Rituaal voor de Graad van Volmaakt Uitverkoren Groot Schot
Deze tekst van dit Rituaal stamt uit de tweede helft van de negentiende eeuw. De tekst van het Rituaal zoals dat tegenwoordig gebruikt wordt is in grote lijnen anders.
Opening
D\
M\ : Br\
1e Opz\ , zijn wij gedekt in dit
Heilig Gewelf?
1e Opz\
: Driewerf Machtige, wij zijn gedekt en in veiligheid.
D\
M\ : Aangezien wij gedekt zijn en
in veiligheid, laat ons de O\ B\
d\ H\ bidden dat
het Hem behage ons te inspireren en te verlichten. Buigen wij ons.
Souverein Bouwm\ van dit
Weidse Heelal, Gij die doordringt in de meest geheime gedachten van ons
hart, zuiver ze door het heilig vuur van Uw liefde, leid en stuur ons op
het pad der Deugd, verdrijf van Uw vereerd Heiligdom verdorvenheid en oneerbiedigheid.
Wij beloven U dat wij ons geheel en al zullen bezighouden met het Grote
Werk van Vervolmaking en dat verschaft genoegzame beloning voor onze arbeid.
Moge Vrede en Weldadigheid de banden van onze eenheid versterken en moge
deze Loge het toonbeeld zijn van het geluk dat de Uitverkorenen smaken
in het Hemels Koninkrijk. Geef ons die Heilige Geest en dat onderscheidingsvermogen
dat goed en kwaad uit elkaar houdt, opdat wij degenen kunnen herkennen
die de ware ijver voor Vervolmaking bezitten. Maak tenslotte dat wij ons
geen ander doel stellen dan roem en vergroting van het goede op het gebied
van Vrijmetselarij. Amen, Amen, Amen. God zegene onze werkzaamheden.
De D\M\
bewaart enige momenten het stilzwijgen.
D\M\
: A\ Br\
1e Opz\ , wie heeft u hierheen gebracht?
1e Opz\
: Een toegewijd hart voor vriendschap en deugdzaamheid.
D\
M\ : En wat brengt ge met u?
1e Opz\
: Mijn liefde voor de Vrijmetselarij, mijn gehoorzaamheid en
het verlangen om tot Vervolmaking te geraken.
D\
M\: Hoe moet de instelling zijn van
een Waarlijk Uitverkoren Volmaakt Vrijmetselaar?
1e Opz\
: Hij moet zijn hart volledig afsluiten voor onbillijkheid,
wraakgevoelens, onrechtvaardigheid en afgunst. Hij moet altijd klaar staan
om het goede te doen en nooit zijn tong gebruiken voor roddel en laster
tegen Bbr\.
D\
M\ : Hoe moet u zich hier gedragen?
1e Opz\
: Met diepe eerbied.
D\
M\ : Hoe komt het dat de rijke, de
arme en de wijze hier allemaal gelijk zijn als vrienden en Bbr\
?
1e Opz\
: Omdat er in de Driehoek op het piedestal en in het firmament
een Wezen is dat machtiger is dan wij.
D\
M\ : Waarom is die Driehoek het voorwerp
van onze eerbied?
1e Opz\
: Omdat hij de Heilige Naam bevat van de Godheid zoals die wordt
vereerd en hooggeprezen op aarde en in de hemelen, obder de titel van de
O\ B\ d\
H\
D\
M\ : Wat is uw leeftijd?
1e Opz\
: Drie maal drie, het volmaakt getal 81, als het op de juiste
wijze wordt vermenigvuldigd met onze geheime gaven.
D\
M\ : Hoe kunt u mij dat aantonen?
1e Opz\
: Ik ben Volmaakt Verheven Vrijmetselaar, mijn beproevingen
heb ik doorstaan en het is nu tijd om de vruchten te plukken van mijn inspanningen.
D\
M\ : Welke verplichtingen hebt u
aangegaan toen u Verheven en Volmaakt Vrijmetselaar werd gemaakt?
1e Opz\
: Ik heb een verbond gesloten met de Deugd en met deugdzame
mannen.
D\
M\ : Welk bewijs kunt u mij daarvan
leveren?
1e Opz\
: Deze ring, symbool van zuiverheid.
D\
M\ : Hoe laat is het?
1e Opz\
: Het is volle middag.
D\
M\ : Wat verstaat u onder volle middag?
1e Opz\
: Dat de zon op dit ogenblik zijn stralen loodrecht omlaag zendt
op deze Loge om ons in staat te stellen doeltreffend te werken aan Vervolmaking
en dat wij ons voordeel moeten doen met zijn gulheid.
D\
M\ : Waar vinden wij de bouwstoffen?
1e Opz\
: In de schatkamers van de Deugd van de Volmaakte Vrijmetselaren
en door onze daden en onze harten te doen leiden door Passer en Winkelhaak
van de Goddelijke Wijsheid.
D\
M\ : Waar zullen wij die Goddelijke
Wijsheid vinden?
1e Opz\
: In de harten van de Bbr\ die behoren
tot deze Loge, waarvan u de steun en toeverlaat bent.
D\
M\ : Mijne Bbr\
! Ik verlaat mij op u om een zo groots plan te volbrengen. A\
Br\ 1e Opz\
, wil aankondigen dat ik de Loge van Groot Uitverkoren Volmaakt Vrijmetselaren
ga openen met de geheimzinnige getallen drie, vijf, zeven en negen.
Als de aankondiging is geschied
slaat de 2e Opz\ 2 en 1 x, de 1e
Opz\ 2 en 3 x, de D\
M\ 2 en 5 x. Na een kleine pauze zegt de D\
M\ : In Orde, Bbr\
!
Hij slaat drie gelijke slagen,
de Bbr\ geven het eerste Teken. Dan slaat hij
weer driemaal, en het tweede T\ wordt gemaakt.
Nogmaals slaat hij driemaal en het derde T\
volgt. Hij zegt dan: De Loge is geopend!.
De Bbr\
gaan zitten.
Inwijding
De Cer\
Mr\ laat de Kand\
aankloppen met 3, 5, 7 en 9. Dit wordt binnen door de Opzz\
herhaald.
D\
M\ : Br\
2e Opz\ , wil zien wie daar als Groot
Uitverkoren Volmaakt Vrijmetselaar aanklopt.
2e Opz\
opent de deur op een kier: Wie is daar?
Cer\
Mr\ : Het is een Verheven Ridder
van het Koninklijk Gewelf die Vervolmaking zoekt en die verlangt te worden
toegelaten tot het Heilig Gewelf.
D\
M\ : Laat hem binnenkomen.
Zodra de Kand\
binnen is staat een Br\ op en vergezeld van
de Cer\ Mr\ plaats
hij de Kand\ tussen de Opzz\
en de D\ M\ en zet
hem een degen aan het hart.
De Kand\
maakt het T\ van Bewondering en ziet daarbij
op de D\ M\ , die,
na een ogenblik tegen de Kand\ zegt:
Wat verlangt u hier, mijn Br\ ?
Kand\
: Z\ E\
Gr\ Mr\ , ik verlang
de Vervolmaking van de Vrijmetselarij.
D\
M\ tot de Bbr\
: Stemt u er in toe, Bbr\ , dat deze
Ridder van het K\ G\
tot de Graad van Vervolmaking wordt gebracht? De
Bbr\ tonen hun instemming op de gebruikelijke
wijze.
D\
M\ : Br\
, alvorens ik u zal inwijden in de heilige geheimen van de Vervolmaking
moet u de vragen beantwoorden die ik u zal stellen. Zonder dat kunt u niet
worden toegelaten.
1° Leerling
D\
M\ : Zijt gij Vrijmetselaar?
Kand\
: D\ M\
, al mijn Bbr\ erkennen mij als zodanig
D\
M\ : Geeft Br\
2e Opz\ W\
, T\ en A\ van de
Leerling geschiedt.
2° Gezel
D\
M\ : Zijt gij Gezel-Vrijmetselaar
Kand\
: Ik heb de letter G gezien.
D\
M\ : Welaan, geef dan W\
, T\ en A\ aan Br\
1e Opz\ geschiedt.
3° Meester
D\
M\ : Zijt gij Meester-Vrijmetselaar?
Kand\
: Onderzoek mij, de Acacia is mij bekend
D\
M\ : Geef dan Br\
2e Opz\ W\
, T\ en A\ geschiedt.
4° Geheim Meester
D\
M\ : Zijt gij Geheim Meester?
Kand\
: Ik ben van de Winkelhaak overgegaan naar de Passer. Ik heb
het graf gezien van onze E\ M\
Hiram Abiff en, tezamen met mijn Bbr\ heb ik
tranen gestort op zijn gedenkteken.
D\
M\ : Wil dan W\
, T\ en A\ geven
aan Br\ 1e Opz\
geschiedt.
