Loge De Gooische Broederschap
Huishoudelijk Reglement
 

vastgesteld ter Algemene Vergadering op 3 juni 1993
goedgekeurd door het hoofdbestuur der Orde van Vrijmetselaren 1993


Hoofdstuk 1                                                                  
algemene bepalingen
artikel 1
 
1. De Loge “DE GOOISCHE BROEDERSCHAP” heeft ten doel een middelpunt te zijn tot bevordering van het doel der Orde van Vrijmetselaren, te weten de beoefening en toepassing der geestesrichting vrijmetselarij, nader omschreven in de artikelen 2 en 3 van de Ordegrondwet, de veelzijdige en harmonische ontwikkeling van de mens en de mensheid, het bevorderen van al wat geestelijke armoede en zedelijke en stoffelijke ellende kan doen verkeren in geestelijke en zedelijke rijkdom en stoffelijke welstand, het doordringen der maatschappij van de beginselen der vrijmetselarij, alsmede om aan de hand der bepalingen dier Orde op te treden als organiek verband in die vereniging.
Zij zoekt haar doel te bereiken langs wettige weg en wel door bijeenkomsten in open loges en de voorhof, alsmede het samenkomen en samenwerken met andere Loges.
2. De onderscheidingskleuren van de Loge zijn donkerblauw en oranje. De Loge is ingeschreven onder rangnummer 86 in het register van Loges ressorterende onder het Grootoosten der Nederlanden.
3. De Loge is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en is als vereniging ingeschreven in het verenigingsregister bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Hilversum onder nummer V 516330.
 
artikel 2
 
1. Inschrijving als gewoon lid der Loge geschiedt met inachtneming van het bepaalde in de Ordegrondwet.
2. De aanneming als vrijmetselaar heeft plaats door een besluit van de meestervergadering, na ballotage, met een meerderheid van tenminste drie-vierde der uitgebrachte stemmen.
3. Overschrijving als gewoon lid van een andere Loge, zomede inschrijving van buitengewone eden, vindt plaats op voet van het gestelde in de Ordegrondwet en de statuten van de Loge.
 
artikel 3

Het entreegeld, dat ingevolge de Ordegrondwet vóór de inwijding tot leerling-vrijmetselaar door een kandidaat aan de kas der Loge moet worden betaald, zal telkenmale jaarlijks door de algemene vergadering worden vastgesteld.
2. Het dagelijks bestuur is bevoegd om in bijzondere gevallen terzake van de wijze van betalen van het entreegeld met een kandidaat een andere regeling te treffen.
 
artikel 4
 
De totale bijdrage, bestaande uit een bedrag benodigd ter instandhouding van de Loge, vermeerderd met de jaarlijkse afdracht aan het Ordebestuur van de gewone leden wordt telkenmale jaarlijks door de algemene ledenvergadering voor het werkjaar vastgesteld.
leder lid kan dit bedrag naar eigen keuze verhogen.
Zij is bij vooruitbetaling in één termijn verschuldigd, maar kan op verzoek van het betrokken lid, in overleg met de thesaurier, in termijnen worden betaald, mits de gehele bijdrage in het lopende werkjaar wordt voldaan.
2. Buitengewone leden betalen een bijdrage, welke eveneens jaarlijks door de algemene vergadering wordt vastgesteld.
Dit bedrag dient in één termijn en in vooruitbetaling te worden voldaan.
 
artikel 5
 
De gewone leden kunnen zich tegen kostprijs, vastgesteld door het bestuur, een exemplaar verschaffen van:
a. de statuten en het reglement van de Loge;
b. de Ordegrondwet en de Ordewetten;
c. het rituaal naar hun graad;
d. de Gids voor de leerling-Vrijmetselaar.
 
