Dit Rituaal dateert uit de eerste helft van de negentiende eeuw. In deze graad wordt in Nederland niet gewerkt.
De Zeer Verlicht Meester slaat vijf gelijke
slagen en er worden vijf lichten in het Oosten, links van hem, gezet.
De Inspecteur beantwoordt de slagen en er
worden vijf lichten voor hem gezet.
De Opziener beantwoordt de slagen en er worden
vijf lichten voor hem gezet.
Z\ V\
Mr\ : Broeder Inspecteur, hoe laat
is het?
Insp\ :
Zeer Verlicht Meester, het is vijf uur.
Z\ V\
Mr\ : Broeder Opziener, op welk uur
worden de werkzaamheden van het Verlicht Kapittel van Uitverkorenen der
Vijftien geopend?
Opz\ :
Om vijf uur.
Z\ V\
Mr\ : Aangezien het vijf uur is,
is het tijd, mijn Waarde Broeders, om onze arbeid te beginnen. Ik kondig
u aan dat het Kapittel van Uitverkorenen der Vijftien is geopend.
De Inspecteur en de Opziener herhalen dit.
Z\ V\
Mr\ , geeft één slag:
In Orde, Broeders!
Op voorbeeld van de Meester maken allen het
Teken, klappen in de hand en roepen drie maal 'Hoezee!'
Aanneming
De Geleider brengt de kandidaat naar de deur
van het Kapittel, waar hij aanklopt ******** *.
Insp\ , geeft één
slag: Zeer Verlicht Meester, er wordt geklopt als Uitverkorene
der Negen.
Z\ V\
Mr\ : Broeder Inspecteur, wil zien
wie daar aanklopt.
Insp\ , opent deur:
Wie klopt daar aldus?
Geleider: Het is een Uitverkorene
der Negen, die verlangt om de twee andere schurkachtige moordenaars van
onze Verlicht Meester Hiram Abiff te kennen en die de Graad van Uitverkorene
der Vijftien zou willen verwerven.
De Binnendekker sluit de deur, geeft het antwoord
door aan de Opziener, die geeft het antwoord door aan de Inspecteur en
die weer aan de Meester. Deze geeft opdracht de kandidaat binnen te laten.
De kandidaat komt binnen, maakt vijftien driehoekige
passen en treedt dan voorwaarts naar het Altaar, met in de linkerhand een
hoofd en de rechterhand in het Teken van Uitverkorene der Negen.
Z\ V\
Mr\ : Waarom vraagt u vergiffenis
voor de kandidaat?
Allen: Omdat hij niet schuldig
is.
Z\ V\
Mr\ : Als hij niet schuldig is, waarom
vraagt u dan vergeving?
Allen: Wij vragen alleen maar om
de gunst dat hij wordt toegelaten tot de Graad van Uitverkorene der Vijftien.
Z\ V\
Mr\ : Beschikt hij over de vereiste
eigenschappen?
Allen: Wij staan voor hem in!
Z\ V\
Mr\ : Als het dan zo gestemd is,
laat hij dan knielen!
De hier aanwezige Uitverkorenen der Vijftien vragen mij om u toe te
laten tot deze Graad zodat u huns gelijke wordt. Acht u zich in staat om
de Geheimen van deze Graad te bewaren en om dat te bevestigen door een
plechtige Gelofte?
Dan nemen de Inspecteur en de Opziener de
kandidaat het hoofd uit de hand, leggen zijn rechterhand op de Bijbel en
hij legt de volgende Gelofte af.
Gelofte
Ik, …, zweer en beloof op de Heilige Bijbel om nooit te openbaren waar
ik deze Graad heb ontvangen en om nooit bekend te maken wie er aanwezig
waren bij mijn Aanneming.