5° Volmaakt Meester
D\
M\ : Zijt gij Volmaakt Meester?
Kand\
: Ik heb de drie cirkels aanschouwd, de drie vierkanten op de
twee kolommen in de vorm van een Sint Andries Kruis.
D\
M\ : Geef dan W\
, T\ en A\ aan de
2e Opz\ geschiedt.
6° Geheimschrijver
D\
M\ : Zijt gij Geheimschrijver?
Kand\
: Mijn nieuwsgierigheid werd bevredigd, maar het heeft mij bijna
mijn leven gekost.
D\
M\ : Wil dan Br\
1e Opz\ W\
, T\ en A\ geven
geschiedt.
7° Provoost en Rechter
D\
M\ : Zijt gij Provoost en Rechter?
Kand\
: Ik verschaf gerechtigheid aan alle werklieden, zonder uitzondering.
D\
M\ : Geef Br\
2e Opz\ W\
, T\ en A\ geschiedt.
8° Opzichter bij de
Bouw
D\
M\ : Zijt gij Opzichter bij de Bouw?
Kand\
: Ik heb de zeven treden van nauwkeurigheid betreden, ik heb
gebogen gestaan in het binnenste deel van de Tempel, ik heb de uitwerking
van het Grote Licht gezien, temidden waarvan ik Hebreeuwse lettertekens
heb opgemerkt die mij onbekend waren.
D\
M\ : Wil aan Br\
1e Opz\ W\
, T\ en A\ geven
geschiedt.
9° Uitverkoren Meester
van 9
D\
M\ : Zijt gij Uitverkoren Meester
van Negen?
Kand\
: Een grot is mij bekend, een Lamp heeft mij verlicht en een
Bron heeft mij verfrist.
D\
M\ : Geef W\
, T\ en A\ aan Br\
2e Opz\ geschiedt.
10° Uitverkorene van
15
D\
M\ : Zijt gij Verlicht Uitverkorene
van Vijftien?
Kand\
: Mijn ijver en arbeid hebben mij die Graad verschaft.
D\
M\ : Waar hebt u die Graad ontvangen?
Kand\
: Van Salomo zelf, in zijn werkkamer.
D\
M\ : Bij welke gelegenheid hebt u
hem gekregen?
Kand\
: Toen ik met mijn metgezellen was uitgezonden om naspeuring
te doen naar de twee schurken die hadden meegedaan aan de moord op onze
Eerwaarde Meester Hiram Abiff.
D\
M\ : Hoe werden ze ontdekt?
Kand\
: Door de zorgen van Bengaber, tollenaar voor Salomo in het
land Geth.
D\
M\ : Geef W\
, T\ en A\ aan Br\
Insp\ geschiedt.
11° Verheven Uitverkoren
Ridder
D\
M\ : Zijt gij Verheven Uitverkoren
Ridder?
Kand\
: Mijn naam zal u daarvan overtuigen.
D\
M\ : Hoe luidt die naam?
Kand\
: Emerch is mijn ware naam.
D\
M\ : Geef Br\
Cer\ Mr\ W\
, T\ en A\ geschiedt.
12° Groot Bouwmeester
D\
M\ : Zijt gij Groot Bouwmeester?
Kand\
: Ik heb kennis van alle wetenschappen, vanaf rekenkunde en
al hun attributen zijn mij bekend.
D\
M\ : Wil dan W\
, T\ en A\ geven
aan Br\ 1e Opz\
geschiedt.
13° Ridder van het
Koninklijk Gewelf
D\
M\ : Welke is de meest verheven Graad
in de Vrijmetselarij?
Kand\
: De dertiende, die ik heb ontvangen dank zij een speling van
de Goddelijke Voorzienigheid.
D\
M\ : Wilt u dat toelichten?
Kand\
: Ik heb gewroet in onbekende ruines en ik heb de Delta gevonden
waarvan God aan de Aartsvaderen had beloofd dat die eens gevonden zou worden.
D\
M\ : Ik neem aan dat u de geheimzinnige
naam kent?
Kand\
: Ik ken hem nog niet, want mijn tijd is nog niet voleindigd.
Dat Heilig Woord is alleen maar bekend aan de Grootmachtige Verheven Vrijmetselaren.
Al onze hoop is op God gevestigd en ik geloof dat ik er kennis van zal
krijgen als mijn tijd gekomen is.
D\
M\ : Wat is uw rang?
Kand\
: Ridder van het Koninklijk Gewelf
D\
M\ : Wat is uw naam?
Kand\
: Jubulum
D\
M\ : Wil
W\ , T\ en A\
geven aan Br\ 2e Opz\
geschiedt.
D\
M\ : Wat verlangt u nu nog, Br\
?
Kand\
: De Graad van Groot Uitverkoren Volmaakt Verheven Vrijmetselaar.
D\
M\ maakt T\ van Bewondering:
Trek u terug, waarde Br\ . De O\
B\ d\ H\
zal u toestaan dat u datgene waar u zo vurig naar verlangt, zult ontvangen.
De 1e Opz\
draagt dan de Cer\ Mr\
op om de Kand\ naar buiten te brengen en met
hem te wachten tot hij wordt opgeroepen.
D\
M\ : Waarde Br\
, stemt u er in toe dat deze Ridder van het Koninklijk Gewelf de Vervolmaking
ontvangt? Alle Bbr\
geven bij handopsteken hun toestemming. Aangezien u allen instemt
zullen wij dat bevestigen met drie, vijf, zeven en negen.
Hij roept dan de Cer\
Mr\ binnen en draagt hem op Kand\
terug te brengen en hem tussen de Opzz\ te plaatsen.
D\
M\ : Heeft uw geweten u, sinds u
tot Vrijmetselaar bent aangenomen, nooit verweten, dat u een Br\
verkeerd hebt behandeld, dat u zich bevooroordeeld tegen hem of zijn familie
opstelde, dat u uw godsdienst verzaakte of de staatswetten? Geef antwoord!
Kand\
: Nooit!
D\
M\ : Hebt u nooit aan profanen iets
meegedeeld, of laten ontsnappen dat betrekking had op onze geheimen?
Kand\
: Nooit!
D\
M\ : Wat zou u gedaan hebben met
de moordenaars van onze Eerwaarde Meester Hiram Abiff als u in die tijd
had geleefd? Zou u zijn dood hebben gewroken? Antwoord mij.
Kand\
: Ik zou hetzelfde hebben gedaan als Johabert.
D\
M\ : Hebt u zich altijd zorgvuldig
gehouden aan de Geloften die U hebt afgelegd in tegenwoordigheid van de
O\ B\ d\
H\ ?
Kand\
: Dat heb ik steeds gedaan.
D\
M\ : Hebt u nooit iets in uw geloften
gevonden dat strijdig was met uw godsdienst, met de wetten des lands of
met uw eigen opvattingen, zodat u in gewetensnood kwam?
Kand\
: Nooit.
D\
M\ : Bedenk wel, Waarde Br\
dat, als u onze geheimen benaderd met koele onverschilligheid, dan zult
u, wanneer u de Graad van Groot Uitverkoren Volmaakt Verheven Vrijmetselaar
hebt ontvangen, veel afkeurenswaardiger zijn dan tevoren. U zult daarvan
verantwoording moeten afleggen op de grote en verschrikkelijke Dag des
Oordeels, wanneer de plooien van alle harten zullen worden onderzocht en
alle geheimen ontdekt. Deze Graad, Waarde Br\
, is de voltooiing van de Symbolische Vrijmetselarij. Bij het verwerven
ervan zult u zich verbinden door onvermijdelijke geloften die u nog niet
bekend zijn.
Ik vlei mij met de hoop dat zij in uw hart gegrift
blijven als wij ze u hebben meegedeeld en dat uw toewijding aan de Deugd
u onverbrekelijk aan uw Bbr\ zal hechten, en
meer in het bijzonder aan ons, die nu uw gezellen en meerderen zijn.
Kand\
: Ik stem er in toe.
D\
M\ : Wilt u door nieuwe verplichtingen
aan ons worden verbonden?
Kand\
: Van ganser harte.
D\
M\ : Als u het dus verlangt, was
dan eerst uw handen in de Bronzen Zee als bewijs van uw onschuld en van
nimmer uw plichten te hebben verzaakt. Herinner u dat uw voorvaderen deze
plechtigheid uitvoerden als zij van enigerlei kwaad werden beschuldigd.
Zij toonden daarmee aan dat zij schuldig waren of onschuldig.
De Cer\
Mr\ geleidt Kand\
naar de Bronzen Zee, laat hem daar zijn handen wassen en brengt hem weer
terug tussen de Opzz\ .
D\
M\ : Waarde Br\
, u bent binnengeleid in de meest heilige plaats van de Vrijmetselarij.
