Voor president van Uden de Secchia is het een hoogst serieuze zaak
Nederlanders dragen trots begeerde laureaat van de Arbeid


Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 4 april 1970
 
Een kleine tweeduizend Nederlanders zijn in de afgelopen tien jaren vereerd met een diploma plus rosette plus, wanneer ze hem zelf willen betalen, een gouden medaille. Daarmee zijn ze dragers geworden van het Laureaat van de Arbeid. Een soort particuliere lintjesregen veroorzaakt door een stichting, die aangevoerd wordt door de president, de. D.L. van Uden de Secchia, zojuist in een gloednieuw huis (ƒ 64.000,-) aan de Zwolse Brahmsstraat getrokken.
Een poging een afspraak met hem te maken strandt aanvankelijk op zijn telefonisch gedane mededeling, dat hij “de pest heeft aan journalisten”, hetgeen tenslotte toch niet verhindert dat uw redacteur gastvrij wordt ontvangen in des heren Van Udens werkkamer, waar het bureau bedekt blijkt te zijn met stapels papieren en twaalf stempels, en de wanden met een indrukwekkende hoeveelheid fraai gecalligrafeerde oorkonden en diploma’s, waarop de heer Van Uden het recht wordt gegeven zich o.a. landscommandeur van de Orde van de Roos en het Kruis van Jeruzalem, ambassadeur van de Soevereine en Ridderlijke Orde van Columbus, ridder van de Orde van St. Brigitte van Zweden, commandeur van de Orde van St. Georges van Bourgondië en van de Tempel van Jeruzalem, prins van Secchia, ereburger van de staten Idaho en West-Virginie en nog enkele te noemen.
 
Alleen titels geven hem, dunkt me, al het recht de pest aan journalisten te hebben, al staan we er tòch wel op het eerst even uit te praten, voordat we het Laureaat van de Arbeid aan de orde stellen. Het blijkt de mening van de heer Van Uden, dat de journalistenstand in Nederland het Telegraafsysteem als zaligmakend beschouwt en elk bericht en artikel schrijft met in het achterhoofd het duidelijke streven de eenvoudige lezer te schokken en het “oe!” te doen roepen.
 
