Rituaal voor den 18en graad R+C
ten gebruike van
Roode Loges der Algemeene
Gemengde Vrijmetselarij
'Le Droit Humain' in Nederland

 
Dit rituaal dateert uit medio jaren dertig van de twintigste eeuw.



Inrichting van den Zwarten en den Rooden Tempel

Zwarte Tempel.
De inwijdings-ceremonie in den 18den graad vereischt drie zalen, en, indien zulks mogelijk is, een ontvangzaal.
De eerste wordt genaamd "de Zwarte Tempel"; deze moet met zwart gedrapeerd zijn; de vloer moet bestaan uit zwarte en witte ruiten. In het Oosten vindt men twee zwarte gordijnen, welke zoodanig moeten zijn opgehangen dat, wanneer zij opengetrokken worden, men daarachter een hoog opgesteld Altaar ziet, waarop weder een boven-altaar moet staan van drie treden. Dit Altaar moet bedekt zijn door een kleed met een witten rand. terwijl er vijf zwaarden op geborduurd zijn. Achter en boven de derde trede van het boven-altaar moet een transparant zijn, waarop drie kruisen; op het middelste en hoogst geplaatste moet zich de Mystieke Roos van zwart crepe bevinden.
Op het Altaar ligt het Boek van de H\ K\ , een Roos van zwart crepe op het midden van een klein houten Kruis en een Zwaard.
Rechts staat de zetel van den Z\ W\ en links die van den R\ van W\ .
In het N., W. en Z. bevinden zich drie zuilen, waarop pyramiden met elf gaten en de letters E., G., H.; van karton of email, respectievelijk in het midden opgehangen aan een haakje.
Achter het Altaar behoort een tweede zwart kleed te zijn dat eveneens zoo in tweeën gedeeld is, dat men hierdoor toegang krijgt tot den Rooden Tempel.
De Kamer van Verwoesting moet toegang geven tot den Zwarten Tempel en deze wederom als beschreven, tot den Rooden Tempel. Indien dit niet op deze wijze ingericht kan worden, moet de Zwarte Tempel, nadat de candidaten in de Ontvangstzaal gezonden zijn, eer zij ten tweeden male binnentreden, in een Kamer van Verwoesting worden veranderd. Deze kamer moet geheel het beeld van wanorde bieden. Achter de symbolen van Sterfelijkheid moet zich een lamp met wijngeest bevinden, in welker nabijheid het koffertje met het W\ staat, terwijl het eenige andere licht de Kolom in het Westen is.
De Roode Tempel moet schitterend verlicht zijn en met rood gedrapeerd. Het Altaar moet. een boven-Altaar van acht treden hebben, met drie en dertig lichten en op de vierde trede moet de Kubieke Steen staan met een Roode Roos. Het Altaar moet versierd zijn met roode rozen; wanneer het W\ gevonden is, kan dit aan een boven het Altaar hangenden draad worden bevestigd, of op den Kubieken Steen geplaatst worden.
De Slot-ceremonie heeft plaats in den Rooden Tempel, waarbij het Altaar in het midden staat. Dit is dan bedekt met een rood kleed, waarop een presenteerblad met blokjes brood, een zoutvat en een beker met ongegisten wijn.
De Beker des Vuurs wordt in het Z.O. gereed gemaakt en aldaar neergezet.
Officieren van een Rozekruisers-Kapittel.
1. Zeer Wijze Athirsata.
2. Ridder van Welsprekendheid.
3. Eerste Groot-Bewaarder.
4. Tweede Groot-Bewaarder.
5. Schatbewaarder.
6. Kanselier.
7. Groot-Maarschalk.
8. Hermes.
9. Ceremoniemeester.
10. Heraut.
11. Aalmoezenier.
12. Kapelmeester.
13. Officier van den Wacht.
14. Buitenwacht.
15. Voorbereider.

Voorbereiding

De candidaten voor den 18den graad worden in een afzonderlijk vertrek ontvangen door den Voorber\ . Deze wijst hen op den ernst van den stap dien ze op het punt staan te doen en legt er den nadruk op dat het verkrijgen van den 18den graad bovenal grooter toewijding eischt aan de belangen van de maç\ orde in het algemeen en dat het de plicht van ieder Rozekruiser is, de liefde, hem in dezen graad onderricht, aan te wenden tot vereeniging van de menschen in het algemeen en tot meerdere samenbrenging en aaneensluiting der Loges, aldus het verband van het Orde-leven versterkende.
Zijn aandacht moet dus steeds in de eerste plaats gericht zijn op al wat bevorderlijk kan zijn voor de eenheid van het geheel.
De Voorber\ deelt mede dat een der candidaten na afloop der ceremonie het Kap\ behoort te bedanken mede namens de overigen.
De candidaten onderteekenen in de ontvangkamer het verzoekschrift.

Ceremonie voor het Openen van het Kapittel in den Rooden Tempel

Als de Ridders en Edelvrouwen bijeengekomen en met hunne Onderscheidingsteekens bekleed zijn, neemt de Z\ W\ zijn zetel in, en na gezien te hebben dat alle Officieren op hunne plaatsen zijn, geeft hij een sterken slag, welke beantwoord wordt door den 1sten Gr\ B\ , 2den Gr\ Br\ , Off\ van de W\ en den Buitenw\ .
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen, helpt mij den arbeid van dit Soevereine Kapittel ... van Rozekruisers van Heredom in de vallei van ... te hervatten.
Allen plaatsen zich in twee rijen, een in het Noorden, de andere in het Zuiden.

1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen in de vallei van het Noorden, in den naam van den Zeer Wijze verzoek ik u uwen arheid in dit Soevereine Kapittel te hervatten.
2de Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen in de vallei van het Zuiden, in den naam van den Zeer Wijze en van den 1sten Groot-Bewaarder verzoek ik u uwen arbeid in de vallei van het Zuiden te hervatten in dit Soevereine Kapittel.
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Zeer Wijze, de oproep heeft weerklonken.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte 1ste Groot-Bewaarder, welke is uw eerste plicht in het Kapittel?
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Mijzelf te verzekeren dat het Kapittel behoorlijk gedekt is en alleen Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis tegenwoordig zijn.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte Groot-Bewaarders, wilt gij zorgdragen dat alles binnen en buiten veilig zij?
2de Gr\ B\ :
Uitverkoren en Volmaakte Groot-Maarschalk, wilt gij zien of het Kapittel behoorlijk gedekt is?
Z\ W\ , geeft één slag:
In den stand, Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen.
Allen staan op met het teeken van den G\ H\ .De Gr\ B\ s verlaten hunne zetels en plaatsen zich in het Westen aan het hoofd van elke kolom. De Gr\ M\ ontvangt het T\ en het W\ van den Off\ van de W\ , die het op zijn beurt ontvangt van den Buitenw\ .

Gr\ M\ :
Uitverkoren en Verheven 2de Groot-Bewaarder, het Kapittel is behoorlijk gedekt.
2de Gr\ B\ :
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, alles is veilig buiten.
Wanneer dit is geschied, deelt ieder der R\ en E\ het T\ en het W\ mede aan den Gr\ B\ van zijn of haar kolom, als deze langs zijn of haar kolom van het Westen naar het Oosten gaat.

1ste Gr\ B\ , van uit het O\ :
Zeer Wijze, wij kunnen in veiligheid arbeiden. Het Kapittel is van buiten beveiligd en alle aanwezigen zijn Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis.
De Gr\ B\ s gaan naar hunne zetels in het Westen terug.

Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte 1ste Groot-Bewaarder, hoe laat is het?
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Zeer Wijze, dit is het uur waarop de Zon verborgen werd en duisternis zich over de Aarde verspreidde, de Vlammende Ster verdween, het Heilig Woord verloren ging en de werktuigen der Vrijmetselarij verstrooid werden.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte 2e Groot-Bewaarder, waarom zijn wij hier bijeengekomen?
2de Gr\ B\ , geeft één slag:
Zeer Wijze, wij zijn hier bijeengekomen om het verloren Woord te zoeken, dat wij met uwe hulp hopen terug te vinden.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen, laten wij arbeiden teneinde het verloren Woord te vinden, en de plichten van dit Soevereine Kapittel weder ter hand te nemen.
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen in de vallei van het Noorden, de arbeid van dit Soevereine Kapittel zal weder hervat worden.
2de Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen.in de vallei van het Zuiden, de arbeid van dit Soevereine Kapittel zal weder hervat worden.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen trekt uw zwaard.
De Z\ W\ heft zijn zwaard in de rechterhand omhoog.

