Rituaal voor de installatie van de Principes
Dit rituaal dateert uit 1990 en wordt in deze vorm in Nederland gebruikt.
Het Kapittel wordt op de gebruikelijke wijze geopend
Komt men tot het agendapunt van de Installatie van de Principes, dan volgt de
volgende werkwijze:
Nadat de vier slagen door de Principes zijn gegeven:
Z::V::Z::: Ridders, wij gaan thans over tot de installatie van de
drie Principes voor het komende werkjaar.
Cer.Mr. geleidt de gekozen 3e Princeps naar het Spreekpunt en
richt zich tot Z::V::Z::: Zeer Verhevene, ik breng u Ridder ..., die
op wettige wijze tot Derde Princeps van dit Kapittel is gekozen, met het verzoek
hem als zodanig te doen beëdigen.
Z::V::Z::: Verheven Ridder Ceremoniemeester, aan uw verzoek zal de
nodige aandacht worden gegeven. Ik verleen het woord aan Verheven Ridder Jozua
teneinde Ridder ... in staat te stellen op de vereiste wijze de belofte af te
leggen, die nodig is om de functie van Derde Princeps te kunnen vervullen.
V::J::, staand: Waarde Ridder ..., ik wens u geluk met de eer,
welke u te beurt is gevallen door uw verkiezing tot Derde Princeps van dit Kapittel, en met het
feit dat uw gedrag als mens en uw ijver en trouw als Vrijmetselaar op deze wijze
door uw mederidders worden gewaardeerd en thans zullen worden beloond.
Ik moet u nu vragen of gij bereid en gereed zijt de aan dit hoge ambt
verbonden plichten getrouwelijk en met ijver te vervullen. Wat is hierop uw
antwoord?
Kand., door Cer.Mr. voorgezegd: Dat ben ik!
V::J::: Belooft gij, tezamen met uw mede-principes, de waardigheid
van de Orde te bewaren, en vrede, harmonie en eenheid te handhaven in het
Kapittel, waarover gij straks mede zult presideren?
Kand., voorgezegd: Dat beloof ik!
V::J::: Belooft gij de wetten en reglementen van de Orde en die
van dit Kapittel te zullen handhaven en, voor zover dit in uw macht ligt, ervoor
te zorgen. dat zij worden gehandhaafd?
Kand., voorgezegd: Dat beloof ik!
V::J::: Belooft gij onpartijdig recht te spreken en de
ongehoorzamen met rede en gestrengheid te berispen, doch tevens nooit te
vergeten, dat Genade het Hemelse Attribuut is van Hem, aan Wie wij onze Heilige
Tempel hebben gewijd?
Kand., voorgezegd: Dat beloof ik!
V::J::: En zijt gij bereid. de plechtige belofte af te leggen, dat
ge nimmer op
onwaardige wijze de Geheimen en Mysteriën zult onthullen, die u nu of later
als Princeps van een Kapittel van het Heilig Koninklijk Gewelf zullen worden
toevertrouwd?
Kand., voorgezegd: Dat ben ik!
V::J::: Begeef u dan naar de Noordzijde van het Altaar, kniel daar
neer op beide knieën en leg beide handen op de Driehoek.
De Ceremoniemeester geleidt de kandidaat naar de Noordzijde van het Altaar,
maakt daar plaats voor hem door voor zover nodig Vaandels en Kandelaar te
verplaatsen en doet hem op een voor dit doel gereed gehouden kussen knielen
V::J::: In Orde, Ridders.
Alle Ridders stellen zich op met de rechterhand op het hart, de duim in de
hand verborgen
De drie Principes staan op. De Verheven Jozua stelt zich op ten Zuiden van
het Altaar, tegenover de kandidaat.
V::J::: Zeg mij nu de volgende belofte na, en noem daarbij uw
voornamen en naam.
Ik, ..., beloof hierbij hier raakt V::J:: met zijn
Scepter de handen van de kandidaat aan en hierop hier
raakt V::J:: met zijn Scepter de Driehoek aan plechtig in
tegenwoordigheid van de Opperste Bouwmeester des Heelals en van dit Kapittel uit
vrije wil en met volle instemming dat ik de Geheimen die tot het ambt van Derde
Princeps behoren nooit zal onthullen aan wie ook, behalve aan een Ridder van
deze Verheven Graad die op wettige wijze in dit ambt is verheven en zelfs dan
met zonder de bijstand van twee of meer Geïnstalleerde Principes.
Verder beloof ik plechtig dat ik altijd voor zover dat in mijn vermogen ligt
de wetten en voorschriften van de Orde en de bepalingen betreffende de
ceremoniën zal eerbiedigen en dat ik nimmer een kandidaat tot verheffing in dit
Hoge Ambt zal toelaten tenzij ik de volle overtuiging heb dat hij deze eer
waardig is. Op plechtige wijze beloof ik hier raakt V::J::
weer met zijn Scepter een ogenblik de handen van de kandidaat aan al
deze punten getrouwelijk in acht te zullen nemen, vertrouwende op de bijstand
van de Opperste Bouwmeester des Heelals.
Beëdigd Derde Princeps, sta op!
V::J:: moet de kandidaat niet met de hand oprichten, doch hem met zijn
Scepter beduiden op te staan.
V::J::: Ridders, herneemt uw zitplaatsen.