Ik beloof om niemand in deze Graad aan te nemen zonder daartoe volmacht
te hebben ontvangen van mijn meerderen en geen enkele Aanneming bij te
wonen tenzij dat geschiedt in een regelmatige Loge van deze Graad, en alle
Geheimen nauwkeurig in mijn hart te bewaren die mij na mijn Gelofte worden
toevertrouwd.
Ik stem er in toe als ik dat verzaak, dat ik van voren verticaal en
horizontaal word opengesneden en gedurende acht dagen in de open lucht
te worden blootgesteld, zodat mijn ingewanden ten prooi zullen vallen aan
vliegen, muggen en andere insecten.
Ik stem erin toe dat mijn hoofd wordt afgehouwen en op de hoogste plaats
ter wereld wordt tentoongesteld, en om dezelfde straf ten uitvoer te leggen
aan degenen die deze Graad ontluisteren en hun Eden verzaken.
Moge God mij hierin bijstaan. Amen.
De kandidaat staat op. De Zeer Verlicht Meester
geeft hem Woorden, Tekens en Aanraking.
Het eerste Teken wordt gemaakt door zich de
Ponjaard onder de kin te brengen en vervolgens naar beneden te halen als
om zich open te snijden.
Het tweede Teken is het Antwoordteken en is
gelijk aan het Leerlingsteken, de vingers aaneen en de duim haaks.
De Aanraking wordt gegeven door elkaar de
duim naar de buik te brengen als om die open te snijden.
Het Heilige Woord in deze Graad is 'Zerbal'
en wordt geantwoord met 'Benhakar'.
Het Paswoord is 'Heleham'.
Historisch Bouwstuk
Z\ V\
Mr\ : Mijn Waarde Broeder, u heeft
vernomen in de Graad van Uitverkorenen der Negen, die u heeft verworven,
dat Abiram, één van de moordenaars, werd gedood in de Grot.
Het geraamte dat u in het Oosten ziet is van hem. In zijn hand houdt hij
het instrument waarmee hij Hiram Abiff sloeg.
Salomo liet zijn hoofd balsemen, opdat het bewaard zou blijven om te
worden tentoongesteld met die van de andere moordenaars als men die gevonden
had.
Zes maanden na de dood van Abiram Akiroph ging Bengheber, een van de
Opzieners van Salomo, nasporingen doen in het land Geth, dat aan Salomo
schatplichtig was. Hij kwam daar te weten dat Sterkin en Oterfut, de twee
andere moordenaars van Hiram Abiff, zich daar hadden terug getrokken en
zich in veiligheid waanden.
Toen Salomo dat hoorde, zond hij onmiddellijk een brief aan Makahah,
koning van Geth en drukte de wens uit die hij koesterde om de schuldigen
te ontdekken en hun hun gerechte straf te doen ondergaan. Vervolgens koos
Salomo vijftien van de meest waardige Broeders en ijverigste Vrijmetselaren;
in dat aantal waren begrepen de negen die eerder op zoek waren gegaan naar
Abiram Akiroph. Zij vertrokken op de 15e dag van de maand Thamma,
overeenkomend met juni bij ons, en zij kwamen op de 28e van
dezelfde maand aan in het land Geth. Zij overhandigden de brief aan Makahah
die, verbijsterd door het bericht, terstond opdracht gaf om op de meest
nauwgezette wijze te laten zoeken naar de twee misdadigers, en dat ze moesten
worden overgegeven aan de Israëlieten. Hij zou zichzelf gelukkig achten
als hij zijn land kon ontdoen van zulke monsters.
Drie dagen werden besteed aan uiterst nauwkeurige onderzoekingen. Zerbal
en Heleham waren de eersten die ze ontdekten in de steengroeve van Bendaka.
