Reglement van de Orde van Vrijmetselaren van het Heilig Koninklijk Gewelf onder het Groot-Kapittel der Nederlanden
Dit is het reglement uit1962, het is nadien op ondergeschikte punten gewijzigd.
Artikel 1, Lidmaatschap en Bestuur van het Groot-Kapittel.
(zie artikel 13 der statuten)
1. Leden van het Groot-Kapittel kunnen slechts zijn Meester Vrijmetselaren,
die als zodanig in een regelmatige Loge onder het Grootoosten der Nederlanden
zijn aangenomen, in een Kapittel de rang van Eerste Princeps hebben verkregen
en als regel die rang tenminste een jaar actief hebben bekleed. Zij worden
door het Groot-Kapittel op voorstel van de Groot-Principes tot het lidmaatschap
uitgenodigd.
2. De Groot-Principes stellen vast, welke functie de Groot-Officieren
zullen hebben, in deze volgorde:
Artikel 2, Vergaderingen van het Groot-Kapittel
1. Buiten de gevallen, bedoeld in artikel 17 sub 3 der statuten vergadert
het Groot-Kapittel vijfmaal per werkjaar, en wel op de derde woensdag van
de maanden mei, september, november, januari en maart.
2. De leiding van de vergaderingen berust bij de hoogst-aanwezige volgens
de rangorde genoemd in artikel 1 sub 2.
3. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen opgemaakt,
die op de volgende vergadering worden voorgelezen en na eventuele amenderingen
worden goedgekeurd en vastgesteld.
Artikel 3, Beheer der middelen
1. De Groot-Thesaurier beheert de middelen, doet de nodige uitgaven
en legt daarover rekening en verantwoording af in de eerste vergadering
na afloop van het werkjaar.
2. Twee andere leden, door de Groot-Principes aan te wijzen, controleren
de rekening en verantwoording en brengen daarover verslag uit aan het Groot-Kapittel.
Goedkeuring van die stukken strekt de Groot-Thesaurier tot acquit en décharge
over het beheer gedurende het afgelopen werkjaar.
Artikel 4, Bijeenkomsten met de Eerste Principes
1. Telkenjare, zoveel mogelijk in de maand maart, komt het Groot-Kapittel
bijeen met de Eerste Principes der Kapittels in Nederland voor een algemene
bespreking betreffende de gang van zaken bij de Kapittels.
2. Eventuele voorstellen van de Kapittels worden in behandeling genomen
op de eerstvolgende vergadering van het Groot-Kapittel. De beslissing hierop
wordt door de Groot-Secretaris schriftelijk aan de betrokken Kapittels
medegedeeld.
3. De bijeenkomst met de Eerste Principes wordt als regel gevolgd door
een door het Groot-Kapittel aan te bieden Riddermaal.
Artikel 5, Oprichting en werkwijze der Kapittels
(zie artikel 8 der statuten)
1. Voor de oprichting van een Kapittel is een verzoek aan het Groot-Kapittel,
getekend door minstens twaalf leden der Orde, nodig. In dit verzoek moet
naast naam en plaats van vestiging van bet Kapittel worden opgegeven, welke
leden voor de eerste maal als officianten zullen gaan optreden.
2. Het Groot-Kapittel beslist over de wenselijkheid het Kapittel op
te richten en reikt ten blijke van zijn goedkeuring een constitutiebrief
uit, die door alle leden van het Groot-Kapittel wordt getekend. De kosten
van die constitutiebrief bedragen f 25,--.
3. Ieder Kapittel wordt onder zijn rangnummer en naam benevens plaats
van vestiging ingeschreven in een door het Groot-Kapittel aangehouden register.
4. Elk Kapittel is verplicht statuten en desgewenst een reglement vast
te stellen, welke beide door het Groot-Kapittel moeten worden goedgekeurd.
Zij mogen geen bepalingen bevatten, die met de statuten of het reglement
van het Groot-Kapittel in strijd zijn. Wijzigingen in de statuten en/of
het reglement der Kapittels behoeven eveneens bedoelde goedkeuring.
5. De consecratie van een Kapittel geschiedt door of vanwege het Groot-Kapittel.
6. De bij de Tempelarbeid te gebruiken ritualen, rekwisieten en regalia
worden door het Groot-Kapittel vastgesteld, afwijking daarvan is niet toegestaan.
Het is verboden hierin wijzigingen, weglatingen of toevoegingen aan te
brengen zonder de uitdrukkelijke schriftelijke machtiging van het Groot-Kapittel.
7. Een Kapittel, dat ophoudt te werken, is verplicht terstond zijn
constitutie-brief en zijn archief aan het Groot-Kapittel ter bewaring af
te geven. Bij hervatting van zijn werkzaamheden kan een en ander aan het
Kapittel op aanvraag kosteloos worden teruggegeven.