V::J:: keert terug naar zijn Zetel en de Principes zetten zich; de Ridders
hernemen hun plaatsen. De Ceremoniemeester geleidt de kandidaat naar een plaats
in het Westelijk einde van de Noorderkolom, vervolgens gaat hij naar het Tableau
en herstelt de plaatsing van Kandelaar en Vaandels.
Z::V::Z::: Verheven Ridder ..., de
gewezen 1e Princeps, ik moge u verzoeken tijdelijk de
plaats van Verheven Ridder Jozua in te nemen.
De Ceremoniemeester geleidt de aangewezene naar zijn Zetel, is behulpzaam bij
het wisselen van Mantel en Cordon en geleidt de aftredende Verheven Jozua naar
het Westen.
Cer.Mr.: Zeer Verhevene, ik breng u Verheven Ridder ..., die op
wettige wijze tot Tweede Princeps van dit Kapittel is gekozen, met het verzoek
hem als zodanig te doen beëdigen.
Z::V::Z::: Verheven Ridder Ceremoniemeester, aan uw verzoek zal de
nodige aandacht worden gegeven. Ik verleen het woord aan Verheven Ridder Haggai,
teneinde Verheven Ridder ... in staat te stellen op de vereiste wijze de belofte
af te leggen, die nodig is om de functie van Tweede Princeps te kunnen vervullen
V::H::, staand: Verheven Ridder ..., het kan u slechts reden tot
grote voldoening zijn, dat uw werkzaamheid als Derde Princeps zó is
gewaardeerd, dat uw mede-Ridders u thans hebben gekozen tot de belangrijke
functie van Tweede Princeps van dit Kapittel.
Bij uw vorige installatie werden u de plichten van een Princeps volkomen
uitgelegd, en aangezien ik er niet aan twijfel, dat zij een zeer sterke indruk
op u hebben gemaakt, wil ik ze thans niet herhalen, in de volledige overtuiging.
dat gij niet van het pad der gerechtigheid zult afwijken, dat u heeft geleid tot
meerdere eer en onderscheiding. Ik moet u thans vragen of gij bereid en gereed
zijt de plechtige belofte af te leggen, die verbonden is aan het ambt van Tweede
Princeps.
Kand., door Cer.Mr. voorgezegd: Dat ben ik!
V::H::: Begeef u dan naar de Zuidzijde van het Altaar, kniel daar
neer op beide knieën en leg beide handen op de Driehoek.
De Ceremoniemeester geleidt de kandidaat naar de Zuidzijde van het Altaar,
maakt daar plaats voor hem, door voor zover nodig Vaandels en Kandelaar te
verplaatsen, en doet hem op een voor dit doel gereed gehouden kussen knielen.
V::H::: In Orde, Ridders.
Allen stellen zich op met de rechterhand op het hart, de duim in de hand
verborgen. De Principes staan op. V::H:: stelt zich op aan de Noordzijde van het
Altaar tegenover de kandidaat.
V::H::: Zeg mij de volgende belofte na, en noem daarbij uw
voornamen en naam.
Ik, ..., in tegenwoordigheid van de Opperste Bouwmeester des Heelals en van
dit Kapittel beloof hierbij hier raakt V::H:: met zijn
Scepter de handen van de kandidaat aan en hierop hier
raakt hij met zijn Scepter de Driehoek aan uit vrije wil en met volle
instemming dat ik mij strikt zal houden aan de verschillende verplichtingen door
mij gedurende mijn maçonnieke loopbaan aanvaard, doch bovenal, dat ik nooit de
geheimen die behoren tot het ambt van Tweede Princeps aan iemand zal openbaren
tenzij aan een Ridder van deze Verheven Graad die van te voren is
geïnstalleerd als Derde Princeps, daarna op wettige wijze is verkozen tot het
ambt van Tweede Princeps en geïnstalleerd is in een Conclave van
Geïnstalleerde
Tweede Principes dat daartoe op wettige wijze is bijeengeroepen. Op plechtige
wijze beloof ik hier raakt V::H:: met zijn Scepter de
handen van de kandidaat aan dit alles getrouwelijk in acht te zullen
nemen, vertrouwende op de bijstand van de Opperste Bouwmeester des Heelals.
Beëdigd Tweede Princeps, sta op!
V::H:: moet de kandidaat niet met de hand oprichten, doch hem met zijn
Scepter beduiden op te staan.
V::H::: Ridders, herneemt uw zitplaatsen.
V::H:: keert terug naar zijn Zetel en de Principes zetten zich, de Ridders
hernemen hun plaatsen. De Ceremoniemeester geleidt de kandidaat naar een plaats
in het Westelijk einde van de Noorderkolom, vervolgens gaat hij naar het Tableau
en herstelt de plaatsing van Kandelaar en Vaandels.
Z::V::Z::: Verheven Ridder ..., gewezen 1e
Princeps, ik moge u verzoeken tijdelijk de plaats van Verheven Ridder
Haggai in te nemen.
De Ceremoniemeester geleidt de aangewezene naar zijn Zetel, is behulpzaam bij
het wisselen van Mantel en Cordon en geleidt de aftredende Verheven Haggai naar
het Westen.
Cer.Mr.: Zeer Verhevene, ik breng u Verheven Ridder ..., die op
wettige wijze tot Eerste Princeps van dit Kapittel is gekozen, met het verzoek
hem als zodanig te beëdigen.