De allereerbiedwaardigste geheimen zullen u worden ontsluierd. Deze muren
zijn altoos streng bewaakt door de zorg en waakzaamheid van de Groot Uitverkorenen.
Er is niets van uitgelekt terwijl de eerste drie graden open liggen voor
aller ogen. Wij zullen u de allerverborgenste geheimen meedelen. Wij zijn
overtuigd van uw zwijgzaamheid en wij hebben in u groot vertrouwen.
De Cer\
Mr\ laat de Kand\
naar voren treden met 8 snelle passen en 1 langzame. Hij laat Kand\
knielen om zijn gelofte af te leggen.
Ik, …, zweer op de Heilige Bijbel, in tegenwoordigheid
van de O\ B\ d\
H\ en van deze E\
L\ van G\ U\
V\ V\ V\
om eeuwig trouw te blijven aan mijn religie.
Ik beloof om nooit de wapenen op te nemen tegen mijn
Koning, om nimmer deel te nemen, direct noch indirect, aan een samenzwering
tegen mijn Soeverein, om nooit mijn vaderland te verraden of ertegen samen
te spannen, en om zodanige samenzwering te openbaren als ze te mijner kennis
komt.
Ik beloof om nooit aan enig Gr\
Bouwm\ , noch aan enig R\
van het K\ G\ , noch
aan welke andere onbevoegde dan ook, de geheimen van deze Verheven Graad
te openbaren; om nooit aan anderen bekend te maken wat hier in deze E\
L\ voorvalt, noch iets van haar wetten en statuten,
op straffe als vermeld in mijn vorige geloften.
Ik beloof om als het in mijn vermogen ligt, mij tenminste
eenmaal per jaar met mijn Bbr\ te verenigen,
hetzij op de dag van Johannes de Doper, dan wel op die van Johannes de
Evangelist en deze E\ L\
te bezoeken zo vaak als mijn bezigheden dat toelaten.
Ik beloof alle Bbr\ van
deze Koninklijke Graad als gelijken te beschouwen, zonder onderscheid naar
rijkdom of armoede, naar adeldom of burgerstand en onder hen geen ander
onderscheid te maken dan gebaseerd op deugdzaamheid. Ik zal nooit weigeren
om een eerlijk man en Vrijmetselaar als zodanig te erkennen, in welke toestand
hij zich ook bevindt, in ongeluk of in armoe.
Ik beloof mijn Bbr\ bij
ziekte te bezoeken, ze te helpen en ze metterdaad bij te staan met geld
of raadgevingen in hun droefenis, ze te troosten in hun verdriet en hun
in allerlei opzicht van nutte te zijn.
Ik beloof dat ik nooit toestemming zal geven voor
toelating van een Br\ als ik niet volledig kennis
draag van zijn leefwijze en moraal en als ik niet zorgvuldig zijn gedrag
heb nagegaan.
Ik beloof en zweer om nooit de vrouw van mijn Br\
te verleiden, noch om enig lid van zijn familie te onteren en deze belofte
zal ik nooit verzaken.
Ik beloof dat ik nooit en Br\
tot G\ U\ V\
V\ V\ zal aannemen,
noch ook zulk een aanneming zal bijwonen, als hij niet Officier geweest
is van een regelmatig geconstitueerde Schotse Grootloge of als hij niet
de voorzittershamer gevoerd heeft in een regelmatige Loge.
Ik beloof dat ik nooit een Kandidaat zal inwijden,
noch zijn aanneming zal bijwonen anders dan onder de volgende voorwaarden:
De Kand\
blijft geknield. Cer\ Mr\
haalt het zalfplankje, olie en de Troffel.
D\
M\ zalft dan de Kand\
op de ogen, de lippen en het hart: Op grond van de macht die
mij is toevertrouwd en die ik heb verworven door mijn getrouwheid, mijn
arbeid, mijn volharding en mijn onkreukbaarheid wijd ik uw ogen, uw lippen
en uw hart met deze heilige olie, die ook de vrome Aaron zalfde, de boetvaardige
David en de wijze Salomo. Ik zalf u opdat uw ijver voor de O\
B\ d\ H\
verdubbelen moge en om in uw geest en in uw hart te griffen de toewijding
en volharding die al uw daden moeten sieren.
D\
M\ verheft Kand\
en leidt hem naar de Tafel der Toonbroden en biedt hem brood aan en wijn
in een gouden beker: Eet met mij en drink met mij uit deze beker
om u te leren uw Bbr\ te helpen.
D\
M\ biedt Kand\ de
ring aan: Ontvang deze ring als een teken van het verbond dat
u vandaag hebt gesloten met de Deugd en met de deugdzamen. Beloof mij,
waarde Br\ , om u er tijdens uw leven nooit
van te ontdoen. En om hem, na uw dood, na te laten aan uw vrouw, uw oudste
zoon of uw beste vriend.
Na deze plechtigheid gaan
alle Bbr\ brood eten en ze drinken uit dezelfde
beker, om aldus plengoffers te brengen volgens aloud gebruik bij offeranden.
D\
M\ tooit de Kand\
met de versierselen van de Orde: Ik begroet u nu, Z\
W\ Br\ en ik verleen
u met alle genoegen de titel van G\ U\
V\ V\ V\
. Ontvang het cordon van de Orde. Zijn driehoekig model stelt de Delta
voor waarop door Henoch de Heilige Naam van de O\
B\ d\ H\
was gegrift en die het voornaamste voorwerp is van onze geheimen en waarvan
wij alleen kennis hebben gekregen door noeste arbeid, grote inspanningen
en grote gevaren.
De rode kleur van het cordon staat voor de straling
die het braambos omgaf toen Mozes op de berg Sinai van de Here zelf het
Heilig Woord ontving. Daarnaast duidt het op de voorrang die de G\
U\ V\ V\
V\ hebben boven alle Bbr\
die deze Graad nog niet hebben verworven.
Ik overhandig u voorts het juweel dat bij deze Graad
hoort; het hangt aan het cordon op de borst en geeft u de volgende grootse
lering: De kroon duidt op de oorsprong van de Vrijmetselarij; de Passer
en het cirkelsegment van 90° slaan op verschillende
zaken die Groot-Uitverkorenen doormaken en tot slot de Zon, die de superioriteit
van deze Graad markeert. Zijn plaats op uw borst herinnert u voortdurend
aan het teken van uw waardigheid opdat u nimmer aflaat van de plichten
die het u oplegt en het herinnert ook aan de lering die wij u gaan verschaffen
en die de afsluiting van uw studie in de Vrijmetselarij zullen betekenen.
Er zijn drie Tekens, drie Aanrakingen, drie Gedekte
Woorden, drie Paswoorden en een Groot Heilig Woord van de Orde. Ik zal
ze u meedelen.
Het eerste Teken wordt genoemd het Eedsteken. Het wordt
gebracht door de rechterhand op de linkerzijde van de buik te brengen en
hem dan snel horizontaal naar rechts te trekken, als om de buik open te
snijden.
De eerste Aanraking wordt gegeven door elkander bij
de rechterhand te nemen. De een zegt Berith en draait zijn hand, de ander
antwoordt Neder en draait eveneens zijn hand. De eerste draait weer en
zegt Schelemoth.
Het eerste Gedekte Woord is Jabulum, dat betekent
boezemvriend, uitverkorene, toegewijde Br\ .
Het eerste Paswoord is Schiboleth, dat betekent korenaar.
Het tweede Teken wordt het Vuurteken genoemd. Breng
de open rechterhand op de linkerwang, als om de hitte van het vuur af te
houden , houd daarbij de rechter elleboog in de linkerhand. Dit T\
slaat op de indruk die het Brandend Braambos op Mozes maakte op de berg
Sinai, waarvan hij de uitstraling niet kon verdragen.
De tweede Aanraking wordt als volgt gegeven: eerst
de Meestergreep, dan zegt u: 'gaat u verder?', waarop geantwoord wordt
door de hand te verplaatsen naar de onderarm en vervolgens naar de elleboog.
Dan legt men elkander de linkerhand op de rechterschouder en wiegelt drie
keer heen en weer, zoals bij Geheim Meester.
Het tweede Gedekte Woord is Makobin
Het tweede Paswoord is El Chanan.
Het derde Teken wordt genoemd het Teken van Bewondering:
strek beide handen ten hemel uit, het hoofd licht gebogen en de ogen omhoog;
leg dan twee vingers van de rechterhand op de lippen. Dit Teken wordt ook
wel het Teken van Zwijgzaamheid genoemd.
Het derde Gedekte Woord is Adonai.
De derde Aanraking wordt als volgt gegeven: neem elkander
bij de rechter elleboog en breng de linkerhand om de hals, als om iemand
omhoog te helpen.
Het derde Paswoord is Makah Meharah Beha en betekent
Hij heeft de moordenaar gezocht in de grot.
Het Groot Heilig Woord is Jehovah.