Z\ W\ :
Ter Verheerlijking van den Alwijze, ter volmaking der Menschheid, die arbeidt om Broederschap en Vrede op Aarde te doen heerschen; in den naam en onder het gezag van den Opperraad der Algemeene Gemengde Vrijmetselarij, en krachtens de macht die mij verleend is als Zeer Wijze Soeverein, verklaar ik den arbeid van dit Soevereine Kapittel No.... in de vallei van ... voor hervat.
Z\ W\ , geeft het teeken:
....
Alle R\ en E\ , geven het contrateeken:
....
Z\ W\ , met het contrateeken:
....
Allen, met het teeken:
....
De Z\ W\ en alle R\ en E\ steken de zwaarden op.

Allen, met het teeken van A\ :
Heil, Heil, Heil!
Z\ W\ :
Mogen Eenheid, Gerechtigheid en Hoop ons leiden en schragen.
De Z\ W\ brengt zijn rechterhand met alle vingers behalve den wijsvinger gesloten naar zijn voorhoofd.
Z\ W\ geeft de slagen ***   ***   *.
1ste Gr\ B\ : ***   ***   *.
2de Gr\ B\ : ***   ***   *.
Off\ van de W\ : *** *** *.
Buitenw\ : *** *** *.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Volmaakte Ridders en Edelvrouwen, zet u neder.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Kanselier, wees zoo goed de rol te lezen.
Deze wordt gelezen en er wordt mededeeling gedaan van ingekomen verontschuldigingen.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Kanselier, wees zoo goed den oproepingsbrief voor deze bijeenkomst te lezen.
Dit geschiedt.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Kanselier, wees zoo goed de gegraveerde kolom van onzen laatsten arbeid voor te lezen.
De Notulen worden gelezen, goedgekeurd en later geteekend door den Z\ W\ .

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Groot-Bewaarders, ik verzoek u, den Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen in uwe valleien te vragen of zij eenige opmerkingen hebben te maken over het geheel of een gedeelte van de kolom van onzen laatsten arbeid.
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen in de vallei van het Noorden, hebt gij eenigerlei opmerking te maken over de kolom die zoo juist afgelezen is?
2de Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen in de vallei van het Zuiden, hebt gij eenigerlei opmerking te maken over de kolom die zoo juist afgelezen is?
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Zeer Wijze, stilte heerst in beide valleien.
Z\ W\ , geeft één slag:
Daar niemand het woord vraagt, wachten wij, Uitverkoren en Verheven Ridder van Welsprekendheid, op uw oordeel.
R\ van W\ :
Zeer Wijze, daar er geen opmerkingen gemaakt zijn. ben ik van gevoelen, de gegraveerde kolom van onzen laatsten arbeid aan te nemen.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, gij hebt het gevoelen van den Uitverkoren en Verheven Ridder van Welsprekendheid vernomen; indien gij ten gunste zijt van zijn besluit, wilt dit dan op de gebruikelijke wijze te kennen geven.
De R\ en E\ heffen hun hand omhoog ten teeken van goedkeuring en laten die wederom vallen.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, gij hebt uit onzen oproepingsbrief gezien, dat onze arbeid zal bestaan in het vervolmaken van de volgende candidaten (leest de namen voo). Ik verzoek u mij bij te staan in onzen verderen arbeid in den Zwarten Tempel.
De Z\ W\ , voorafgegaan door den Cer\ die het vaandel draagt, gevolgd door de Gr\ B\ s en alle R\ en E\ verlaten den Rooden Tempel, en allen gaan naar den Zwarten Tempel. welke slechts verlicht is door een drie-armigen kandelaber op het piedestal van den Z\ W\ en de lichten in de Zuilen. De R\ en E\ nemen ter weerszijden plaats. De Onderscheidingsteekenen worden tot zwarte gekeerd.

Eerste Ontvangst van de candidaten in den Zwarten Tempel

Loge van R\ en E\ van het Oosten en Westen.

Z\ M\ , geeft één slag: Waarde Ridders en Edelvrouwen, krachtens de macht die mij verleend is door den Opperraad, verklaar ik deze Loge van Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen behoorlijk geopend **   **   **   *.
Off\ van de W\ : **   **   **   *.
Buitenw\ : **   **   **   *.
Z\ W\ :
Waarde Schatbewaarder, gij kunt thans den Tempel dekken.
De Schatbew\ gaat naar de candidaten en keert terug.

Schatbew\ :
Zeer Machtige, alles is in orde bevonden.
Z\ M\ :
Waarde Groot-Maarschalk, gij kunt u verwijderen om het verzoekschrift van de candidaten in ontvangst te nemen.
Dit geschiedt. Bij zijne terugkomst geeft hij de verzoekschriften aan den Z\ M\ .

Z\ M\ :
Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen, Zusters en Broeders verzoeken toegelaten te worden tot deze Loge. Indien gij van meening zijt dat dit moet geschieden. gelieft dit dan op de gebruikelijke wijze te kennen te geven.
De R\ en E\ heffen hun rechterhand omhoog.
Z\ M\ :
Waarde Groot-Maarschalk, ik verzoek u den Tempel te dekken en de candidaten hierheen te voeren.
De W\ Gr\ M\ dekt den Tempel en geeft later het teeken dat men zich aan de poort van den Tempel bevindt **   *.
Off\ van de W\ :
Waarde 2de Groot-Bewaarder, er is geraas.
2de Gr\ B\ :
Zeer Machtige, er is geraas.
Z\ M\ :
Waarde 2de Groot-Bewaarder, onderzoek wie toelating verlangt.
De 2de Gr\ B\ gaat naar buiten en stelt een onderzoek in bij den Gr\ M\ .

2de Gr\ B\ :
Wie hebt gij daar?
Gr\ M\ :
Zusters en Broeders ..., die regelmatig zijn ingewijd, bevorderd en verheven in de drie graden der Blauwe Vrijmetselarij. Zij hebben mij een verzoekschrift overhandigd, dat aan den Zeer Machtige werd gegeven en zij zoeken thans meer licht en hopen te worden toegelaten tot dit Soevereine Kapittel.
2de Gr\ B\ :
Wacht hier, terwijl ik het Soevereine Kapittel een en ander mededeel.
De 2de Gr\ B\ treedt weder binnen en zegt tot den Z\ M\ :
Zeer Machtige, aan den ingang tot dit kapittel staan de Zusters en Broeders, die door den Groot-Maarschalk u een verzoekschrift aanboden om te worden toegelaten.
Z\ M\ :
Deze Waardige Meesters zijn ons bekend. Laat hen toe.
De 2de Gr\ B\ gaat zitten, de Off\ van de W\ laat den Gr\ M\ en de candidaten toe, die als M\ M\ groeten; men laat hen plaats nemen in het Westen.