Z::V::Z::: Verheven Ridder Ceremoniemeester, aan uw verzoek zal de
nodige aandacht worden gegeven.
Verheven Ridder ..., ik wens u geluk met de onderscheiding waartoe u bent
waardig gekeurd door dit Kapittel, waarvan de leden u, op grond van uw vele
verdiensten en de vereiste kennis van de Vrijmetselarij, hebben uitverkoren om
als Eerste Princeps over hen te presideren.
De wijze waarop gij tot nu toe de plichten hebt vervuld van de verschillende
functies die gij in de Vrijmetselarij hebt bekleed, is een goede waarborg voor uw
toekomstige daden. Ik moge u er echter ernstig op wijzen, dat, hoe verder gij
doordringt in de Geheimen der Vrijmetselarij, en hoe hoger rang gij bekleedt,
des te zwaarder verplichtingen u worden opgelegd, en des te gewichtiger diensten
van u worden gevraagd.
Het ambt van Zerubabel is het hoogste ambt, dat het Kapittel in staat is te
verlenen.
Zijn leden hebben derhalve het recht te verlangen, dat de tot deze
waardigheid verkozen Ridder, een voorbeeld van rechtschapenheid zij, voor alle
mensen en voor alle Vrijmetselaren.
Zo zult gij op uw beurt aanspraak kunnen maken op de eerbied, verschuldigd
aan de hoge rang, waarmede gij op het punt staat te worden bekleed, alsmede op
het vertrouwen en de aanhankelijkheid van uw mederidders.
Ik moet u nu derhalve vragen of gij bereid en gereed zijt de plechtige
belofte af te leggen, die verbonden is aan het ambt van Eerste Princeps, en de
daarin neergelegde plichten naar uw beste vermogen te vervullen.
Kand., voorgezegd door Cer.Mr.: Dat hen ik!
Z::V::Z::: Begeef u dan naar de Westzijde van het Altaar, kniel daar neer op
heide knieën en leg beide handen op de Driehoek.
De Ceremoniemeester gaat via het Noorden tussen de Vaandels van Aser en Dan
door, die hij eventueel tijdelijk opzij schuift, naar het Westen van het Altaar,
maakt daar plaats door de Kandelaars, Platonische Lichamen en kussen met Bijbel
terzijde te schuiven; hij haalt dan de kandidaat en geleidt hem langs dezelfde
weg naar de Westzijde van het Altaar, waar hij hem doet knielen op een voor dat
doel gereed gehouden kussen.
Z::V::Z::: In Orde, Ridders.
Allen stellen zich op met de rechterhand op het hart, de duim in de hand
verborgen. De Principes staan op en Z::V::Z:: stelt zich op aan de Oostzijde van
het Tableau tegenover de kandidaat.
Z::V::Z::: Zeg mij nu de volgende belofte na, en noem daarbij uw
voornamen en naam: Ik, ..., in tegenwoordigheid van de Allergenadigste,
Almachtige en Eeuwige Opperste Bouwmeester des Heelals, voor zijn Heilige en
Mystieke Naam, en tegenover de leden van dit Kapittel van het Heilig Koninklijk
Gewelf, beloof hierbij hier raakt de Z::V::Z:: met zijn
Scepter de handen van de kandidaat aan en hierop hier
raakt de Z::V::Z:: met zijn Scepter de Driehoek aan plechtig, uit
vrije wil en met volle instemming dat ik de Geheimen en Mysteriën die behoren
tot het ambt en de rang van Zerubabel van dit Kapittel steeds ongerept zal
bewaren, dat mijn hart de heilige kluis voor deze Geheimen zal zijn en dat ik
deze nooit aan iemand zal openbaren, tenzij aan een Ridder van deze Verheven
Graad, die volgens de oude gebruiken der Orde daartoe volkomen gerechtigd is en
dan nog alleen in een Conclave van Geïnstalleerde Eerste Principes dat op
regelmatige wijze daartoe is bijeengeroepen.
Evenzo beloof ik plechtig dat ik bij de uitoefening van mijn ambt strikte
onpartijdigheid in acht zal nemen en dat ik nooit een Ridder zal benoemen of zal
toestemmen in zijn benoeming tot enig ondergeschikt ambt tenzij ik de stellige
overtuiging heb dat hij daarvoor volledig geschikt is.
Voorts beloof ik plechtig dat ik steeds in overleg met mijn mede-Principes
zal handelen teneinde daardoor de gehoorzaamheid aan de Wetten en Bepalingen van
de Orde te bevorderen en dat ik de hechte band van harmonie en broederlijke
saamhorigheid zal bewaren die steeds het fundament is geweest waarop onze gehele
Vrijmetselarij in al haar geledingen is gegrondvest.
Tot al deze dingen verbind ik mijzelf plechtig hier
raakt de Z::V::Z:: met zijn Scepter wederom een ogenblik de handen van de
kandidaat aan onder de straffen van al mijn vorige beloften, hierbij
vertrouwende op de bijstand van de Opperste Bouwmeester des Heelals.
Beëdigd Eerste Princeps, sta op!
Z::V::Z:: moet de kandidaat niet met de hand oprichten, doch hem met zijn
Scepter beduiden op te staan.
Z::V::Z::: Ridders, herneemt uw zitplaatsen.
