Royal Ark Mariners
Rituaal voor de Verheffing tot Royal Ark
Mariner
ca. 1970
1. Commandeur
2. L.G. Commandeur
3. Chaplain
4. Gew. Commandeurs
5.
Ceremoniemeester
6.
Tweede Opziener
7.
Eerste Diaken
8.
Tweede Diaken
9.
Eerste Opziener
10.
Wachter
11
. Schrijver
12.
Thesaurier
T.
Tafels voor Commandeur en Opzieners
D.
Driehoek op de vloer
De Buitenwachter bevindt zich buiten de deur.
Opening
A.C.,
*, herhaald door de Opzz., en zegt: Bbr.
Ark Mariner staat mij bij deze Loge van Ark Mariners te openen.
Allen
staan op.
Br
..., wat is de voortdurende plicht van iedere Ark Mariner?
2e
Opz., geen Teken: Ervoor
te zorgen dat de Loge is beveiligd.
A.C.:
Doe U hiervan verzekeren.
2e
Opz.:
Br.
..., zorg dat de Loge is beveiligd.
De
Wachter opent de deur en ziet of de Buitenwachter op zijn plaats is.
Wachter,
geen Teken:
Br.
..., de Loge is beveiligd.
2e
Opz., één slag, geen Teken: De
Loge is beveiligd.
A.C.:
Br ..., welke is onze volgende plicht?
1e
Opz., geen Teken: Zich
ervan te overtuigen dat slechts Ark Mariners aanwezig zijn.
A.C.:
Bbr, in orde als Ark Mariner.
Geschiedt.
Sem,
mijn Zoon, van welk gedeelte der aarde kwamen de Ark Mariners?
2e
Opz.:
Uit de
bergen van Armenië.
A.C.:
Jafeth, mijn Zoon, waarheen begaven zij
zich?
Opz.:
Zij verspreidden zich over het
oppervlak der aarde, en kwamen tot rust daar waar de voorzienigheid van God hen
bracht.
A.C.:
Bbr., nu wij een rustplaats hebben
gevonden, is het mijn wens dat deze Loge van Royal Ark Mariners zal worden
gehouden.
Allen
stellen zich in de H. van T.
Chapl.:
Laat
ons de bijstand afsmeken van de Grote Commandeur, opdat onze werken, op de
juiste wijze aangevangen, mogen worden volvoerd in harmonie en beëindigd in
vrede.
Allen:
Zo moge het zijn.
(Allen
gaan uit de H van T.)
A.C.:
Ere zij God in de hoogste hemelen en
vrede op aarde. Jafeth, mijn Zoon, waarop wordt een Loge van R.A.M. geopend?
1e
Opz.:
Op de
Geheimzinnige P.S.
A.C.:
Sem, mijn Zoon, waarom op de P.S. en
niet op het B. van de H.W.?
2e
Opz.:
Omdat
in het tijdperk waarop wij de oorsprong van deze graad herleiden de Heilige
Schrift nog niet bestond.
A.C.:
Jafeth, mijn Zoon, ik neem aan dat er
overleveringen zijn, die betrekking hebben op de P.S. en van voldoende belang om
het gebruik te rechtvaardigen een Loge van R.A.M. daarop te openen.
1e
Opz.:
Die
zijn er.
A.C.:
Noem ze.
1e
Opz.:
De
overleveringen die betrekking hebben op de P.S. in relatie tot deze graad zijn
drie in getal:
Ten
eerste. Op deze steen rustte de aartsvader Noach als hij terug kwam van zijn
dagelijkse vrome arbeid aan de Ark. De Steen werd door hem in het midden der Ark
geplaatst toen deze voltooid was.
Ten
tweede. Met deze Steen bevestigde Noach de Ark op haar plaats, als met een Anker
van Hoop, toen Zij tot rust was gekomen op de berg A.
Ten
derde. Op deze Steen bracht Noach zijn eerste offerande aan de Heer, dankbaar
voor zijn redding.
Hij
bepaalde dat de Steen werd geplaatst aan de voet van de berg A., totdat de
eerste van zijn
nakomelingen
zou worden opgeroepen om opnieuw te reizen, hetzij over land of over water.
A.C.:
In Naam van de G.C.d.H. verklaar ik
deze Loge van R.A.M. Naar behoren geopend.
***
*
1e
Opz.: *** *.
2e
Opz.: *** *.
