Algemeene wet van de Afdeling van de Meestergraad
Artikel 1
De Afdeeling van den Meestergraad (bekend onder den naam van Graad van
Uitverkoren Meesters) is een zelfstandig en naar eigen ritus werkend deel der
Nederlandsche Vrijmetselarij.
Haar doel is het samenbrengen van M\ M\
V\ M\ in kleine
vriendenkringen, Bouwhutten genaamd, om hunne veelzijdige harmonische
ontwikkeling op cultureel, sociaal en maatschappelijk gebied te bevorderen en,
uitgaande van de idee der Humaniteit, de inrichting der maatschappij gestadig te
verbeteren.
Zij gaat daarbij uit van de overtuiging, dat een universeel
geestelijk-zedelijk beginsel de menschheid voortstuwt naar een betere
wereldinrichting en acht het de hoogste roeping van den mensch aan het tot stand
komen daarvan mede te arbeiden.
De woorden Naastenliefde, Hulpvaardigheid en Verzorging (N\
H\ V\ ) zullen uit dien
hoofde het symbolisch karakter van dezen graad aangeven, welks beginsel is:
,,Doe een ander zooals gij wilt dat U geschiede".
Middelen
Artikel 2
De middelen, die de U\ M\
M\ aanwenden om dit doel te bereiken, zijn:
1. de kennisneming, bestudeering, bespreking en, na gemeenschappelijke
raadpleging, bevordering van hetgeen door wetenschap, ervaring en menschenliefde
raadzaam geacht wordt om den mensch geestelijk, zedelijk en verstandelijk te
verheffen en den geesteijken nood en de stoffelijke ellende te lenigen.
2. het uitdragen in elke omgeving, en in de eerste plaats in den huiselijken
kring, van de overtuiging dat waarheidsliefde, rechtvaardigheid en
naastenliefde, vermeerdering van kennis, wetenschap en schoonheid de middelen
zijn om de menschheid op te voeren naar hooger geestelijk en zedelijk peil en de
scheidsmuren, die menschen en volken gescheiden houden, weg te nemen.
Als uitvloeisel van het vorenstaande kan tot den arbeid der U\
M\ M\ behooren het grondig
bestudeeren van praktische maatschappelijke vraagstukken met de bedoeling aan de
oplossing daarvan daadwerkelijk deel te nemen, terwijl met het oog op den
huiselijken kring nog speciaal tot dien arbeid wordt gerekend:
a. het bezoeken van Bbr\ die aan het krankbed
gekluisterd zijn;
b. de weduwen van Bbr\ bij te staan in woord en
daad;
c. kinderen van overleden Bb\ den steun te
verleenen, dien zij behoeven.
Bouwhutten
Artikel 3
Het finantieele jaar loopt van 1 Maart tot ultimo Februari.
Artikel 4
Eene Bouwhut zal bij hare oprichting minstens zeven leden moeten tellen om
van de Kamer van Administratie of van eene Provinciale Kamer van Administratie
een constitutiebrief tot oprichting te ontvangen.
De Kamer van Administratie kan in bijzondere gevallen van deze bepaling
afwijking toestaan.
Artikel 5
Als een constitutiebrief is verleend, wordt binnen het Rijk in Europa door
een lid van de Kamer van Administratie de op te richten Bouwhut geïnsta1leerd.
In zijne handen wordt de belofte van getrouwheid bedoeld in art. 11 afgelegd.
Wanneer het geldt de oprichting van een Bouwhut buiten het Rijk in Europa,
kan de installatie geschieden door den Ged\
Voorzitter van het betrokken gebiedsdeel of door iemand door hem aan te wijzen.
Artikel 6
De Bouwhut benoemt uit haar midden: een Voorzitter, een Ged\
Voorzitter, twee Opzieners, een Redenaar, een Penningmeester en een Secretaris,
die gezamenlijk het Bestuur vormen.
De Bouwhutten hebben de bevoegdheid om Officieren (Voorbereiders,
Ceremoniemeesters, Wachters) en Leden van Eer te benoemen.
Artikel 7
Jaarlijks vóór den l5den Maart zendt elke Bouwhut aan de Kamer van
Administratie een verslag van haren toestand op ultimo Februari en van hare
werkzaamheden over het afgeloopen jaar.