Z::V::Z:: keert terug naar zijn Zetel, de Principes zetten zich en de Ridders
hernemen hun plaatsen.
De Ceremoniemeester geleidt de kandidaat naar een plaats in het Westelijk
einde van de Noorderkolom, vervolgens gaat hij terug naar het Tableau en
herstelt de opstelling van Kandelaars, Platonische Lichamen en Bijbel, eventueel
van verplaatste Vaandels.
Installatie van de Derde Princeps
Z::V::Z:: geeft één slag: Ridders, ik verzoek thans een ieder
beneden de rang van Derde Princeps het Kapittel te verlaten. met uitzondering
van Ridder ..., die als Derde Princeps van dit Kapittel zal worden
geïnstalleerd.
De Dekker opent de Poort. De Officieren laten hun Mantels en/of Cordons op
hun Zetels liggen, en alle Ridders verlaten de Kapittelzaal zonder enig Teken.
De Ceremoniemeester sluit de Poort.
De zittende Tweede- en Derde Princeps hernemen hun respectieve Zetels in het
Oosten. Hun plaatsvervangers bekleden hen weer met Mantel en Cordon en hernemen
hun oorspronkelijke plaatsen.
Z::V::Z:: geeft één slag: Verheven Ridders, ik verklaar dit
wettig samengesteld Conclave van Geïnstalleerde Derde Principes te zijn geopend.
De Ceremoniemeester plaatst zich met de kandidaat in het Westen achter de
stoelen van de drie Zoekers.
Cer.Mr. tot kand.: Ontdoe uw voeten van uw schoeisel, want de
grond waarop gij staat is Heilige Grond (Exodus 3: 5).
Hij zet de uitgetrokken schoenen buiten de Poort. Daarna houdt hij de
kandidaat een bekken met water voor en zegt: Zeg mij na: ,,Ik was
mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, O Here" (Psalm 26: 6).
Kandidaat doet dit en krijgt een handdoek om de handen te drogen. Hierna
plaatst de Ceremoniemeester hem op het Spreekpunt en richt zich tot de Z::V::Z::
zonder enig Teken te maken: Zeer Verhevene, ik breng u Ridder ...,
die op wettige wijze tot Derde Princeps van dit Kapittel is gekozen en als
zodanig beëdigd, met het verzoek hem te doen installeren.
Z::V::Z::: Verheven Ridder Ceremoniemeester, aan uw verzoek zal de
nodige aandacht worden geschonken, doch alvorens hieraan gevolg te geven, moet
ik Ridder ... verzoeken mij het paswoord te geven, dat toegang geeft tot de
zetel van Derde Princeps en dat hetzelfde is als dat van een
Meester-Vrijmetselaar.
Kand. wordt door Cer.Mr. voorgezegd: Giblim.
Z::V::Z::: En wat is de betekenis van dat woord?
Kand. wordt voorgezegd door Cer.Mr.: Bekwame Bouwers.
Z::V::Z::: Dank u. Het woord is thans aan Verheven Ridder Jozua
die de installatie zal verrichten.
V::J::: Ridder ..., kniel thans voor de Zetel van de Derde
Princeps en luister naar de voorlezing van een gedeelte uit de Heilige Schrift.
De Cer.Mr. neemt het knielkussen en doet de kandidaat hierop knielen voor de
Zetel van de Derde Princeps. V::J:: staat op, doet een stap terzijde en leest:
Uit Exodus 28: 1: Daarna zult gij uw broeder Aaron en zijn zonen met hem, tot u
doen naderen uit het midden van de kinderen Israëls, om mij het priesterambt te
bedienen.
Uit Leviticus 8: 10 en 12: Toen nam Mozes de zalfolie, en zalfde de
Tabernakel en al wat daarin was en heiligde ze. Daarna goot hij van de zalfolie
op het hoofd van Aaron, en hij zalfde hem om hem te heiligen.
Tijdens het lezen van het laatste vers wordt de Verkozen
Jozua gezalfd.
Uit Numeri 16: 46-48: En Mozes zeide tot Aäron: neem het wierookvat en doe
vuur daarin van het Altaar en leg reukwerk daarop; haastiglijk gaande tot de
vergadering, doe over hen verzoening, want een grote toorn is van voor het
aangezicht des Heren uitgegaan, de plaag heeft aangevangen. En Aäron nam het,
zoals Mozes gesproken had, en liep in het midden der gemeente, en ziet, de plaag
was aangevangen onder het volk, en hij legde reukwerk daarin en deed verzoening
over het volk En hij stond tussen de doden en tussen de levenden, alzo werd de
plaag opgehouden.
Uit Genesis 33: 20: En hij richtte een Altaar open noemde het ,,De God
Israëls is God".
V::J::: Waarde Ridder, sta op! Ik zal u niet bezig houden met
verklaring of uitleg van deze teksten. Het zal voldoende zijn, op te merken dat
Mozes ons een getuigenis heeft nagelaten van het mededogen van de Opperste
Bouwmeester des Heelals, wat duidelijk blijkt uit het feit dat Hij Zijn
Hogepriester uitzond temidden van de stervenden en de doden om de plaag te doen
ophouden. Ik zal u nu Teken en Woord van een Derde Princeps toevertrouwen.
V::J:: legt zijn Scepter op zijn zetel.