Wachter:
*** *.
Buitenwachter:
*** *.
L.G.
C. plaatst de Driehoek op de P.S., een punt naar het O.
Verheffing
A.C.:
Mijn Zonen! Nu ge door de
voorzienigheid van God bewaard zijt gebleven voor de overstelpende wateren, en
Gods stem hebt gehoord en gehoorzaamd om vruchtbaar te zijn en U op aarde te
vermenigvuldigen, kent ge nu iemand die bereid is zich aan te sluiten bij deze
Loge van R.A.M., teneinde de herinnering aan deze opmerkelijke redding te helpen
bewaren?
1e
Opz., staat op, Teken: Wij
kennen zo iemand en wij geloven dat, indien het hem wordt toegestaan in onze Ark
binnen te treden, hij zich een getrouw en oprecht Br. zal betonen.
Maakt
Teken af en gaat zitten.
A.C.:
Bbr. Diakenen, trekt U terug uit de
Loge, onderzoekt de Cand. als M.M. en bereidt hem voor naar aloud gebruik.
1e
Diaken keert de Driehoek op de vloer om. Beide Diakenen groeten en verlaten de
Loge. De Cand., die de regalia van een Merkmeester draagt, wordt onderzocht als
M.M. en geblinddoekt. Daarna wordt hij voor de deur geleid. De Buitenwachter
klopt 1 maal. De Wachter opent de deur.
Buitenwachter:
De Bbr. Diakenen bij hun terugkeer.
Wachter
sluit de deur, Teken.
A.C.,
de Bbr. Diakenen bij hun terugkeer.:
A.C.:
Laat hen binnenkomen.
Wachter
laat de Diakenen binnen. Deze nemen hun plaats in. Geen Tekens.
Buitenwachter
klopt *** *.
Wachter,
met Teken:
Br. 2e
Opz., er wordt geklopt.
2e
Opz., met Teken, *: A.C.,
er wordt geklopt.
A.C.:
Zoon S., onderzoekt wie toegang
verlangt.
2e
Opz., maakt Teken af, gaat zitten: Br. Wachter, onderzoekt wie toegang verlangt.
Wachter,
opent de deur: Wie is daar?
Buitenwachter:
Een M.M., onderzocht en geschikt
bevonden.
Wachter:
Hoe is zijn naam?
Buitenwachter:
….
Wachter:
Hoe is hij gekleed?
Buitenwachter:
In de kledij van een V.M. die in nood
verkeert.
Wachter:
Is hij in het bezit van het Paswoord?
Buitenwachter:
Neen, dat is hij niet, maar ik zal het
voor hem geven.
Wachter:
Geef het mij.
Buiten
wachter geeft fluisterend het Paswoord Methusalah.
Wachter:
Laat hem geduldig wachten, terwijl ik
verslag uitbreng aan de A.C.
Sluit
de deur, Teken.
A.C.,
een M.M., onderzocht en geschikt bevonden, wiens naam is …, en in de kledij
van een V.M. die in nood verkeert en die toegang vraagt tot deze Loge van R.A.M.
A.C.:
Is hij in het bezit van het Paswoord?
Wachter:
Dat is hij niet, maar zijn geleider
heeft het mij voor hem gegeven.
A.C.:
Kom nader en geef het mij.
Wachter
maakt Teken af, nadert tot voor de tafel van de A.C., deelt het Paswoord hardop
mede, keert terug naar zijn plaats en stelt zich weer in het Teken.
A.C.:
Het Paswoord is juist. Overtuig U dat
de Cand. de vereiste verklaring heeft ondertekend en laat hem dan binnen treden.
Br. Diakenen!
Wachter,
laat de Cand. binnen en plaatst de punt van een Dolk op zijn borst: Treedt
binnen, Br. ….
De
Diakenen nemen de Cand. over en plaatsen hem in het W, naar het O. gekeerd.
1e
Diak.:
Groet
de A.C. als M.M. (geschiedt)
A.C.
*. Allen staan op. H.v.T.