 
Hoofdstuk 2
het bestuur
artikel 6
 
1. Het bestuur van de Loge bestaat uit ten hoogste negen leden, die de graad van  meester-vrijmetselaar dienen te bezitten.
2. Het bestuur van de Loge bestaat in ieder geval uit:
1. de voorzittend-meester
2. de gedeputeerd-meester
3. de eerste opziener
4. de tweede opziener
5. de redenaar
6. de secretaris
7. de thesaurier
Het bestuur kan worden uitgebreid met:
8. de ceremoniemeester
9. de adjunct-secretaris
Deze leden hebben dan dezelfde rechten en plichten als de overige zeven leden.
3. De rangorde wordt bepaald overeenkomstig de in het tweede lid gegeven volgorde. Bij ontstentenis van de voorzittend-meester wordt hij volgens deze volgorde vervangen.
 
artikel 7
 
1. De leden van het bestuur worden, behoudens het hierna bepaalde, gekozen voor de duur van twee jaren, met dien verstande dat zij hun functie door verloop van tijd, niet vanzelf verliezen, maar haar blijven uitoefenen, tot zij vervangen zijn of een algemene vergadering heeft besloten hun plaats onvervuld te laten.
Elk jaar treden bestuursleden af met inachtneming van de bepalingen in statuten en reglement en naar de onderstaande volgorde:
In het ene jaar:
De voorzittend-meester, de eerste opziener en de thesaurier alsmede een eventuele adjunct-secretaris.
In het andere jaar:
De gedeputeerd-meester, de tweede opziener, de redenaar en de secretaris alsmede een eventuele ceremoniemeester.
2. Ter voorbereiding van verkiezingen wordt tenminste achtentwintig dagen vóór de datum van de algemene vergadering, waarin de verkiezing zal plaats hebben, door het bestuur één kandidaat voor elk der te vervullen functies gesteld.
3. Tot veertien dagen voor de datum der verkiezingen kunnen de leden van de Loge andere kandidaten stellen.
Deze moeten schriftelijk bij de secretaris worden ingediend, voorzien van een schriftelijke verklaring van de kandidaten, behelzende de bereidverklaring om bij een eventuele verkiezing de betreffende functie te aanvaarden.
4. Tenminste zeven dagen voor de verkiezing deelt de voorzittend-meester mede welke kandidaten voor welke vacant zijnde functie zijn gesteld.
5. De verkiezingen worden gehouden overeenkomstig de volgens artikel 6 lid 2 van dit reglement gestelde rangorde.
 
artikel 8
 
De leden van het bestuur, met uitzondering van de Voorzittend-meester, leggen alvorens hun functie te aanvaarden, in een open loge of in een voorhofsbijeenkomst de volgende belofte af:
“Ik beloof, dat ik de waardigheid der Loge zal handhaven, voor haar bloei en luister zal waken en het ambt, dat mij is opgedragen met ijver, trouw en toewijding, naar plicht en geweten, zal vervullen.
 
artikel 9
 
1. Indien een bestuurslid tussentijds zijn functie wil neerleggen geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan het bestuur.
Hij blijft zo mogelijk in functie tot een opvolger is benoemd, behoudens de bevoegdheid van de voorzittend-meester hem daarvan onmiddellijk te ontheffen.
2. In vacatures, ontstaan door periodieke aftreding, wordt voorzien door verkiezingen, die plaatsvinden in een algemene vergadering voorafgaande aan de zomer Sint-Jans loge.
Tussentijdse vacatures worden zo spoedig mogelijk vervuld.
 
artikel 10
 
Door het bestuur kunnen tot zijn bijstand en voor diensten in de Loge de volgende officieren benoemd worden:
a. een voorbereider
b. een eerste-ceremoniemeester
c. een tweede ceremoniemeester
d. een dekker
e. een adjunct-secretaris
f. een bouw- en meubelmeester
g. een hof- en keldermeester
h. een aalmoezenier
i. een bibliothecaris
j. een broeder van talent
2. Voornoemde officieren hebben voor de duur van één jaar zitting, maar zijn terstond herkiesbaar voor de duur van een werkjaar.
 
artikel 11
 
De bestuursfuncties zijn onderling niet verenigbaar, die van de verdere officieren wel. Ook bestuursleden kunnen officiersfuncties waarnemen.
 
artikel 12
 
In gevallen dat niet is voorzien in de waarneming van een functie, kan de voorzittend-meester een meester-vrijmetselaar aanwijzen om de functie waar te nemen.
 