Het Teken wordt gegeven, alsof men het Wierookvat zwaait met
de rechter hand en met de linker hand en zo beschermt tegen de pestilentie, in
overeenstemming met het zojuist voorgelezen schriftgedeelte, waar Aäron boete
doet voor de zonden van het volk.
Het Woord is "E... E... I...", de betekenis hiervan is "De God
Israëls is God". Dit Woord moet gij steeds in uzelf herhalen. wanneer gij
gedurende de Ceremoniën uw Scepter groet en opneemt, om uw plaats op de Zetel
van de Derde Princeps in te nemen.
V::J:: ontdoet zich van Cordon en Mantel en overhandigt deze aan de
Ceremoniemeester. De Ceremoniemeester helpt de kandidaat de Mantel aan te doen
en V::J:: trekt deze met beide handen over diens borst tezamen, daarna hangt hij
hem het Cordon om, terwijl hij zegt: Ik bekleed u nu met Mantel en
Cordon van uw ambt.
V::J:: neemt de Scepter van zijn Zetel, toont hem en zegt: Ik leg de Scepter
van uw ambt in uw handen Wil deze thans groeten, het Woord "E... E...
I..." in uzelf herhalen en uw zetel als Derde Princeps innemen.
Als de nieuw geïnstalleerde Jozua is gezeten, neemt degene
die hem heeft geïnstalleerd plaats in het uiterste Oosten van de Zuider kolom.
Hierna geeft de Z::V::Z:: één slag en zegt: Verheven Ridders, ik
verklaar dit Conclave van Geïnstalleerde Derde Principes te zijn gesloten.
Installatie van de Tweede Principes
Z::V::Z:: geeft één slag en zegt: Verheven Ridders, ik verzoek
thans een ieder beneden de rang van Tweede Princeps het Kapittel te verlaten,
met uitzondering van de Verheven Ridder ..., die als Tweede Princeps van het
Kapittel zal worden geïnstalleerd.
De zojuist geïnstalleerde Jozua legt zijn Scepter, Mantel en Cordon op zijn
Zetel en wordt door de Ceremoniemeester naar de Poort geleid. V::J:: en alle
andere aanwezige Derde Principes verlaten dan het Kapittel zonder enig teken te
maken. V::J:: kan dan buiten zijn schoenen weer aantrekken. Hierna sluit de
Ceremoniemeester de Poort, haalt de kandidaat voor Tweede Princeps van zijn
plaats in het Oosten van de Zuiderkolom en geleidt hem naar een plaats in het
Westen van de Noorderkolom.
Als dit is geschied, geeft de Z::V::Z:: wederom één slag en zegt:
Verheven Ridders. ik verklaar dit wettig samengesteld Conclave van
geïnstalleerde Tweede Principes te zijn geopend.
De Ceremoniemeester plaatst zich nu met de te installeren Haggai op het
Spreekpunt en zegt zonder Teken te maken: Zeer Verhevene, ik breng u
Verheven Ridder ..., die op wettige wijze tot Tweede Princeps van dit Kapittel
is gekozen en als zodanig beëdigd, met het verzoek hem te doen installeren.
Z::V::Z::: Verheven Ridder Ceremoniemeester, aan uw verzoek zal de
nodige aandacht worden geschonken, doch alvorens hieraan gevolg te geven, moet
ik u verzoeken deze Verheven Ridder het paswoord te geven, dat tot de Zetel van
Tweede Princeps leidt en hem er de betekenis van mede te delen.
Cer.Mr.: Het Paswoord is "B..." en de betekenis ervan is
"Verbond".
Z::V::Z::: Verheven Ridder ..., wil mij thans het Paswoord geven wordt
gegeven en de betekenis ervan wordt gegeven.
Dank u. Het woord is thans aan Verheven Ridder Haggai, die de installatie zal
verrichten.
V::H::: Verheven Ridder ..., kniel thans voor de Zetel van de
Tweede Princeps en luister naar de voorlezing van een gedeelte uit de Heilige
Schrift.
De Ceremoniemeester neemt het knielkussen en doet de kandidaat hierop knielen
voor de Zetel van de Tweede Princeps.
V::H:: staat op. doet een stap terzijde en leest: Uit
Deuteronomium 5: 2: De Here onze God heeft een verbond met ons gemaakt aan Horeb.
Uit 1 Samuel 3: 20 en 21: En gans Israël van Dan tot Ber-Séba toe, bekende
dat Samuel bevestigd was tot een profeet des Heren. En de Here voer voort, te
verschijnen te Silo; want de Here openbaarde Zich aan Samuel te Silo door het
Woord des Heren.
Uit Exodus 14: 21-23, 26 en 27: Toen Mozes zijn hand uitstrekte over de zee,
zo deed de Here de zee weggaan door een sterke oostenwind, die ganse nacht, en
maakte de zee droog en de wateren werden gekliefd. En de kinderen Israëls zijn
ingegaan in het midden van de zee, op het droge, en de wateren waren hen een
muur, aan hun rechter- en aan hun linkerhand. En de Egyptenaren vervolgden hen
en gingen in, achter hen, al de paarden van Farao, zijn wagens en zijn ruiters,
in het midden van de zee. En de Here zeide tot Mozes: Strek uw hand uit over de
zee, dat de wateren wederkeren over de Egyptenaren, over hun wagens en over hun
ruiters. Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee, en tegen het aanbreken
van de morgenstond kwam de zee weer tot haar kracht, en de Egyptenaren vluchtten
die tegemoet, en de Here stortte de Egyptenaren in het midden der zee.
