Rituaal voor de Graad van Ridder van de Zon, Prins Adept  

Dit rituaal dateert uit 1908. Tegenwoordig wordt in deze graad een rituaal gebruikt dat op een aantal punten afwijkt van deze versie.


Opening der Werkzaamheden

Vader Adam: Bevelhebber der Wachters, verzeker u, of het Heiligdom van buiten behoorlijk is gedekt.
Indien het antwoord bevestigend luidt, geeft de Vader één slag met de scepter, welke de Broeder Waarheid herhaalt.
Vader Adam: In Orde, Ridders!
Alle aanwezigen staan op, zien naar de zon en stellen zich in orde.
Vader Adam: Broeder Waarheid, zijn alle aanwezigen Ridders van de Zon?
Br\ Waarheid: Zij kennen den oorsprong van het Licht.
Vader Adam: Broeder Waarheid, vanwaar komt Gij?
Br\ Waarheid: Uit het midden der duisternissen.
Vader Adam: Hoe zijt Gij daaruit gekomen?
Br\ Waarheid: Door over mijzelf na te denken en de natuur te bestuderen.
Vader Adam: Waarheen gaat Gij?
Br\ Waarheid: Door te arbeiden aan de bevrijding van mijn zedelijk wezen en aan de vooruitgang van het menselijk geslacht.
Vader Adam: Zeg mij het devies van de Ridders van de Zon.
Br\ Waarheid: Ex tenebris lux.
Vader Adam: Hoe wordt dit devies voleindigd?
Br\ Waarheid: Per lumina ad numina.
Vader Adam: Wat is het meest geschikte uur voor onze arbeid?
Br\ Waarheid: Wanneer het nacht is op aarde.
Vader Adam: Waarom?
Br\ Waarheid: Omdat dan de zon voor ons in haar volle middag is.
Vader Adam: Is het nacht op aarde?
Br\ Waarheid: Het is middernacht.
Vader Adam: Vermits de zon voor ons schijnt in haar volle luister, laten wij er gebruik van maken, om vooruit te streven op de wegen van het Licht.
Ziet naar mij, Ridders van de Zon, met het Teken en de Slagen!
Geschiedt.
 

Inwijding

De zaal is slechts verlicht door de lampen van de Malakhim. Gedurende de Voorbereiding heeft de Ceremoniemeester zich naar de Voorhof begeven, om aan de neofieten voorlezing te doen van de morele verklaringen, die zij zullen hebben uit te spreken voor iedere Malak en om hun te vragen, of zij die in gemoede doen kunnen. Hij brengt hun antwoord over aan de Br\ Waarheid. Op het bevel, gegeven door laatstgenoemde, klopt de Ceremoniemeester, vergezeld van de neofieten aan de Poort van het Heiligdom als Ridder Commandeur van de Tempel.
Br\ Waarheid: Vader der Vaderen, men klopt aan de Poort van het Heiligdom als Ridder Commandeur van den Tempel.
Vader Adam: Zeg ons, wie aldus aanklopt.
Br\ Waarheid: Het is de Ceremoniemeester, vergezeld van kinderen der duisternis, die vragen, om verlicht te worden.
Vader Adam: Zijn zij in de vereiste stemming?
Br\ Waarheid: Zij zijn bereid, om zich te ontdoen van de neigingen. die de luiheid, zinnelijkheid, afgunst, begerigheid, toorn, onverdraagzaamheid en trots doen geboren worden.
Vader Adam: Laat hen dan binnenstaan, om te leren kennen, wat zij zijn en wat wij van hen verwachten.
De Bevelhebber der Wachters verleent toegang aan de Ceremoniemeester, die de neofieten tussen de Kolommen geleidt.
Vader Adam: Broeders Commandeurs van de Tempel, wij zijn Ridders van de Zon.
Toen de mensen bij de eerste poging van de Rede, geboren wordende in de boezem der barbaarsheid, de zonneschijf in verband begonnen te brengen met de verschijnselen van licht en warmte. die zij voelden, dat in nauw verband stonden met hun veiligheid en hun welvaren, beschouwden zij de ster van de dag, als een beschermster, een vriendin, begiftigd met bovenmenselijke en geheimzinnige macht. Niets waarborgde hun, dat die weldoenster, wanneer zij elke avond verdween of elke herfst zich verwijderde, hen niet voor altijd ging verlaten. Vandaar een mengsel van vrees en hoop, die de praktijken van de zonne-erediensten deden ontstaan. Sommige hadden ten doel de ster te dwingen door tovermiddelen, haar gewone loop te blijven volgen, andere strekten om haar vrijwillig daartoe te bewegen door gebeden, offeranden en betuigingen van genegenheid, weer andere zochten haar te steunen in haar strijd tegen de vijandelijke machten van de duisternissen en de wolken. Langzamerhand zag men in, dat de Zon, de Maan, al de sterren aan het uitspansel een onveranderlijke weg volgen, dat zij die moeten gehoorzamen aan de drang, waarvan de bron buiten hen is gelegen en aldus werd de verering van de Zon overgebracht op de Meester van de Zon, Hem, die de Vrijmetselarij de Opperbouwheer des Heelals noemt.
Tegelijkertijd deed deze regelmaat van de hemelbewegingen het denkbeeld ontkiemen van een Wereldorde, die al de verschijnselen in zich sluit, wier standvastigheid of regelmatig weerkeren noodzakelijk scheen voor het geregelde leven van de natuur. Door uitbreiding van dit denkbeeld verbond men aan deze Wereldorde een zedelijke orde, het geheel van de handelingen, die de mens moet vervullen, om zijn bestemming als gemeenschapswezen en ontwikkelingswezen naderbij te streven. De handhaving van de stoffelijke en zedelijke orde werd beschouwd als het hoofddoel van de Macht, die de ontwikkeling van het heelal leidt.
Toen men nu voortging met zich in beschouwingen te verdiepen over de natuur van deze
Macht. meende men die te kunnen vinden in het Licht, dat de algemene eigenschap schijnt van alle hemellichamen de stof, waarmee alle onderdelen van de natuur zijn doorweven, de uiterste bron van beweging, van het leven en van de gedachte over het oppervlak der aarde.
Eindelijk onderscheidde men achter het zichtbare licht het ongeopenbaarde licht, waarvan de hoogste openbaringen zijn: de Zon in onze stoffelijke wereld en de Rede in onze geestelijke wereld. Aldus samengevoegd, kwamen het Licht en de Rede eikander symboliseren en beide verzinnelijkten het onbeschrijflijke en onkenbare wezen, waaruit alle dingen voortkomen.
