gearbeid heeft in de graad van Merk-Metselarij, zal de diepe betekenis van deze laatste uitdrukking kunnen waarderen. Pergamum komt overeen met de Sephira Hod, hetgeen Overwinning betekent. Het 3de of Lukas-Evangelie, dat op zes-tallen is opgebouwd geeft de Nieuw-Testamentische uitwerking. Lukas of Licht-brenger is de rationaliserende kracht van onze lagere redelijkheid.
Thyatire is de Stad van de feite deern Izébel, een stad van ontucht en ziekte. Izébel (I Kon.: XVI-31 en XVII-4, e.v.) was een dochter van Ath-Baäl (de Baäl), een Sidonisch vorst en verleidde haar gemaal, koning Achab, tot de Baäl-dienst en de aanbidding van de godin Asjéra (Astarte of Hathor). De Egyptische godin Hathor heeft een diersymbool in de Stier Apis, die de Zonneschijf tussen de horens draagt. Hathor is de patrones van tovenaars en waarzeggers en de Bescherm­godin van het Tarot-spel, waarbij Zij aangeroepen moet wor­den. In Thyatire woont de emotionaliteit, de sentimentali­teit en de perverse liefde van zinnelijke hartstocht en be­geerte. Het is de Stad van Venus.
Maar tevens is het de Ster van Inwijding. Hier heerst de apostel Filippus (Filio-Hippos, dat is: Liefhebber van paarden, hetgeen psychoanalytisch zeer betekenisvol is), aan wie de heidenen vragen om tot Christus te worden gebracht. Wij moeten in ons hart worden voorbereid voor de beproevingen van de initiatie. Thyatire is het Sefirotisch Centrum Netzach en de beloofde beloning is de Morgen-Ster. Het pneumatische Evangelie van Johannes, dat op vijf-tallen is gebouwd, is de uitwerking van dit mysterie.
Deze vier Gemeenten vormen het lagere viertal en zij zijn in de Mens de Vorm en de Ziel. In de ritualen van de Blauwe Vorm-graden en de Cryptische Ziel-graden worden hun mysteriën gevierd. Nu komen wij, in het 3de Hoofdstuk van de Apocalypse, aan het Hogere Drietal in de Wereld van het Ego-bewustzijn. Het zijn de Gemeenten van Sardis, Philadelfia en Laodicea.
De eerste is Sardis. Deze naam zegt ons niet veel, doch hij wordt vol betekenis, wanneer wij weten, dat deze (vermoedelijk) overeenstemt met Sardius, de naam van een half­edelsteen van prachtig diep roze-rode kleur. Dit roze-rood is ook de liturgisch-rituele kleur van de Graad van het Rozekruis. Sardis was oorspronkelijk de Hoofdstad van de Klein­Aziatische gemeenten, een stad van pracht, schittering en weelde. Als Hoofdstad van Lydië was het dus inderdaad het Lands Centrum. Symbolisch en kabalistisch is dit het middel­punt van Geestelijk Leven en het hoogste Geestelijk Beginsel, nl. Atma, en als zodanig de Bron van Prana (levens-kracht) en van onze geestelijke Aura, de Augoeïdes. Hoe uitmuntend wordt dit alles getypeerd in de beloofde beloning, welke be­staan zal uit het ,,Witte Kleed”, dat is het Gewaad van Erf­rechtvaardigheid (zie ook Vondel: ,,Adam in ballingschap”) en de onsterflijke ,,Naam”. Het is de Sephira Tiphareth, het Zonne-Centrum van het kabalistisch Schema en de l8de graad in de Vrijmetselarij, waar de onsterflijke Naam gevonden en vereerd wordt.
Dan komt de Gemeente Philadelfia, welke naam ,,Broederliefde” betekent. Later heette de stad Alasjeher, het­geen ,,blanke stad” betekent. Met deze naam harmonieert volkomen de belofte dat deze Gemeente zal worden ,,tot een Zuil in de Tempel Gods” en de ,,Naam Gods” zal dragen en van het ,,Eeuwige Jerusalem”, dat glansde alsof het gebouwd was van kristalhelder Jaspis, soms een veelkleurig, doch in de edelste soorten een marmer-blanke edelsteen. Deze gemeente is de Sephira Geburah, het Centrum van Ge­rechtigheid.
Tenslotte de Gemeente Laodicea, welke naam betekent: ,,Volks-stem”. Exoterisch gelezen was het een stad van laag allooi, daarom baart het verwondering, dat aan deze gemeente de hoogste beloning wordt beloofd, nl. te zitten op de Troon Gods. Esoterisch geïnterpreteerd wordt het klaarhelder. Hier is het Boven-rationeel denken, de Intuïtie. Men zegt ook wel: Vox Populi, Vox Dei en in dit woord is de mogelijkheid van het allerhoogste erkend. Nog is ons abstracte denken leeg en lichteloos en de Engel raadt aan om zuiver Goud (Atma) en witte Gewaden (Buddhi) en Ogenzalf (magische zalf, welke helderziend maakt en nog in de grijze plattelands magie van alle volken gebrouwen wordt uit olie van korenbloemen) te kopen, opdat de Intuïtie genezen moge worden. Vol mystieke en occulte betekenis zijn de woorden: ,,Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand (de mens) Mij hoort en de deur zal openen. Ik zal tot hem inkomen en Ik zal met hem avondmaal houden en hij met Mij” (Op. III - 20).
Hier is de Sephira Chesed, hetgeen Majesteit beduidt.