Uit Genesis 17: 1: Als nu Abraham negen en negentig jaar oud was, zo
verscheen de Here aan Abraham en zeide tot hem: ,,Ik ben God de Almachtige,
wandel voor mijn aangezicht en wees oprecht".
Verheven Ridder, sta op.
In het zojuist gelezen gedeelte van de Heilige Schrift vinden wij een sterk
getuigenis van de majesteit en de machtige daden van de Opperste Bouwmeester des
Heelals en Zijn bereidheid om hen die Hem liefhebben en gehoorzamen immer bij te
staan. Laten wij daarom met ontzag en eerbied buigen voor Zijn Heilige Naam.
Ik zal u nu Teken en Woord van een Tweede Princeps toevertrouwen.
V::H:: legt zijn Scepter op zijn zetel.
Het Teken wordt aldus gegeven: De rechter arm wordt gebogen en de hand naar
voren gebracht alsof men iemand de hand wil geven, de vingers en de duim
aaneengesloten en recht vooruit. De hand wordt dan iets omlaag gebracht, daarna
naar links bewogen en vervolgens naar rechts, waarna men haar langs het lichaam
laat vallen.
Dit, in overeenstemming met het schriftgedeelte dat zojuist is voorgelezen:
Mozes, de wateren scheidende. Het Woord is "E... S...", de betekenis
ervan is: God de Almachtige".
Dit Woord moet gij steeds in uzelf herhalen, wanneer gij gedurende de
Ceremoniën uw Scepter groet en opneemt, alvorens uw plaats op de Zetel van de
Tweede Princeps in te nemen.
V::H:: ontdoet zich van Cordon en Mantel en overhandigt deze aan de
Ceremoniemeester. De Ceremoniemeester helpt de kandidaat de Mantel aan te doen
en V::H:: trekt deze met beide handen over diens borst tezamen. daarna hangt hij
hem het Cordon om, terwijl hij zegt: Ik bekleed u nu met Mantel en
Cordon van uw ambt.
V::H:: neemt de Scepter van zijn Zetel, toont hem en zegt: Ik leg
de Scepter van uw ambt in uw handen. Wil deze thans groeten, het Woord E.S... in
uzelf herhalen en uw Zetel als Tweede Princeps innemen.
Als de nieuw geïnstalleerde Haggai is gezeten, neemt degene die hem heeft
geïnstalleerd plaats in het uiterste Oosten van de Zuiderkolom.
Hierna geeft de Z::V::Z:: één slag en zegt: Verheven Ridders, ik
verklaar dit Conclave van Geïnstalleerde Tweede Principes te zijn gesloten.
Installatie van de Eerste Princeps
Z::V::Z:: geeft één slag en zegt: Verheven Ridders, ik verzoek
thans een ieder beneden de rang van Eerste Princeps het Kapittel te verlaten,
met uitzondering van Verheven Ridder ..., die als Eerste Princeps van het
Kapittel zal worden geïnstalleerd.
De zojuist geïnstalleerde Haggai legt zijn Scepter, Cordon en Mantel op zijn
Zetel en wordt door de Ceremoniemeester naar de Poort geleid. Nadat deze door
hem is geopend, verlaten V::H:: en alle andere aanwezige Tweede Principes het
Kapittel zonder enig Teken te maken. Hierna sluit de Ceremoniemeester de Poort,
haalt de kandidaat voor Eerste Princeps van zijn plaats in het Oosten van de
Zuiderkolom en geleidt hem naar een plaats in het Westen van de Noorderkolom.
Als dit is geschied, geeft de Z::V::Z:: wederom één slag en zegt:
Verheven Ridders, ik verklaar dit wettig samengesteld Conclave van
Geïnstalleerde Eerste Principes te zijn geopend.
De Ceremoniemeester plaatst zich met de te installeren Zerubabel op het
Spreekpunt en zegt zonder Teken te maken: Zeer Verhevene, ik breng u
Ridder ..., die op wettige wijze tot Eerste Princeps van dit Kapittel is gekozen
en als zodanig beëdigd, met het verzoek hem te installeren.
Z::V::Z::: Verheven Ridder Ceremoniemeester, aan uw verzoek zal de
nodige aandacht worden geschonken, doch alvorens hieraan gevolg te geven. moet
ik u verzoeken deze Verheven Ridder het Paswoord te geven, dat tot de Zetel van
Eerste Princeps leidt, en hem de betekenis ervan mede te delen.
Cer.Mr.: Het Paswoord is "N..." en de betekenis ervan is
Gelofte.
Z::V::Z::: Verheven Ridder .... wil mij thans het Paswoord geven wordt
gegeven en de betekenis ervan wordt gegeven.
Dank u.
Verheven Ridder ..., kniel thans voor de Zetel van de Eerste Princeps en
luister naar de voorlezing van een gedeelte uit de Heilige schrift.
De Ceremoniemeester neemt het knielkussen en doet de kandidaat hierop knielen
voor de Zetel van de Eerste Princeps. Z::V::Z:: staat op, doet een stap terzijde
en leest: Uit Psalm 65: 2: De lofzang is in stilheid tot u, o God in
Sion, en u zal de gelofte betaald worden.
