Junior Order of United American Mechanics
De
Junior Order of United American Mechanics is gesticht in 1853 als broederschap
en politiek geheim genootschap voor Amerikaanse staatsburgers (zowel mannen als
vrouwen). De verzekeringstak van orde werd later toegevoegd. De officiële naam
van het bestuur van de orde is overigens uitgebreider: the National Council of the Junior Order
of United American Mechanics of the United States of North America, Inc.
De orde is ontstaan uit de Union of Workers, die in 1845 in Philadelphia werd
opgericht door een groep arbeiders. Hun doelstelling was het stoppen van
immigratie, en dan met name de immigratie van katholieken. Verder werd in een
aantal gevallen een voorzieningenfonds voor ziekte en overlijden gevormd.
Kort na de oprichting werd de naam gewijzigd in de Order of United American Mechanics. De term Mechanic was in die tijd gebruikelijk voor handwerkman en
niet alleen voor mechaniciën. Het lidmaatschap stond open voor blanken die in
Amerika waren geboren, die geloofden in een Opperwezen, de scheiding tussen kerk
en staat ondersteunden en niet betrokken waren bij handel in alcoholische
dranken.
In 1853 stond de O.U.A.M. een jongerenafdeling toe, de J.O.U.A.M. Deze jongerenorganisatie werd al snel veel groter dan de oorspronkelijke tak en in 1885 werd de jongerenorganisatie geheel zelfstandig. Korte tijd later ging de O.U.A.M. geheel op in de J.O.U.A.M. De leeftijdsgrenzen voor lidmaatschap werden afgeschaft.
De J.O.U.A.M. wilde oorspronkelijk de kerkelijke invloed op
het openbaar onderwijs tegengaan, zonder overigens bezwaren te hebben tegen het
lezen van de bijbel in de klas. Dat laatste kan een oorzaak hebben in de afkeer
van de Rooms-Katholieke kerk van het lezen van de bijbel in een andere taal dan
het latijn.
In de tweede helft van de negentiende eeuw verdwenen de politieke uitingen van
de orde meer en meer naar de achtergrond en werd de orde langzamerhand een
'gewone' broederschap. In de loop van de tijd werden de raciale en religieuze
toelatingseisen versoepeld, al staat de orde ook tegenwoordig nog alleen maar
open voor Amerikaanse staatsburgers.
De inhoud van de ritualen is onduidelijk, maar naar het schijnt bevatten deze geen gebeden in de naam van Jezus Christus. Er is maar één graad waarin gewerkt wordt. Daarnaast zijn er formele begrafenisritualen.
Op het hoogtepunt van de organisatie telde deze zo'n
200.000 leden (1900); in 1965 was dat teruggelopen tot zo'n 15.000 (en zo'n
20.000 verzekerden) in ongeveer 1000 Councils (loges) in 27 staten. In 1979
waren er nog maar 8.500 leden over. De huidige staat van de orde is onbekend, de
internetsite geeft nauwelijks informatie en wordt niet meer bijgehouden.
De orde heeft een kleine vrouwenafdeling, de Daughters of America, met een eigen
inwijdingsrituaal.