Chapl.:
Glorierijke Commandeur van Hemel en
aarde, Die sprak en het geschiedde, Die opdracht gaf en alles stond vast! Wij,
zwakke schepselen van Uw Voorzienigheid, smeken U nederig Uw belofte te
vervullen, dat waar twee of drie in Uw Naam vergaderd zijn, Gij in hun midden
zult zijn om hun goed te doen. In Uw Naam komen wij deze avond bijeen om een Br.
te verheffen die met ons de herinnering levendig moge houden aan de
wonderbaarlijke redding van Noach en zijn gezin van de zondvloed. Geef dat hij
een oprecht Br. moge zijn, in staat om de geheimen der Ark Vrijmetselarij te
ontdekken. Moge hij de Broederschap ongeveinsd liefhebben, wetende dat Liefde de
vervulling der Wet is. Mogen wij ons in deze Ark zo gedragen dat wij, wanneer
wij van hier door U worden opgeroepen, een toevlucht mogen vinden in het Huis
van eeuwigdurende rust.
Allen:
Zo moge het zijn.
A.C.:
Bbr., herneemt uw plaatsen.
De
Diakenen geleiden de Cand. rond de Loge, in de vorm van een Driehoek, gaan aan
de A.C. voorbij en plaatsen Cand. voor de 2e Opz.
2e
Opz.:
Het eerste punt waarheen ge zijt geleid
heet Schoonheid. Zij zal de naar binnen gerichte mens sieren, en zal ons eraan
herinneren dat Gods Schoonheid zich in de gehele Schepping openbaart in
symmetrie en orde. Zij wijst tevens op het bijzondere en meesterlijke
vakmanschap van Noach, betoond bij de bouw van de Ark, waarvan de eenvoud de
Schoonheid zelve was.
De
Diakenen brengen de Cand. voor de 1e Opz.
1e
Opz.:
Het tweede punt heet Kracht. Het geeft
aan dat de G.C.d.H. almachtig is en U zal steunen in alle moeilijkheden. Dit
werd aangetoond toen de wateren die de aarde overspoelden de Ark droegen, waarin
Noach en zijn gezin werden gered.
De
Diakenen brengen de Cand. voor de A.C.
A.C.:
Het derde en laatste punt heet
Wijsheid. Zij herinnert ons eraan dat Gods Wijsheid onbeperkt is en U zal leiden
bij al uw handelingen, die daardoor tot een teken zullen worden van die
Goddelijke eigenschap. Zij vertegenwoordigt tevens de Wijsheid van Noach Zij
deed hem de Ark bouwen, waardoor de mensheid werd bewaard voor ondergang in de
zondvloed.
Wanneer
ge kennis wenst te nemen van onze mysteriën, wordt van U thans een plechtige
gelofte verlangd.
Zijt
ge daartoe bereid?
Cand.:
Dan ben ik.
A.C.:
Sta dan rechtop en plaats uw handen op
de P.S.
*.
Allen in H.v.T. De Diakenen kruisen de staven.
Noem
uw naam voluit en zeg mij na:
Ik,
..., in tegenwoordigheid van de G.C.d.H. en ten overstaan van deze Loge van
R.A.M., verplicht mij uit eigen vrije wil de geheimen en mysteriën van deze
graad in de Vrijmetselarij genaamd de R.A.M. ongeschonden te bewaren en hen
slechts te onthullen aan Ark Mariners die mij goed bekend zijn, of die zulks na
goed onderzoek zullen blijken te zijn; of in een Loge van R.A.M., wettig
geconstitueerd onder het gezag van de Grootmeesters Royal Ark Council. Ik
verplicht mij tevens de reputatie van een Br. te zullen verdedigen zover als
verenigbaar is met mijn plicht ten aanzien van God, mijn naaste en mijzelf,
alsmede hem bij te staan zover als voorzichtigheid de grens bepaalt en
Gerechtigheid de maat. Ik verplicht mij verder alle wettige tekens en behoorlijk
gewaarmerkte oproepingen te beantwoorden mits binnen het bereik van mijn
kabeltouw.
Dit
alles beloof ik plechtig onder geen geringere straf dan dat mijn ribben worden
gebroken en ik word overspoeld door de wateren en weggevaagd van het oppervlak
der aarde. Zo helpe mij de G.C.d.H. en doe mij getrouw zijn aan deze mijn
plechtige gelofte.
De
Diakenen laten de staven zakken. Allen uit de H. v. T.
Bbr.
Diakenen, wil onze Br. Het Licht teruggeven (geschiedt).
Bbr.,
herneemt uw plaatsen. Hierbij bied ik U een olijftak aan. Het is een teken van
Hoop, en herinnert aan het dalen van de wateren.
Luister
nu naar de belofte die volgt uit het verbond dat God sloot met Noach.