Daarbij moet een staat gevoegd worden, vermeldende het aantal harer leden,
waaruit blijkt welke bijdrage door de Bouwhut verschuldigd is.
Voor elke Bouwhut wordt die bijdrage op vijf gulden en voor elk harer leden
op ultimo Februari op één gulden ‘s jaars bepaald.
Artikel 8
De constitutiebrief wordt door de Kamer van Administratie ingetrokken, indien
een Bouwhut handelt in strijd met de bepalingen der Algemeene Wet. Van die
intrekking wordt mededeeling gedaan aan de eerstvolgende algemeene vergadering,
op welke de betrokken Bouwhut recht van beroep heeft.
De opgeheven Bouwhut zendt constitutiebrief en archief aan de Kamer van
Administratie, zoodra de intrekking van den constitutiebrief onherroepelijk is
geworden.
Artikel 9
De Bouwhut, wier ledental daalt tot minder dan zeven, kan door de Kamer van
Administratie gesloten worden. Zij kan op schriftelijk verzoek van zeven U\
M\ M\ heropend worden.
Kamer van Administratie en Bouwhutten binnen het Rijk in Europa.
Artikel 10
Aan het hoofd van de Afdeeling staat een Hoofdbestuur, dat den naam draagt
van Kamer van Administratie.
De Kamer van Administratie is samengesteld uit minstens vier leden en een
Voorzitter, op de jaarlijksche algemeene vergadering bij volstrekte meerderheid
van stemmen door de afgevaardigden der Bouwhutten gekozen.
In de Kamer van Administratie heeft ambtshalve zitting één daartoe
aangewezen vertegenwoordiger van elke Provinciale Kamer, die daartoe den wensch
te kennen geeft.
De Voorzitter der Kamer van Administratie wijst als zijne plaatsvervangers
Gedeputeerde Voorzitters voor de gebieden buiten Europa aan. Van deze aanwijzing
wordt door hem zoo spoedig mogelijk kennis gegeven aan de genoemde Kamer en aan
alle Bouwhutten.
Artikel 11
Na de verkiezing legt de gekozen Voorzitter in handen van den Br\
eersten Opziener der vergadering en leggen daarna de gekozen leden, in handen
van den Voorzitter, de volgende belofte af:
,,Ik beloof de Algemeene Wet der Afdeeling van den Meestergraad te zullen
handhaven en de belangen van deze afdeeling der Nederlandsche Vrijmetselarij.
zooveel ik zal vermogen, te zullen behartigen".
Indien een benoemde niet ter vergadering aanwezig mocht zijn, zal de belofte
worden afgelegd in de eerstvolgende vergadering van de Kamer van Adniinistratie
in handen van den Voorzitter of van dengene die hem vervangt.
Artikel 12
De belofte, in een daartoe bestemd boek ingeschrevyen, wordt onderteekend
door ieder, die haar heeft afgelegd.
Artikel 13
De Kamer van Administratie benoemt uit haar midden een Gedep\
Voorzitter, een Secretaris, een Penningmeester en een Ceremoniemeester, wier
werkzaamheden geregeld worden bij een huishoudelijk reglement.
Artikel 14
Jaarlijks treedt een van de leden der Kamer van Administratie af, volgens een
daarvoor door de Kamer opgemaakten rooster.
De Voorzitter wordt voor vijf jaar gekozen.
De aftredende bestuurders zijn niet terstond herkiesbaar, behalve de
Secretaris en de Penningmeester.
Wie tusschentijds wordt gekozen, treedt af op den datum waarop degene zou
moeten aftreden, wiens plaats hij heeft ingenomen.
Artikel 15
De Kamer van Administratie heeft de macht constitutiebrieven te verleenen tot
het oprichten van Bouwhutten van U\ M\
M\ .
Van die macht wordt geen gebruik gemaakt, tenzij vier stemmen er zich voor
verklaren.
Voor den constitutiebrief wordt honderd gulden betaald aan de Kamer van
Administratie.
Artikel 16
De Kamer van Administratie houdt een stamregister aan, waarin alle gegevens
betreffende de U\ M\ M\
worden ingeschreven en van alle mutaties onder hen aanteekening gehouden wordt.
Voorts verstrekt zij op aanvrage van de Bouwhutten, tegen vergoeding aan dezen,
schootsvellen, diploma’s, medailles en exemplaren der Algemeene Wet.