Het Hoogste Wezen, aldus verklaart het Heilige Boek der Magiërs de ‘Avesta’, is in lichaam gelijk aan het Licht en in geest aan de Waarheid.
Dergelijke uitleggingen konden niet verspreid worden zonder een dodelijke slag toe te brengen aan de mythologieën der oude godsdiensten. Toen in het Grieks-Romeinse Rijk het heidendom in verval kwam, zocht de religieuze geest, die geen voldoening meer vond in de verstijfde vormen van de officiële godsdienst, noch in het ijdele bijgeloof van de volksmenigte, toevlucht in de boezem der Mysteriën, waar de uitverkoren zielen, onder bedekking van de inwijding, de meest vooruitstrevende geestelijke en zedelijke onderrichtingen van die tijd ontvingen.
Een eerste rang namen in, van de tweede tot de vierde eeuw van onze jaartelling, de Mysteriën van Mithra, die zich over het gehele Rijk verspreidden, van Azië tot Brittannië en Afrika. Een ogenblik kon men geloven, dat zij aan het Westen de godsdienst zouden geven, die het verwachtte. Zij werden verwijderd en overwonnen door het Christendom.
Maar hun beschouwingen overleefden in zekere sekten, vermengden zich met Manichese, gnostieke en kabbalistische beschouwingen. Door dit kanaal drongen zij in de Vrijmetselarij. De Ridders van de Zon zijn de bewaarders van hetgeen deze overlevering voor waars en juists bevat. Ridders Commandeurs van de Tempel, volhardt Gij in uw verlangen om in onze Mysteriën te worden ingewijd?
De neofieten antwoorden.
Vader Adam: Broeder Ceremoniemeester, wil één der neofieten voor de Troon geleiden.
Orgelspel.
Het bevel wordt uitgevoerd. De aangewezen neofiet wordt gekleed met een wit kleed.
Vader Adam: Wie is die nieuw aangekomene in het verblijf der kalmte en welke begeerte kan hem nog aandrijven?
Br\ Waarheid: Het is een vrije geest, die verlangt af te dalen in het aards gewoel, om er voor het goede en ware te strijden.
Vader Adam: Hij wil afdalen op aarde, om dwaling te verjagen en onrecht te overwinnen!
Hoe verwacht hij te slagen, waar Ormuzd zelf beperkt schijnt in macht?
Br\ Waarheid: Hij is niet zo aanmatigend. Maar de werkeloosheid drukt hem zwaar, terwijl elders wezens arbeiden en lijden. Hij wil deelnemen aan hun pogingen en hun moeiten delen, door naar de mate van zijn krachten mee te helpen aan de verbetering van de wereld.
Vader Adam: Weet hij, hoe zich te gedragen?
Br\ Waarheid: Door goede gedachten, goede woorden, goede daden.
Vader Adam: Welnu, ga u dan meten met de onvolmaaktheid der dingen!
Om U te geleiden in de uren van onrust, zult u bij u hebben, als een lichtbaken in de nacht, de vriend, de vertrooster, de verlosser, Hem, wiens werkzaamheid over duizenden bijzonderheden nooit in slaap geraakt, die zich vermenigvuldigt en zich herhaalt in ieder mens, die spot met de kunstgrepen, waarmede u zult pogen uzelf te bedriegen omtrent de waarde van uw handelingen, die als u zoudt trachten hem te ontvluchten, te paard zou stijgen en met u mee hollen; maar die ook, als u getrouw blijft aan Zijn geboden, u de zege zal verzekeren, met vrede, geluk en onsterfelijkheid.
Broeder Waarheid, u die alhier de stem van het geweten vertegenwoordigt, het innerlijk licht, dat ieder mens, die ter wereld komt, verheldert, ik vertrouw de neofiet aan uw hoede toe.
Orgelspel.
Red\ : Hoor de openbaringen van de volgelingen van Orpheus:
Zeven dwalende sterren gaan hun weg op de wegen des Hemels en uit hen is de eeuwigheid geweven: de Maan, die schittert in de nacht, de duistere Saturnus, de zoete Zon, de Godin van Paphos, beschermster van het huwelijk,de dappere Mars, de vruchtbare Hermes en Zeus, beginsel van de geboorte, bron van de natuur.
Dezelfde hebben het menselijk geslacht tot hun deel gekregen en in ons zijn de Maan, Zeus, Mars, Venus, Saturnus. de Zon en Hermes. En evenzo ontnemen wij aan de etherische middenstof de tranen, het lachen, de toorn, de verwekking, de slaap en de begeerte.
Orgelspel.
Br\ Waarheid zoekt de neofiet en geleidt hem naar de eerste Malak. De Ceremoniemeester begeleidt hen.
Br\ Waarheid: Hier is een wezen, dat verlangt zich op aarde te incarneren. Wat zal de genius van de Zon hem geven?
Zon: Het onderscheidingsvermogen.
Hij legt de neofiet een geel of verguld opperkleed op de schouders.
Br\ Waarheid leidt de neofiet naar de Maan: Wat zal de neofiet de genius van de Maan geven?
Maan: Het verlangen, om te leven.
Hij legt over het gele opperkleed een zilverachtig opperkleed.
Br\ Waarheid leidt de neofiet naar Mars: Wat zal de neofiet de genius van Mars geven?
Mars: Het instinct van de worsteling.
Hij legt een rood opperkleed over de andere.
Br\ Waarheid leidt de neofiet naar Mercurius: Wat zal de neofiet de genius van Mercurius geven?
Mercurius: De smaak in rijkdom.
Hij legt een blauw opperkleed over de andere.
Br\ Waarheid leidt de neofiet naar Jupiter: Wat zal de neofiet de genius van Jupiter geven?
Jupiter: Eerzucht.
Hij legt een oranje opperkleed over de andere.
Br\ Waarheid leidt de neofiet voor Saturnus: Wat zal de neofiet de genius van Saturnus geven?
Saturnus: De neiging tot rust.
Hij legt een zwart opperkleed over de andere.
Br\ Waarheid leidt vervolgens de neofiet naar de drempel van de Tempel en geeft hem over aan de Ceremoniemeester.
Br\ Waarheid: U bent nu gewapend met de voornaamste neigingen, die de handelingen van de mensen beheersen. Uw lot hangt af van het gebruik, dat u ervan zult maken. Het zijn tweesnijdende wapens. Geen vermogen staat zó laag, dat het niet aangewend kan worden ten dienste van uw zedelijke volmaking. Geen vermogen staat zó hoog, dat het, verkeerd gebruikt, u niet zou kunnen verzwakken of doen zinken.