Ze werden geboeid en met ijzers beladen waarop de misdaad beschreven stond
die zij hadden begaan en ook de soort straf die hun was toegedacht. Zij
kwamen in Jeruzalem aan op de 15e dag van de volgende maand,
genaamd Ab en ze werden voor Salomo geleid die hun hun zware misdaad verweet
en bevel gaf ze op te sluiten in de Toren van Achiazar tot aan het tijdstip
van bestraffing. De volgende ochtend om 10 uur werden ze aan twee palen
vastgemaakt om nek en voeten, en de handen van achteren gebonden. Hun lichamen
werden kruiselings opengesneden van de borst tot onderaan toe. Zij verbleven
in die toestand gedurende acht uren. De vliegen en andere insecten kwamen
zich tegoed doen aan hun bloed en ingewanden. Hun gegil en hum gekerm was
zo erbarmelijk dat zij zelfs het hart roerden van hun beulen. Die hieuwen
ze toen het hoofd af en wierpen hun lichamen over de muur van Jeruzalem
zodat zij als aas dienden voor de raven en het verscheurend gedierte.
Catechismus
Z\ V\
Mr\ : Broeder Inspecteur, zijt gij
Uitverkorene der Vijftien?
Insp\ :
Mijn ijver en mijn arbeid hebben mij die Graad verschaft.
Z\ V\
Mr\ : Waar bent u aangenomen?
Insp\ :
Door Salomo zelf in de audiëntiezaal.
Z\ V\
Mr\ : Waarom, en bij welke gelegenheid
heeft hij u tot die Graad verheven?
Insp\ :
Omdat ik behoorde tot diegenen die op zoek gingen naar de twee schavuiten.
Z\ V\
Mr\ : Hebt u zelf ook inlichtingen
verzameld?
Insp\ :
Jazeker Zeer Verlicht Meester, en als ik niet door Salomo was aangewezen
zou ik niettemin gepoogd hebben om de dood van Hiram Abiff te wreken.
Z\ V\
Mr\ : Hebt u veel vreugde beleefd
bij het aanzien van de bestraffing der schuldigen?
Insp\ :
Hun koppen, die ik op mijn Cordon draag zijn daarvan het bewijs.
Z\ V\
Mr\ : Wat beduiden die drie koppen?
Insp\ :
Ze stellen die van de moordenaars van Hiram Abiff voor.
Z\ V\
Mr\ : Waarom hebt u het over drie
koppen, terwijl u toch maar op zoek was naar twee?
Insp\ :
Omdat de eerste al ter dood was gebracht.
Z\ V\
Mr\ : Hoe luiden de namen van degenen
die u naar Jeruzalem hebt gebracht?
Insp\ :
De ene heette Sterkin, de andere Oterfut.
Z\ V\
Mr\ : Hoe werden zij gevonden?
Insp\ :
Door de inspanning van Bengheber, een Opziener van Salomo.
Z\ V\
Mr\ : Welke maatregel trof Salomo
om ze te pakken te krijgen?
Insp\ :
Hij schreef aan Makahah, Koning van Geth, om zijn wens over te brengen
om nauwkeurige nasporingen te doen.
Z\ V\
Mr\ : Wie bracht de brief van Salomo
naar Makahah?
Insp\ :
Zerbal, de Kapitein van de Wacht.
Z\ V\
Mr\ : Maakte Makahah bezwaar tegen
het verzoek van Salomo?
Insp\ :
Neen, integendeel. Hij gaf gidsen mee aan de Wacht.
Z\ V\
Mr\ : Waar werden de daders gevonden?
Insp\ :
In een steengroeve.
Z\ V\
Mr\ : Hoe werden de twee schurken
ontdekt?
Insp\ :
Door een tip van een herder.
Z\ V\
Mr\ : Wie ontdekten hen het eerst?
Insp\ :
Zerbal en Heleham, na vijf dagen van zoekacties.
Z\ V\
Mr\ : Waarvan waren hun ketenen gemaakt?
Insp\ :
Van stukken ijzer in de vorm van vierkante staven, waarop de misdaad was
gegraveerd die zij hadden begaan, en ook de straffen die zij moesten ondergaan
op bevel van Salomo.
Z\ V\
Mr\ : Op welke dag kwamen zij in
Jeruzalem aan?