Algemeene Vergadering.
Artikel 17
Jaarlijks in de tweede helft van de maand September wordt eene algemeene
vergadering van de afdeeling gehouden.
Op die algemeene vergadering doet de Kamer van Administratie rekening en
verantwoording van haar beheer.
De rekening wordt geverifiëerd door drie afgevaardigden, elk van een
verschillende Bouwhut, jaarlijks te benoemen door de algemeene vergadering.
Op advies en voorstel van die verificatie-commissie beslist de vergadering
over het al of niet-goedkeuren der rekening en het verleenen van décharge aan
de Kamer van Administratie.
Artikel 18
Ten minste drie maanden vóór de algemeene vergadering wordt de
Beschrijvingsbrief verzonden. Daarbij worden gevoegd de verslagen der
Bouwhutten.
Artikel 19
Elke Bouwhut kan zich ter algemeene vergadering van de Afdeeling doen
vertegenwoordigen door ten hoogste drie afgevaardigden, die door het Bestuur
hunner Bouwhut voorzien zijn van een geloofsbrief, welken zij vóór de
algemeene vergadering bij den Secretaris der Kamer van Administratie indienen.
Artikel 20
De Voorzitter der Kamer van Administratie heeft de leiding der algemeene
vergadering. Bij afwezigheid of ontstentenis wordt hij vervangen door den Gedep\
Voorzitter. Bij afwezigheid of ontstentenis ook van dezen, wijst de Kamer een
der andere leden aan om het voorzitterschap der algemeene vergadering waar te
nemen.
Bij afwezigheid van alle leden der Kamer is de oudste der aanwezige
afgevaardigden voorzitter der algemeene vergadering.
Artikel 21
De stemmingen op de algemeene vergadering geschieden hoofdelijk, die over
personen hebben schriftelijk plaats.
Bij staking van stemmen wordt een voorstel geacht verworpen te zijn; geldt de
stemming personen, dan beslist bij staking het lot.
De leden der Kamer van Administratie hebben ter algemeene vergadering slechts
een adviseerende stem.
Artikel 22
Voorstellen, niet in den Beschrijvingsbrief vermeld, kunnen alleen dan op de
algemeene vergadering worden in behandeling genomen, indien de meerderheid der
afgevaardigden vooraf de urgentie uitspreekt.
Artikel 23
Tot de algemeene vergadering kan elke U\ M\
als Bezoeker worden toegelaten.
Met toestemming van den Voorzitter kunnen Bezoekers aan de beraadslaging
deelnemen.
Van de leden.
Artikel 24
De aanbieding van den graad van U\ M\
moet een onderscheiding zijn, die alleen aan verdienstelijke Bbr\
bewezen wordt.
Artikel 25
De vereischten om in den U\ M\
Graad te kunnen warden opgenomen, zijn:
1. het bezit van den graad van M\ V\
M\ en het lidmaatschap der Orde onder het
Groot-Oosten der Nederlanden.
2. het hebben blijk gegeven van meer dan gewone verstandelijke ontwikkeling
en maatschappelijke verdiensten, gepaard aan een onberispelijk gedrag en
toewijding aan het streven der Vrijmetselarij.
Een U\ M\ , die ophoudt
lid van de Orde van Vrijmetselaren onder het Gr\ O\
der Nederlanden te zijn, verliest te gelijkertijd het lidmaatschap der afdeeling
van den M\ gr\ .
Niemand kan tot U\ M\
worden gekozen dan op voordracht van het bestuur eener Bouwhut en met
goedkeuring van 4/5 der ter vergadering aanwezige leden.
Artikel 26
Indien een Bouwhut binnen het Rijk in Europa een candidaat tot U\
M\ kiest, geschiedt hiervan zoo spoedig mogelijk
mededeeling aan de Kamer van Administratie, die over de aanneming beslist, na
hierover de andere bouwhutten in het ressort te hebben geraadpleegd.
Deze beslissing zal binnen drie maanden na ontvangst van voormelde
mededeeling ter kennis van de desbetreffende Bouwhut worden gebracht, tenzij de
Kamer van Administratie dien termijn mocht verlengen en daarvan aan de betrokken
Bouwhut bericht zendt.