Orgelspel.
De Ceremoniemeester bindt de handen van de neofiet met een koord te samen, legt hem een doorzichtig zwarten sluier over het hoofd en plaatst hem tussen de Duif en de Raaf.
Vader Adam: U staat in het vervolg geplaatst tussen uw goede en uw slechte handelingen, tussen uw werken van het Licht en van de Duisternis, van leven en dood. Zorg, dat bij het ten einde spoeden van uw dagen de duistere daden de glans van uw lichte daden niet verdonkeren en uitblussen.
Br\ Waarheid: Uw krachten zijn beperkt; zij zijn niet vernietigd. Uw handen zijn gebonden. U kunt ze nog gebruiken. Indien uw gezichtsvermogen verduisterd is, wees er niet bovenmate door verschrikt. Ik blijf bij u, om u in de schemering te geleiden, Ik ben de stem van uw geweten.
Orgelspel.
Vader Adam: Broeder Redenaar, wil ons de openbaring van Hermes Trismegistos doen kennen.
Redenaar: Aldus drukt de Driewerf grote Hermes zich uit:
De mens, die zegepraalt over zijn zinnelijke beproevingen, vergroot zijn verstandelijke vemogens. God meet hem het Licht toe naar de mate van zijn verdienste en veroorlooft hem meer en meer, om in dit leven de diepste mysteriën van de natuur te doorgronden.
Hij daarentegen, die het onderspit delft tegenover de verleidingen van het vlees, valt langzamerhand onder de noodlottige wetten, die de elementen beheersen en, hun prooi wordende, wijdt hij zich aan de voortdurende onwetendheid, die de dood is van de Geest.
Gelukkig het aardskind, dat het beeld van de hoogste volmaking zuiver heeft bewaard en die het niet verduisterd heeft onder de sluier van de laagste begeerten. Indien voor hem het uur komt, om deze wereld te verlaten, wordt zijn lichaam teruggegeven aan het gebied van de stof, maar zijn Geest, ontdaan van het omhulsel, door de tijd versleten, verheft zich in de zeven concentrische sferen, die het aardse stelsel omhullen.
Vader Adam: Mijn Broeder, de mysteriën van Mithra onderwierpen de neofiet aan de proeven door het Water, de Lucht, het Vuur en de Aarde. Deze proeven heeft u, als overwonnen doorgemaakt in de loop van uw voorafgaande inwijdingen., Bij de ouden hadden zij een reinigende strekking. Voor ons hebben zij slechts een symbolische betekenis. Wij weten, dat geen plechtigheid de zonde kan uitwissen. Berouw alleen, als het oprecht is en herstel, als het mogelijk is, kunnen uw fouten afwassen. Maar, door u te doen gaan door de invloeden,, die u uwe smetten afnemen, hebben wij willen voorstellen, dat u de onvolmaaktheden van de oude mens aflegt, om te worden geboren tot een nieuw leven, dat van de volmaakte Vrijmetselaar.
Broeders Dadophoren, doet uw plicht.
Orgelspel.
De Dadophoren plaatsen zich achter de neofiet, om hem op zijn reizen te begeleiden. De Ceremoniemeester geleidt de neofiet naar Br\ Waarheid.
Neofiet: Broeder Waarheid, ik heb mijn proeftijd geëindigd. U bent niet alleen de Rechter, die de eerbied voor de Wet verzekert; u bent ook de goede Herder, die het vermoeide lam naar de stal terugvoert. Help mij het Hemelse Vaderland terug te winnen, naar hetwelk mijn ziel smacht.
Br\ Waarheid: Waarom zijn uw handen beladen met boeien?
Neofiet: Omdat ik de gevangene was van de stof.
Br\ Waarheid: Dat Uw geest zich dan ontdoet van haar banden van het vlees.
Hij snijdt het koord met zijn zwaard door.
Br\ Waarheid: Waarom bedekt een sluier uw ogen?
Neofiet: Omdat ik verblind ben geweest door hartstochten.
Br\ Waarheid: Het uur slaat, vroeg of laat, doch eenmaal slaat het onvermijdelijk, waarop u rekenschap moet geven van uw daden. Niets gaat verloren in het gebied van het geweten, evenmin als in het rijk der zinnen. Hoe het antwoord ook moge luiden op het raadsel van de dood, de rechtvaardige kan sterven in vrede.
Br\ Waarheid geleidt de neofiet naar Saturnus, die hen de weg verspert met zijn zwaard. De Ceremoniemeester volgt hen. De stoet wordt gesloten door de twee Dadophoren, die de neofiet begeleiden tot aan zijn bevestiging. Het orgel wordt bespeeld gedurende de gang van het ene altaar tot het andere, totdat de stoet aangekomen is voor de Vader.
Neofiet: Of ik nooit geofferd heb aan de traagheid? In eik geval geloof ik, dat ik nooit een nuttige taak, die ik bij machte was te vervullen, van mij heb gewezen. Ik heb enige vruchtbare arbeid verricht en ik heb nooit het devies uit het oog verloren van een groot burger, die zijn leven wijdde aan de politieke bevrijding van zijn land.
Rust elders.
Br\ Waarheid: Hij zegt de waarheid.
Saturnus, zijn zwaard opheffend: De rust is het noodzakelijk einde van de arbeid. Ga verder, Broeder, u hebt het recht verworven, om uw wapenrusting af te leggen. Maar weet wel, dat in de gehele natuur de arbeid gevolgd wordt door het ontwaken.
Mors janua vitae.
Br\ Waarheid neemt de neofiet het zwarte opperkleed af, legt het op het altaar van Saturnus en geleidt hen vervolgens naar Venus, die evenzeer hen den weg verspert met haar zwaard.
Neofiet: Ik heb de vrouw bemind, maar ik heb haar ook geëerbiedigd. Ik heb mij altijd het maçonniek voorschrift herinnerd: Eerbiedig de vrouw, maak nooit misbruik van haar zwakheid, sterf liever, dan haar te onteren.
Br\ Waarheid: Hij zegt de waarheid.
Venus, haar zwaard opheffend: De Liefde is een wet van het Heelal, de voorwaarde voor zijn behoud en voor zijn vooruitgang. Zij is slechts duurzaam bestaande tussen de sexen wanneer zij een wederkerige achting in zich sluit en zo zij het wezen in zijn geheel omvat. Maar de sexuele aantrekking is slechts de lagere vorm van de Liefde en zij duurt slechts korte tijd. Er komt een leeftijd, waarop de zinnen tot zwijgen worden gebracht, als om u geheel aan verovering van de wijsheid te laten wijden. Vervolg uw weg naar de hoogten, waarop zich misschien het mysterie van de eenheid in de tweeheid zal ontsluieren.