De Leeftijd van de Schot is 7 x 7 jaar.
Hierop legt men het Tableau
van de Loge voor de Kand\ neer.
D\
M\ : Uw gedrag, waarde Br\
, uw toewijding en uw tact hebben mij doen besluiten u de laatste Graad
te verlenen van de ware kennis der Vervolmaking. U hebt nu de titel van
G\ U\ V\
V\ V\ . Wij zijn
erg gelukkig dat wij u deze kennis hebben gegeven en dat wij voldoende
onderscheidingsvermogen hadden om een goede keus te maken. Wij vrezen niet
eenzelfde ondergang als de eerste drie Graden is overkomen en de kundigheid
die u aan de dag hebt gelegd om door te dringen in de Geheimen van elke
Graad die u is verleend, alvorens deze te bereiken, heeft ons er van overtuigd
dat u beschikt over de hele geschiedenis van de Vrijmetselarij tot aan
de wonderbaarlijke periode waarin Jabulum, Johabert en Stolkin met Goddelijke
toestemming de Heilige Naam vonden, gegrift in de stralende Delta in het
negende onderaardse Gewelf, waar Henoch hem in het geheim had geplaatst
onder het Heiligdom van de Tempel die hij had opgericht ter ere van de
O\ B\ d\
H\ , op de berg Hocel-Dama, nabij de berg Sion.
Vroeger werd die plaats Leemakker genoemd of wel Pottenbakkerstuin,
maar nu heet hij Bloedakker, ten zuiden van het dal van Josaphath. Het
lijkt niet dienstig om kostbare tijd te verliezen met terugkeer naar de
omstandigheden bij de oorsprong van die geschiedenis. U bent doorgedrongen
tot de plaats waar drie ijverige Bbr\ uitverkoren
door de Voorzienigheid, of beter gezegd, door God zelf, de Heilige Naam
ontdekten. Later deden zij daarvan verslag in het vertrek van Salomo, waar
die zich bevond met Koning Hiram van Tyrus. Om ze te belonen voor hun inspanningen
maakte hij ze de eerste drie Ridders van het Koninklijk Gewelf en hij beloofde
hen dat hij het Heilig Woord zou verklaren zodra er een geschikte plaats
gevonden zou zijn om het onder te brengen. Hij maakte toen het Teken van
Bewondering, zeggende: 'De O\ B\
d\ H\ zal weldra
toestaan dat u zult worden beloond voor uw toewijdingen dat u zult worden
getooid met de Verheven Graad van G\ U\
V\ V\ V\
.
Het is u bekend, waarde Br\
, dat, toen de Tempel van Jeruzalem werd voltooid, de Vrijmetselaars veel
eer ten deel viel, en hun vereniging werd een Orde. De zorgvuldigheid die
de Bbr\ bij hun keuze aan de dag legden bezorgde
ze overal een grote faam. Alleen door verdienste kon men zich aansluiten
evenals bij u het geval is. De G\ U\
V\ V\ V\
lieten zich nooit verleiden ten gunste van Kandidaten; zij namen slechts
diegenen aan die hun waardig toeschenen. Een groot aantal van die bekwame
bouwers vertrokken uit Jeruzalem na de wijding van de Tempel. Zij verspreidden
zich over naburige volken om ze te onderrichten in de uitmuntendheid van
de Koninklijke Kunst, maar ze namen uiterste voorzorgen door alleen vrije
mannen van goede naam in te wijden. Niettegenstaande dat besluit vermenigvuldigden
de Vrijmetselaren van lagere Graden zich over het oppervlak der aarde.
Hun buitensporig groot aantal maakte dat hun geheimen weldra openbaar werden.
Daardoor verloren zij de algemene achting en alleen de G\
U\ V\ V\
V\ zorgden er voor, dat de laatste geheimen
der Orde bewaard bleven en zij besloten om die met het meest onverbrekelijke
zegel te beschermen; ze deden het door alleen de eerste drie Graden te
verlenen.
Over het algemeen waren de Bbr\
die de eerste drie Graden hadden verworven zo weinig zorgvuldig in hun
woorden, daden en gedrag dat door hun onvoorzichtigheid en loslippigheid
profanen vaak W\ , T\
en A\ verkregen. Die wanorde verdroot de Volmaakte
Vrijmetselaren. Zij deden alle denkbare moeite om de besmetting in te dammen,
maar hun inspanningen waren tevergeefs. De Vrijmetselarij zakte geleidelijk
af, het aantal aanmeldingen nam geweldig toe, de voorgeschreven wachttijden
tussen de Graden werden niet meer in acht genomen en vaak kreeg men zelfs
alle drie Graden tegelijkertijd. Tenslotte verkozen ze vermaak boven lering.
Allerlei nieuwlichterij stak de kop op.
Nieuwe leerstukken verdreven de oude, die men nooit
in de steek had moeten laten. Die verschillen veroorzaakten ruzies en twistgesprekken
en tenslotte een vrijwillige openbaarheid van de werkzaamheden, waardoor
de Vrijmetselarij haar eerste drie Graden kwijt raakte. Gelukkig kunnen
we ons troosten met de kennis van de geheimen van de G\
U\ V\ V\
V\ , waarvan hun totaal niets bekend was. Laten
wij al onze krachten inspannen om te voorkomen dat de andere een soortgelijke
neergang ondergaan als de eerste drie en ook om onze toewijding te vergroten
om die aloude Vervolmaking te verwerven. Wij werken om die wetenschap aan
te leren die alleen omzichtigheid oplevert; alleen die kan ons doen geraken
tot kennis van de O\ B\
d\ H\ .
Het Grote Woord was dat van de aloude Meesters. Salomo
had het gekozen om bij de werklieden de verering voor Hem op te wekken
en om ze ertoe aan te zetten met getrouwheid en ijver aan de bouw van de
Tempel te werken. Die wijze Koning, die terdege de kracht van de Heilige
Naam kende, wist dat de O\ B\
d\ H\ aan Mozes was
verschenen in het Brandende Braambos, aan de voet waarvan onze Loge zich
voortdurend moet bevinden. Die heeft hem gezegd dat die Zijn enige Ware
Naam was, dat hij de enige der aartsvaders was die er kennis van droeg
en dat hij Hem in het vervolg slechts bij die Heilige Naam moest aanroepen
in de Tempel die Hij hem had bevolen te bouwen in het Beloofde Land volgens
het ontwerp van de Tabernakel die Hij hun gegeven had.
Aangezien de Heilige Naam zoveel verbinding had met
de Tempelbouw, was hij het Meesterwoord ten tijde dat Hiram Abiff werd
vermoord.
Salomo, die ten volle overtuigd was van zijn moedige
zwijgzaamheid zodat hij het geheim vast niet had meegedeeld, besloot om
het in het vervolg aan niemand meer te geven, wie dan ook. Dientengevolge
werden W\, T\ en
A\ veranderd, zoals reeds eerder vermeld en
slechts de aloude Meesters kenden het nog, totdat de drie Ridders van het
Koninklijk Gewelf de Delta hadden gevonden in de ruine van Henoch, waarop
de ware Naam van God was geschreven, het voornaamste voorwerp in de Vrijmetselarij.
Toen Salomo en Hiram die kostelijke schat in veiligheid
hadden gebracht onder het Heilige der Heiligen, noemden ze die plaats Heilig
Gewelf, een naam die treffend juist was. Op het Piedestal bevond zich alleen
maar die Delta en die kolom was de derde die de Tempel ondersteunde.
Het gewone volk wist niet waar die stond en de letters
waren hun onbekend. Die Kolom werd die van Schoonheid genoemd, want hij
droeg het mooiste en roemrijkste deel van het Heelal.
Nieuwsgierige profanen, noch Vrijmetselaren van lagere
klassen hebben ooit de plaats kunnen ontdekken waar het Heilig Woord was
neergelegd, want die werd verborgen gehouden als het grootste geheim door
geode Vrijmetselaren van de Graad van Koninklijk Gewelf en Vervolmaking.
Zij werd dan ook met de grootst mogelijke zorg en voorzichtigheid bewaakt
zodat alleen toegang werd verleend aan G\ U\
V\ V\ V\
als zij het mysterie van dat Woord gingen overdenken. En het was uitgesloten
om meer voorzorgen te nemen dan die wijze Koning had genomen ter bescherming
van de grootse Naam tegen profanatie. Dat is altijd in acht genomen door
de Groot Uitverkorenen, die, bezield met dezelfde toewijding het elkander
meedeelden. Sindsdien is de eendracht ontstaan die de Volmaakte Vrijmetselaren
elkaar hebben gezworen en waarvan dit Woord de bezegeling was.
De Tempel werd voltooid in het jaar 3000. Zijn bouw
had zes jaar, zes maanden en tien dagen geduurd. Salomo had er de eerste
steen voor gelegd met grote pracht en praal. Toen de Tempel klaar was verleende
Salomo audientie aan achtereenvolgens alle Vrijmetselaren, drie dagen lang.