Hoofdstuk 3
de bestuurders
artikel 13
 
Behalve de werkzaamheden hun bij Ordebepalingen en bepalingen van de Loge uitdrukkelijk opgedragen, verdelen de bestuursleden en verdere officieren hun werkzaamheden zoveel mogelijk naar maçonniek gebruik.
 
de voorzittend-meester
artikel 14
 
1. De voorzittend-meester vertegenwoordigt het hoogste gezag in de Loge; het is zijn taak te waken voor de goede harmonie binnen de Loge. Alle leden zijn verplicht zijn gezag zonder tegenspraak te aanvaarden.
2. Hij is verantwoordelijk voor het bewaren van de constitutiebrief der Loge.
3. Bij de aanvaarding van zijn functie legt de voorzittend- meester in een open Loge de volgende belofte af:
“Ik beloof, dat ik de waardigheid van de achtbare Loge ‘De Gooische Broederschap’ zal handhaven, voor haar eer zal waken en naar haar bloei en luister zal streven; ik beloof de werken te zullen leiden overeenkomstig de Oude Plichten der Vrijmetselaren en het mij toevertrouwde ambt van Meester der Loge met ijver, trouw en toewijding te vervullen.”
4. Naast zijn taak vervat, in de Ordegrondwet, rust op de voorzittend-meester de taak van het handhaven van statuten en reglement alsmede het waken over de uitvoering van de besluiten welke door de Loge werden genomen.
5. De voorzittend-meester of een door hem aan te wijzen lid der Loge, meester­vrijmetselaar, leidt de werkzaamheden in de open loge of in andere vergaderingen.
6. Indien de voorzittend-meester de leiding van de arbeid in een open loge aan een ander lid van de Loge, meester-vrijmetselaar, opdraagt, blijft hij verantwoordelijk voor de juiste tenuitvoerlegging van die arbeid.
7. De voorzittend-meester benoemt de leden van alle commissies voor zover die benoeming niet aan anderen is opgedragen.
 
artikel 15
 
1. Hij houdt zorgvuldig toezicht op het geldelijk beheer en het archief. Hij heeft het recht daartoe de middelen te gebruiken, welke door hem dienstig worden geacht.
2. Hij ondertekent met de secretaris alle stukken van de Loge uitgaande, voor zover de Loge hierdoor tegenover derden moet worden verbonden.
 
de gedeputeerd-meester
artikel 16
 
1. De gedeputeerd-meester bekleedt de plaats van de voorzittend-meester bij diens afwezigheid of op diens verzoek en treedt alsdan in diens rechten en verplichtingen.
2. Hij is verantwoordelijk voor de meester-instructie.
3. Ingevolge de ordegrondwet is hij ambtshalve lid en voorzitter van de commissie van onderzoek en regelt hij de werkzaamheden van deze commissie.
 
de opzieners
artikel 17
 
1. De opzieners oefenen met de voorzittend-meester het gezag uit in de open loge, zorgen voor de handhaving der orde en staan de voorzittend-meester bij terzake van het opwekken tot Loge-bezoek en van het bezoeken van eden.
2. De tweede opziener wijdt zijn aandacht aan de leerlingen, de eerste opziener aan de gezellen. Zij zorgen in overleg met de beschikbare bestuursleden, in het bijzonder de redenaar, voor een voldoende instructie door een meester­vrijmetselaar aan leerlingen en gezellen.
 
de redenaar
artikel 18
 
1. De redenaar vertolkt het geweten van de Loge.
2. Hij voert in overleg met de voorzittend-meester het woord bij de werkzaamheden in de bijeenkomsten der Loge en kan zo nodig corrigerend optreden. Hij kan zijn taak met de machtiging van de voorzittend-meester door een ander lid van de Loge, meester-vrijmetselaar, doen vervullen.
3. Hij is voorzitter van de commissie van de arbeidstafel en regelt als zodanig haar werkzaamheden.
 
de secretaris
artikel 19
 
Aan de secretaris is opgedragen:
a. het voeren van briefwisseling,
b. het houden van notulen,
c. de tijdige verzending van de oproepen voor vergaderingen,
d. het opmaken van de bescheiden, die aan het hoofdbestuur volgens de Ordebepalingen moeten worden verzonden, met dien verstande, dat het jaarverslag door hem, na verkregen goedkeuring van het bestuur, in de eerste algemene vergadering van het nieuwe werkjaar ter goedkeuring door de leden wordt uitgebracht,
e. het aan- en bijhouden van het archief met inventaris,
f. het bijhouden van het ledenregister.
 