Br\ Waarheid geleidt, na het groene opperkleed op het altaar van Venus te hebben neergelegd, de neofiet naar Jupiter.
Neofiet: Indien ik heb gezocht invloed en aanzien te verwerven, behoef ik niet te blozen over de middelen, die ik daartoe in het werk heb gesteld. Ik heb nooit willens en wetens misbruik gemaakt van mijn functies om mijn ondergeschikten te tiranniseren of te exploiteren. Het heeft mij steeds tegen de borst gestuit, om de groten na te lopen, of de menigte te vleien. Ik vertrouw, dat ik nooit om een betrekking of opdracht te ontvangen, mijn mededingers heb belasterd of verplichtingen op mij heb genomen, die ik wist niet te kunnen nakomen.
Br\ Waarheid: Hij zegt de waarheid.
Jupiter, zijn degen opheffend: Gelukkig zijn zij bij wie de algemene zucht om te stijgen zich uitsluitend uit in de aspiratie naar meer waardigheid in het leven, meer onderscheiding in de gedragingen, meer beschaving in de geest niet in een ontaardende vertoning van wufte weelde of een belachelijke voorliefde voor maatschappelijke bezoeken. Het zoeken van eerbewijzen heeft niets berispelijks, wanneer het in overeenstemming is met werkelijke rechten. Maar hoe meer men vooruitgaat, des te meer ontdekt men het bittere van de politieke.
Laat hier de eerzucht achter, die u dikwijls in gevaar brengt, om het algemeen welzijn te verwarren met uw bijzonder belang. Er is een hogere beweegreden. Velen spreken erover, weinigen kennen die. Het is het geheel onzelfzuchtig verlangen,om uw beginselen te dienen en uw medeburgers.
Br\ Waarheid geleidt, na het oranje opperkleed afgenomen te hebben en het op het altaar van Jupiter te hebben gelegd, de neofiet naar Mercurius.
Neofiet: Ik heb getracht rijkdommen te verwerven op wettige wijze. Ik heb de goederen, die ik van mijne ouders heb ontvangen, het licht, dat ik aan mijn opvoeding dankte, de arbeid van mijn handen en van mijn verstand, aangewend tot ontwikkeling van mijn hulpmiddelen. Maar ik heb nooit gerekend op de zwakheid, de behoefte of onwetendheid van een ander. Ik kan verklaren, dat het spel voor mij nooit een hartstocht of een middel van bestaan is geweest. Ik heb mij de arbeid van mijn gelijken ten nutte gemaakt, maar ik geloof niet, dat ik ooit enig schepsel meer arbeid heb doen verrichten, dan het rechtmatig was van hem te vorderen.
Ik heb herhaaldelijk gebruik gemaakt van mijn verkregen voordelen, om te hulp te komen aan de ongelukkigen en verdrukten.
Br\ Waarheid: Hij zegt de waarheid.
Mercurius, zijn zwaard opheffend: Het verlangen, om meer genot met minder inspanning te verkrijgen, heeft de ontwikkeling van handel en nijverheid voortgebracht. U hebt welgedaan met te werken, om u te verrijken door eerlijke middelen; de aldus verkregen winsten hebben het kapitaal van de mensheid doen toenemen tegelijkertijd met het uwe. U hebt nog beter gedaan door uw hulpbronnen te gebruiken overeenkomstig de raadgevingen van vooruitzien, matigheid en weldadigheid. Maar er zijn dingen te verwerven, kostbaarder nog dan de voordelen van handel en nijverheid. Laat de zorg voor zaken hier achter en richt u tot de verheven gewesten, waar u u drenkt aan de eeuwige bron van de intellectuele en morele waarheden. De genietingen, die u daaruit trekt, zijn verheven boven de zwenkingen van het fortuin.
Br\ .Waarheid, na het blauwe opperkleed afgenomen te hebben en het gelegd te hebben op het altaar van Mercurius, geleidt de neofiet naar Mars.
Neofiet: Ik heb gestreden voor Waarheid. Ik herinner mij niet, dat ik in mijn tegenwoordigheid zwakken heb laten vervolgen of afwezigen belasteren. Ik heb gestaan op mijn rechten en op de rechten van de mijnen; ik heb mijn vrienden ondersteund, zoals zij het verdienden; ik ben altijd gereed geweest, om mijn vaderland te verdedigen, al was het ten koste van mijn bloed. Zou ik durven bevestigen, dat ik nooit misbruik van mijn kracht heb gemaakt en dat ik nooit de strijd heb aanvaard, zonder eerst tot verzoening pogingen gedaan te hebben? Als ik misslagen heb begaan tegenover mijn naaste, heb ik mij opgelegd ze te herstellen; ik heb nooit vrijwillig mijn degen getrokken tegen één van mijn Broeders. Ik heb nooit een gevallen vijand de genadeslag gegeven.
Br\ Waarheid: Hij zegt de waarheid.
Mars, zijn zwaard opheffend: De worsteling is een plicht, wanneer geen ander middel bestaat, om het recht te doen zegepralen. Maar deze zegepraal eist meer en meer het gebruik van vreedzame wegen. Reeds is de strijd van man tegen man verdwenen. Het duel wordt beschouwd, als een vooroordeel, zelfs door hen, die er zich aan onderwerpen. De omwentelingen zijn onnodig en hatelijk geworden door de uitgebreidheid van de openbare vrijheid. De gewapende verdediging van het vaderland blijft een heilige verplichting. Toch ziet men de gezegende dag reeds aanbreken, waarop de oorlogsfakkel tussen landen op zijn beurt zal verdwijnen, waarop de mensheid slechts één natie zal vormen, en waarop het recht op aarde zal heersen Laat uw strijdbaarheid hier en richt u naar de hemelse stad, voorspeld door de zieners, waar de vrede voor eeuwig zal heersen onder de mensen van goeden wille.
Br\ Waarheid, na het rode opperkleed afgenomen te hebben en het te hebben neergelegd op het altaar van Mars, geleidt de neofiet naar de Maan.
Neofiet: Ik heb als een kostbaar pand het leven bewaard dat mij was toevertrouwd. Ik heb niet getracht, om het door dwaze onvoorzichtigheid te verkorten, noch om het te verlengen door onvruchtbare kunstmiddelen. Ik heb niet getracht, om er opwekking aan te geven door het zoeken van verfijnde genietingen of het misbruik van bedwelmende dranken. Indien ik het nutteloos heb vernietigd in het dier of zelfs in de plant, reken ik het mij tot een misslag. Ik zal het met gelatenheid verlaten, wetende, dat de dood de wet zelf is voor de wedergeboorte der wezens.