Z\ M\ :
Zusters en Broeders, zet u neder.
Zusters en Broeders, alvorens gij den graad kunt verkrijgen, welken gij begeert te bekomen, is het mijn plicht u te herinneren aan het onderricht, dat u vroeger gegeven werd en dat ongetwijfeld verstandelijk door u werd begrepen. De Algemeen Gemengde Vrijmetselarij is, zooals gij reeds weet, de Tempel die openstaat voor alle verheven gevoelens, voor alle schoone gedachten, voor alle edele strevingen van mannen en vrouwen. Zij vormt de voorhoede van vooruitgang en beschaving. Om hare leering indrukwekkender te maken, heeft zij deze gehuld in symbolen en allegorieën, en onderricht deze in graden. zoodat zij, haar leden nauwgezet waarnemend, hun leering kan geven, die zich bij hun begrip aansluit.
De methode is eenvoudig.
Daar zij de noodzakelijkheid erkent om den leden in breede trekken de algemeene geschiedenis der menschheid voor te leggen, niet van het standpunt van gebeurtenissen, maar van hare intellectueele en zedelijke ontwikkeling, heeft de Algemeene Gemengde Vrijmetselarij een eenvoudige methode en practische middelen gevonden, die zonder lange en zware studie te vereischen, de candidaten gradueel inwijdt in de noodige kennis.
Geboren en levende onder Westersche volkeren, waar godsdienstige begrippen hun voornaamsten oorsprong vinden in de Bijbelsche overleveringen, heeft zij, ten einde hare leeringen niet te doen afwijken van die der mannelijke vrijmetselarij, haar oudere zuster, alle symbolen, mythen en oude legenden bewaard, die in de Hebreeuwsche boeken gevonden worden. Beginnende met de bevestiging van de menschelijke rechten, nimmer afwijkende van dat pad, den Menschelijken Geest volgende door al zijn godsdienstige openbaringen, gaat de Gemengde Vrijmetselarij van het Judaïsme langs den weg der religie over tot de ware Wijsbegeerte, opdat degenen, die eenmaal verheven hopen te worden tot den 30sten graad, als het ware het leven der Menschheid zullen doorleven, van de lang vervlogen tijdperken in den dageraad der geschiedenis af tot op onzen eigen tijd, en zij heeft daarom hare leeringen verdeeld in drie duidelijk onderscheiden tijdperken:
1. Het tijdperk van het Hebraïsme en de Bouwkunst.
2. Het tijdperk van den Godsdienst met alle verschillende geloofsvormen.
3. Het tijdperk van Wijsbegeerte en Wetenschap, waarin wij ons thans bevinden.
De Gemengde Vrijmetselarij, ziende dat te allen tijde de kerkelijke geloofsvormen de menschen van elkander hebben verwijderd, tracht door haar bij uitstek humanistische leeringen alle rassen, volkeren en nationaliteiten te vereenigen in één groote universeele Broederschap zonder onderscheid van geloof.
Het Judaïsche stadium der Vrijmetselarij omvatte de eerste 16 graden, waarvan drie u reeds bekend zijn. In dit stadium vinden wij de Semitische ontwikkeling. Alles is Oostersch - Jeruzalem, Saloma en zijn Tempel, Tyrus en Hiram, Zerubbabel en Cyrus. De Paswoorden zijn Hebreeuwsch of Syrisch; zelfs de teekens stellen letters voor uit het Hebreeuwsche alfabet. Tot den l7den graad heeft de Moderne Vrijmetselarij slechts het ras der kinderen van Shem gevolgd, geloovende in één enkelen God; zij heeft de Polytheïstische Kinderen van Japhet verwaarloosd.
Toen het Christendom opkwam in het Westen, toen het geloof in de Eenheid van God niet langer beperkt bleef tot het Oosten, doch zich over de wereld verspreidde, vereenigde de Vrijmetselarij deze twee uitingen en stichtte zij den 17den graad, dien van de Ridders van het Oosten en Westen. Zij liet het Judaïsme achter zich. trad het tweede stadium binnen, en kwam onder den invloed van de Christelijke religie, terwijl tevens al de uitingen van de zeer materialistische beschaving die daarmede samenging. zich deden gelden. Laat ons thans eerst de 17 graden beschouwen.
Begrijpt goed, dat wanneer wij de godsdienstige evolutie der Menschheid nagaan door de eeuwen heen, wij zulks doen louter ter bestudeering van het verleden, en in de hoop, dat gij ten slotte zult stijgen boven alle vooroordeel en zult komen tot de eene Waarheid die boven alle begrensde vormen uitgaat. Want in het Hoogste zullen alle menschen elkander ontmoeten.
De eerste Graad - de Aangenomen Leerling.
De Leerling wordt opgenomen in de Gemengde Vrijmetselarij als iemand die in staat is, voortdurend vooruitgang te maken in het ware Mensch-zijn.
In de werkdadige Vrijmetselarij der Middeleeuwen was hij de dienaar zijner Meesters. Hij moest stilzwijgend opmerken en leeren in de werkplaats; hij volgde den arbeid der Meesters, bracht het materiaal aan en was onderdanig en gehoorzaam. Luisterende naar de bevelen zijner meerderen, gebonden door een gelofte, onwetend omtrent de geheimen van Wetenschap, Kunst en Wijsheid, wachtte hij op de belooning, die zijn vlijt verdiende.
Zijn eenig recht was een stem te hebben in de verkiezing van het hoofd der werkplaats, uit een lijst van de waardigsten, opgemaakt door de Meesters zelven. Het leerlingschap was een beproeving van gewilligheid en onderworpenheid. Toen de maçonnieke instellingen ordelijke gilden werden, moest de leerling zekere physieke beproevingen doorstaan. De bespiegelende Vrijmetselarij heeft enkele dezer beproevingen bewaard als een traditioneele wijze om de verbeelding te treffen van haar leden, hun aantoonende dat het pad van Wijsheid vol moeilijkheden is, en dat wetenschap slechts het begin is van een onbepaalden vooruitgang.
Nu wij deze eerste leeringen der geschiedkundige Vrijmetselarij hebben beschouwd, gaan wij over tot den tweeden graad.
De Tweede Graad - de Gezel.
De Gezellen worden gekozen door de Meesters, die hen oproepen tot de studie der vrije kunsten en hen inwijden in de beginselen der wetenschap, hun leerende de physieke en intellectueele gereedschappen te gebruiken, welke in de allegorie worden aangegeven. Maar welke kennis de Gezel ook moge verwerven, hij is nog lang niet in staat, volmaakt werk te verrichten. De steenen, bestemd voor het bouwen van den Tempel waaraan hij arbeidt, zijn nog niet voldoende gepolijst. Hij is op den goeden weg, doch menige poging is noodig om hem te maken tot een volmaakt handwerksman. Deze graad is de Verheerlijking van den Arbeid.
De Derde Graad - de Meester- Vrijmetselaar.
Het is duidelijk dat de derde graad, die van den Meester-Vrijmetselaar, de belangrijkste graad is in symbolieke Vrijmetselarij; de allegorie welke bij bevat is verheven. De Tempel vertoont een aanzien van verwarring; overal zien wij teekenen van rouw, die aan dezen graad het kenmerk van een graflegging geven; onze voorvaderen wilden daardoor aantoonen, dat het werk van een menschelijk wezen slechts moest ophouden bij zijn dood. Te midden eener diepe stilte wordt de stem van den Achtbaren Meester vernomen. die de dichterlijke legende verhaalt van den dood van Hiram-Abiff, een eenvoudige en treffende allegorie, waarin de Geest van het Goede, aangevallen en terneergeslagen door Trots, herleeft en opstaat uit het graf om door alle eeuwen heen in de Menschheid te leven. Alle geloofsvormen hebben de vereering van het graf geheiligd: de Vrijmetselarij is verder gegaan, en terwijl haar Gezellen in het graf worden geworpen, opdat de Geest worde gelouterd van zijn oude vooroordeelen, gaat zij voort hen te onderrichten met het verhaal van het leven des Meesters; de Gezel werd gedood door de hartstochten der Menschheid: hij moet herrijzen, gelouterd en verlicht, want om zich heen heeft hij de Meesters zien gaan om het Licht te zoeken.
Alles bewijst dat deze graad behoort tot de primitieve tijden der Vrijmetselarij; enkele maçonnieke lichamen gaan niet verder voort met de hierarchie van deze Riten; doch de Schotsche Ritus meer wijsgeerig van aard, heeft den vooruitgang van het intellect door de eeuwen heen gevolgd, en werkt ook in andere graden, hoewel hij om verschillende redenen, die gij zoo dadelijk zult begrijpen, slechts zeer overzichtelijk van den 4den tot den 17den graad overgaat.
Z\ M\ :
Waarde Ridder van Welsprekendheid, wilt gij deze graden aan de Candidaten verklaren, alvorens de graad van Ridder van het Rozekruis hun verleend wordt?
Zusters en Broeders, luistert thans naar den Ridder van Welsprekendheid.
R\ van W\ :
Zusters en Broeders, de graden van den 4den tot en met den 16den, waarvan hier slechts een kort overzicht wordt gegeven, hebben hun ritualen en die zijn ook gebruikt geworden; in enkele landen wordt nog in twee of drie daarvan gewerkt. In de maçonnieke keten mag geen schakel ontbreken, want het verlies van één schakel zou haar doen breken en dan ware zij niet langer een volmaakte keten, de keten van eenheid, opnieuw aaneengeschakeld na iederen breuk.
De Vierde Graad - de Geheime Meester.
Deze graad behoort tot het Hebreeuwsche stelsel: de candidaat verklaart dat hij in de diepten van het Heiligdom den naam van den God van Mozes heeft gezien, geschreven in het brandend braambosch. Zij is eene verdieping van de leering in den 1ste graad gegeven met betrekking tot stilzwijgendheid en geheimouding.
De Vijfde Graad - de Volmaakte Meester.
Deze graad moet in voortdurende herinnering houden de hulde, welke door Salomo aan Hiram werd bewezen, toen hij hem een praalgraf oprichtte. In de lagere graden is het symbool der Godheid een driehoek; hier verschijnt thans de cirkel, een Indisch en Egyptisch symbool. Van dit punt af treedt een nieuw licht op in de Vrijmetselarij, voortkomende uit het invoeren van dit nieuwe zinnebeeld.. IJver en eerlijkheid zijn de deugden, in dezen graad aan te kweeken.
De Zesde Graad - de Geheimschrijver.
Deze graad geeft de belooning aan, welke de getrouwheid met zich brengt. Verder onderricht hij hoe als vredestichter op te treden bij geschillen.
De Zevende Grand - Provoost en Rechter.