Insp\ :
De 15e van de maand Ab, overeenkomend met onze maand juli.
Z\ V\
Mr\ : Hoeveel meesters koos Salomo
uit voor deze tocht?
Insp\ :
15, waaronder mij.
Z\ V\
Mr\ : Waren er geen andere mensen
bij u?
Insp\ :
Koning Salomo gaf ons troepen mee als bescherming.
Z\ V\
Mr\ : Wat deed u met de beide misdadigers
bij uw terugkeer in Jeruzalem?
Insp\ :
We brachten ze onmiddellijk voor Salomo.
Z\ V\
Mr\ : Welk bevel gaf hij?
Insp\ :
Nadat hij ze bittere verwijten had toegevoegd wegens de enormiteit van
hun misdaad gaf hij bevel aan Achizaro, Grootmeester van zijn Huis, om
ze op te sluiten in de Toren die naar hem was genoemd, waarna ze de volgende
morgen om 10 uur zouden worden ter dood gebracht.
Z\ V\
Mr\ : Welk soort doodstraf moesten
ze ondergaan?
Insp\ :
Zij werden naakt bij de hals en voeten aan twee palen vastgemaakt, de handen
achter de rug gebonden. Vervolgens werd hun lijf opengesneden van de borst
tot onderaan toe.
Z\ V\
Mr\ : Bleven zij langdurig in die
toestand?
Insp\ :
Zij bleven aldus blootgesteld aan de hitte van de zon, zodat vliegen en
andere insecten hun vlees aanvraten en zij kermden zo erbarmelijk dat zij
zelfs het hart van hun beulen roerden.
Z\ V\
Mr\ : Wat deed men toen met ze?
Insp\ :
De beulen, enigszins vertederd door hun lijden, hakten hun het hoofd af
en gooiden hun lijken over de muren van Jeruzalem om als aas voor de wilde
dieren te dienen.
Z\ V\
Mr\ : Wat deed men met de koppen?
Insp\ :
Op last van Salomo werden die op staken gezet om te worden te kijk gesteld
op de poorten van Jeruzalem. Ze moesten als voorbeeld dienen, zowel voor
het volk als voor de werklieden aan de Tempel.
Z\ V\
Mr\ : Hoe heette de moordenaar.
Insp\ :
Volgens de Uitverkorene der Negen noemde hij zich Abiram Akiroph. Maar
die naam was twijfelachtig. Zijn ware naam was Hobben en hij was de oudste
van de drie broers.
Z\ V\
Mr\ : Hoe werden hun koppen te kijk
gesteld?
Insp\ :
In het Zuiden, het Oosten en het Westen; die van Abiram Akiroph in het
Oosten, die van Sterkin op de Westerpoort en die van Oterfut in het Zuiden.
Z\ V\
Mr\ : Om welke reden werden hun koppen
zo tentoongesteld op de Poorten van Jeruzalem?
Insp\ :
Omdat ieder van hen zijn gewelddaad had bedreven aan een Poort van de Tempel.
In het Zuiden gaf Oterfut de Eerwaarde Meester Hiram Abiff een slag met
de Maatstaf; in het Westen sloeg Sterkin hem met de Winkelhaak en aan de
Oosterpoort maakte Abiram Akiroph de moord af met een Hamerslag.
Sluiting
Z\ V\
Mr\ : Broeder Inspecteur, Hoe laat
is het?
Insp\ :
Zes uur in de avond.
Z\ V\
Mr\ : Waarom zes uur in de avond?
Insp\ :
Omdat op dat uur de moordenaars hun laatste adem uitbliezen en de Wraak
was voltooid.
Z\ V\
Mr\ : Aangezien de dood van onze
Eerwaarde Meester Hiram Abiff is vergolden door de wrede marteling van
zijn moordenaars moeten wij tevreden zijn en gaan rusten.
Men maakt het Teken en de Slagen.