Br\ Waarheid: Hij zegt de waarheid.
De Maan, zijn degen opheffende: Het leven is onvernietigbaar, oneindig, eeuwig. Overal, waar het verschenen is, heeft het het aanzien der sferen veranderd. Het stelt de band daar niet alleen tussen de geslachten, die elkander op aarde opvolgen, maar ook tussen de maatschappijen, die zich ontwikkelen zonder elkander te kennen, door alle werelden heen. Toch is het leven slechts een schrede in de ontwikkeling der wezens. Het weeft een grondslag voor het gevoel, de rede, de wil en het geweten, deze geheimzinnige bloesems, die zich ontplooien in de mens.
De mens zelf is voor ons de kroon van de schepping. Maar ons waarnemingsvermogen is beperkt in tijd en ruimte …
Ontdoe Uw ziel van hare stoffelijke banden, om, met behulp van uw verbeeldingskracht en uw hart u te verheffen tot uw buitenaardse Broeders, reële - of ideële - tegenwoordige of toekomstige of eenvoudig mogelijke - die boven de menselijke maatschappij de grote kosmische gemeenschap vormen, waarvan het bestaan vooruit gevoeld is door de mystieken van alle eeuwen.
Br\ Waarheid: Hij zegt de waarheid.
Br\ Waarheid neemt de neofiet het zilverkleurige opperkleed af en legt dit op het altaar van de Maan. Hierop leidt hij de neofiet naar de Zon.
De Zon, haar zwaard opheffende: Het is door gemeen overleg, dat de mens lust heeft om zichzelf en het heelal te kennen: dat hij de beperkingen van zijn eigen weten ontdekt en dat hij boven de verschijnselen, die voor waarneming vatbaar zijn de absolute werkelijkheid ontdekt, waaruit alles voortkomt. U kunt slechts de gebroken stralen vatten, die uit die eeuwige lichtbron zich losmaken. Tracht niettemin daarboven te zien; dat is de wet van uw natuur. Indien u de onpersoonlijke essence van de Rede al niet kunt bereiken, zult u toch vaststellen, dat het heelal geregeerd wordt door iets, dat overeenstemt met hetgeen wij trachten neer te leggen in de termen: Rede en Liefde.
Red\ : In één der verhevenste en verborgenste delen des Hemels bevindt zich een paleis, dat men het Paleis der Liefde noemt. Daar vallen diepe mysteriën voor. Daar zijn verzameld alle zielen, die delen in de Liefde van de Hemelse Koning. Daar woont de Hemelse Koning met de zielen en verenigt zich met hen door de Liefdekus... Deze kus is de vereniging van de ziel met de substantie, waaruit zij oorsprong neemt. Aldus spreekt de Zohar.
Orgelmuziek.
Br\ Waarheid, na het gele opperkleed te hebben afgenomen en het te hebben neergelegd op het altaar van de Zon, geleidt de neofiet voor de troon: O, alwetend Heer, ik geleid u de neofiet terug als overwinnaar over zijn aardse beproevingen, bevrijd van zijn stoffelijke gehechtheden, gerechtvaardigd door de getuigenis van zijn geweten, alleen begeleid door zijn verdiensten.
Vader Adam: Wat wil hij van mij?
Br\ Waarheid: Dat u hem opneemt, zoals een Vader zijn zoon ontvangt bij diens terugkeer van een lange reis.
Vader Adam: Laat ons naar de Orphische hymne luisteren, die klinkt door alle eeuwen.
Red\ : Hoe bewegen zij zich in het immense heelal, hoe draaien zij rond en zoeken elkander, die ontelbare zielen, die ontspruiten uit de grote wereldziel. Zij vallen van planeet tot planeet en bewenen in de afgrond het vergeten vaderland...
Grote Geest, Goddelijke bevrijder, neem uw dochters weer op in uw Lichtschoot.
Orgelspel.
Br\ Waarheid keert naar zijn plaats terug.
Vader Adam: U heeft begrepen, dat u niet slechts een mens was, doch het symbool van de mens in zijn elkander opvolgende bestaanstoestanden in het verleden en in de toekomst; meer nog: het symbool van het wezen, dat tevoorschijn gekomen uit de oorspronkelijke cel, misschien van het elementaire kristal, zich trap voor trap heeft opgewerkt tot menselijke persoonlijkheid, in afwachting, dat het zich nog hoger zal verheffen. Het uur is nog niet gekomen, als het ooit komen moet, waarop u, aan gene zijde van de zeven lichten, die voor de Troon schitteren, zult doordringen in een wereld, die aan de beperkingen van uw begripsvermogen is onttrokken, om er het Wezen zonder vorm en zonder naam te aanschouwen, dat achter alle namen en alle vormen zich bevindt. Maar u kunt het tenminste ontwaren in zijn voornaamste uitingen: de glans van het Licht in de stoffelijke wereld het Rijk van de Rede in de zedelijke wereld. U heeft persoonlijk mede gearbeid aan de vestiging van dat Rijk. Neem dan deze Kroon, die een gebruikelijk symbool is van macht en eer.
Vader Adam reikt met behulp van zijn zwaard een bloemenkroon aan de neofiet, die deze terugwijst.
Neofiet: Mijn geweten is mijn kroon.
Vader Adam: Dat wil zeggen, dat u het goede heeft gedaan, om het goede zelf en niet op hoop van beloning. Dat is de echte deugd. Boven de beloningen van het toekomstige leven, die zich nog richten tot eigenbelang en vrees, staat de onbaatzuchtige liefde tot het ware zich één te maken met de bovenmenselijke Macht, waarvan het enig voorwerp is het reageren van het Recht. Daarom hadden onze vaderen boven de planetarische verblijven, toegekend aan de helden, de streek zonder grenzen geplaatst, waar de deugdzame zielen leven in vereniging met de Eeuwige. Weet echter wel, dat dat toekomstig leven geen onvruchtbare aanschouwing kan zijn, het is meer dan ooit werkzaamheid, ontvouwing van krachten, strijd voor de triomf van het Licht in een Kosmos, waarvan onze beperkte zinnen slechts een oneindig klein deel ontwaren.
Gerijpt door leeftijd en ervaring, bent u steeds jong van harte. Wij zullen u dus toelaten tot de dienst van de hoogste openbaring van de geheimzinnige en oneindige krachten, die onze wereld hebben gevormd. Broeder Ceremoniemeester, geleid de neofieten, die zich op de drempel van het Heiligdom bevinden, aan de voet van den Troon.