Uit 1 Samuel 16: 11-13: Voorts zeide Samuel tot Isai: Zijn dit alle
jongelingen? En hij zeide: De jongste is nog over en zie, hij weidt
de schapen. Samuel nu zeide tot Isai: Zend heen en laat hem halen, want wij
zullen niet rondom aanzitten totdat hij hier zal gekomen zijn. Toen zond hij
heen, en bracht hem in. Hij nu was roodachtig, alsook schoon van ogen en schoon
van aanzien, en de Here zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het. Toen nam
Samuel de oliehoorn en hij zalfde hem in het midden zijner Broederen, en de
Geest des Heren werd vaardig over David, van die dag af en voortaan. Daarna
stond Samuel open ging naar Rama.
Uit Exodus 3: 14: En God zeide tot Mozes: Ik zal zijn die Ik zijn zal! Ook zeide hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: Ik zal zijn heeft
mij tot u gezonden.
Uit Exodus 6: 2 en Psalm 68: 5: En ik ben Abraham, Isaak en Jacob verschenen
als God de Almachtige, doch met mijn naam 'Here’ ben ik hun niet bekend
geweest.
Zingt Gode. Psalmzingt zijn Naam, verhoogt de wegen voor Hem Die in de vlakke
velden rijdt, omdat Zijn Naam is JAH; en springt op van vreugde voor Zijn
aangezicht.
Verheven Ridder ..., in de zojuist aangehaalde schriftgedeelten vinden we,
dat de Heer niet ziet zoals de mens, want de mens kijkt naar de uiterlijke
verschijning, doch de Heer ziet het hart. Daarom koos Hij zijn dienstknecht
David om met Koninklijke macht te worden gezalfd. Gij zijt vandaag,
overeenkomstig de oude riten van onze Orde, voorbereid om de vorstelijke rang te
ontvangen, die onze voorgangers ook hadden.
Moge de Grote Ik Ben, Wiens eeuwig bestaan is aangeduid door de Gewijde Naam
zelf, met u zijn, nu, en voor altijd!
Verheven Ridders, laat ons bidden. In Orde. Z::V::Z::
keert zich naar het Oosten.
Allen staan op, keren zich met het gelaat naar het Oosten en stellen zich in
het volledige Teken van Eerbied.
Z::V::Z::: Almachtige Opperste Bouwmeester des Heelals, wij
verenigen ons in diepgevoelde dank tot u, voor de veelvuldige zegeningen, welke
wij uit uw onuitputtelijke bron ontvingen.
Geef, dat onze arbeid vruchten van Wijsheid, Heiligheid en Liefde moge dragen
en dat, terwijl wij er naar streven een aardse Tabernakel voor Uw Heilige Naam
op te richten, wij tegelijkertijd een pad mogen bereiden naar Uw Hemelse Tempel,
waar Vrede en Lof heersen in Eeuwigheid.
Allen: Amen.
Z::V::Z::: Verheven Ridders, herneemt uw zitplaatsen.
Verheven Ridder ..., sta op.
Ik zal u ook nu niet bezig houden met verklaring of uitleg van deze teksten,
doch u bekend maken met Teken en Woord van een Eerste Princeps, het ook nu weder
aan uzelf overlatend, door nadere bestudering en overdenking van deze
schriftgedeelten, hun betekenis te vinden voor uzelf en voor het Hoge Ambt dat
gij thans gaat bekleden.
Z::V::Z:: gaat staan en legt zijn Scepter op zijn Zetel.
Het Teken wordt gegeven door de top van de duimen en van de wijsvingers bij
elkaar te brengen zodat ze een driehoek vormen, aldus doet
het voor, waarbij de andere drie vingers van de handen gebogen
blijven. Men brengt deze driehoek dan voor her rechteroog en buigt het hoofd,
als om door het midden ervan de Heilige en Mystieke Naam op de Gouden Plaat op
het Altaar te beschouwen. Het woord is "J...". De betekenis ervan werd
u bij uw verheffing in deze Graad reeds duidelijk gemaakt.
Dit woord moet gij steeds in uzelf herhalen, wanneer gij gedurende de
Ceremoniën uw Scepter groet en opneemt, alvorens uw plaats op de Zetel van de
Eerste Princeps in te nemen.
De Z::V::Z:: ontdoet zich van Cordon en Mantel en overhandigt deze aan de
Ceremoniemeester. De Ceremoniemeester helpt de kandidaat de Mantel aan te doen
en Z::V::Z:: trekt deze met beide handen over diens borst tezamen, daarna hangt
hij hem het Cordon om, terwijl hij zegt: Ik bekleed u nu met Mantel
en Cordon van Uw ambt.
Z::V::Z:: neemt de Scepter van zijn Zetel en zegt: Ik leg de
Scepter van uw ambt in uw handen. Wil deze thans groeten, het woord "J..."
in uzelf herhalen en uw Zetel als Eerste Princeps innemen.
Als de nieuw geïnstalleerde Z::V::Z:: is gezeten, neemt degene die hem heeft
geïnstalleerd plaats in het uiterste Oosten van de Zuiderkolom.
Hierna geeft de nieuwe Z::V::Z:: één slag en zegt: Verheven
Ridders, ik verklaar dit Conclave van Geïnstalleerde Eerste Principes te zijn
gesloten.