Denkbeelden van wraak en boetedoening kenmerken dezen graad, maar een symbool van Genade wordt gezien in den gouden sleutel, welke de ebbenhouten koffer moet openen, die zich bevindt in het voor den profaan gesloten Heiligdom. De les van dezen graad is het aanleeren van Rechtvaardigheid.
De Achtste Graad - Opziener der Gebouwen.
Deze graad getuigt van de glorie van het intellectueel denken, dat zijn plaats vervult naast handenarbeid, de plaats van het scheppend en richtend intellect. Het symbool is de tafel van den geleerden wijsgeer en Meester Pythagoras.
De Negende Graad - Uitverkoren Meester der Negen.
In dezen graad wordt op angstwekkende wijze voorbereidingen gemaakt voor de bestraffing van den voornaamsten moordenaar van Hiram. Deze graad ontstond in de Middeleeuwen, toen pelgrims naar het Oosten trokken om den dood te herdenken van hem die de Meester werd genoemd. In enkele landen whrdt gewerkt in dezen graad, welke als de grondslag voor verschillende genootschappen heeft gediend. Oorspronkelijk werd bij ingesteld om trouw, gehoorzaamheid en toewijding te beloonen en de les ervan is "Bescherm den verdrukte tegenover den verdrukker".
De Tiende Graad - Verheven, Uitverkoren Meester der Vijftien.
Deze graad is het vervolg op den voorgaanden. De verlichte Uitverkorene van de Vijftien doodt den voornaamsten moordenaar van Hiram.
Hij onderricht Verdraagzaamheid en Vrijzinnigheid tegenover Fanatisme en Vervolging.
De Elfde Graad - Opperuitverkoren Ridder.
In dezen graad worden vijftien Ridders gekozen om de twee overgebleven moordenaars van Hiram te zoeken en te ontdekken, en hen zonder genade te dooden. De reeks symbolische beproevingen, waaraan de candidaat in deze laatste drie graden werd onderworpen, waarin slechts dolken en wraak worden gevonden, beproevingen die slechts verdicht en symbolisch waren, heeft altijd tot basis gediend voor de lasteringen door de vijanden onzer eerbiedwaardige Orde rondgestrooid. De lessen der beide voorgaande graden worden vervolgd: De ware Vrijmetselaar moet arbeiden om de vrijheid van zijn volk in ieder opzicht te verkrijgen en te bevestigen.
De Twaalfde Graad - Groot Meester Bouwheer.
Deze graad herinnert den candidaat aan de leering, iets verder doorgevoerd, welke hij ontving na zijn tweede reis in den Gezellengraad. De bouwkunst en de symbolische toepassing dezer kunst ter vervolmaking van den Ingewijde worden in het volle licht gesteld, opdat zijn hart vorm moge geven aan de zedelijke sieraden. welke het tot een Tempel maken van Liefde tot de Menschheid, van Rechtvaardigheid en Waarheid.
De Dertiende Graad - Royal Arch.
De Vrijmetselarij stelde zich niet tevreden met de scheppende kracht van den Opperbouwheer des Heelals te belijden, maar trachtte ook den menschen te leeren, Zijne Almacht lief te hebben. Dit was het doel van den 13den graad. welke, de staf doordringende van het denkbeeld van Eenheid, den Geest zoekt voor te bereiden om de meest verheven openbaringen te ontvangen. Deze graad waarin in Engeland wordt gewerkt, wordt gebruikt als een toevoeging aan de Blauwe Vrijmetselarij.
Hij leert den ingewijde te lezen in het Boek des Levens.
De Viertiende Graad - Groot Schotsch Ridder van het Heilig Gewelf, of Verheven Vrijmetselaar.
Deze graad wijst zijn ingewijden er op, dat zij al hun kracht moeten aanwenden tot loutering van de wereld. Zij herinnert aan het Heilig Mithraïsch Gewelf, de woonplaats van de Godheid, waarin men afdaalde en waaruit men opsteeg langs de Mithraïsche ladder van zeven treden.
Elke Ridder draagt een ring met het devies: "De deugd vereenigt wat de Dood niet kan scheiden."
De Vijftiende Graad - Ridder van het Oosten of van het Zwaard.
De veranderingen, door den tijd teweeggebracht in alle zedelijke instellingen, worden aangegeven in dezen graad, alsmede de vele overleveringen, welke tot ons zijn gekomen, zoowel uit het Oosten als het Westen. De graad onderricht ons dat wij Kruisridders moeten zijn en een kruistocht moeten voeren tegen onwetendbeid, onverdraagzaamheid, bijgeloof en dwaling. Wij zien er in, dat eenheid kracht geeft, dat kracht zich moet paren aan voorzichtigheid. Dit wordt ons geleerd door het symbool der hereeniging van de Israëlieten, die, om veilig te kunnen arbeiden aan den bouw van den nieuwen Tempel, naar men zegt. een zwaard in de eene hand en een troffel in de andere hand hielden.
De Zestiende Graad - Prins van Jeruzalem.
Deze graad moet worden beschouwd als het vervolg op den 15den graad; hij toont de belooning, welke is weggelegd voor moed, vastberadenheid en volharding, welke de Kruisridder ten toon spreidt, Hij bereidt het Hemelsch Jeruzalem. Deze twee graden vonden hun oorsprong in de Riddertijd, ten tijde der Kruistochten, doch in de Vrijmetselarij hebben zij een symbolische beteekenis gekregen.
De Zeventiende Graad - Ridder van het Oosten en Westen.
Deze graad is de eerste philosophische graad in de Oude Schotsche Ritus. Hij herinnert aan de samensmelting van verschillende orden op het oude Vasteland in de Orde van de Ridders van Malta. Hij werd geschapen in 1118 gedurende den eersten Kruistocht. De graad is een vervolg op de beide voorgaande en maakt voor zijn symboliek gebruik van de krijgstochten, bekend als de Kruistochten. Hij wekt de herinnering op aan de vreedzame Kruistochten der Vrijmetselarij, welke ten doel hebben te strijden tegen de onverdraagzaamheid en het fanatisme, welke in het verleden zooveel lijden over het Menschdom hebben gebracht.
R\ van W\ :
Zusters en Broeders, luistert thans naar den Zeer Machtige.
Z\ M\ :
Zusters en Broeders, gelijk gij hebt gezien, was het noodzakelijk om een overzicht te geven van de verschillende graden in hun verband van den 3den tot den 18den, opdat gij de logische opvolging in onze organisatie zoudt zien, immer door onze bestrijders voorgesteld in verkeerde en afstootende kleuren. De instructie, welke thans volgt, bestaat uit zekere wijsgeerige en geschiedkundige inzichten over deze verschillende graden. De graden van den 4den tot den 17den worden meestal gegeven zonder eenige bijzondere ceremoniën en zonder de oude formules en ritualen te gebruiken. volgens welke nog door enkele kapittels van andere Riten wordt gewerkt. Ons bieden zij een studie van gebeurtenissen uit het verleden, en daarom vestigen wij er onze aandacht op, want naar onze meening houdt alles wat tot de geschiedenis der Menschheid behoort, de een of andere nuttige leering in, waarnaar wij in haar uiterlijke en innerlijke beteekenis moeten zoeken.
Van den 17den graad af treden wij het Christelijke tijdperk binnen, gedurende hetwelk alle uitingen van een nieuwen eeredienst ontstonden, met voorbeeldelooze geestdrift en warmte. Toen de leer van Christus haar intrede deed, begon een tot nog toe onbekend gevoel het volk wakker te schudden. De armen begonnen te verlangen naar werkzaamheid, vrijheid, gelijkheid, broederschap, rechtvaardigheid en eenheid. Gedurende 18 eeuwen zochten zij, in de meening dat zij maatschappelijke rechtvaardigheid zouden bereiken door het Christendom. Geleid door het geloof in de Eenheid van God, gaven zij den vrijen teugel aan hunne verbeelding en gaven zich over aan een overvloed van godsdienstige denkbeelden, geboren uit een hartstochtelijke liefde voor Hem, die naar zij meenden hun de poort des eeuwigen levens zou openen. Geloof en bevestiging zijn niet voldoende; zij wenschen te vereeren, te aanbidden als bewijs hunner dankbaarheid jegens de Eerste Oorzaak, waaruit zij voortkomen. Een beroep op de rede en de logica is nutteloos. De mensch gelooft slechts en betuigt zijn geloof met al de levendigheid van gevoel en hartstocht, welke de jeugd eigen zijn. Wij bevinden ons in het midden der Middeleeuwen. De Grieksch- Romeinsche beschaving
is verdwenen. De wereld verkeert in de dichte duisternis der onwetendheid; nauwelijks straalt een glimp van Wetenschap van uit het inwendige der kloosters. waarin Monniken zich verzadigen met Grieksche en Romeinsche letterkunde. Macht is alles; Rechtvaardigheid bestaat zelfs niet in naam. Wij verkeeren in een chaos van gewoonten, wetten en tradities, overgebleven na den val van het Romeinsche Rijk. Er is zelfs geen strijd tusschen de zwakken en de sterken; de zwakken zijn verpletterd. Overal vindt men onwettigheden, gepaard aan geweld; misbruiken van meesters jegens slaven, van overwinners jegens overwonnenen, van heeren en edellieden jegens lijfeigenen. Brute kracht heerscht met de schandelijke en afschuwelijke uitbuiting van menschen door menschen, welke zal voortduren tot het Recht in de Menschheid zegepraalt. want dat alleen kan de maatschappelijke rechtvaardigheid oppermachtig maken.
In zulk eene omgeving ontstond te midden der onderdrukkers zelven een instelling, die zich verzette tegen het verpletteren der zwakken door de sterken, en die onbewust den weg baande voor de verlossing der onderdrukten en voor de verkondiging, duizend jaar later, van de rechten van den mensch en den burger. Deze instelling was de Ridderschap.
Te midden der tiranie van het feudale stelsel, in een tijdperk van onwetendheid en barbaarschheid, verdedigde de Ridderschap tot op zekere hoogte de zwakken; zij toonde een eerbiedige liefde voor de vrouw, leerde dat het grootmoedig was te weigeren, iemand, die ontwapend of overmeesterd was, als een vijand te behandelen, en verkondigde de stelling, welke in eenvoudigen vorm de theorie en de praktijk eener hooge moraal samenvat: "Doe uw plicht, laat komen wat wil" (Fais ce que dais, advienne que pourra).
Z\ M\ :
Zusters en Broeders, ik zal u thans door communicatie den 4den tot en met den 17den graad verleenen en u ontvangen als Ridder en Edelvrouwe van het Oosten en Westen.
In het teeken, Zusters en Broeders
De candidaten gaan staan in het teeken van M\ M\ .