Chapl.
staat op en leest Jesaja 54: 8, 9 en 10: "In een kleine toom heb ik Mijn aangezicht van U een ogenblik
verborgen; maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over U ontfermen, zegt
de Heer, Uw Verlosser. Want dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik
zwoer dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden gaan, alzo heb Ik
gezworen dat Ik niet meer op U toornen, noch U schelden zal. Want bergen zullen
wijken, en heuvels wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van U niet wijken,
en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de Heer, Uw Ontfermer.
A.C.:
Met deze belofte van God moogt ge in
vertrouwen met uw Bbr. in de Ark Vrijmetselarij verkeren. Zij zal U steunen in
moeilijkheden, U bemoedigen in het uur van uw dood, en U gelukkig maken tot in
alle eeuwigheid.
Wees
tevens de verdere belofte indachtig.
Chapl.
staat op en leest Jesaja 54: 17: Alle instrument, dat tegen U bereid wordt, zal niet gelukken, en
alle tong, die in het gezicht tegen U opstaat, zult gij veroordelen; dit is de
erve van de knechten des Heeren, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de
Heere.
A.C.:
Bbr. Diakenen, wilt de Cand. naar het
Z.W. geleiden en hem leren hoe het O. met juiste passen te naderen.
(geschiedt.)
1e
Diak. stelt zich naast de W.-hoek van de Driehoek.
De
wijze om in deze graad vanuit het W. het O. te naderen is door middel van negen
passen. De eerste vier worden gemaakt beginnend met de rechtervoet, de overige
vijf beginnend met de linkervoet.
Iedere
pas wordt begonnen en beëindigd met de voeten in een hoek van 60 graden,
overeenkomend met de hoeken van een gelijkzijdige D. Te uwer instructie zal ik
ze voordoen en U zult daarna mijn voorbeeld volgen.
1-3
naar middelpunt kijkend
1-4
met rechtervoet beginnend
5-9
met linkervoet beginnend
Candidaat
neemt de stappen onder leiding van de 1e Diaken, en de 2e Diaken gaat bij de
negende stap aan de linkerzijde van de candidaat staan.
De
tekens van deze graad zijn zeven in getal, te weten het Zwem- of Noodteken, het
Pasteken, het Teken van de Duif, het Strafteken, het Teken van Begroeting, het
Teken van Vragen, en het Teken van Veiligheid.
1.
Het Zwem- of Noodteken. Het wordt gemaakt door de armen voor het lichaam uit te
steken en daarna uit te spreiden, als bij het zwemmen. Het zinspeelt op hen die
tijdens de zondvloed een poging deden om al zwemmend naar hoog gelegen plaatsen
te ontkomen. Het zinspeelt tevens op het symbool van deze graad, de
gelijkzijdige Driehoek.
2.
Het Pasteken wordt gemaakt door de linker arm op te heffen en te buigen, het
hoofd in de kromming ervan te leggen. Het zinspeelt op Noach, die al uitziende
naar de duif zijn hoofd in de holte van zijn linker arm liet rusten.
3.
Het Teken van de Duif wordt gemaakt door de rechter hand naar voren te brengen,
met uitgestrekte wijsvinger, als om een vogel er op te laten neerstrijken.
Daarna brengt men hem naar de linker schouder en zinspeelt op Noach die zijn
vinger uitstak voor de duif. Het Teken gaat vergezeld van de woorden "Ziet,
daar komt zij".
4.
Het Strafteken wordt gemaakt door de rechter hand uit te strekken als in het
vorige Teken, dan de armen naar de zijde van het lichaam te brengen en met de
elleboog tegen de ribben te stoten. Het zinspeelt op de straf uit uw gelofte.
5.
Het Teken van Begroeting wordt gegeven door de rechter hand omhoog te brengen en
te laten zakken tot de toppen van de aaneengesloten vingers boven de kruin zijn.
Het is het onvolledige Teken van een regenboog. Dit Teken wordt gegeven wanneer
men de Loge binnenkomt of verlaat, of wanneer men het woord richt tot de A.C.
6.
Het Teken van Vragen wordt gegeven door de rechter hand uit te strekken, de
wijsvinger gekromd en naar boven geheven, aldus, en het wordt beantwoord door
het
7.
zevende en laatste teken, het Teken van Veiligheid. Men geeft het door,
uitgaande van het Teken van Vragen, de hand om te keren en de top van de
wijsvinger van de andere Br. aan te raken. Het wijst op de volkomen boog, ten
teken van het verbond dat met Noach werd gesloten.