Artikel 27
Wanneer het bestuur eener Bouwhut, hetzij uit eigen beweging, hetzij op
verzoek van drie der leden, het voorstel om aan een M\
V\ M\ het U\
Meesterschap aan te bieden, in overweging wenscht te nemen, wordt door den
Voorzitter daartoe opzettelijk een vergadering der leden belegd.
Wordt de kandidaat de uitnoodiging waardig geacht, dan wordt na het bekomen
der machtiging, bedoeld in het vorig artikel, de graad van U\
M\ aan den betrokkene aangeboden en wordt hem
verzocht de volgende verklaring, door hem geteekend, aan den Secretaris der
Bouwhut toe te zenden: ,,De ondergeteekende Meester V\
M\ verklaart Uwe uitnoodiging te hebben ontvangen en
te wenschen als U\ M\ te
worden aangenomen".
Artikel 28
De wijding der nieuw aangenomen Bbr\ zal binnen
één jaar na ontvangst der machtiging, bedoeld in artikel 26, op plechtige
wijze geschieden, hetzij in de Bouwhut zelve, waarin tot de aanneming besloten
is, hetzij in de algemeene vergadering van den graad van U\
M\
Bij het besluit van aanneming wordt tevens beslist waar en wanneer de wijding
zal plaats hebben.
De wijding in de Bouwhut zelve geschiedt door den Voorzitter of door
dengenen, die hem vervangt; die in de algemeene vergadering door den Voorzitter
van de Kamer van Administratie of door een Br\ door
dezen aangewezen.
Na elke wijding in een Bouwhut wordt hiervan binnen acht dagen kennis gegeven
aan de Kamer van Administratie, ten einde de nieuw aangenomen U\
M\ M\ te doen inschrijven
in het in art. 16 bedoelde stamregister.
Ontzetting
Artikel 29
Een U\ M\ , die handelt
in strijd met de afgelegde belofte, kan op voordracht van de Bouwhut, waartoe
hij behoort, door de Kamer van Administratie worden ontzet uit den graad van U\
M\ .
De ontzette heeft beroep op de eerste algemeene vergadering na zijn
ontzetting en kan die vergadering bijwonen.
Van de Bouwhutten buiten het Rijk in Europa.
Artikel 30
De Bouwhutten gevestigd in andere werelddeelen vereenigen zich in Provinciale
Kamers van Administratie onder het voorzitterschap van den Gedeputeerden
Voorzitter, aangewezen door den Voorzitter van de Kamer van Administratie.
Artikel 31
De Provinciale Kamers van Administratie hebben dezelfde bevoegdheden als de
Kamer van Administratie in het Moederland, doch zij zijn verplicht van elk
besluit tot oprichting, opheffing, sluiting, heropening en inwijding van een
Bouwhut onmiddellijk bericht te zenden aan de Kamer van Administratie, aan welke
zij tevens telkens bericht van alle wijdingen en mutaties toezenden.
De Provinciale Kamers van Administratie ontvangen de geldmiddel en, die
overeenkomstig deze wet door de Bouwhutten in haar ressort worden opgebracht en
verantwoorden deze aan den Penningmeester der Kamer van Administratie.
Artikel 32
De Provinciale afdeelingen houden jaarlijks een algemeene vergadering, na
ontvangst van het verslag van de algemeene vergadering in het Moederland.
De Bouwhutten van het ressort kunnen zich in die vergadering laten
vertegenwoordigen door hoogstens drie afgevaardigden, die geen lid behoeven te
zijn van de Bouwhut, die dien afvaardigt, doch dan moeten behooren tot eene
andere Bouwhut binnen het ressort der Provinciale Kamer van Administratie.
De stemmingen geschieden als in art. 21 voorgeschreven.
De Provinciale Kamer bepaalt de wijze, waarop de kosten der algemeene
vergadering zullen worden goedgemaakt.
Algemeene Wet
Artikel 33
In deze Algemeene Wet kan geen wijziging worden gebracht, dan op voorstel van
de Kamer van Administratie, een der Provinciale Kamers van Administratie of van
drie Bouwhutten.
Elk voorstel tot wijziging moet op den Beschrijvingsbrief voor de algemeene
vergadering worden vermeld.
Artikel 34
Door de invoering van deze Algemeene Wet vervallen alle vorige Algemeene
Wetten van de afdeeling van den Meestergraad.
Aldus vastgesteld in de algemeene vergadering van 27 Juni 1931.
De Kamer van Administratie.