artikel 20
 
1. Behoudens het bepaalde in artikel 12 lid 2van de statuten en artikel 15 lid 2 van dit reglement ontertekent de secretaris alle uitgaande stukken.
2. Hij verdeelt zijn werkzaamheden met de adjunct-secretaris. Bij zijn afwezigheid wordt zijn taak overgenomen door de adjunct-secretaris.
3. De overdracht van het archief kan desgewenst geschieden ten over staan van de voorzittend-meester.
 
de thesaurier
artikel 21
 
1. De thesaurier is, met inachtneming van de voorschriften der Ordegrondwet, Ordewetten zomede die van de Loge, belast met de invordering en betaling van hetgeen aan en door de Loge verschuldigd is.
Hij kwiteert voor de hem gedane ontvangsten, houdt nauwkeurig boek en geeft daarvan, zowel als van andere bescheiden betrekking hebbende op zijn beheer, inzage aan de voorzittend-meester zo vaak deze zulks verlangt.
2. Hij is voorts belast met het maken der jaarlijkse rekening en verantwoording alsmede de begroting van het komende werkjaar.
 
de eerste-ceremoniemeester
artikel 22
 
1. De eerste ceremoniemeester is, bijgestaan door de bouw- en meubelmeester, belast met de zorg voor de toebehoren der Loge, waarvan hij een lijst bijhoudt.
2. Hij is, bijgestaan door de tweede ceremoniemeester, de bouw- en meubelmeester en zonodig de voorbereider, belast met de voorbereiding en regeling der werkzaamheden bij de plechtigheden in tempel en voorhof, zulks in overleg met de inwijdings-leider.
3. Hij onderzoekt voor zover nodig de bezoekers van de bijeenkomsten in de tempel en voorhof, de algemene- en meestervergaderingen. Hij kan zich hiervoor doen bijstaan of doen vervangen door de tweede ceremoniemeester.
 
de overige officieren
artikel 23
 
1. De hof- en keldermeester is belast met die werkzaamheden, welke hem zijn opgedragen door de voorzittend-meester.
2. De bouw. en meubelmeester is onder leiding van de eerste ceremoniemeester belast met de inrichting van tempel en voorhof.
3. De bibliothecaris is belast met de uitgifte en administratie van de boeken uit de bibliotheek.
4. De aalmoezenier ziet toe op het welzijn der leden.
5. De broeder van talent is in overleg met de voorzittend-meester verantwoordelijk voor geluidsapparatuur en muziek.
 
Hoofdstuk 4
commissies
de commissie van onderzoek
artikel 24
 
1. Overeenkomstig het bepaalde in de Ordegrondwet is er een commissie van onderzoek, die ambtshalve onder voorzitterschap staat van de gedeputeerd-meester of de op hem volgens artikel 6 lid 2 van dit reglement in rang volgende officier.
2. De commissie is belast met het onderzoek omtrent kandidaten voor het lidmaatschap der Orde en omtrent hen, die voor bevordering tot gezel- of verheffing tot meester-vrijmetselaar in aanmerking kunnen komen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in de Ordewet.
3. Van deze commissie maken voorts deel uit de voorbereider alsmede drie meester-vrijmetselaars, welke door de algemene vergadering worden verkozen. De commissie kiest één van de gekozen meester-vrijmetselaars tot secretaris.
De commissie kan nog worden uitgebreid met een door de algemene vergadering te verkiezen vast plaatsvervangend-lid en/of een door de voorzittend-meester per commissie-vergadering aan te wijzen meester­vrijmetselaar.
4. De leden van de commissie worden verkozen voor de duur van twee jaar, met dien verstande, dat de gedeputeerd-meester en de voorbereider in de commissie zitting hebben voor de duur van en uit hoofde van hun functie. Van de overige drie commissieleden treden het ene jaar twee leden af en het daaropvolgend jaar één lid, terwijl het eventueel verkozen plaatsvervangend lid in dit zelfde jaar aftreedt.
5. De aftredende leden zijn niet terstond herkiesbaar; het bij tussentijdse vacature gekozen lid treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens functie werd voorzien, regelmatig zou zijn afgetreden. In dat geval is een lid éénmaal herkiesbaar.
6. De commissie vergadert met ten hoogste vijf en tenminste drie leden, de voorzitter inbegrepen.
7. De voorzittend-meester heeft te allen tijde het recht de zittingen van de commissie bij te wonen.
 