8. Het Groot-Kapittel kan een Kapittel schorsen, onder opgave van de
redenen hiervoor. Na onderzoek beslist het Groot-Kapittel, of de schorsing
zal worden opgeheven dan wel of het Kapittel dient op te houden te werken.
Artikel 6, Leden der Kapittels
(zie artikelen 9 tot 12 der statuten)
1. Candidaatstelling voor de Orde geschiedt, na eventuele aangenaam-verklaring
in het Kapittel volgens door dat Kapittel vast te stellen regels, door
opgave van de volledige naam van de betrokkene en die van de Loge, waarvan
bij lid as, bij de Groot-Secretaris.
2. De Groot-Secretaris publiceert vijfmaal per werkjaar, en wel op
de 15e van de maanden april, augustus, oktober, december en
februari een op de 10e van die maanden afgesloten lijst van
candidaten, die aan alle leden der Orde rechtstreeks wordt toegezonden.
3. Bezwaren tegen candidaten moeten binnen een maand na het verschijnen
van de candidatenlijst schriftelijk en met redenen omkleed bij de Groot-Secretaris
worden ingediend. Het Groot-Kapittel beslist in overleg met de Comité’s
van Bestuur der Kapittels, waarvan de indieners van bezwaarschriften lid
zijn en dat, waarin candidaat is voorgesteld, over de toelating van de
gewraakte candidaten.
4. Initiatie van candidaten kan slechts geschieden na verkregen schriftelijke
machtiging van het Groot-Kapittel.
5. Elk nieuw lid ontvangt een door de Groot-Secretaris getekend diploma,
waarop zijn naam, de datum van initiatie, de naam van zijn Kapittel en
een volgnummer volgens een door de Groot-Secretaris bijgehouden register
voorkomt. Dit diploma moet door de betrokkene onverwijld in tegenwoordigheid
van de Secretaris van zijn Kapittel worden getekend.
6. Bij ontslag uit de Orde of overlijden dient het diploma van betrokkene
bij de Groot-Secretaris en rituaalboekje(s) bij bet betrokken Kapittel
te worden ingeleverd.
7. Royement wegens wanbetaling wordt op verzoek van het Kapittel, waarvan
betrokkene lid is, door het Groot-Kapittel gegeven. Ten blijke
van de wanbetaling moeten doorslagen van tenminste twee, met tussenpozen
van een maand aangetekend verzonden aanmaningen met de bewijzen van verzending
en ontvangst van die aangetekende brieven worden overgelegd.
8. Wegens wanbetaling geroyeerde leden kunnen slechts weder worden
ingeschreven als zij hun achterstand ten tijde van hun ontslag hebben aangezuiverd.
Het verzoek hiertoe moet bij de Groot-Secretaris worden ingediend door
het Kapittel, waarvan betrokkene lid wenst te worden en worden ondersteund
door het Kapittel, waarvan hij bij ontslag lid was.
Voor de afgifte van een nieuw diploma, onder nieuw volgnummer, is een
bedrag van f 5,-- verschuldigd.
9. Leden, die bij door het Groot-Kapittel erkende Grootmachten zijn geïnitieerd
kunnen met toestemming van het Groot-Kapittel in een der Kapittels
worden geaffilieerd. Hieraan zijn geen kosten verbonden.
De geaffilieerden worden in het ledenregister van de Groot-Secretaris
ingeschreven op de datum van affiliatie en onder het rangnummer, dat dan
aan de beurt is. Van de affiliatie wordt desgewenst op het buitenlandse
diploma van betrokkene een aantekening gesteld, voorzien van de handtekening
van de Groot-Secretaris en het zegel van het Groot-Kapittel.
Artikel 7, Bestuur der Kapittels
1. De officieren bij de Kapittels zijn, in rangvolgorde:
Artikel 8, Entréegelden en contributies voor de Kapittels
Het entréegeld is bepaald op f 50,--, de contributie op tenminste f 20,-- per werkjaar.
Artikel 9, Afdrachten der Kapittels aan het Groot-Kapittel
1. De afdrachten der Kapittels zijn bepaald op f 4,-- per lid naar het
aantal leden op 1 april van elk jaar, en op f 10,-- per candidaat geïnitieerd
in het werkjaar van 1 april tot 31 maart. Zij worden per certificaat van
schuld verrekend zo spoedig mogelijk na 1 april van elk werkjaar. Alvorens
tot verrekening wordt overgegaan, dient het certificaat van schuld door
de Groot-Secretaris te zijn goedgekeurd.
2. Voor Zuid-Afrika is de afdracht gesteld op 6 shillings per lid op
31 december en een Pond Sterling voor elke geïnitieerde gedurende
het kalenderjaar.
Artikel 10, Bevordering bij de Kapittels, Titulatuur
1. Geen lid kan tot Derde Princeps worden gekozen en geïnstalleerd,
tenzij hij tenminste een vol werkjaar de functie van Schrijver Nehemia
of Eerste Zoeker actief heeft vervuld.