Waarde Ridders en Edelvrouwen, staat op en trekt uw zwaarden. Waarde Groot-Maarschalk, laat de candidaten vooruit treden naar het Altaar.
De W\ Gr\ M\ treedt met de candidaten naar het O\ onder het stalen gewelf.

Z\ M\ :
Zusters en Broeders, gij moet thans een eed afleggen betreffende de graden van den 4den tot en met den 17den, welke ik u zal verleenen. Knielt op uw rechterknie, heft uw rechterhand op ten hemel en zegt mij na, uw naam voor den mijnen in de plaats stellend:

Eed

Ik, ..., overtuigd dat Onwetendheid dwaling voortbrengt en over het lot der Menschen den noodlottigsten en treurigsten invloed uitoefent, zweer plechtig overal en te allen tijde de zuivere leerstellingen van de Wetenschap, van de Maatschappelijke Rechtvaardigheid, van het Recht van den Mensch en van de Maçonnieke beginselen te volgen en te verspreiden en nooit onwettig één of meer der geheimen of mysteriën behoorende tot de onderscheidene graden van den 4den tot den 17den, beide ingesloten, te onthullen. Zo waarlijk helpe mij de Almachtige en houde mij standvastig in deze mijnen eed.
Z\ M\ , het zwaard opheffende:
Ter verheerlijking van den Almachtige, ter volmaking der Menschheid, in naam en onder gezag van den Opperraad der Algemene Gemengde Vrijmetselarij, krachtens de macht mij verleend, verklaar ik u, ..., bekleed met den 4den tot den 17den graad, beide inbegrepen. **   **   **   *.
Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen, laten wij onze nieuw ingewijde Zusters en broeders begroeten met de batterij: **   **   **   *.
Waarde Groot-Maarschalk, geleid de candidaten thans naar het Westen.
Zusters en Broeders, ik zal u thans de Teekens, Aanrakingen en Woorden van dezen graad mededeelen.
De Z\ M\ begeeft zich naar het Westen.

Het Heilige Woord is Abaddon en wordt uitgesproken terwijl men over den rechterschouder ziet; dit wordt beantwoord door het paswoord Zehabulon, uitgesproken terwijl men over den 1inkerschouder ziet.
Het teeken wordt gegeven door de vingers der rechterhand dicht te knijpen behalve den wijsvinger en dezen naar het voorhoofd te brengen.
Om een ander te bewijzen dat ook gij een Ridder of een Edelvrouwe zijt, plaatst gij de linkerhand met de vingers uitgestrekt in zijn rechterhand, hij bedekt die met zijn linkerhand, beide ziet gij over den rechterschouder. Raak met uw linkerhand zijn linkerschouder aan, hij raakt met zijn rechterhand uw rechterschouder aan; laat daarop de handen vallen; raak zijn linkerschouder aan, hij ziet over zijn rechterschouder en zegt Abaddon, en gij antwoordt Zehabulon.
De batterij is **   **   **   *.
De Stappen zijn de zeven regelmatige schreden, de zeven zijden van een zevenvlak vormende. Voor uw leering zal ik ze voor doen, gij moet mij daarna nadoen.
Ieder R\ en E\ herhaalt de s\ met den Gr\ M\ .

Z\ M\ :
Waarde Ridders en Edelvrouwen, gij kunt nu vertrekken en u voorbereiden om bij uwe reizen op onderzoek naar het verloren Woord weder binnen te komen.
De Gr\ M\ leidt de candidaten buiten den Tempel en treedt wederom binnen.

Z\ M\ :
Waarde Ridders en Edelvrouwen, krachtens de macht mij verleend, verklaar ik deze Loge van Ridders van het Oosten en Westen gesloten. **   **   **   *.
Off\ van de W\ : **   **   **   *.
Buitenw\ : **   **   **   *.

Tweede ontvangst van de candidaten in den Zwarten Tempel.

Z\ W\ , geeft één slag: Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, wij moeten thans in de wijsheid van het Rozekruis inwijden de Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen .... Wanneer gij van meening zijt dat zij moeten worden toegelaten, verzoek ik u, dit op de gebruikelijke wijze te kennen te geven.
De R\ en E\ heffen als bewijs van instemming hun hand op.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk, wilt gij u terug trekken en met de Waarde Ridders en Edelvrouwen terugkeeren.
De Gr\ M\ trekt zich terug, voert de candidaten tot de Tempelpoort en klopt **   **   **   *.
Off\ van de W\ :
Uitverkoren en Verheven 2e Groot-Bewaarder, er is geraas.
2de Gr\ B\ :
Zeer Wijze, er is geraas.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven 2e Groot-Bewaarder, onderzoek wie toelating verlangt.
De U\ en V\ 2de Gr\ B\ verlaat zijn zetel, gaat naar buiten, en stelt een onderzoek in bij den Gr\ M\ .