de kascommissie
artikel 25
 
1. Er is een kascommissie, die tot taak heeft om de door de thesaurier opgemaakte jaarlijkse rekening en verantwoording met bijbehorende bescheiden te onderzoeken en de algemene vergadering omtrent de aan het bestuur te verlenen acquit en decharge te adviseren.
2. De commissie bestaat uit twee eden, die voor de duur van twee jaar worden verkozen door de algemene vergadering, met dien verstande, dat elk jaar een nieuw lid tot de commissie toetreedt.
De algemene vergadering kiest tevens een plaatsvervangend lid.
3. Behoudens leden van het bestuur zijn alle leden van de Loge gelijkelijk benoembaar tot lid van de kascommissie.
 
de overige commissies
artikel 26
 
Er is een commissie van ontvangst, die tot taak heeft te onderzoeken of degenen, die toegang verzoeken tot enige bijeenkomst van de Loge, gerechtigd zijn de bedoelde bijeenkomst te bezoeken. De commissie bestaat uit de ceremoniemeester, de dekker en de adjunct-secretaris.
2. Er kan een commissie van bezoek worden benoemd, die tot taak heeft het onderhouden van contacten met de leden van de Loge, die door ziekte of ouderdom niet in staat zijn de bijeenkomsten van de Loge te bezoeken.
3. Er kan een commissie voor de arbeidstafel worden benoemd, die tot taak heeft de redenaar bij te staan bij de samenstelling van de arbeidstafel.
4. Er kan een bibliotheekcommissie worden benoemd, die tot taak heeft de bibliothecaris bij te staan bij het beheer van de bibliotheek en de uitgifte van boeken.
5. Andere commissies kunnen naar gelang de omstandigheden door de voorzittend-meester worden ingesteld voor de duur die deze omstandigheden vergen of voor zolang de voorzittend-meester bepaalt.
 
Hoofdstuk 5
beheer gelden
artikel 27
 
1. Giften en schenkingen kinnen ook in een of meer met name te noemen aan de Loge toebehorende bestaande of nog te stichten fondsen worden gestort en daarin afzonderlijk worden beheerd.
De baten uit die fondsen mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor die fondsen zijn gesticht.
2. De voorzittend-meester beschikt in overleg met de thesaurier over de aalmoezenierskas.
Indien zich naar zijn oordeel een noodgeval voordoet waarin aanstonds hulp moet worden geboden en waaromtrent overleg met het bestuur niet mogelijk is, is hij bevoegd, na ingewonnen advies van de thesaurier, verdere giften te doen. In de eerstvolgende bestuursvergadering doet hij mededeling van zijn besluit.
 
de vergaderingen
algemene bepalingen voor vergaderingen
artikel 28
 
1. Vergaderingen worden bijeengeroepen door tijdige toezending van een oproep onder vermelding van de onderwerpen waarover zal worden gesproken en beslot en; er kan niet worden besloten over onderwerpen, die niet bij de oproep zijn vermeld.
2. Een algemene vergadering of een meestervergadering wordt door het bestuur schriftelijk bijeengeroepen op een termijn van tenminste veertien dagen; bestuursvergaderingen worden schriftelijk bijeengeroepen op een termijn van tenminste een week.
In spoedgevallen kan de voorzittend-meester de termijnen van oproeping voor een meestervergadering of bestuursvergadering inkorten en de oproep voor een bestuursvergadering zo nodig mondeling doen geschieden.
3. In elke vergadering wordt na de behandeling van de aan de orde gestelde punten bij rondvraag door de voorzittend-meester aan ieder der aanwezigen de gelegenheid gegeven tot het vragen van inlichtingen en het doen van mededelingen.
4. De notulen van elke vergadering worden in de eerstvolgende gelijksoortige vergadering voorgelezen en aan de goedkeuring van de leden onderworpen, waarna zij door de voorzittend-meester en de secretaris of hun respectievelijke vervangers worden gearresteerd.
 