Het bevel wordt uitgevoerd.
Vader Adam reikt de neofieten een druiventros, waarvan hijzelf enige druiven eet: Neemt en eet! Deze druiventros symboliseert de boom des levens, die moet eindigen met u aan ons gelijk te doen zijn.
Nu verschijnt het tableau, voorstellende het doden van den stier door Mithra.
U ziet, afgebeeld op dit tableau het toneel, dat was gebeiteld tussen de Zon en de Maan in het Oosten van alle heiligdommen van Mithra: het doden en offeren van de symbolische stier door de onoverwinnelijke Mithra. De stier symboliseerde hier de oorspronkelijke stof, die de zon bevruchtte door haar te doordringen met haar stralen. door een wonder, dat zich elke dag voor onze ogen hernieuwt. Zekere dieren, die in de Perzische mythologie, respectievelijk de aan Mithra weldadige en vijandelijke invloeden voorstellen, de schorpioen, de slang, de hond, betwisten elkander het vocht, dat de wond laat ontvloeien. Maar de God van het vruchtbaar makende Licht heeft zijn werk verzekerd: uit het lichaam van de stier wordt de plantengroei geboren, die de aarde versiert en het leven erop onderhoudt. In de eerste rang in deze plantengroei stelden alle mythologen de plant uit het paradijs, waarvan de vrucht of het sap het voorrecht van onsterfelijkheid deed verwerven. Bij de Chaldaeërs werd deze plant voorgesteld door de wijnstok, waarvan de vrucht, dien de wijn bevat, aan het Mythracisme en aan zovele andere godsdiensten het symbool heeft geschonken van de gemeenschap tussen de mensen, en zelfs tussen mensen en goden, geworden als het ware tot kinderen van dezelfde Moeder door te delen in hetzelfde vlees en hetzelfde bloed. Desalniettemin. weet dit wel, stellen deze symbolen en deze riten voor ons evenals voor de adepten van het oude Mithracisme slechts een voorbijgaande graad van inwijding daar.
Ridders, in Orde!
Het bevel wordt opgevolgd.
Vader Adam: Voordat de laatste sluier valt, vraag ik u, zweert u in mijn handen getrouw de geheimen te zullen bewaren van de graad, die u zullen medegedeeld worden?
Alle neofieten afzonderlijk: Ik zweer het!
Vader Adam: Zweert u onder alle omstandigheden getrouwe soldaten te blijven van de waarheid en de Rechtvaardigheid?
Alle neofieten afzonderlijk: Ik zweer het!
Vader Adam: Zweert u steeds het Licht te zoeken en het, na het gevonden te hebben, te verspreiden in de wereld?
Alle neofieten afzonderlijk: Ik zweer het!
Vader Adam: Er is akte genomen van uw eed.
Zijt dan toegelaten tot het aanschouwen van deze Lichtbron, die u u verbonden heeft te dienen.
Ziet naar mij, Ridders, met het Teken en de Slagen.
De Lichtbron verschijnt.
Vader Adam: In tegenwoordigheid van dit stralend symbool. in naam van de Opperste Bouwheer des Heelals en krachtens de macht, mij verleend door de Opperraad der Nederlanden, proclameer ik u, Broeder … en wijd ik u tot Ridder van de Zon, Prins Ingewijde.
Broeder Redenaar, wil ons de aanroep doen horen, die onze voorgangers richtten tot de ster van de Dageraad.
Red\ : Bron van alle Licht en alle vruchtbaarheid, Zon, symbool der hoogste Rede, giet uw levenwekkend Licht over ons uit, verlicht ons verstand, om de duisternissen van de dwaling te verjagen, die aan onze ogen het Heiligdom der Waarheid onttrekken. Laat hen allen aan uw weldaden deelhebben, zij die in verblinding leven, opdat alle verstandelijke wezens slechts een enkel gezin vormen.
Vader Adam: De gewesten in rust!
Mijne Broeders, de Zon is de bron van alle werkzaamheid op het oppervak der aarde. Wij aanbidden haar niet meer, maar nemen haar aan als de hoogste openbaring en het meest geëigende symbool van de hoogste Energie. De oude mythologieën kenden Horus, Merodach, Indra, Apollo, Mithra, Zonnegoden, die zij voorstelden als ridderlijke helden, doders van monsters en stichters van beschavingen.
Er zijn nog heden monsters te bestrijden en te vernietigen, een beschaving te bewaren en te ontwikkelen. Dit zijn de heldendaden, die moeten volbracht worden door de Ridders van de Zon.
Ik overhandig u deze cordons, waarvan de kleur het Licht symboliseert; het versiersel, dat zij dragen, biedt u het beeld der Zon te midden der natuur.
Vader Adam bekleedt de neofieten met het cordon.
Ik zal u nu bekend maken met de geheimen, voorbehouden aan de Graad van Ridder van de Zon, Prins Adept, waarvan u nu wettig kennis moogt nemen.
Het Heilig Woord is Adonai. Adam en zijn zonen plegen de Eeuwige met deze Naam aan te roepen, bevend van eerbied voor Zijne Majesteit.
Het Paswoord is Stibium; de naam van de oerstof, ook wel bekend als Antimoon
De Ridder van de Zon stelt zich in Orde door op te staan, te zien naar de Zon en de rechterhand te leggen op het hart, de duim haaks, de vingers aaneengesloten. Het Teken wordt gemaakt door vanuit deze stand de rechterarm te strekken en met de wijsvinger te wijzen naar de Zon.
De Aanraking wordt aldus gegeven. De Broeders drukken elkanders handen, waarbij de één zegt Alpha en de ander antwoordt met Omega.
De slagen zijn zes gelijke in getal.
Broeder Ceremoniemeester, geleid de neofieten naar Broeder Waarheid, opdat hij zich verzekere, dat zij de Woorden, Tekenen en Aanrakingen kennen.
Het bevel wordt uitgevoerd.
Br\ Waarheid: De mededeling is geëindigd, Vader der Vaderen.
Vader Adam: Wil dan de leden van het Heiligdom uitnodigen, om in het vervolg als Ridders van de Zon te erkennen, de Broeders ….
Nodig ook de aanwezige Ridders uit, om deze inwijding met de gebruikelijke slagen toe te juichen!
Het bevel wordt uitgevoerd.