De
Aanraking wordt aldus gegeven: de rechter handen worden in en uit elkaar
getrokken. Door deze Greep kan men een Br. bij dag en bij nacht herkennen. Het
herinnert aan de episode, waarin zij die vóór de zondvloed leefden,
veroordeeld tot de bodemloze diepte der wateren, trachtten de toom des Hemels te
keren door elkander op te trekken naar de toppen der bergen, de kruinen der
bomen en alle andere plaatsen die een tijdelijke uitkomst leken te bieden voor
het oordeel van Hem, Die vernietiging uitstortte over hun hoofden. Daarom wordt
het het Teken van vertwijfeling genoemd.
Het
Paswoord of Oude Woord is Methusalah. Het Verborgen Woord is Jareth. Het Geheime
Woord is Lamech.
Bbr.
Diakenen, geleidt de Cand. naar Zoon S.
Diakenen
geleiden de Cand. Naar de 2e Opz., rechts van hem, gericht naar het N.
2e
Opz.:
De nood
van een Br. kan ontstaan door drie verschillende oorzaken:
Ten
eerste door moeilijke omstandigheden, waarin het nodig kan zijn bij een Br. te
rade te gaan. De aldus aangesproken Br. zal U raden naar vermogen in getrouwheid
en oprechtheid, zijn gedrag richtend naar de regel "Doe anderen zoals gij
wilt dat U geschiedt".
Ten
tweede kan de nood van een Br. voortkomen uit diepe armoede, wanneer hij voedsel
of kleding ontbeert. Als dit het geval is, dient de Br. Aan wie dit kenbaar
wordt gemaakt te trachten die nood te lenigen, indachtig aan het woord, dat het
beter is te geven dan te ontvangen. Want hoe kan de liefde van God wonen in hem,
die ziende dat zijn Br. in nood verkeert, hem zijn medelijden onthoudt. Daarom
zullen wij, als wijze rentmeesters van de gaven Gods, altijd hand en hart gereed
hebben om een Br. in nood te helpen.
Ten
derde kan de nood van een Br. ontstaan doordat hij zich te midden van zijn
vijanden bevindt, zodat het voor hem noodzakelijk is een beroep te doen op de
kracht van één van zijn Bbr. De Br. die zijn T. van Begroeting opvangt (maakt
het Teken)
zal hem onmiddellijk te hulp komen; en
zijn liefde voor zijn Br. zal zo groot zijn, als hij hem daartoe waardig acht,
dat hij eerder aan zijn zijde zou sterven dan hem verlaten.
De
D. is altijd aangebracht op belangrijke convocaties van de R.A.M. In zulke
gevallen moet ge, indien mogelijk, aanwezig zijn. Als dit door onvermijdelijke
omstandigheden onmogelijk is, zult ge van de reden schriftelijk mededeling doen,
met hetzelfde teken. De Br. of Loge die uw bericht ontvangt zal dit dan
aanvaarden als een ontheffing van uw plicht.
A.C.:
Bbr. Diakenen, wilt nu de Cand. naar
Zoon J. voeren teneinde bekleed te worden.
Diakenen
plaatsen de Cand. rechts van de 1e Opz., gericht naar het O. De Diakenen staan
achter de Cand.
1e
Opz.:
Ik
bekleed U met dit schootsvel en met dit juweel, en draag U op die nimmer te
dragen, wanneer ge in onmin verkeert met een Br. Want het is een embleem van
liefde en deugd, en daardoor meer in waarde dan welke gift ook waarmede keizer
of koning U zou kunnen vereren. Verzoen U daarom eerst met uw Br., zodat ge U in
eendracht en broederlijke genegenheid ter neder kunt zetten. Want op allen die
zich naar deze regel gedragen zal Vrede nederdalen.
Diakenen
geleiden de Cand. naar de A.C.
A.C.:
Ik toon U de werktuigen van een Ark
Mariner, waarmee Noach. arbeidde toen hij de Ark bouwde.
De
belangrijkste waren een bijl, waarmee hij de bomen velde en bewerkte; een zaag
waarmee hij de bomen tot planken maakte en een avegaar of boor, waarmee hij
gaten in de planken maakte. Met de bijl maakte hij ook houten nagels, die hij in
de gaten dreef, zodat de planken bijeen werden gehouden. Door de wijsheid en het
vernuftig vakmanschap van Noach. ontstond dat prachtig bouwwerk, de Ark, waarvan
de gedegenheid de aardse redding mogelijk maakte van hemzelf, zijn gezin en alle
levende schepselen die er een plaats in vonden.