2de Gr\ B\ :
Wie hebt gij daar?
Gr\ M\ :
De Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen ..., die verdwaald zijn en een gids zoeken om hun weg terug te vinden.
2de Gr\ B\ :
Wacht hier, terwijl ik verslag uitbreng aan den Zeer Wijze.
De U\ en V\ 2de Gr\ B\ treedt weder binnen en brengt verslag uit aan den Z\ W\ :

Zeer Wijze, buiten den Tempel staan thans de Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen ..., die toelating verlangen.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven 2e Groot-Bewaarder, zijn zij getoetst en herkend?
2de Gr\ B\ :
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk, die hen vergezelt, heeft hen getoetst en herkend, en acht hen waardig toegelaten te worden.
De U\ en V\ 2de Gr\ B\ gaat zitten; de R\ en E\ nemen de houding van droefenis aan, de oogen bedekkende met de rechterhanden het hoofd buigende. Alle lichten behalve die van de Zuilen worden uitgedaan.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Officier van de Wacht, laat hen toe.
De U\ en V\ Gr\ M\ treedt binnen met de W\ R\ en E\ die in het Westen gaan staan.

Gr\ M\ :
Uitverkoren en Verheven 2de Groot-Bewaarder, de Waarde Ridders en Edelvrouwen zijn in het Westen aangekomen.
2de Gr\ B\ :
Zeer Wijze, de Waarde Ridders en Edelvrouwen zijn in het Westen.
Z\ W\ :
Waarde Ridders en Edelvrouwen, zoodra gij bij ons binnentreedt, hebt gij waargenomen, dat wij in duisternis gehuld zijn. Geweld, onrechtvaardigheid, zedelijke wanorde, heerschen overal oppermachtig en het Woord dat eenmaal overreden kon, overtuigt de menschen niet langer, die opstandelingen zijn geworden tegen Rede, Gerechtigheid en Waarheid. Te midden van dit verval van gezond verstand, is zelfs onze arbeid verstoord; de arbeiders kennen elkander niet langer; onze gereedschappen zijn verstrooid, het licht dat ons verlichtte is uitgedoofd, het Heilige Woord is verloren gegaan. Wat kunt gij van ons onder zulke droevige omstandigheden verwachten?
Gr\ M\ :
Daar de Vrijmetselarij ons de noodzakelijkheid van onderlingen steun heeft geleerd, komen wij tot u om een gids te vragen die ons kan leiden.
Z\ W\ :
Waarheen wilt gij gaan?
Gr\ M\ :
Vluchtende uit de ongelukkige landen, waar dwaling de waarheid vernietigd heeft, waar zelfs het begrip van gerechtigheid verdwenen is, waar de mensch kwijnt onder de tirannie van ikzucht en eerzucht, zoeken wij een meer begunstigde streek, waar wij onze lotsbestemming van vooruitgang kunnen volgen, want zeker is het toch, dat het kwade niet de geheele aarde heeft verslonden.
Z\ W\ :
De gevoelens die gij tot uitdrukking brengt, winnen ons vertrouwen.
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk ga met de Ridders en Edelvrouwen verder op hun reis.
De U\ en V\ Gr\ M\ leidt de R\ en E\ drie malen rondom den Tempel. Op de eerste reis, bij het bereiken van de eerste zuil in het Noorden, spreken zij het Woord "Eenheid" uit en nemen de Letter E mede. Op de tweede reis, bij het bereiken van de tweede zuil, spreken zij het woord "Gerechtigheid" uit en nemen de G mede. Op de derde reis spreken zij bij het bereiken van de zuil in het Zuiden het woord "Hoop" uit en nemen de H mede. Daarna keeren zij naar het Westen terug, de drie letters bewarende om den Z\ W\ aan te bieden.

Gr\ M\ :
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, de reizen zijn volbracht.
1ste Gr\ B\ :
Zeer Wijze, ik stel u voor de Waarde Ridders en Edelvrouwen die van hun reizen zijn teruggekeerd.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk en Waarde Ridders en Edelvrouwen, wat hebt gij op uw reizen gezien en gehoord?
Gr\ M\ :
Wij vonden op onzen weg drie zuilen, waarop de woorden: "Eenheid", "Gerechtigheid" en "Hoop" straalden. Wij brengen de symbolen er van mede.
De U\ en V\ Gr\ M\ treedt naar den Z\ W\ toe, biedt dezen de drie letters aan en gaat naar het Westen terug.

Z\ W\ :
Hebben de woorden in u eenigerlei nieuwe denkbeelden gewekt?
Gr\ M\ :
Zeer Wijze, zij zijn voor ons eene openbaring en wij meenen in de denkbeelden aan deze woorden ontleend het uitgangspunt te zien voor een nieuwe maatschappelijke orde. Eenheid is de Sociale Staat, in welken alle menschen nauw vereend zijn, en zij zijn gelukkig of ongelukkig naarmate zij overeenstemmen, of zich van elkander verwijderen, elkander steunen of met elkander strijden. elkander helpen, of zich in blind egoïsme afzonderen. Solidariteit stort balsem in alle wonden, brengt troost in alle smarten en verlicht alle lasten; zij verheft, bemoedigt en schraagt in de grootste moeilijkheden van den strijd om het bestaan. Laten wij dezen weg bewandelen, want hij leidt tot licht en waarheid. Gerechtigheid is de wet, die een ieder zijn deel doet geworden, zóó dat de zwakken tegen de tirannie van de sterken beschermd worden, en
alle wezens gelijk worden voor de wet, welk ook hun sociale positie is. Hoop zegt ons de besliste komst van Eenheid door Gerechtigheid te verbeiden. Moge Hoop ons leiden en schragen gedurende het wachten.
Gr\ M\ , zich tot allen richtende:
Wilt gij onder deze waarlijk menschelijke inspiraties van Eenheid, Gerechtigheid en Hoop met ons gaan op onze verdere reizen?
R\ en E\ :
Ja. zeer waardige Broeder.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, herrijst van uw zetels en trekt uw zwaarden.
De R\ en E\ vormen het stalen gewelf.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk, laat de Waarde Ridders en Edelvrouwen tot het Altaar naderen.
Dit geschiedt.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, in het teeken als Ridder van het Oosten en Westen.
Waarde Ridders en Edelvrouwen, Ik moet u thans verzoeken weder een plechtigen eed af te leggen om de geheimen en mysteriën van dezen graad te bewaren; knielt dus en plaatst uw rechterhand op het kruis, terwijl het zwaard boven uw hoofd zal worden geplaatst. Zegt mij na. uw naam voor den mijnen in de plaats stellend:
Ik, ..., zweer plechtig op dit Kruis en bij dit zwaard, zinnebeeld van den moed en van de bescherming die Vrijmetselaren elkander verschuldigd zijn. in de tegenwoordigheid van de Ridders en Edelvrouwen die mij omringen, dat ik nimmer de geheimen en mysteriën van het Rozekruis van Heredom zal onthullen aan iemand ter wereld, die daarop geen recht heeft, of van wien ik meen, dat hij niet in een waar en regelmatig Kapittel is ingewijd.
Ik beloof verder op mijn woord van eer, dat ik te alle tijde trouw zal blijven aan dit Kapittel No. ... aan den Opperraad onder wiens gezag het gehouden wordt en den Vertegenwoordiger van dien Opperraad voor Nederland, dat ik nimmer zal medewerken aan het oprichten van Kapittels, die geen vrouwen toelaten of zulks zal bevorderen. Dit alles zweer ik plechtig te zullen navolgen, zonder verstandelijk voorbehoud of in de plaats stelling van eenigerlei aard.
Zoo waarlijk helpe mij de Alwijze en houde mij standvastig in dezen mijnen eed.
Z\ W\ :
Wilt dezen Eed thans bezegelen door met uwe lippen deze roos en dit Kruis aan te raken.
Staat op, behoorlijk beëedigde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen.
U\ en V\ Gr\ M\ , leidt de W\ R\ en E\ terug naar het Westen.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, waarom zijn wij hier?
1ste Gr\ B\ :
Om de verdrukten te verlossen, den weg te wijzen aan reizigers die daarvan afgeweken zijn, om het verloren Woord te zoeken, opdat wij mogen komen tot het Glorierijke Einddoel van het Menschelijk Recht en de Sociale Rechtvaardigheid.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, hoe zullen wij er in slagen het verloren Woord te vinden?
1ste Gr\ B\ :
Drie zuilen zullen ons begeleiden, Zeer Wijze.
Z\ W\ :
Waar zijn zij?
1ste Gr\ B\ :
Zeer Wijze, ik weet het niet, maar wij zullen ze vinden, want zij kunnen zelfs in de diepste duisternis worden herkend.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, laten wij op reis gaan, daar gezegd is "Zoekt en gij zult vinden".
De Z\ W\ verlaat zijn zetel en reist driemaal rondom den Tempel, gevolgd door den Cer\ die het vaandel draagt, alsmede door de U\ en V\ R\ en E\ uit het Oosten. Wanneer de Z\ W\ bij de Noorderzuil gekomen is, wordt het licht daarin gedoofd. De Z\ W\ roept uit:
Eenheid, Helaas, zij is uitgedoofd.
Bij de tweede reis, bij de zuil in het Westen roept Z\ W\ nadat het licht daarvan gedoofd is:
Gerechtigheid! Helaas! De Gerechtigheid is uitgedoofd.
Bij de derde reis, bij de zuil in het Zuiden, roept de Z\ W\ :
Hoop! De Hoop zal ons steeds verlichten. Met haar hulp zullen wij het vuur der Eenheid en der Gerechtigheid weder ontsteken.
De Z\ W\ , de Cer\ en de R\ en E\ uit het Oosten gaan in den Rooden Tempel. De 1e Gr\ B\ en de R\ en E\ uit het Noorden herhalen de drie reizen. en gaan in den
Rooden Tempel, bij iedere zuil op iedere reis uitroepende: "Hoop". De 2de Gr\ B\ en de R\ en E\ uit het Zuiden doen insgelijks. Aan den U\ en V\ Gr\ M\ en de R\ en E\ van het Oosten en Westen, die volgen, wordt de toegang tot den Rooden Tempel geweigerd. door den U\ V\ Hermes.