De Ceremoniemeester geleidt eerst de zojuist geïnstalleerde 2e en
3e Principes binnen het Kapittel brengt hen naar hun respectieve
Zetels en is hen behulpzaam bij het aandoen van de mantels. Nadat zij gezeten
zijn, zegt de Z::V::Z::: Ridder Ceremoniemeester, wil toegang
verlenen aan alle Ridders van het Heilig Koninklijk Gewelf, die aan de verdere
arbeid van het Kapittel willen deelnemen.
Alle Ridders komen zonder groet binnen en hernemen hun zitplaatsen. Als allen
gezeten zijn staat V::H:: op, legt zijn Scepter op zijn Zetel, stelt zich op
voor de Zetel van V::J::, die opstaat, raakt diens Mantel aan en zegt:
De kleur van uw Mantel onderscheidt zich zowel door haar schoonheid als door
haar duurzaamheid. De hemelsblauwe kleur wordt terecht door de Symbolieke
Vrijmetselarij gebruikt als kenmerkend voor onze instellingen, die eeuwen oud
zijn. Het blauw is de allegorische kleur van universele welwillendheid, goedheid
en mildheid van gemoed, en leert ons dat in het gemoed van de Vrijmetselaar deze
deugden even uitgebreid dienen te zijn als het blauw van de hemel. Uw Scepter is
bekroond met de mijter, het symbool van waardigheid. Moge dit embleem u
herinneren aan de eerbiedwaardigheid van het ambt dat gij bekleedt, en laat het
inschrift "Heiligheid" u steeds bewust doen zijn van uw
afhankelijkheid van de Allerhoogste. Volmaaktheid is de mens op deze aarde niet
gegeven en volmaakte heiligheid behoort uitsluitend aan het Opperwezen.
Hij knikt, waarop V::R::J:: gaat zitten na terug te hebben geknikt. V::R::H::
herneemt zijn zetel na zijn Scepter te hebben gegroet.
De Z::V::Z:: staat op legt zijn Scepter op zijn Zetel, stelt zich op voor de
Zetel van
V::R::H::, die opstaat, raakt diens Mantel aan en zegt: De kleur
van uw Mantel, een vermenging van blauw en rood, is een symbool van eenheid. Het
blauw is de kleur eigen aan de symbolieke Vrijmetselarij, het rood is de kleur
van het Heilig Koninklijk Gewelf. Het leert u, dat het handhaven van de eenheid
en de harmonie in het Kapittel steeds uw streven dient te zijn. Ge moet u er dan
ook op toeleggen, alle aanstoot te vermijden en geen onderwerp aan te roeren,
dat onenigheid of tweespalt in het Kapittel zou kunnen verwekken, en met alle
middelen die u ten dienste staan, moet gij er naar streven de harmonie en het
onderlinge begrip tussen de verschillende maçonnieke lichamen te bevorderen.
En gelijk de stralende zon in haar hoogste stand de nevelen en wolken
uiteendrijft, die de gezichtseinder verduisteren, zo mogen uw daden de
duisternis van jaloezie en onenigheid, waar deze ook moge ontstaan, verdrijven.
Uw Scepter is bekroond met het Alziend Oog, het embleem van voortdurende
waakzaamheid. Het leert u als een wachter op de toren uw mede-Ridders te
behoeden, tot getrouwheid te manen en tot ijver aan te sporen. Laat deze Scepter
tegelijkertijd een trouw vermaner voor uzelf zijn, zodat als de Grote Waker over
Israël, wiens oog nimmer sluimert of slaapt, u van uw post op aarde zal
ontheffen, het u toegestaan zal zijn deel te hebben aan het geluk, dat nimmer
zal eindigen.
Hij knikt, waarop V::R::H:: gaat zitten na terug te hebben geknikt Z::V::Z::
herneemt zijn zetel na zijn Scepter te hebben gegroet.
De L::G::Z:: staat op, stelt zich op voor de Zetel van de Z::V::Z::, die
opstaat, raakt diens Mantel aan en zegt: De schone en rijke kleur van uw Mantel
- donkerrood - symboliseert gloed en vurige ijver en is voorwaar de juiste kleur
voor het Heilig Koninklijk Gewelf. Hij moge u indachtig doen zijn aan eerbied
voor het Allerhoogste en toewijding aan uw medemensen.
Uw Scepter met de Kroon is het teken van hoogste waardigheid en hoogste
macht. Hij moge u eraan herinneren, dat soeverein heersen in de harten van zijn
medemensen, aan een zachtzinnig en edelmoedig gemoed veel groter voldoening
schenkt dan heersen over hun even en geluk, en dat, om die hoogste voorrang met
eer en voldoening te kunnen genieten, gij uw eigen hartstochten en vooroordelen
moet onderwerpen aan de heerschappij van rede en barmhartigheid.
Laat het schitterende voorbeeld van uw verlichte voorgangers u aansporen tot
trouwe plichtsvervulling zodat, wanneer de Koning der Koningen u in Zijn
onmiddellijke tegenwoordigheid zal roepen, gij uit Zijn handen een erekroon zult
ontvangen, die nimmer zal vergaan.
De L::G::Z:: herneemt zijn Zetel in het Oosten.
Hierna wordt het Kapittel gesloten.