De eerste dag werd gewijd aan de Uitverkoren Meesters,
die werden binnengeleid in het Heilig Gewelf, terwijl de Ridders van het
Koninklijk Gewelf de wacht hielden bij de ingang van het eerste gewelf.
Ondertussen bevonden zich de Groot Bouwmeesters in de vertrekken van de
Koning. Hij verleende de Graad van Vervolmaakte aan de meest deugdzamen
der beide Orden en liet hen plechtig beloven om altijd met elkaar te leven
in vrede, eenheid en samenwerking; om werken van liefdadigheid te beoefenen;
om hun overleden Hoofdman na te volgen en, evenals hij, als uitgangspunt
voor hun handelen te nemen: Wijsheid, Rechtvaardigheid en Gerechtigheid;
om het diepste stilzwijgen te bewaren omtrent hun geheimen en ze nooit
anders te openbaren dan aan personen die zulk een gunst verdienden door
toewijding, ijver en volharding; om elkaar onderling bij te staan in hun
behoeften; om strenge straffen toe te passen bij verraad, ontrouw en ongerechtigheid.
Hij gaf hun zijn zegen en toonde hun de Ark des Verbonds,
waarin de Eeuwige Zijn voorzeggingen deed. Hij liet verscheidene offers
brengen, hij liet ze toe tot de Heilige Plengoffers en gaf ze ieder een
ring van filosofisch goud als bewijs van het verbond dat zij zo juist hadden
gesloten met de Deugd en de deugdzamen, en hij stond ze toe om in Jeruzalem
te blijven, dan wel op reis te gaan, naar eigen verkiezing.
Op de tweede dag verleende hij audientie in de Voorhof
van de Tempel aan de Uitverkorenen, de Opzieners bij de Bouw, de Provoosten
en Rechters, Geheimschrijvers, de Volmaakte Meesters en de Geheime Meesters.
Hij liet ze hetzelfde beloven als de anderen en hij verzocht ze nimmer
af te wijken van de beginselen van de Deugd, waarvan hun vroegere Hoofd
hun een voorbeeld had gesteld. Hij verleende hun de Graad van Groot-Bouwmeester
en tooide ze met alle versierselen die aan die Graad verbonden zijn. Hij
liet ze zweren dat ze getrouwe bewakers zouden zijn van hun Geheimen en
dat ze die alleen zouden overdragen aan degenen die zich dat waardig toonden.
Hij gaf ze nog allerlei geschenken en stond ze toe om te blijven dan wel
te vertrekken, naar hun keuze.
De derde dag gaf Salomo audientie aan de Gezellen
en de Leerlingen in het oostelijk deel van de Tempel, nabij het graf van
Hiram Abiff. Terwijl de Leerlingen buiten de wacht hielden, gaf hij aan
de waardigste Gezellen de Meestergraad. Vervolgens liet hij de Leerlingen
binnenkomen in het voorportaal van de Tempel. Hij verleende hun de Gezellengraad
en liet ze allen zweren om altijd eendrachtig te blijven, om elkaar onderling
bij te staan, om hun W\ , T\
en A\ te bewaren en ze alleen aan deugdzame
mannen door te geven. Hij gaf ze ook geschenken en gaf ze verlof om te
gaan waarheen het ze goed dacht. Hij gaf ook order aan zijn Intendanten
om ze hun verblijfskosten te vergoeden tot aan hun terugkeer in hun land.
Maar Salomo, die Wijze, die Deugdzame, die Koning die
God had gekozen in zijn hart, werd doof voor Zijn stem en hij werd zeer
hoogmoedig door zijn aanzien als eerste Koning ter wereld, omdat hij een
Tempel had laten bouwen in zo prachtige trant dat hij de bewondering van
de hele wereld verwierf. Hij vergat Gods goedheid en ging zich te buiten
aan losbandigheid. Zijn welgevallen aan de even gevaarlijke als lieftallige
sekse vernietigde zijn vroomheid. Hij verliet de Ware God en offerde wierook
aan de afgod Moloch, wierook die alleen maar in het Heilige der Heiligen
had mogen branden. Die misdaden troffen de harten pijnlijk van alle Vrijmetselaren
die desondanks hun kinderen op het pad der Deugd trachtten te houden en
die hun vertelden van de heilige en volmaakte eendracht die altijd onder
hen had geheerst. Zij probeerden door hun raadgevingen en hun goede voorbeeld
hun medeburgers af te houden van afgoderij en ongodsdienstigheid, maar
zij slaagden daar niet in. Zij mochten ze nog zo herinneren, met bitterheid
in het hart, aan de wraak die God had uitgeoefend op hun voorvaderen door
de Zondvloed en andere plagen waarmee hij de aarde getroffen had, dat hielp
niet. Zij hielden hun voor dat het onweer boven hun hoofd hing, dat de
prachtige Tempel van Salomo verwoest zou kunnen worden, Jeruzalem neergehaald
en met de grond gelijk gemaakt, dat hun vrouwen en kinderen zouden moeten
lijden onder hun ongerechtigheden in hardvochtige slavernij. Al die wijze
vermaningen van Groot Uitverkorenen bleven vruchteloos.
Daar ze hen niet van hun dwaalwegen konden laten terugkeren
verlieten die deugdzame Vrijmetselaren vrijwillig hun vaderland. Sommigen
gingen naar Athene, die prachtige stad, en anderen naar Rome, maar de meesten
gingen naar Caledonië, dat toen werd bewoond door Schotten. Ze deden
dat omdat ze geen getuigen wilden zijn van de verschrikkingen die zij zagen
aankomen. Toen de misdadigheid van het volk op haar hoogtepunt geraakte,
zette Nebudkadnezar aan om beleg te slaan voor Jeruzalem. Hij maakte zich
ervan meester, evenals van geheel Judea, met een leger onder aanvoering
van Nabuzardan. Toen die de Heilige Stad had ingenomen liet hij haar muren
slechten en vernietigde hij de Tempel tot op zijn grondvesten. Hij nam
de inwoners gevangen met hun koning Sedenas in het negende jaar, de vierde
maand, overeenkomstig de maand juni van het heilig jaar. Hij liet ze met
ketenen beladen en met medeneming van alle rijkdommen uit de Tempel voerde
hij ze gevankelijk naar Babylon. Dit vond plaats 470 jaar, zes maanden
en tien dagen na de inwijding van de Tempel.
De G\ U\
V\ V\ V\
die in Jeruzalem waren achtergebleven, verdedigden de stad met grote vasthoudendheid,
maar zij konden geen stand houden, noch tegen het aantal, noch tegen de
sterkte van de veroveraars.
Zij bekommerden zich weinig om de schatten. Ze dachten
alleen maar aan wat zich in het Heilig Gewelf bevond en zij waren uiterst
bevreesd dat dat zou worden ontdekt. Hun onverschrokkenheid stelde hen
bloot aan de woede van de vijandelijke soldaten die de Poorten bewaakten.
Zij bevochten diezelfde soldaten, ze drongen door in het Heilig Gewelf
en vonden het lijk van Caath, een Leviet en een aanzienlijk man onder de
Volmaakte Vrijmetselaars. Toen de vijand de Tempel binnendrong was deze
Caath bewaker van het Heilig Gewelf om de lampen brandend te houden die
daar voortdurend schenen om er te kunnen nadenken en het Onuitsprekelijke
Woord te vereren. Die man was gelijk te stellen met Hiram Abiff, die 400
jaar eerder liever zijn leven inzette dan het Heilig Meesterwoord te verraden.
Op gelijke wijze verkoos hij begraven te worden onder de ruines van de
Tempel, liever dan door zijn vlucht de schat te verraden die aan zijn zorgen
was toevertrouwd en die in de handen van de barbaren te laten vallen.
Amper waren de Groot Uitverkorenen in het Gewelf doorgedrongen
of zij riepen: 'Mac Mahabarack!', hetgeen wil zeggen: God zij geloofd,
wij hebben het gevonden.
Het valt moeilijk om de uitingen van vreugde te beschrijven
die zij op dit ogenblik betuigden. Zij zetten zich terstond aan het werk,
verwijderden de Heilige Naam zodanig dat hij niet meer leesbaar was en
opdat hij niet zou worden ontdekt door de heidenen legden zij de gouden
plaat in de Ark des Verbonds, die de Tafelen der Wet bevatte en andere
kostbare schatten. Zij braken de kubieke Agaatsteen omdat ze wel inzagen
dat die niet mee te nemen was, wierpen het Piedestal om en groeven een
gat van 27 voet diep. Daar wierpen ze alles in. Zij ontdeden Caath van
de fijn-linnen mantel van Hoofd der Levieten en bedekten hem met een marmeren
plaat die in het Heilig Gewelf was neergelegd en die nog door Jabulum,
Johabert en Stolkin was gevonden in de ruines van de aartsvader Henoch.