Deze
werktuigen hebben ook een andere betekenis, die ik U zal uitleggen. De bijl
velde de bomen die door hun val zinnebeeldig zijn voor het vergaan van de oude
wereld. De zaag die de boomstam scheidde in planken, is zinnebeeldig voor de
scheiding die de Heer maakte tussen Noach en zijn gezin en de rest der mensheid.
De avegaar die gaten in de planken maakte, leert ons het nut van beproevingen,
die leiden tot nederigheid en zelfonderzoek.
A.C.:
Zoals de Ark met deze werktuigen werd
gebouwd, zo wordt ons getoond dat wij door te volharden in Geloof, Hoop en
Liefde, zullen worden opgenomen in een veilige Ark, wanneer de elementen zich
eens in vurige hitte zullen oplossen en de gehele aarde zal worden ontbonden. De
rondgang in de vorm van een Driehoek was bedoeld om U de vorm van de Loge in te
prenten. De reden waarom Ge stil stond bij de drie punten ervan was om U er aan
te herinneren, dat Wijsheid, Kracht en Schoonheid werden tentoongespreid bij de
bouw van de Ark. Zij hebben ook een morele betekenis, die reeds aan U werd
uiteengezet.
Uw
rechtopstaande houding bij het afleggen van de gelofte was bedoeld om U te
herinneren aan de houding van Noach, toen hij offerde aan God, Hem dankend voor
zijn redding van de zondvloed. De G.C.d.H. plaatste toen Zijn regenboog op de
wolken en sloot een verbond met Noach, dat de wateren nooit meer tot een vloed
zouden worden, die al wat leeft vernietigen zou.
De
voornaamste Officieren der Loge vertegenwoordigen Noach. en zijn twee zonen
Jafeth en Sem. De Driehoek is ook een zinnebeeld van de Zon, de Maan en de
Sterren, en wel in deze zin: Zij die in de maatschappij de hoogste posities
innemen hebben het grootste bereik waarin zij goed kunnen doen, maar zij die
lager zijn geplaatst zullen zich op even voortreffelijke wijze onderscheiden,
als zij zich op de juiste wijze gedragen en bruikbare leden van de samenleving
blijken te zijn. Het meest hoogstaand is hij, die aan zijn taak het beste vorm
geeft, en niet hij die de hoogste positie inneemt; zoals de Maan, hoewel haar
licht ontlenend aan de Zon, duidelijk de Heerlijkheid van God tentoonspreidt, zo
getuigen de bloemen op het veld evenzeer van Zijn Kracht als de sterren van de
Hemel dat doen.
Wil
nu luisteren naar een uitleg van de negen passen.
Diakenen
plaatsen Cand. in het Z.O.
Staande
bij de W.-hoek van de D.:
De
eerste drie passen op de Driehoek komen overeen met de eerste regelmatige passen
uit de Symbolieke Vrijmetselarij, doch hebben hier nog een aanvullende
betekenis. Aan U is reeds medegedeeld dat de drie punten van de Driehoek
overeenkomen met W., K. en S. De mens die in zijn onwetendheid aan het begin van
zijn pelgrimstocht meent zeker te zijn, en het gebruik van de nimmer falende
Passer terzijde schuift, dwaalt af van de rechte koers en loopt daardoor gevaar
te worden overstelpt door de wateren. Wanneer hij echter de eerste regelmatige
pas heeft gezet (doet eerste pas), staan zijn voeten op vaste grond, en is zijn blik gericht op de
plaats waar S. regeert.
Het
gevaar dat hem nu bedreigt is echter nog groter dan tevoren, want als zijn stap
nu zou afwijken van de rechte koers, dan wordt zijn lot als dat van het riet,
heen en weer bewegend bij elk zuchtje wind (doet tweede pas).
Wanneer Ge echter, mijn Br., de tweede pas krachtig en fier zet op het punt van
K., dan bevindt Ge U op de weg naar W. Vandaar is uw pad gemakkelijk, want
wanneer W. uw passen leidt (doet
derde pas)
moogt Ge er in vertrouwen, dat Ge die
hoogte zult bereiken die Ge wenst en die het doel is van al uw inspanningen.
