Afdeling van de Meestergraad

Statuten

Deze statuten dateren uit 1999; ze zijn nadien niet gewijzigd.



NAAM EN ZETEL

Artikel 1
1. De Vereniging draagt de naam "Afdeling van de Meestergraad". Zij is opgericht op vijfentwintig april achttienhonderd negentien door Prins Frederik
der Nederlanden, als zelfstandig werkend deel der Nederlandse Vrijmetselarij.
2. Zij heeft haar zetel te ‘s-Gravenhage.

DOEL

Artikel 2
1. De Afdeling van de Meestergraad heeft ten doel de broederschapsgedachte in het dagelijks leven te bevorderen.
2. Zij poogt haar doel te bereiken door het in toepassing brengen van haar beginsel, door het stichten van plaatselijke vriendenkringen - Bouwhutten geheten en als zodanig in deze Statuten verder aangeduid - en door het geregeld doen houden van Bouwhutbijeenkomsten.

LIDMAATSCHAP

Artikel 3
1. Het bestuur van de Afdeling van de Meestergraad, hierna te noemen Kamer van Administratie, beslist over de toelating van een lid, welke door ten minste één lid van de Afdeling in een bepaalde Bouwhut moet zijn voorgesteld en door de Bouwhut in een opzettelijk daartoe belegde vergadering is aanvaard. Als lid kan slechts worden aangenomen degene die lid is van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, dan wel van een door het Grootoosten der Nederlanden erkende maçonnieke Grootmacht.
2. De Kamer van Administratie regelt de procedure, welke aan de toelating dient vooraf te gaan.
Artikel 4

1. Het lidmaatschap is persoonlijk.
2. Het lidmaatschap ontstaat door de formele aanneming, binnen een door de Kamer van Administratie te stellen termijn, door de Bouwhut waarvoor de kandidaat is voorgesteld.
3. Tot het lidmaatschap van de Afdeling behoort het als lid ingeschreven zijn bij een onder haar ressorterende Bouwhut.
Artikel 5

1. Het lidmaatschap eindigt door:
a. overlijden;
b. schriftelijke opzegging aan het bestuur van de Bouwhut;
c. verlies van het lidmaatschap van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, dan wel van een andere erkende Grootmacht, waarvan betrokkene lid is;
d. opzegging van het lidmaatschap door de Kamer van Administratie;
e. ontzetting uit het lidmaatschap.
2. Opzegging van het lidmaatschap kan geschieden op grond van het feit, dat het betrokken lid niet meer voldoet aan de vereisten, gesteld door de Kamer van Administratie voor een regelmatig lidmaatschap, alsook wanneer redelijkerwijs van de Kamer van Administratie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
3. Ontzetting kan worden uitgesproken bij wanbetaling, of wanneer een lid handelt in strijd met de beginselen van de Afdeling, neergelegd in deze Statuten, reglementen en besluiten. Zij wordt uitgesproken door de Kamer van Administratie en wordt belanghebbende ter kennis gebracht in een met redenen omklede beschikking. Tegen deze beschikking staat binnen een maand nadat het betrokken lid daarvan heeft kunnen kennisnemen beroep open bij een door de Algemene Vergadering ingestelde Raad van Discipline.

ALGEMENE VERGADERING

Artikel 6
1. De Algemene Vergadering bestaat uit afgevaardigden van de Bouwhutten. Aan de Algemene Vergadering komen alle bevoegdheden toe, welke niet door de wet of deze Statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. De Algemene Vergadering stelt de Algemene Wet van de Afdeling van de Meestergraad vast ter nadere uitwerking van deze Statuten en voor verdere regelingen. De bepalingen van de Algemene Wet mogen niet in strijd zijn met deze Statuten.
3. Een Algemene Vergadering wordt zo dikwijls bijeengeroepen als de Kamer van Administratie noodzakelijk acht, doch ten minste eenmaal per jaar. De gewone Algemene Vergadering wordt jaarlijks zoveel mogelijk in of omstreeks de maand september gehouden.
4. In de gewone Algemene Vergadering brengt de Kamer van Administratie haar verslag uit en legt zij rekening en verantwoording af van haar beleid. De Kamer van Administratie is verplicht, tijdig vóór de aanvang van elk verenigingsjaar een begroting voor het komende jaar ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering voor te leggen.
5. Een buitengewone Algemene Vergadering wordt gehouden zo dikwijls de Kamer van Administratie deze nodig acht, dan wel op een schriftelijke, met redenen omklede aanvraag van ten minste drie Bouwhutten.
Artikel 7

1. De Algemene Vergadering wordt door de Kamer van Administratie schriftelijk bijeengeroepen op een termijn van ten minste een maand.
2. De oproeping vermeldt de dag, plaats en uur, alsmede de onderwerpen, welke ter vergadering zullen worden behandeld.
3. De Bouwhutten benoemen voor iedere Algemene Vergadering hun afgevaardigden. Iedere Bouwhut kan zich door drie uit haar leden te benoemen afgevaardigden doen vertegenwoordigen.
4. Elke Bouwhut brengt één stem uit.
5. De voorzitter bepaalt de wijze van stemming. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter en geen der afgevaardigden zich daartegen verzet.
6. De besluiten van de Algemene Vergadering worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, voor zover deze Statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen over voorstellen, zaken betreffende, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Bij staking van stemmen over personen, wordt een tweede stemming gehouden tussen twee personen, die het grootste aantal stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij de tweede stemming de meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Staken bij herstemming de stemmen, dan wordt hij verkozen verklaard die het langst lid is van de Afdeling.
7. Is voor enige functie slechts één kandidaat, dan wordt deze bij enkele kandidaatstelling verkozen verklaard.
Artikel 8