Zij trokken zich zeer voldaan terug, vastbesloten om de grootse Naam alleen
aan hun geheugen toe te vertrouwen en hem alleen door overlevering aan
het nageslacht door te geven. Vandaar komt de gewoonte om hem letter voor
letter te spellen zonder ooit een lettergreep uit te spreken. Die gewoonte
werd later in acht genomen, toen de Tempel werd herbouwd door Cyrus. De
Hogepriester vormde met enkele Vrijmetselaren een kring en men spelde de
Naam eenmaal per jaar. Onderwijl moest het volk buiten lawaai maken, zodat
de Naam de oren van de omgeving niet kon bereiken. Door die uiterste voorzichtigheid
is men vergeten hoe hem te schrijven en uit te spreken. We zijn zelfs niet
zeker van de samenstellende letters en de juiste uitspraak is alleen bekend
aan G\ U\ V\
V\ V\ .
Catechismus
V: Wie bent u?
A: Ik ben die ik ben. Bovendien ben ik Groot-Uitverkoren
Volmaakt Verheven Vrijmetselaar. Niets is mij onbekend, mijn naam is Jabulum,
toegewijd boezemvriend.
V: Waar werd u tot Groot-Uitverkorene aangenomen?
A: In een ruimte waar men geen zonlicht van node heeft,
noch maanlicht, noch ook enigerlei kunstlicht.
V: Waar bevindt zich die wonderlijke ruimte?
A: Onder het Heilige der Heiligen, zij wordt het Heilig
Gewelf genoemd.
V: Wie heeft u in de Heilige en Gewijde ruimte gebracht?
A: De meest wijze aller Koningen, met zijn bondgenoot.
V: Welke weg leidde naar die plaats?
A: We gingen door een kamer in het paleis van Salomo.
Toen kwamen we in een lange gang bestaande uit verscheidene achtereenvolgende
gewelven, die uitkwam in de Heilige ruimte.
V: Hoe werd u toegelaten?
A: Met drie slagen.
V: Waarop duiden die drie slagen?
A: Op de leeftijd van de Leerling, maar ook op de
drie toegewijde Vrijmetselaren, die in de ingewanden der aarde doordrongen
en die de kostelijke schat vonden.
V: Hoe noemt u de plaats waar die werd gevonden?
A: De berg Haceldama, niet ver van de berg Sion. Vroeger
werd die plek Leemakker genoemd, ofwel Pottenbakkerstuin, omdat hij toebehoorde
aan een fabrikant van potten, vazen en ander aardewerk. Hoewel de aarde
daar zeer geschikt was voor de fabricage van zulke voorwerpen, diende ze
nochtans later als begraafplaats aan vroeger Vrijmetselaren en aan pelgrims
die in Jeruzalem overleden. Datzelfde terrein werd daarna gekocht met de
30 zilverlingen die Judas ontving toen hij Jezus had verraden. De schrijver
de Vitry zegt dat de Hospitaalridders er de arme pelgrims begroeven die
in hun hospitaal stierven. Tegenwoordig bezitten Armeniërs er een
deel van. Dat dient als begraafplaats waarin zij hun doden neerleggen met
de schouderbanden die zij ze ombinden. Keizerin Helena nam er een stuk
van dat zij liet ommuren en overdekken door een gewelf met 70 openingen
bovenin om er de lijken door neer te laten. Die worden binnen 24 uur verteerd,
aangezien de aarde vol is van bijtende middelen die het vlees in korte
tijd doen uiteenvallen. Met zegt dat de Keizerin verscheidene schepen met
die aarde liet vullen. Die liet ze naar Rome brengen en daar storten tegen
de Vaticaanberg. Volgens ooggetuigen behield de aarde daar haar oorspronkelijke
eigenschap.
V: Wat leverden u die drie slagen op.
A: Vijf andere, die de leeftijd van de Gezel aangeven;
ze duiden ook op het aantal van vijf, dat gelukkigerwijs volledig raakte
toen de drie toegewijde Groot Uitverkorenen in het paleis van Salomo aankwamen
bij hun terugkeer van Alcedama, beladen met de kostbare schat en toen de
twee Koningen zich bij hen voegden om de plaats te zoeken die hun was aangeduid
door de Goddelijke Voorzienigheid. Zij vormden daarop een Koninklijke Loge
met het mysterieuze getal vijf.
V: Welk antwoord volgde op die vijf slagen?
A: Zeven andere, die sloegen op drie zaken te weten:
de leeftijd van de Meester; er zijn zeven ervaren Meesters nodig om er
één te maken; en Salomo had zeven jaren nodig voor de Tempelbouw.
V: Wat volgde er op die zeven slagen?
A: Negen weer andere, die betrekking hebben op de
leeftijd van een Volmaakt Meester, die vermenigvuldigd met negen het getal
81 oplevert, het getal dat zo hoog in aanzien staat onder de G\
U\ V\ V\
V\ . Toen werd het negende Gewelf voor mij geopend.
Ik bereikte toen de hoogste en meest gewijde plaats ter wereld door 3 x
Schiboleth te zeggen met een aangeblazen klank.
V: Wat betekent dat Paswoord?
A: Overvloed, of ook wel Korenaar.
V: Wat merkte u op bij binnenkomst in die Heilige
ruimte?
V: Het meest schitterende van alle lichten dat mij
verblindde en mij met verbazing trof.
V: Wat was dat voor een licht?
A: Het was de schitterende Delta, ofwel de driehoekige
gouden plaat van een heilig pand, ooit verborgen door aloude aartsvaderen
en weergevonden door de Groot Uitverkorenen. Daarop was de Heilige Naam
van de Godheid gegrift en hij was geplaatst op een voetstuk in het onderaardse
gewijde gewelf.
V: Hoe noemt u dat voetstuk?
A: De Kolom van Schoonheid.
V: Geef mij het woord van die Heilige Naam?
A: Dat kan ik niet.
V: Hoe wilt u het mij dan kenbaar maken?
A: Het is in de schitterende Driehoek en in zijn plaats
werd gesteld Makobim.
V: Aan wie vertrouwde God het Heilig Woord toe?
A: Aan Noach, vóór de Zondvloed; aan
Mozes, toen de Heer hem verscheen op de berg Sinai en aan de G\
U\ V\ V\
V\ die het vond.
V: Wat hebt u opgemerkt in de Graad van Groot-Bouwmeester?
A: Twaalf lichten.
V: Wat beduiden die?
A: De twaalf Meesters die door Salomo werden uitverkoren
om de werkzaamheden aan de Tempel te leiden na de dood van Hiram Abiff
en die de twaalf Stammen van Israël aanvoerden.
V: Hoe heetten die twaalf Meesters?
A: Johabert, Stolkin, Tercy, Morphy, Dorson, Kerem,
Berthemer, Tito en Alquebert, dat waren de negen die waren uitverkoren
voor de speurtocht naar de verrader Abiram-Akiroph, de moordenaar van Hiram
Abiff. Verder Zerbal, Bekagal en Tabor, dat waren de drie Meesters die
Salomo uitkoos om het getal van twaalf te bereiken.
V: Hoe werden die twaalf Meesters over de stammen
verdeeld om op de hoogte te blijven van de werkzaamheden?
A: Johabert had toezicht op de stam Juda; Stolkin
op de stam Benjamin; Tercy op de stam Simeon; Morphy op de stam Ephraim;
Dorson op de stam Manasse; Kerem op de stam Dan; Berthemer op de stam Aser;
Tito op de stam Naphtali; Zerbal op de stam Ruben; Bekagal op de stam Issachar;
Tabor op de stam Gad en Alquebert op de stam Zebulon.
De twaalf Meesters legden dagelijks verantwoording
af over de voortgang van het werk aan de Tempel en dan kregen ze de lonen
voor hun afdeling.
V: Wat betekent de Sleutel van de Geheim Meester?
A: Die dient om ons er aan te herinneren dat de G\
U\ V\ V\
V\ de enige bewaker van de Aloude Vrijmetselarij
is, die de Meesters in hun hart moeten bewaren om als maatstaf voor hun
handel en wandel te dienen, opdat zij die waarheid nooit onwaardig worden.
V: Wat stelt het graf voor bij de Westerpoort van
de Tempel?
A: Daar rust het lichaam van onze E\
M\ Hiram Abiff, dat Salomo op die plek liet
plaatsen als herinnering aan de vriendschap die hij had gevoeld voor die
grote Bouwmeester.
V: Wat betekent de Weegschaal in de Graad van Provoost
en Rechter?
A: Die dient om ons te leren rechtvaardigheid en gerechtigheid
te betrachten.