Dit gezegd zijnde vernemen we, dat het Nederlandse laureaat van de Arbeid nu tien jaren in ons land aan het werk is. Met zeer nobele bedoelingen. Straks verschijnt het tweede Vijf-Jaren-Boek van het Laureaat bij Van Gorcum. Het wordt geopend met een sprookje van laureaatdrager Godfried Bomans over, uiteraard, de Arbeid. De heer van Uden vertelt ons in het kort de inhoud van het sprookje. Moraal: de luiaard die zich verveelt mist véél in het leven.
Zonder te willen generaliseren, zegt de heer Van Uden de arbeidszin van vele Nederlanders niet zo erg hoog in te schatten. Misschien is het allemaal al verkeerd begonnen in het aards paradijs waar we tot straf de arbeid in het zweet onzes aanschijns opgelegd kregen. Terwijl arbeid, goed en met liefde gedaan, juist zo’n voldoening kan schenken.
Uit België stamt het denkbeeld de arbeidszame man en vrouw te huldigen. Koning Albert I was de stichter van het Belgische Laureaat van de Arbeid. Veertig jaren geleden al. Het gaat er om, zegt de heer Van Uden, een Elite van de Arbeid te creëren. Wat de Duitsers de Spitzenkönner noemen.
Een idee, dat hem ten zeerste aansprak toen hij als cosmetoloog veel in België kwam en daar bij menige middenstander op een eervolle plaats aan de muur het diploma van het Laureaat van de Arbeid zag hangen.
“Trouwens, de arbeid staat in België op een hoger niveau dan in Nederland. De vakman is trots op zijn vak en op zijn werkstukken. De Nederlander, niet generaliseren: vele Nederlanders zie hun werk als een onaangename onderbreking van hun vrije tijd. Zij willen zo weinig mogelijk doen in zo weinig mogelijk tijd voor zoveel mogelijk geld. De werknemer die er hier in slaagt zes weken onder de arbeid vandaan te komen, wordt niet met de nek aangekeken maar als een gehaaide kerel bewonderd”.
Dat bedroeft de heer Van Uden en zo kwam hij op de gedachte het Belgische idee ook in Nederland te introduceren.. “Je moet”, zegt hij, “de zaak psychologisch bekijken. Afkeer van het werk kan verholpen worden door het als een schande voor te stellen tegenover de eer, die het werken geeft. Dat heeft niets te maken met goed en kwaad. In Oss werden destijds de grootste oproerkraaiers als de flinksten gezien, het is een kwestie van instelling van de medemens. Zoals schaamte dat ook is – schaamte is de vrees bij anderen weerzin op te wekken. Niet werken, terwijl je wèl zou moeten werken, moet als schande gevoeld worden. Wij zijn de enigen die daarvoor en zonder een cent subsidie ijveren”.
Hoe? Door de goede, degelijke, harde werker te belonen met het Laureaat van de Arbeid. Zoals ze dat in België ook doen. Daar zijn er veertien ambtenaren voor met aan het hoofd een door de koning benoemde president. Er staat trouwens en tussen haakjes, zegt de bourgondisch denkende heer Van Uden, veel te weinig over België in de Nederlandse kranten. terwijl het toch een Benelux-land is.
“Onze onderscheiding moet gezien worden als middel om tot ons doel te raken. We reiken ook wel diploma’s uit in België, daar heeft de koning geen bezwaar tegen. We beschouwen het Nederlandse taalgebied als één geheel. Zuid-Afrika hoort er ook bij. We komen nog eens tot een zegel op de diploma’s: ‘Keurarbeider der Benelux’ zal erop staan. Dat is een eervolle kwalificatie. Zegt u nu zelf: u moet voor de redactiestaf een journalist aannemen. Er zijn vijf gegadigden. Ze lijken u alle even goed. Maar één van hen heeft het Laureaat van de Arbeid. Dan neemt u die toch zeker?”
(Zegt Mededelingenblad nr. 7 van het Nederlands Laureaat van de Arbeid in de aankondiging van het tweede Vijf-jarenboek. “Achterin komt de ‘ledenlijst’ der laureaten. Wil men zijn foto en levensbeschrijving in het boek, dan is zulks mogelijk en gewenst. een der voordelen, vooral voor zakenmensen, is dat u relaties en te benaderen nieuwe relaties op elegante wijze kunt doen kennis nemen van uw persoon en werk! Bij het opgeven van referenties, bij het solliciteren, bij offertes enz. kan men een fotokopie voegen. Het effect ervan is enorm. We kunnen u tal van voorbeelden noemen van promoties e.d. vanwege het bezit van het Laureaat van de Arbeid).
Herinner zich president Van Uden: “Toen we tien jaren geleden begonnen, hebben we het eerst kalm aan gedaan, We zeiden tegen elkaar: we beginnen rustig, want anders springt de pers er bovenop en die ziet toch alleen maar de negatieve kanten. Later zijn we wel degelijk in de publiciteit gekomen en ook wel goede.