2. Benoembaar tot Tweede resp, Eerste Princeps is slechts hij, die
een vol werkjaar actief de functie van Derde resp. Tweede Princeps heeft
vervuld.
3. Dispensatie van deze bepalingen kan op schriftelijk en gemotiveerd
verzoek van de Kapittels door het Groot-Kapittel worden verleend. Tot de
installatie van de aldus bevorderden kan slechts worden overgegaan na ontvangst
van een schriftelijke machtiging van het Groot-Kapittel.
4. De gewone leden der Kapittels dragen de titel "Ridder". Zij die
in de Princeps-rangen zijn geïnstalleerd dragen de titel "Verheven
Ridder".
Uitsluitend de Groot-Eerste Princeps, de Gedeputeerd Groot-Eerste Princeps
en de Eerste Principes in functie bij de Kapittels voeren de titel "Zeer
Verheven Ridder".
Artikel 11, Rituaalboekjes en regalia
1. Ieder nieuw lid dient door bemiddeling van zijn Kapittel in het bezit
gesteld te worden van het rituaal voor de initiaties enz. De rituaalboekjes zijn tegen betaling bij de Groot-Secretaris verkrijgbaar.
2. Van de door het Groot-Kapittel vastgestelde of nog vast te stellen ritualen
mag niet worden afgeweken.
3. Bij initiaties en andere plechtigheden in en buiten de Tempel zijn
de leden volgens hun rang gekleed met de regalia, zoals die door het Groot-Kapittel
zijn vastgesteld,
4. De regalia worden aan de leden tegen kostprijs verstrekt.
5. De regalia van de Groot-Officieren blijven het eigendom van het
Groot-Kapittel.
Artikel 12, Kapittel "Nos Vinxit Libertas"
Het Kapittel "Nos Vinxit Libertas" is opgericht op 8 december 1948 door
de RR:: Mr. Dr. L.J.J. Caron, Ir. H. B. I. Hofman, G.P.Wijnmalen, M. Oostenbrug,
J.D.H. Assies, C.A. Stants, Mr. J.A.P.C. ten Bokkel, H. Oliemans, N. Nauta,
W. ter Meulen en A.F.J. Appelboom, nadat zij tevoren waren verheven tot
Ridder van het Heilig Koninklijk Gewelf in het "Anglo Dutch Chapter No.
5862" te Londen, ressorterende onder het Supreme Grand Chapter of England.
Het Kapittel is gevestigd te Amsterdam en werd aldaar geconsacreerd
door een aantal Engelse Groot-Officieren, die vergezeld van vele belangstellenden
voor dit doel waren overgekomen.
1. Het Kapittel wordt door de leden van het Groot-Kapittel bestuurd,
voor zover mogelijk op dezelfde wijze als voor het Groot-Kapittel bepaald.
2. Het Kapittel stelt zich ten doel het bestuderen van de schatten,
die in onze Symbolen en Ritualen verborgen liggen, en het zich beijveren
de aldus gewonnen inzichten in de diepe wijsheden van onze Graad door een
correcte en plechtige uitvoering der initiaties en Prinsesinstallaties op de beste wijze tot hun recht te doen komen.
3. Het Kapittel kan bestudering van bepaalde onderwerpen opdragen aan
zijn leden of aan andere leden der Orde.
4. Het lidmaatschap kan niet worden aangevraagd, het wordt alleen op
uitnodiging verkregen. Voor het lidmaatschap worden als regel slechts uitgenodigd
zij, die gedurende een jaar actief de functie van Eerste Princeps in een
Kapittel hebben bekleed. Het Kapittel kan ereleden benoemen.
5. De installatie van nieuwe leden geschiedt als regel eenmaal per
jaar in een Tempelbijeenkomst in Forma, en zal worden gevolgd door een
Riddermaal, waarbij de nieuw geïnstalleerde leden de gasten zijn van
het Kapittel. Het rituaal voor die installatie wordt door het Groot-Kapittel
vastgesteld.
6. De leden dragen bij Tempelbijeenkomsten behalve de regalia van Gewezen
Eerste Princeps het insigne van het Kapittel, dat bij de installatie wordt
uitgereikt, en dat bestaat uit: een stralende zon, geplaatst op een driehoek,
die op zijn beurt gevat is in het midden van twee dooreengestrengelde grotere
driehoeken, het geheel omsloten door een dubbele cirkel, waartussen de woorden: Nos Vinxit
Libertas - H:: K:: 0:: No. 1".
Het insigne zal uitgevoerd zijn in goud of verguld metaal, een middellijn hebben
van ca. 4 cm en op de linkerborst worden gedragen aan een rood lint
van ca. 2 cm breed.
7. Het entréegeld bedraagt f 10,-- de contributie per werkjaar
f 5,--.
8. Het geldelijk beheer is in handen van de Groot-Thesaurier. Batige
dan wel nadelige verschillen tussen inkomsten en uitgaven komen ten gunste
dan wel ten laste van de rekening van het Groot-Kapittel.