Hermes:
Gij kunt hier niet binnentreden. Gij moet u terugtrekken en u voorbereiden op de toelating in het Soevereine Kapittel.
De U\ en V\ Gr\ M\ geleidt de R\ en E\ uit den Zwarten Tempel in de ontvangzaal en bedekt hunne hoofden met zwart gaas. De Zwarte Tempel wordt in wanorde geworpen. slechts verlicht door de kolom in het Zuiden, en een kleine lamp in het Oosten, in welker nabijheid het kistje staat met het Woord, behoorlijk kruiselings dichtgebonden met een rood lint.
De Off\ van de W\ laat den Gr\ M\ en de R\ en E\ van het Oosten en Westen toe.
Zij doorkruisen den Tempel in allerlei richtingen. terwijl de muziek hun rusteloos zoeken weergeeft. Ten slotte houden zij ontmoedigd en terneergeslagen stil. De muziek zwijgt, om na eenige oogenblikken te weerklinken als een hemelsche troostvolle stem; de R\ en E\ hervatten hun reis en vinden het kistje. De Gr\ M\ geleidt hen uit den Tempel van Wanorde, voert hen tot de poort van den Rooden Tempel en klopt **   **   **   *.

In den Rooden Tempel

Alle Off\ en R\ en E\ nemen hunne plaatsen in bij het komen uit den Zwarten Tempel. De Onderscheidingsteekens worden tot roode veranderd.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Groot-Bewaarders, zijn alle aanwezigen Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis? Is alles veilig en is het Kapittel behoorlijk gedekt?
2de Gr\ B\ :
Uitverkoren en Verheven Officier van de Wacht, zie of alle voorzorgen genomen zijn voor onze veiligheid en het Kapittel behoorlijk gedekt is?
De U\ en V\ Off\ van de W\ loopt door den Zwarten Tempel, onderzoekt dezen, ziet dat het Kapittel behoorlijk gedekt is en keert terug.

Off\ van de W\ :
Uitverkoren en Verheven 2de Groot-Bewaarder, alles is veilig en het Kapittel is behoorlijk gedekt.
2de Gr\ B\ :
Zeer Wijze, alles is veilig.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, in het teeken van den Goede Herder.
Uitverkoren en Verheven Groot-Bewaarders, zijn alle aanwezigen in uw valleien Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis?
1ste Gr\ B\ :
Zeer Wijze, alle aanwezigen in de vallei van het Noorden zijn Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis.
2de Gr\ B\ :
Zeer Wijze, alle aanwezigen in de vallei van het Zuiden zijn Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis.
Z\ W\ :
Zet U neder,.Ridders en Edelvrouwen.

Derde Ontvangst van de candidaten in den Rooden Tempel

Gr\ M\ klopt **   **   **   * aan de Tempelpoort.
Off\ van de W\ :
Uitverkoren en Verheven 2de Groot-Bewaarder, er is geraas.
2de Gr\ B\ :
Zeer Wijze, er is geraas.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven 2de Groot-Bewaarder, ga zien wie het Kapittel stoort.
De U\ en V\ 2de Gr\ B\ verlaat zijn zetel en stelt een onderzoek in bij den Gr\ M\ .

2de Gr\ B\ :
Wie hebt gij daar?
Gr\ M\ :
De Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen die naar het verloren Woord gezocht hebben en begeeren dit aan den Zeer Wijze ter hand te stellen. daar zij meenen het gevonden te hebben.
2de Gr\ B\ :
Wacht hier, terwijl ik den Zeer Wijze van een en ander in kennis stel.
De U\ en V\ 2de Gr\ B\ treedt binnen en brengt verslag uit aan den Z\ W\ :
Zeer Wijze, het zijn de Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk, vergezeld van de Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen, die het verloren Woord gezocht hebben en het willen overhandigen, daar zij meenen het gevonden te hebben.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Officier van de Wacht, laat hen toe.
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, verrijst en trekt uw zwaarden.
De U\ en V\ R\ en E\ staan op en trekken hunne zwaarden. houden het heft in hun rechterhand en de punt in de linkerhand. De Gr\ M\ en de R\ en E\ van het Oosten en Westen treden binnen en blijven in het Westen staan.

Z\ W\ :
Steekt uwe zwaarden op en zet u neder, Ridders en Edelvrouwen
Z\ W\ :
Waarde Ridders en Edelvrouwen, vanwaar komt gij?
Gr\ M\ :
Zeer Wijze, wij hebben door het Oosten en Westen gereisd, door het Noorden en Zuiden, om het verloren Woord te zoeken. Niettegenstaande de duisternis die ons omsloot, niettegenstaande de valstrikken ons gesteld door dwaling en onwetendheid. meenen wij het gevonden te hebben.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk, deel ons uwe wederwaardigheden mede, want wij stellen er diep belang in.
Gr\ M\ :
Zeer Wijze, op zekeren dag toen wij uitgeput waren, toen onze bevende knieën zich begaven onder het gewicht van ons lichaam, toen wij geen eind konden zien aan onzen weg, toen onze ooren doof werden voor geluid, en onze stemmen waren verflauwd, toen wij verdwaald waren in de zanden der woestijn, hielden wij ontmoedigd en terneergedrukt stil. Hoe lang duurde deze zwakte? Wij weten het niet; maar dit weten wij, dat na dat lange uur van droefenis, toen wij uitgeput terneer lagen, wij onzen Innerlijken Stem hoorden. Deze sprak: "De Zon is verduisterd, nacht heeft de Aarde omhuld, de gereedschappen zijn gebroken; de Vlammende Ster is verdwenen, de arbeiders zijn verstrooid; het Woord is verloren. Toch blijft de Hoop. Schept moed, de Toorts der Hoop zal u verlichten. Gerechtigheid en Eenheid staan aan het einde van het Pad. Doet nog enkele pogingen en gij zult het doel bereiken. Gerechtigheid zal zegevieren en over een vredevolle Aarde heerschen. Staat op, mannen en vrouwen van goeden wil; uwe broeders en zusters wachten uw komst af". Aldus sprak de Innerlijke Stem en een nieuwe kracht stroomde in ons en deed ons herleven. Wij stonden op en vatten moed. Hoop vergezelde ons en wij brengen u dit kostbare kistje. meenende dat het verloren Woord daar in is.
De U\ en V\ Hermes neemt het kistje in ontvangst van den U\ en V\ Gr\ M\ , geeft het over aan den Z\ W\ en keert daarna naar het Westen terug.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, staat op en in het teeken!
De Z\ W\ opent het kistje, de R\ en E\ maken het teeken van den G\ H\ .