V: Waartoe diende de ontblote degen die de Ceremonie
Meester in de hand had, toen u deze Loge binnenkwam?
A: Voor de verdediging van onze Grootmeester en om
degenen te vernietigen die van het pad der Deugd afraken en die zo ontrouw
zouden kunnen zijn dat ze de geheimen, die hun zijn toevertrouwd, verraden.
V: Welke beloning ontvingen de twaalf Meesters van
Salomo?
A: Hij koos ze als zijn meest geliefde Uitverkoren
Ridders, tooide ze met een breed Cordon waarop een Vlammend Hart was geborduurd
en stond ze niet toe om op reis te gaan als ze dat onderscheidingsteken
niet droegen. In plaats van een ponjaard gaf hij hun een Zwaard der Gerechtigheid,
en zei tot hen: 'Aangezien u de leiders van de arbeid aan de Tempel bent
geweest, zult u hem met dit zwaard verdedigen tegen vijanden die zouden
trachten hem te ontheiligen.
V: Waarop had dat Vlammend Hart betrekking?
A: Op de naastenliefde die wij elkaar schuldig zijn.
V: Wat is uw woord als Uitverkorene?
A: Choumex Noeman, dat betekent 'trouwe bewaker'.
V: Wat stellen in een Kapittel van Uitverkorenen van
Negen de acht lichten en nog een afzonderlijk licht voor?
A: De Meesters die werden uitgezonden op zoek naar
Hobben Akiroph met de onbekende man, die wordt voorgesteld door een hand,
symbool van trouw.
V: Wie was die onbekende die Salomo inlichtte over
de schuilplaats van Hobben?
A: Hij heette Perignan, een polijster van de vlakte
van Joppe. Deze Perignan was helemaal niet ingeschreven in de lijst van
werkers aan de Tempel, maar op grond van zijn verdiensten beloonde Salomo
hem door hem alsnog daaraan toe te voegen.
V: Wie waren de twee medeplichtigen van die schurk
Hobben?
A: Die heetten Sterkin en Oterfutty, alle drie waren
ze van de stam van Dan, zonen van dezelfde vader en moeder. Hobben was
de oudste.
V: Wat werd er van de jongere broers van Hobben?
A: Zij vluchtten naar het land Geth.
V: Hoe lukt het Salomo om ze in handen te krijgen?
A: Hij vroeg hun uitlevering aan Monca, de Koning
van Geth, die hij daarover een brief schreef.
V: Wie bracht deze brief over?
A: Zerbal, de Kapitein van de Wacht.
V: Maakte Koning Monca nog bezwaren?
A: Integendeel, hij gaf Zerbal een geleide mee om
ze op te sporen.
V: Waar werden ze gevonden?
A; In een steengroeve.
V: Hoe werden de twee moordenaars ontdekt?
A: Door een aanwijzing van een herder, deze wees hun
schuilplaats.
V: Hoeveel Meesters zond Salomo uit om ze te zoeken?
A: Vijftien en ik was een van hen.
V: Waren er geen anderen bij?
A: Jawel, Salomo gaf ook soldaten mee als bescherming
en die stonden onder bevel van Zerbal.
V: Wie ontdekten ze het eerst?
A: Zerbal en Heleman, na vijf dagen speuren.
V: Hebt u enig onderscheidingsteken gekregen toen
u tot Groot Uitverkorene werd aangenomen?
A: Salomo, die de Uitverkorenen wilde belonen, verhief
ze tot de rang van Verheven Ridder en voegde aan hun Kapittel nog drie
toegewijde Broeders toe, zodat het op twaalf leden werd gebracht. Hij toonde
hun alle rijkdommen van de Tabernakel en hij gaf hun een Gouden Sleutel
om ze te onderscheiden van de andere werklieden. Hij gaf ze ook de uitmuntende
naam Emerk, dat betekent: 'getrouw man onder alle omstandigheden' en hij
maakte ze bevelhebbers van de twaalf stammen.
V: Bent u nog verder gegaan?
A: Spoedig daarna wijdde Salomo mij in in de Graad
van Groot Bouwmeester om mij te belonen voor mijn ijver , toewijding en
volharding en hij leidde mij tenslotte voor de Hemelse Troon.
V: Wat betekenen de letters B\
, N\ en S\ die u
hebt opgemerkt in de Driehoek?
A: Het Verbond van Mozes en Aaron, evenals dat van
Salomo en Hiram, Koning van Tyrus en de belofte die werd gedaan aan de
G\ U\ V\
V\ V\ , met de woorden
Berith (verbond), Neder (belofte) en Schelemoth (vervolmaking).
V: Welke beloning gaf Salomo u toen weer?
A: De Voorzienigheid waakte over ons door Zijn Goddelijke
Belofte aan Noach, Mozes en David. Zo werd mijn vurige ijver beloond door
de Soeverein Schepper die mijn schreden leidde tot in de ingewanden der
aarde, waar ik uiteindelijk de schitterende Driehoek zag, gesierd met de
Heilige Naam van de Godheid. Mijn ogen en die van mijn metgezellen werden
verblind door zijn gloed en tot beloning gaf Salomo mij de Graad van bewaker
van de smalle gang die mij naar het Heilig Gewelf leidde.
V: Welke rang ontving u toen?
A: Die van Ridder van het Heilig Koninklijk Gewelf.
V: Hoe werd u aangenomen?
A: Door Salomo en Hiram, Koning van Tyrus, die mij
voor mijn inspanningen beloonden door mij die rang te geven, evenals mijn
twee makkers Johabert en Stolkin.
V: Hoe was toen uw naam?
A: Jubulum.
V: Waaruit bestond die beloning precies waarmee Salomo
u vereerde?
A: Nadat we de kostbare schat van de Vrijmetselarij
op een passende plaats hadden gelegd en we waren aangeland op de meest
heilige plaats ter wereld werd ik getooid met de Graad van G\
U\ V\ V\
V\ .
V: Hoe heette die ruimte waarin u terecht kwam om
te worden toegelaten tot die uitmuntende Graad?
A: Het Heilig Gewelf.
V: Waar werkt een G\ U\
V\ V\ V\
?
A: In de Heilige Tempel in Jeruzalem.
V: Waaruit bestaat tegenwoordig de arbeid van de G\
U\ V\ V\
V\ ?
A: Hij bewaart de geheimen van de Vrijmetselarij met
eerbied in zijn hart, hij beoefent de zuiverste moraal en hij steunt en
helpt zijn Broeders.
V: Waarheen reizen de G\
U\ V\ V\
V\ ?
A: Naar de vier windstreken om de ware wetenschap
te verbreiden.
V: Waarom staat u altijd in de houding van verrassing
in een Loge van Vervolmaakten?
A: Omdat dat de houding is die Mozes moest aannemen
toen hij de Wetten in ontvangst nam van de Heer. De twee Koningen werden
door een soortgelijke verrassing bevangen toen Jubulum, Johabert en Stolkin
aankwamen met de Goddelijke Gouden Plaat, die hun met een heilige eerbied
vervulde.
V: Hoe leefde Salomo na de wijding van de Tempel?
A: De wijze Koning Salomo, eens zo deugdzaam, die
God in Zijn hart had uitverkoren, werd doof voor Zijn stem. Hij werd hoogmoedig
door het idee dat hij de machtigste Koning der aarde was en doordat hij
een Tempel had opgericht die door zijn vorm en pracht de bewondering opwekte
van de hele bewoonde wereld. Hij vergat de Godsdienst van zijn vaderen
en ontheiligde de Tempel door aan de afschuwelijke afgod Moloch wierook
te offeren die alleen maar voor God had mogen branden.
V: Wat overkwam hem na zo iets afschuwelijks?
A: God liet Salomo geheel aan zijn lot over en die
stierf op 94-jarige leeftijd. Hij was amper twintig toen hij de Tempelbouw
begon. Hij werd in Jeruzalem begraven.
V: Wie werd er Koning van Israël na Salomo?
A: Rehabeam, zijn zoon.
V: Wat gebeurde er voor opmerkelijks onder diens regering?
A: De verdeling van het Koninkrijk Judea, hetgeen
door de Heer werd toegestaan als straf voor de misdaden van Salomo.
V: Hoe werd de Tempel herbouwd nadat hij was verwoest
door Nebukadnezar?
A: Cyrus stond de Joden toe om de Tempel te herbouwen
in de stad Jeruzalem, onder leiding van Prinsen-Vrijmetselaren.
V: Wie verwoestte die tweede Tempel?
A: Pompejus de Grote begon de verwoesting en Herodus
de Grote voltooide die.
V: Wie heeft hem daarna weer opgebouwd?
A: Herodus raakte doordrongen van het onrechtvaardige
van zijn daad en hij riep de Vrijmetselaren van overal bijeen naar Jeruzalem,
onder allerlei schone beloften om de Tempel te herbouwen.