De
vierde pas (doet
vierde pas) brengt
U omgeven door W., K. en S. in het midden van de Driehoek, en van waar uit Ge de
ladder kunt bestijgen totdat Ge de Ark bereikt zult hebben, de veilige haven der
ruste. De laatste vijf passen houden in dat Ge gedurende uw voortgang er
onverminderd voor dient te zorgen die vijf deugden in praktijk te brengen, die
zo kenmerkend zijn voor de Vrijmetselarij: Waakzaamheid (doet
vijfde pas),
Voorzichtigheid (doet
zesde pas),
Broederlijke Liefde (doet
zevende pas),
Waarheid (doet
achtste pas),
en Naastenliefde (doet
negende pas).
1e
Opz. herneemt zijn plaats. Diakenen plaatsen Cand. voor de A.C.
A.C.:
Aangezien U gevraagd zal worden
bepaalde bedragen te betalen voor uw verheffing, is het juist U te tonen op welk
gezag wij handelen. (staat)
Dit is onze Constitutiebrief van de
Grand Lodge of Mark Master Masons. Op deze en elke andere Logebijeenkomst is
deze voor U ter inzage aanwezig. (gaat zitten)
De
Constituties van onze Orde zijn vervat in het Constitutieboek van de Grand Lodge
of Mark Master Masons. Dit is ons Reglement (overhandigt
het).
Uit deze beide zult Ge
uw
plichten leren kennen jegens Ark Mariners in het algemeen en tegenover deze Loge
in het bijzonder. U bent nu gerechtigd uw plaats in een Loge van R.A.M. in te
nemen.
1e
Diaken keert de Driehoek op de vloer om.
Sluiting
A.C.,
*, herhaald door de Opzieners: Ik
verhef mij van mijn zetel om te onderzoeken of een van de Bbr. iets naar voren
heeft te brengen in het belang van de Ark Vrijmetselarij in het algemeen of van
deze Loge van R.A.M. in het bijzonder.
Verschillende
zaken kunnen nu worden behandeld.
Eén
slag, herhaald door de Opzieners.
Bbr.
Royal Ark Mariner, staat mij bij deze Loge te sluiten. Sem, mijn Zoon, wat is de
voortdurende plicht van iedere Ark Mariner?
2e
Opz., geen Teken: Na
te gaan of de Loge behoorlijk is beveiligd.
A.C.:
Doe U daarvan verzekeren.
2e
Opz., geen Teken: Br.
Wachter, ga na of de Loge behoorlijk is beveiligd.
De
Wachter geeft de slagen *** *
op de deur, beantwoord door de Buitenwachter.
W.,
met Teken:
Br.
Tweede Opz., de Loge is naar behoren beveiligd.
2e
Opz., met Teken: A.C.,
de Loge is naar behoren beveiligd.
A.C.:
Jafeth, mijn Zoon, welke is onze
volgende plicht?
1e
Opz., geen Teken: Er
voor te zorgen dat de Bbr. zich als R.A.M. doen kennen.
A.C.:
In
orde Bbr., als RA.M.
Geschiedt.
Chapl.:
Laat ons, voordat de Loge wordt
gesloten, de G.C.d.H., die de storm deed bedaren en de golven van de wilde
wateren tot rust bracht, en die uit het water vaste grond deed ontstaan, smeken
ons in Zijn hoede te nemen, totdat wij opnieuw bijeenkomen in Zijn Naam, of
totdat Hij beschikt dat wij worden opgenomen in de Ark van Zijn Verbond.
Allen:
Zo moge het zijn.
A.C.:
Jafeth, mijn Zoon, nu de werkzaamheden
zijn beëindigd, draag ik U op deze Loge van Ark Mariners te sluiten.
1e
Opz.:
Bbr., in Naam van de G.C.d.H. en in
opdracht van de A.C. sluit ik de Loge.
2e
Opz.:
En de
Loge is dienovereenkomstig gesloten tot de volgende regelmatige bijeenkomst,
spoed bijeen komsten uitgezonderd, waarvan tijdig bericht zal worden gegeven.
***
*.
Wachter
*** *.
Buitenwachter
*** *.
L.G.C.:
Bbr., ons rest niets meer dan naar
aloud gebruik onze geheimen te verzegelen in de veilige schatkamer van ons hart,
verenigd in G.G.G. G.
Neemt
Driehoek van P.S.