We hebben ons eerst gewend tot de sociale bovenlaag. Die heeft er ook meer gevoel voor: 400 belangrijke mensen hebben we het Laureaat uitgereikt. Daarna zijn we gaan zoeken naar de arbeider met de kleine a. Pas geleden hebben we nog een winkelmeisje onderscheiden. We hebben Nederland in districten verdeeld met in elk district een Deken. Dit is zijn ambtsketen”. (Een lange schakelband met een grote penning, waarop de Nederlandse maagd, een weinig strijdbare leeuw en o.a. een kroon).
De maatstaven die de President en zijn Dekens aanleggen voor een neo-laureaat zijn: hij moet zijn vak goed verstaan en daarbij boven de middelmaat uitkomen en hij moet sociaal bewogen zijn.
Dat laatste vereist toelichting: “Kijk, u merkt om tien voor zes dat uw auto kapot is. En morgenochtend moet u heel vroeg weg. U gaat naar een garage en een monteur staat juist op het punt om de boel te sluiten. Die man kan zeggen: kom morgen maar terug, dan is er weer een dag. Maar hij kan ook z’n overall weer aantrekken en u toch nog helpen.
Dat is de juiste mentaliteit die wij willen bevorderen. Zo’n man help u niet met tegenzin – hij is juist blij dat hij u kan helpen.
“We doen”, legt de heer Van Uden uit, “niet aan politiek. Hoogstens zijn we monarchistisch. We willen geen subsidie. We zijn tegen geschiedvervalsing. We willen dat er ook op de lagere scholen economie wordt geleerd. We willen een tijdschrift oprichten met gezaghebbende artikelen”.
Het uitreiken van laureaten gaf in het verleden een enkele keer moeilijkheden doordat de Eerbied ontbrak. Daarom is dat nu ook geregeld. Er is een protocol opgesteld, dat in werking treedt als men zijn diploma niet over de post maar persoonlijk door de president uitgereikt wil hebben.
Daarover zegt eerder genoemd Mededelingenblad o.a.: “de uitreiking geschiedt in een zaal van een representatieve gelegenheid, de president wordt met Excellentie aangesproken, als de president binnenkomt staan alle aanwezigen op, na de receptie volgt een diner, waarbij de president en zijn gevolg plus de deken en echtgenote persoonlijke gasten van de neo-laureaat zijn en aan hen worden vanzelfsprekend geen kosten in rekening gebracht”.
Ter vermijding van misverstand wordt er ook gezegd dat, als de weersomstandigheden ongunstig zijn of de afstand te groot naar het oordeel van de Chef de Protocol, de President en zijn echtgenote dan in het beste hotel ter plaatse logeren, “uiteraard op kosten van het neo-laureaat”.
We hebben, zegt president Van Uden nog, een prachtig centrum in De Wijk. Een nieuw gebouwde Saksische hoeve die vier ton heeft gekost met een zaal van negen bij negen meter waarin voor 45.000 gulden aan meubelen staan. Volgende week ontvangen we daar prof. Prakke.
De veelheid van titels, die de heer Van Uden bezit, intrigeren.
“Ze denken wel eens, dat ik een ijdeltuit ben, maar dat ben ik niet. Ik gebruik ze ook vrijwel niet. Alleen de Secchia achter m’n naam. Eigenlijk ben ik ook prins (de Secchia) maar dat laat ik weg. Ik verkreeg de titel van de vorst die in Brazilië in ballingschap leeft. ’t Is een Italiaanse titel. En het dr. voor m’n naam is een buitenlandse titel. Als fabrikant van cosmetische artikelen gebruik ik die uiteraard wel. Helaas kan ik u hier geen artikelen van tonen, m’n fabriek staat in Soest. Wacht, twee stukjes zeep heb ik wel voor u.”
Het is Suripanal toiletzeep van Dr. van Uden’s cosmetica.
Het doosje zegt: “De geur van deze toiletzeep is osmologisch idealiserend. De geurmoleculen benaderen langs de weg der diffusie bepaald gedeelte van het neusslijmvlies, waarna de ontvangers “buitenbewustzijn” op uw persoonlijkheid gunstig (idealiserend) reageren”.
In de komende druk van ons Vijf-Jarenboek wil ik Zwolle meer naar voren brengen, onthult de heer van Uden. “Ik woon hier nu twee jaren en ik ben verrast door de geweldige dynamiek die hier heerst. Ik ontvang nogal wat buitenlanders en dan rijd ik ze rond en ze zijn allemaal even geïmponeerd”.
Onze vraag of de heer Van Uden zelf ook drager is van het Laureaat van de Arbeid, lijkt een geheel nieuw gezichtsveld te openen. Peinzend zegt hij: “Nee. Nu u het zegt...”


Home