V: Hoe lang hield die door Herodes herbouwde Tempel
stand?
A: Negeneneenhalf jaar.
V: Wat deed Herodes na de voltooiing van die Tempel?
A: De buitensporige kosten die Herodes had gemaakt,
zowel buiten als binnen zijn koninkrijk hadden zijn geldmiddelen uitgeput.
Hij wist dat zijn voorganger 3000 talenten zilver uit het graf van David
had genomen en hij had het idee dat er nog wel voldoende zou zijn overgebleven.
Na lange overdenking voerde hij zijn plan uit. Hij begon met allerlei voorzorgen
te nemen opdat het volk er geen lucht van zou krijgen. Hij liet op een
nacht de graftombe openen en ging erheen met enige vertrouwelingen. Hij
vond er generlei gemunt zilver, maar wel veel bewerkt goud. Hij liet alles
meenemen maar het spoorde zijn hebzucht alleen maar aan. Zodoende gaf hij
opdracht ook het graf van Salomo te openen. Maar daar kwam een steekvlam
uit die twee van zijn lijfwachten verteerde. Om de heiligschennis weer
goed te maken liet Herodes bij de ingang van de graftombe een prachtig
gedenkteken van wit marmer bouwen.
V: Ging Herodes zelf ook binnen in de tombe?
A: Hij durfde er zelf niet in te gaan. Maar volgens
zeggen heeft, na de schending van de graven, de hemelse gerechtigheid zijn
familie achtervolgd met rampen en die vermeerderden weer zijn straffen
en wreedheden tegen Maria en haar Zoon.
V: Wie verwoestte de derde Tempel?
A: Titus, de zoon van Keizer Vespasianus.
V: Wat kwam er daarna van de Vrijmetselaren terecht?
A: Het grootste deel vertrok, vervuld van smart, naar
Rome, werd Katholiek en besloot zich niet meer met de Tempel bezig te houden.
Na een langdurig verblijf in Rome, waar een groot aantal van hen kwam te
overlijden, verdeelde de rest zich over verschillende landen. Maar de meesten
vertrokken naar Schotland. 27.000 Vrijmetselaars besloten de Christelijke
Ridders te gaan helpen die toen op kruistocht naar Jeruzalem waren en zij
vertrokken met verlof van de Koning van Schotland.
V: Wat overkwam hun voor bijzonders?
A: Hun moedig gedrag deed hun de achting verwerven
van de Ridders Tempelieren en de Ridders van Sint Jan, waarop de Generaals
van de Orde en de aanvoerders van het leger besloten om zich te laten inwijden
in hun geheimen.
V: Waarom dragen de G\
U\ V\ V\
V\ een Driehoek, een zon en een halve cirkel
met daarop een gekroonde geopende Passer?
A: De Driehoek stelt de kostbare schat voor die werd
gevonden door de drie toegewijde Vrijmetselaren die door hun ijver en volharding
zijn geraakt tot Verheven Kennis. De Kroon slaat op de oorsprong der Vrijmetselarij
toen de twee Koningen samen werkten om de Kubieke Agaatsteen in te metselen.
De Passer en de halve cirkel hebben ook betrekking op de belangrijkste
werkzaamheden van de G\ U\
V\ V\ V\
en de zon duidt op het overwicht van hun rang.
V: Waarom hangt het juweel op de borst aan een vuurrood
cordon?
A: Die kleur geeft het Brandend Braambos weer, toen
Mozes de Heilige Naam van God ontving voor de eerste maal. Hij duidt ook
op de voorrang die G\ U\
V\ V\ V\
hebben boven alle andere Vrijmetselaren.
V: Waar arbeiden de G\
U\ V\ V\
V\ sinds ze geen Tempel meer hebben?
A: Op een geheime plaats om het door verraders vernielde
bouwwerk weer op te richten, zulks onder bescherming van Verheven Prinsen.
V: Wat is het loon voor uw werken?
A: Deugd en Saamhorigheid.
V: Welke beloning verwacht u?
A: Vernietiging van de zonde enerzijds en anderzijds
vriendschap en erkenning van mijn Broeders Ware Uitverkorenen.
V: Wat denkt u te vinden in het vermaarde geheim?
A: Water, bloed en een vurig licht.
V: Wat gaat u met dat licht doen?
A: Ik zal het doven.
V: Dan raakt u toch in duisternis?
A: Neen, Driewerf Machtige, want in plaats van door
dat vurige licht zal ik worden verlicht door het schitterendste aller Lichten.
V: Moge de O\ B\
d\ H\ uw voornemen
behoeden.
Alle Bbr\
: Amen, amen, amen.
Sluiting
D\
M\ : Vanwaar komt u, Zeer Eerwaarde
Broeder 1e Opziener?
1e Opz\
: Driewerf Machtige, ik kom van Judea.
D\
M\ : Wat brengt u ons?
1e Opz\
: De kostbare schat van de G\ U\
V\ V\ V\
, die ik voor u neerleg.
D\
M\ : Toon die ons, Waarde Broeder.
De 1e Opz\
begeeft zich naar de D\ M\
en spelt het Heilig Woord in diens rechteroor. Als de D\
M\ het heeft ontvangen roept hij:
In orde, Bbr\ !
Alle Bbr\
komen dan in midden in de Loge om het voetstuk heen staan, in de Broederketen
en de D\ M\ spelt
het Woord aan zijn rechterbuurman. Het gaat zo rond van de ene Br\
naar de andere en komt dan weer bij de D\ M\
, die dan zegt: Mijne Bbr\ , het
Woord dat verloren was, is teruggevonden. Laat ons het koesteren in het
diepst van ons hart, laat ons het stilzwijgen erover bewaren en laat ons
de uiterste zorg eraan besteden dat het niet weer verloren gaat zoor onze
oude zonden.
Leid onze stappen, O, Opperste Bouwheer des Heelals.
Maak dat wij de valstrikken die onze vijanden uitzetten kunnen weerstaan
en dat de toorts van de Goddelijke Geest ons verlicht zodat wij niet in
de duisternis vervallen. Geef ons de middelen om aan de armen de kostelijke
gaven van de Voorzienigheid uit te reiken, zodat onze arbeid niet vergeefs
zal zijn. Zegen die en heilig die en maak dat wij kunnen handelen alleen
door uw Geest en voor uw Glorie en dat wij aldus voortdurend de deugden
beoefenen die de Vrijmetselarij ons leert.
Na dit gebed gaan alle Bbr\
weer zitten.
D\
M\ : Broeder 1e Opziener,
hoe laat is het?
1e Opz\
: Driewerf Machtige, het is middernacht.
D\
M\ : Waarom zegt u dat het middernacht
is?
1e Opz\
: Omdat na de arbeid rust volgt.
D\
M\ : Waarom sluiten wij onze Loges
om middernacht?
1e Opz\
: Omdat de nacht voor de werklieden tot rust dient.
D\
M\ : Welke was de aanleiding van
ons samenzijn?
1e Opz\
: De Goddelijke en Schitterende Driehoek.
D\
M\ : Waarom wordt die naam van Schitterende
Driehoek zo vaak herhaald?
1e Opz\
: Om de macht van de Opperste Bouwheer des Heelals aan te tonen,
zowel in de Hemel alsook op aarde.
D\
M\ : Wat neemt u met u van hier?
1e Opz\
: Een groot verlangen om Deugd te gaan beoefenen.
D\
M\ : Wat blijft een G\
U\ V\ V\
V\ nog te doen, als hij deze Graad heeft verworven?
1e Opz\
: Door zijn goede werken zich inspannen om het laatste geluk
te bereiken, waarnaar hij steeds moet smachten.
D\
M\ : Broeder 1e Opziener,
wil bij de Broeders aankondigen dat ik deze Loge van Vervolmaking ga sluiten
op de geheimzinnige getallen drie, vijf, zeven en negen.
De Opzz\
herhalen dit.
De 2e Opz\
slaat drie maal en dooft drie kaarsen.
De 1e Opz\
slaat vijf maal en dooft vijf kaarsen.
De D\
M\ slaat zeven maal en dooft zeven kaarsen.
Na een korte stilte zegt hij: In orde, Broeders!
D\
M\ slaat drie maal; de Bbr\
maken het Eedsteken. Hij slaat nogmaals drie maal; de Bbr\
maken het T\ van Afgrijzen, beantwoord door
de D\ M\ . Deze slaat
nogmaals drie maal; de Bbr\ maken het T\
van Zwijgzaamheid.
D\
M\ : Ik nodig u uit om heen te gaan
in vrede en steeds te leven in tegenwoordigheid van de Opperste Bouwheer
des Heelals.
Alle Bbr\
: Amen, amen, amen.
D\
M\ : God zegene de Koning en onze
arbeid.
De Bbr\
klappen drie, vijf, zeven en negen en de Loge is gesloten.