de algemene vergaderingen
artikel 29
 
1. Alle bevoegdheid bij de Ordegrondwet, Ordewetten of bij de voorschriften van de Loge niet uitdrukkelijk aan anderen opgedragen, is aan de algemene vergadering voorbehouden.
2. In de algemene vergaderingen worden geen besluiten genomen indien niet tenminste zeven stemgerechtigde leden tegenwoordig zijn.
 
de meester-vergaderingen
artikel 30
 
1. Behoudens hetgeen overeenkomstig de Ordegrondwet is bepaald in artikel 10 van de statuten van de Loge worden meester-vergaderingen gehouden wanneer de voorzittend-meester of drie der overige meesters dit nodig achten ter bespreking van zaken die zijn voorbehouden aan de meester-graad. De door de meesters verlangde vergadering wordt gehouden binnen veertien dagen nadat het verzoek daartoe is ingediend.
2. In de meester-vergaderingen worden geen besluiten genomen indien niet tenminste zeven meesters tegenwoordig zijn.
 
de bestuursvergaderingen
artikel 31
 
1. Bestuursvergaderingen hebben plaats zo vaak de voorzittend-meester dit nodig acht of twee of meer bestuursleden hun verlangen daartoe met opgave van redenen en de te behandelen punten kenbaar maken aan de voorzittend-meester.
2. De arbeidstafel wordt door het bestuur vastgesteld.
3. In de bestuursvergaderingen worden geen besluiten genomen indien niet tenminste de helft van de fungerende leden tegenwoordig is.
 
open loges
artikel 32
 
1. Deelnemers aan een open loge zijn gekleed in forma: schootsvel en witte handschoenen. Voorts in stemmige zwarte kleding met witte das (rok met zwart vest, smoking of anderszins). Militairen verschijnen desgewenst in uniform, het ceremonieel tenue.
De bestuurs- en overige leden die een functie hebben te bekleden, dragen de onderscheidingstekens aan die functie verbonden.
2. Niemand mag zich buiten de tempel begeven dan met verlof van de opziener zijner kolom.
3. Niemand voert het woord dan na het verzocht en verkregen te hebben. Zij die in het Oosten zijn gezeten, wenden zich daartoe rechtstreeks tot de voorzittend-meester; zij die in de kolommen gezeten zijn, doen dit door tussenkomst van de betrokken opziener.
4. Geen werkzaamheden hebben plaats, tenzij tenminste zeven leden tegenwoordig zijn. De voorzittend-meester is bevoegd van deze regel ontheffing te verlenen.
 
bezoekers
artikel 33
 
Een bezoeker heeft alleen toegang, indien een bekend lid-vrijmetselaar voor hem instaat dan wel indien uit een certificaat of een behoorlijk onderzoek blijkt, dat zij in een wettig erkende Loge zijn aangenomen.
In twijfelgevallen beslist de voorzittend-meester.
 
huisvesting
artikel 34
 
1. De Loge huurt voor de wekelijkse bijeenkomsten daartoe door de algemene vergadering geschikt geachte lokaliteiten, bij voorkeur in het Logegebouw te Hilversum.
2. De hoogte van de huur en de wijze van huurberekening behoeven de goedkeuring van de algemene vergadering.
 
Hoofdstuk 7
slotbepalingen
artikel 35
 
1. Wijziging van dit reglement kan slechts geschieden in een opzettelijk tot dat doel bijeengeroepen algemene vergadering op voorstel van de voorzittend-meester, dan wel van zeven leden der Loge.
Een voorstel tot wijziging, welk voorstel tenminste een maand voorafgaande aan de datum van bedoelde algemene vergadering ter kennis dient te worden gebracht van de leden der Loge, geeft de beoogde verandering van de tekst woordelijk aan en behelst de gronden waarom zij wordt gesteld. Eventuele wijzigingen en/of amendementen van de zijde der leden moeten uiterlijk veertien dagen voor genoemde datum bij de secretaris zijn ingediend.
Een besluit tot wijzigingen vereist een meerderheid van drie-vierde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen.
2. Dit reglement, zomede de wijzigingen daarop treden in werking op de dag na die waarop van het Hoofdbestuur der Orde bericht van goedkeuring is ontvangen.
 
Hilversum, 3 juni 1993
Voorzittend Meester: H.M. Mreijen Secretaris: C.Th.M. Tabak