1. De algemene Vergadering wordt geleid door de voorzitter van de Kamer van Administratie of diens plaatsvervanger, de gedeputeerd voorzitter. Bij belet of ontstentenis van beiden beslissen de overige leden van de Kamer van Administratie wie als voorzitter optreedt.
2. Van het verhandelde in iedere Algemene Vergadering worden door de secretaris, of een andere door de voorzitter daartoe aangewezen persoon, notulen opgemaakt, welke door de Algemene Vergadering worden vastgesteld. De Kamer van Administratie draagt zorg dat een verslag van het verhandelde ter kennis van de leden van de leden van de Afdeling wordt gebracht.

BESTUUR

Artikel 9
1. De Kamer van Administratie is samengesteld uit ten minste zeven leden. Zij worden gekozen door de Algemene Vergadering uit de leden van de Afdeling van de Meestergraad voor een in de Algemene Wet te bepalen termijn.
2. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden in functie gekozen. In de Algemene Wet wordt de toedeling van de functie van gedeputeerd meester en van de overige bestuursfuncties, alsmede de inrichting van het door de Kamer van Administratie bij te houden rooster van aftreden geregeld.
3. Het lidmaatschap van de Kamer van Administratie eindigt door af loop van de zittingstermijn, door schriftelijke opzegging aan de voorzitter of door beëindiging van het lidmaatschap van de Afdeling van de Meestergraad.
Artikel 10

1. De Kamer van Administratie is belast met het besturen van de Afdeling. Zij bereidt alles voor wat in de Algemene Vergadering wordt behandeld en draagt zorg voor de uitvoering van de besluiten. De Kamer van Administratie handhaaft de nakoming zowel van regels en reglementen als van voorschriften en besluiten van de Algemene Vergadering.
2. Besluiten van de Kamer van Administratie strekkende tot:
a. het sluiten van overeenkomsten tot het verwerven, vervreemden of bezwaren van registergoederen;
b. het sluiten van overeenkomsten waarbij de Afdeling zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt, behoeve de goedkeuring van de Algemene Vergadering.
3. De Kamer van Administratie is niet bevoegd tot het aanvaarden van erfstellingen anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
4. De voorzitter, secretaris en penningmeester van de Kamer van Administratie vormen het dagelijks bestuur.
5. De Afdeling wordt vertegenwoordigd door:
a. de Kamer van Administratie, hetzij
b. de voorzitter alleen.

GELDMIDDELEN

Artikel 11
1. De leden zijn gehouden tot het voldoen, door tussenkomst van de Bouwhut waarbij zij als lid zijn ingeschreven, van een jaarlijkse bijdrage welke door de Algemene Vergadering zal worden vastgesteld.
2. Bovendien wordt naar behoefte een omslag per Bouwhut jaarlijks bij de begroting van inkomsten en uitgaven vastgesteld.

VERENIGINGSJAAR

Artikel 12
Het verenigings- en boekjaar loopt zowel voor de Afdeling als voor de Bouwhutten van één maart tot ultimo februari. De financiële afdracht van de bijdragen, bedoeld in artikel 11, geschiedt naar het ledenbestand op een maart van het desbetreffende jaar.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 13
1. Wijziging van deze Statuten kan slechts in overweging worden genomen ingevolge een voorstel daartoe door de Kamer van Administratie, dan wel door ten minste drie Bouwhutten ter gewone Algemene Vergadering ingediend en in een volgende gewone Algemene Vergadering in behandeling genomen. Voor de aanneming van een zodanig voorstel is twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen vereist.
2. Een wijziging van de Statuten treedt eerst in werking nadat zij in notariële vorm is vastgelegd.

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 14
1. De Afdeling kan worden ontbonden op grond van een daartoe strekkend besluit van de Algemene Vergadering en volgens regels als voor wijziging van de Statuten is bepaald.
2. De afdeling zal worden ontbonden indien het aantal onder haar ressorterende Bouwhutten zou zijn gedaald tot minder dan drie.
3. Bij ontbinding geschiedt de vereffening door de Kamer van Administratie, tenzij bij het besluit tot ontbinding anders wordt bepaald. De vereffening zal plaatsvinden met inachtneming van de desbetreffende wettelijke bepalingen.
4. Een na de vereffening overblijvend batig saldo wordt bestemd op de wijze vastgesteld bij het besluit tot ontbinding.

SLOTBEPALING

Artikel 15
1. De Algemene Wet blijft gehandhaafd voor zover zij niet in strijd is met enig voorschrift van dwingend recht of van deze Statuten.
2. In alle gevallen waarin deze Statuten,de Algemene Wet of andere reglementen niet voorzien en in alle gevallen waarin verschil van mening over de uitleg van enig artikel van deze Statuten, de Algemene Wet of andere reglementen mocht bestaan, beslist de Kamer van de Administratie.
3. De vaststelling van deze statuten brengt geen wijziging in de identiteit van de Afdeling als rechtspersoon.


home