Deze laatste drie Beginselen hebben geen parallel in onze kanonnieke Evangeliën. Misschien zouden wij moeten zoeken in de Gnostische Boeken. Het Mysterie is nu diep-esoterisch en geestelijk. Op de niet-begrijpende exoterist en rationalist moet het wel haast een demonische indruk maken.
Ik zou hier, zonder verdere commentaar, willen wijzen op een merkwaardige getallen-coïncidentie, welke kabalistisch waarschijnlijk wel te verklaren is. Zoals reeds telkens werd aangegeven, hebben de vier lagere Gemeenten elk een getals­waarde, welke in de corresponderende Evangeliën tot uit­drukking komt. De eerste drie hebben de waarden: 7, 4 en 6, hetgeen tesamen 17 is en Manifestatie betekent, de letter Peh van het Hebreeuwse alfabet. De 4de Gemeente heeft de waarde 5, hetgeen Inwijding betekent, de letter He. De vier tesamen hebben de waarde 22, het totaal aantal letters van het Hebreeuwse alfabet, waarvan de laatste letter Tau is, hetgeen Kruis of Overgang betekent.
Het is duidelijk (ook aan de hand van het Boom-Schema) dat de laatste en hogere Gemeenten de getalwaarden 1, 2 en 3 hebben, tesamen 6, dat is de letter Vau en dit is wel de merkwaardigste van alle letters en heeft (soms) de betekenis van het diepste Mysterie. Ik wil hier aanhalen, hetgeen prof. Fabre d’Olivet in ,,La langue hébraique restituée” hieromtrent schrijft op bldz. 38 van het 3de deel: ,,Racines hébraïques”:
,,De letter Vau heeft als klinker 2 typerende betekenissen en nog een 3de als medeklinker. Ten eerste betekent hij, als klinker, het Oog en is dan het symbool van Licht; vervolgens betekent hij ook het Oor en is dat is het symbool van Lucht of de wind. Als medeklinker is hij het zinnebeeld van Water en betekent dan de smaak en de Tong. Als een grammaticaal teken beschouwd ontdekt men in deze letter, zoals ik reeds eerder opmerkte, het zinnebeeld van het Allerdiepste Mysterie, het meest-onbegrijpelijke; het symbool van de Knoop, welke alles verbindt en tevens van het Punt, dat alles scheidt, het Al en het Niets...“ Wij zullen hierop nog uitvoerig terugkomen bij de behandeling van de 18e graad.
In de Apocalyptische beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem worden de Fundamenten van de Hemelse Stad gezien als edelstenen. In totaal zijn er Twaalf, maar het blijkt, dat hierbij 2 Tweetallen zijn, zoals in het Boom-Schema de Sephiroth Geburah en Hod eveneens dualistisch opgevat moeten worden (getalswaarele 2 en 6 dat zijn Moeder-getallen. 4 is Malkuth, de Materie-Moeder zèlf), waardoor het tiental daar eveneens een twaalf-tal wordt. In de Tweede Tabel achterin zijn de overeenstemmingen opgesomd.
Na deze mystieke Inleiding, welke de Neofiet voorbereiden moet, komt de feitelijke Initiatie tot het Ridderschap, welke geschiedt door de kandidaat te tonen (te doen ondergaan?) welke Geheimenissen worden bewaard achter de zeven Zegels van het Boek, waarop het Lam ligt. Ook dit is ontleend aan het 1ste gedeelte van de Apocalypse. Het is duidelijk, dat met deze 14 fazen (7 Gemeenten en 7 Zegels) een korte recapitu­latie bedoeld is van de 13 voorafgaande graden, waar de Blauwe graden dan niet in meedoen. terwijl de opening van het zevende Zegel hierbij dan voorstelt de l7de graad, die, waarin de kandidaat gerecipieerd wordt.
De opening van het 1ste Zegel recapituleert de 11de graad: Gr\Uitv\Mr\van Twaalf en deze identificeerden wij als de Aangenomen Leerling in de ware mysteriën. Hij, met wie de band met de Grote Witte Loge, door tussenkomst van zijn Meester, in werkelijkheid is gelegd. Het veel-zeggend zinnebeeld van deze graad is een Vlammend Hart en de ingewijde wordt Prins Emeth genoemd, de Rechtschapene. Hij zit op een wit paard (reinheid van het lichaam) en ontvangt een boog (volhardend geduld) en een kroon (overwinning).
De opening van het 3de Zegel recapituleert de l3de graad: R\van de Kon\B\van Henoch. De ingewijde verschijnt op een zwart paard, symbool van de duisternis, waarin hij moet afdalen om in het diep-gelegen onderaardse gewelf het Verloren Woord terug te vinden. Nederigheid en armoede worden verzinnebeeld in tarwe en gerst. Toch vindt hij het Heilige, en dit wordt gesymboliseerd in Olie en Wijn, de ge­bruikelijke Altaar-offeranden. Brood, wijn en olie zijn de sacramentele offers waardoor het Woord, dat slechts door drie tesamen kon worden uitgesproken, aan de zoeker wordt geopenbaard.
De opening van het 7de Zegel is de receptie in de graad van van het O\ en het W\-zelf en brengt ons dus in de Geestelijke Wereld. Om dit te accentueren spreekt de Apocalypse van ,,een half uur Stilte”, waarna Johannes zeven Engelen ziet staan, aan wie zeven bazuinen worden gegeven.
Dit is de 7-voudige inwijdings-rite voor de nieuwe Ridder. Uiteraard kunnen wij hier geen details geven, noch deze hier in beschouwing nemen.

Rituaal voor de Graad van Ridder van het Oosten en van het Westen (nederlands, 2e helft 19e eeuw).
Knights of the East and West (Amerikaans, 1835).