Vader Adam nodigt vervolgens de nieuwe Ridders, om plaats te nemen in de Kolommen en verleent het woord aan één van hen, indien deze wenst te bedanken, of zijn indrukken weer te geven. Na het bouwstuk van de Redenaar, dat bij voorkeur betrekking zal hebben op de geschiedenis of de filosofie van de graad, gaat men tot de instructie over.
 

Instructie

Vader Adam: Broeder Waarheid, Bent u Ridder van de Zon?
Br\ Waarheid: Ik ben binnengekomen tussen de Duif en de Raaf. Ik heb de Mercuriusstaf gevolgd, gekroond met een Phrygische muts, tot over de rivier, die de aarde omgeeft. Ik ben door de zeven sferen gegaan en teruggegaan. Ik ben de grenzen van de dood genaderd en heb, na de grond van Proserpina doorgedrongen te zijn, te middernacht de Zon zien schitteren met een sterk weerkaatsend Licht. Wat betekent die symboliek? De duif en de Raaf zijn gekozen, om de kleur van hun veren, om respectievelijk dag en nacht te symboliseren, licht en duisternis; bij uitbreiding de tegenstelling tussen het weten en de onwetendheid, tussen het beginsel van het goede en het beginsel van het kwade, tussen de goede en de slechte daden; een symboliek, die men evenzeer terugvindt in de toestand van de toortsen, welke de Dadophoren dragen, de ene rechtop en brandend, de andere omgekeerd en uitgedoofd. De rivier, die de aarde omgeeft, is de dampkringstroom, die de mensen scheidt van de buitenaardse werelden.
De Mercuriusstaf is het symbool van Hermes, die de ingewijden begeleidde in het hart der mysteriën en de zielen op hun reis naar haar toekomstige verblijfplaatsen. Hij is gekroond met een Phrygische muts, om de identiteit aan te tonen van Hermes en Mithra, van wie dit hoofdtooisel het symbool is.
Vader Adam: Wat betekenen de zeven sferen?
Br\ Waarheid: Zij stellen voor de zeven graden van inwijding in de Mithra-mysteriën en betekenen de zeven kristallijne sferen in welke de Chaldeeërs de planeten lieten wentelen. Vader Adam: Waarom zegt u, dat u er door bent gegaan en teruggaan?
Br\ Waarheid: Omdat, volgens het stelsel van heelalwording van die tijd, de zielen, die deze sferen waren doorgegaan. om zich op de aardbol te komen incarneren, dezelfde weg terug moesten nemen, om tot hun oorspronkelijke woonstede in de Hemel der Vaste sterren terug te keren, tot het verblijf der Goden en zuivere essencen.
Vader Adam: Is de Chaldeeuwse kosmogonie nog aannemelijk?
Br\ Waarheid: Zij is tenietgegaan door de vooruitgang van de wetenschap.
De mens blijft de verhevenste der wezens, die rechtstreekse waarneming ons veroorlooft te bereiken. Maar de aarde, die hij bewoont, heeft opgehouden voor ons het middelpunt van het heelal te zijn. Ons Zonnestelsel zelf schijnt ons slechts een kosmisch stofje, meegevoerd door een geheimzinnige kracht naar een onbekend einddoel.
De Ceremoniemeester wijst naar het tableau.
Vader Adam: Wat betekenen de twee driehoeken dooreengestrengeld, zodat zij een ster met zes punten vormen?
Br\ Waarheid: Met de zon in het midden, herinnert die figuur, die in het Oosten het zegel van Salomo wordt genoemd, aan het planetenstelsel der ouden, daar ieder punt gewijd is aan één der zes andere planeetsterren.
Vader Adam: Welke betekenis heeft de Kabbala gehecht aan dit symbool?
Br\ Waarheid: Zij heeft door de witten driehoek de zuivere elementen gesymboliseerd, die de Hemel afwerpt naar de Aarde en door de zwarte driehoek de opklimming of terugtocht van deze zelfde elementen naar de Hemel. De twee driehoeken samen drukken de identiteit uit van de factoren, die tegelijkertijd de mens en het heelal samenstellen, of, om de taal van Hermes te gebruiken, de identiteit van de Macrokosmos en de Microkosmos.
In ons zijn, zegt de oude dichter, de Maan, Zeus, Mars, Venus, Saturnus. de Zon en Hermes.
De Ceremoniemeester laat de keerzijde van het tableau zien.
Vader Adam: Is dit beeld juist?
Br\ Waarheid: De ouden hadden gelijk met te beweren. dat de mens de maat is voor alle dingen, in die zin, dat het heelal ons slechts verschijnt door de straalbreking van onze zinnen en de gegevens van ons begripsvermogen. Evenwel de ware microkosmos is niet de mens in zijn ingewikkelde en gemiddelde samenstelling, waarvan de eenheid ligt in het geweten, maar het atoom, waarin men meer en meer geneigd is een waar wereldstelsel te zien van onweegbare elementen, die zwerven, met een wonderbaarlijke snelheid rondom één of meer condensatiepunten, aldus in het oneindig kleine wederom voortbrengende de samenstelling en de loop van de samenhoping der sterren in het oneindig grote.
De natuur is één.
Vader Adam: Geef mij het paswoord.
Br\ Waarheid: Stibium
Vader Adam: Wat betekent het?
Br\ Waarheid: Het was het metaal, dat voor de alchemisten de 'prima materia' aller dingen symboliseerde.
Vader Adam: Wat heeft u opgemerkt in het Heiligdom?
Br\ Waarheid: De Vader der Vaderen, bijgestaan door de Waarheid en omringd door zeven lichtdragende cherubijnen.
Vader Adam: Waarom heet de Vader der Vaderen: Adam?
Br\ Waarheid: Omdat hij de stamvader der Mensheid, onze eerste vader voorstelt.
Vader Adam: Wie was hij?
Br\ Waarheid: Het eerste wezen, bij hetwelk het geweten ontwaakte.
Vader Adam: Waarom heet de Broeder, die de neofieten begeleidt, Waarheid?
Br\ Waarheid: Omdat het de taak der waarheid is, om de mensen naar het Licht te geleiden.
Vader Adam: Wat stellen de zeven Cherubijnen of Malakhim voor?
Br\ Waarheid: De zeven genii, die in de Chaldeeuwse overlevering, die achtereenvolgens is gevolgd door de Assyriërs, Phoeniciërs, Joden, Arabieren, Hindoes, Perzen, Grieken en Romeinen, heersten over de planeten, de metalen, de edele stenen, de kleuren van het prisma, de noten van de toonladder, de neigingen van het menselijk karakter en de dagen van de week.
Vader Adam: Toen de sluier werd verscheurd in het diepste van het Heiligdom, wat heeft u toen waargenomen?
Br\ Waarheid: De onoverwinnelijke God, die de Stier doodt en offert en de plantengroei, die ontspringt uit de wonden van het monster.
Vader Adam: Wat is de diepe zin van deze allegorie?
Br\ Waarheid: De vruchtbaarmaking van de aardse stof, door het Licht van de Zon en de oorsprong van de schepping.
Vader Adam: Wat heeft u aan de andere zijde van het tableau bemerkt?
Br\ Waarheid: Een gelijkzijdige driehoek, ingeschreven in een cirkel met de letter ‘S’, in iedere hoek herhaald. De driehoek herinnert u eraan, dat de Al-energie werkt op drievoudige wijze: werking, terugwerking, evenwicht, homogeniteit, heterogeniteit, integratie, vader, moeder, kind.
Deze driehoek is ingeschreven in een cirkel, omdat de heelalse ontwikkeling zich ontrolt in een sfeer, die omboord is door het oneindige, en waarvan wij slechts de binnenste lijn waarnemen.
Vader Adam: Is aan de overzijde het ledige?
Br\ Waarheid: Er is geen ledige.
Vader Adam: Wat betekent de driemaal herhaalde letter S?
Br\ Waarheid: Het is de oude formule van wijding aan de Zon, welke op de Romeinse altaren teruggevonden wordt: Soli Sanctissimo Sacrum, ‘gewijd aan de zeer heilige zon’.
Onze onmiddellijke voorgangers hebben ervan gemaakt: Stellato Sedet Solio: ‘Hij zetelt op een sterrentroon’, met een zinspeling op Hem, Die zetelt in de Hemelen.
Vader Adam: Heeft u niets meer gezien in de driehoek?
Br\ Waarheid: Een lichtbron, zo hellichtend, dat ik mijn ogen eraan heb moet laten gewennen, om de glans te verdragen.
Vader Adam: Welke naam zoudt u aan die lichtbron toekennen?
Br\ Waarheid: De glans van het ware.
Vader Adam: Kunnen wij nog geloven aan de genii van de planeten, of aan de rechtstreekse invloed van deze sterren op de vorming van ons karakter en ons lot?
Br\ Waarheid: Om de gang van de planeten te verklaren, hebben wij niet meer nodig, om de aanwezigheid van een bijzonder genius te veronderstellen, die ze in de hemel zou geleiden, zoals de loods het schip geleidt. Op aarde zelf moeten wij de oorzaken zoeken, die de karakters doen verschillen en de lotgevallen vormen. De planeten hebben hun eigen leven, misschien hun bewuste wezenslieden, die hoger of lager staan dan de mensen. Maar bij hen zowel als bij ons, komen van de zon tenslotte alle openbaringen van kracht, alle bronnen van werkzaamheid. Evenals de aarde, zijn de planeten de wachters van de zon en schitteren slechts met het licht, dat zij aan haar ontlenen.
Vader Adam: Is dus de verering, die alle volkeren van het verleden hebben getoond aan de zon, gerechtvaardigd?
Br\ Waarheid: Door haar glans, haar warmte, de aantrekking, die zij door de ruimte uitoefent, het voorname van de rol, die zij in het heelal vervult, de weldaden, die zij over ons uitstort, en die welke zij nog voor ons bewaart, heeft zij wel verdiend, om zoal met het beeld, dan toch het symbool der godheid te verstrekken in zijn hoogste openbaringen. Zij is in waarheid de Demiurgus, de Opperbouwheer van onze wereld.
Schijnbaar onveranderlijk in haar loop, is zij bij uitstek bewaker van de orde, het type van de zon van gerechtigheid, die schijnt voor alle mensen.
Altijd dezelfde en toch aanbeden, sedert de oorsprong van de beschaving onder de meest verschillende benamingen, geeft zij ons deze grote les van verdraagzaamheid, zo wel begrepen door de volgelingen van Mithra, dat het enig wezen meer dan één naam heeft en dat alle godsdiensten gewettigd zijn naar mate zij de beste verlangens van onze natuur aanmoedigen.
Eindelijk is zij, door een in zekere mate instinctieve toenadering in den menselijke geest overal de werkzame kampioen geworden voor het goede beginsel, in strijd gewikkeld met de machten der duisternis, der wanorde en van het slechte.
Door Ridders van de Zon te worden, nemen wij de verplichting op ons, om zonder ophouden de strijd voort te zetten voor de triomf van het Licht, door goede gedachten, goede woorden, goede daden.
Het is de Wet van de Plicht, het laatste woord van het Mithracisme.
Vader Adam: Welke symbolische verklaring kunnen wij hechten aan de overgeleverde doorgang van de ziel door de zeven sferen?
Br\ Waarheid: De mens in zich zelf tot uitgangspunt nemende, belet ons niet rondom hem te trekken, als evenzovele concentrische sferen, die zich telkens uitbreiden, zijn verschillende graden van plichten: tegenover zichzelf, tegenover zijn naasten, tegenover zijn medeburgers, tegenover de mensheid, tegenover toekomstige geslachten, tegenover alle levende wezens, en tegenover de Opperste Bouwheer des Heelals.
Door deze sferen moet hij als overwinnaar heengaan, met bedwinging van zijn zelfzuchtige hartstochten, indien hij het Heiligdom wil bereiken.
Vader Adam: Gelukkig zij, die erin zullen doordringen!
 

Sluiting

Vader Adam laat de armenbus rondgaan en vraagt, wie nog het woord verlangt en kondigt daarna aan, dat hij op de gebruikelijke wijze de werkzaamheden zal beëindigen: Broeder Waarheid, op welk uur zijn wij gewoon onze werkzaamheden te eindigen? Br\ Waarheid: Wanneer de studie de duisternis heeft verjaagd.
Vader Adam: Is dat uur gekomen?
Br\ Waarheid: De morgenster stijgt aan de kimme.
Vader Adam: Welk toneel verlicht zij op aarde?
Br\ Waarheid: De mensen gaan voort zich te laten beheersen door hun vooroordelen.
Er zijn slechts weinigen, die strijden voor het goede zonder eigenbelang; en er zijn nog minder, die erin slagen het ware te kennen en te verwezenlijken.
Vader Adam: Laten wij dan terugkeren onder de mensen, om te trachten hen de liefde tot de plicht en de kennis van de waarheid te doen deelachtig worden.
Ziet naar mij, Ridders van de Zon, geeft het Teken en de Slagen.
Geschiedt.
De werkzaamheden van het Heiligdom zijn geëindigd.


Home