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridder van Welsprekendheid, ik verzoek u, dit ter behoorlijke plaatse te brengen.
De U\ en V\ R\ van W\ neemt het Woord en plaatst het boven het Altaar. Alle aanwezigen behalve de W\ R\ en E\ van het Oosten en Westen wijzen er naar terwijl zij op hun rechterknie knielen.

Z\ W\ :
Het is het Woord! Uitverkoren en Verheven Ridders, staat op en trekt uwe zwaarden!
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk, neem de sluiers van de Waarde Ridders en Edelvrouwen weg.
Dit geschiedt.

Z\ W\ :
Waarde Ridders en Edelvrouwen, het is het Woord! Verheugen wij ons over de vondst!
Z\ W\ , met het teeken: ...

Allen, met het contra-teeken: ...

Z\ W\ , met het contra-teeken: ...

Allen, met het teeken: ...

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, steekt uw zwaard op.
Z\ W\ en allen met het t\ van A\ :
H... H... H....
Z\ W\ :
Zet u neder, Ridders en Edelvrouwen.

Toespraak

Z\ W\ : Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en het Westen, de ritualen der Rozekruisers hebben het woord: INRI, de oudere betekenis meerendeels vertolkt als: Jezus Nazarenus Rex Judeorum. Maar deze vertolking aanvaardt de Algemene Gemengde Vrijmetselarij niet, want Jezus was geen koning, en deze titel, hem uit spot en beleediging gegeven door zijne moordenaars, is ten onrechte aan het oude symbool gehecht. Hetzij Jezus geschiedkundig of allegorisch is, wij stellen Hem voor als Symbool van een verheven moraliteit, als Leeraar van het Ideaal van een Universeele Maatschappij, gegrond op Broederschap en op de gelijkheid van hare leden. Hetzij gij Hem beschouwt als geschiedkundig of allegorisch, zult gij Hem moeten aanvaarden als een menschelijke verpersoonlijking van Gerechtigheid, Eenheid, Verdraagzaamheid en Zachtmoedigheid; gij zult Hem moeten aanvaarden als een, die door zijn leering de verdrukten zedelijk zou willen bevrijden en de nederigen opheffen. Gij zult u de schoone en troostende woorden herinneren, die aan Hem toegeschreven worden, en door u moeten worden toegepast: "Hebt elkander lief".
Wij leden van dit Kapittel vertolken het monogram I.N.R.I op de oude wijze. "Igne Natura Renovata Integra". De Natuur wordt geheel wedergeboren door het vuur.
Inderdaad. waar de Natuur verdoofd is door wintervorsten, verwarmt het vuur der Zon haar weder bij de komst van het voorjaar en doet haar oogst, bloemen en vruchten voortbrengen. Zooals goud gelouterd wordt in de smeltkroes, zoo wordt de deugdzame rnensch gelouterd in den Maçonnieken smeltkroes. Door de stralen van het heilige vuur van het Woord, zal de menschheid hare rechten verwerven; de verdrukten zullen opgeheven worden door het licht van innerlijke gelijkwaardigheid en het beginsel zal worden aanvaard, dat de vrouw het levenspad zal bewandelen als de gelijkwaardige van den man. Alle menschen zijn geroepen één enkele familie te vormen over de geheele aarde. Neemt dan ons monogram I. N. R. I. als symbool, welks innerlijke beteekenis u voortaan zal geleiden op het Pad van Kennis en Waarheid.
Uitverkoren en Verheven Groot-Maarschalk, laat de Waarde Ridders en Edelvrouwen naar het Oosten treden.
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, verheft u van uw zetels; Ridders en Edelvrouwen, trekt uw zwaarden.
Dezen doen dit en vormen het stalen gewelf, waaronder de Gr\ M\ en de R\ en E\ naar het Oosten komen. De Cer\ staat met het Vaandel ten Z\ O\ van het Altaar.

Z\ W\ :
Waarde Ridders en Edelvrouwen van het Oosten en Westen, ik verheug mij u de belooning toe te kennen, die gij zoozeer verdiend hebt.
Knielt daarom en neemt de eerbewijzen in ontvangst, waarop gij thans recht hebt.
De W\ R\ en E\ knielen. De Z\ W\ gaat van links naar rechts, den graad van Rozekruiser verleende, het zwaard omhoog houdende:

Ter verheerlijking van den Alwijze, ter volmaking der Menschheid, in naam en onder gezag van de Groot lnspecteurs Generaal van den 33sten graad der Algemene Gemengde Vrijmetselarij, den Opperraad vormende. welke zetelt in het Zenith van Parijs op 48° 19' 14". En krachtens de macht die mij verleend is als Zeer Wijze, maak, ontvang en bevestig ik u als Ridder (Edelvrouwe) van Heredom van den l8den graad van den Schotschen Ritus en als actieve leden van dit Soevereine Kapittel No... Le Droit Humain" in de vallei van ... om alle rechten, privilegiën en prerogatieven van dezen graad te genieten.
Moge het Licht der Wetenschap u verlichten.
Legt het zwaard op het hoofd van den Ridder.

Moge Liefde voor de Menschheid in uw hart gloeien.
Op den linkerschouder.

Moge Eenheid, Gerechtigheid en Hoop u de liefde van uw Zusters en Broeders doen verwerven voor uw goede eigenschappen.
Op den rechterschouder.

Moogt gij onder de schaduw van dit gewijde vaandel sieraden worden van dit Kapittel.
De Z\ W\ wuift met het vaandel over de hoofden van de nieuwe R\ en E\ .

Staat op. Uitverkoren en Verheven Ridder (Edelvrouwe) van het Rozekruis.
Hij helpt hen op te staan.

Ik biedt u deze Roos aan als symbool der Stilzwijgendheid.

Investituur

Z\ W\ : Ik bekleed u thans met het onderscheidingsteeken van den Rozekruis.
Doet het schootsvel voor.
Ik bekleed u eveneens met het collier en het juweel van den Rozekruiser.
Doet zulks.
De roode kleur verzinnebeeldt de schittering der Zon, het middelpunt van licht en warmte.
Het Kruis daarop is een oud symbool van het Eeuwige Leven.
De Roos is een symbool der Stilzwijgendheid.
De Pelicaan is het symbool van de Zelfopoffering.
De Z\ W\ verlaat het podium en laat de U\ V\ R\ en E\ eenige stappen toetreden.

Thans zal ik u de teekens van dezen graad mededeelen. Wilt mij deze nadoen.
Het eerste teeken wordt genoemd het teeken van Aaanbidding, het wordt gegeven door de oogen ten hemel te heffen, de handen ineen te strengelen met de palmen naar buiten, ze aldus naar het voorhoofd te brengen, ze op het lichaam te laten terugvallen en uit te roepen: "Heil"!
Het tweede teeken wordt genoemd het teeken van Eerbied; het wordt gegeven door de rechterhand naar het voorhoofd te brengen met alle vingers gesloten behalve den wijsvinger, aanduidende dat het licht van de Zon komt; hierbij uitroepende ...; dit wordt beantwoord door het contrateeken. waarbij men naar de aarde wijst, ons er aan herinnerende, dat de mensch uit de aarde geboren is en tot de aarde terugkeert; daarbij uitroepende ....
Het derde teeken is het teeken van den Goeden Herder, dat gegeven wordt door de armen over de borst te kruisen, den linkerarm boven. Dit wordt op dezelfde wijze beantwoord: Gij nadert tot elkaar en kruist wederkeerig uwe armen en handen op elkanders borst, aldus twee kruisen vormend en wisselt dan de letters van de Heilige Woorden.
Deze zijn: Emmanuel beantwoord door P... V....
De batterij is: ***   ***   *.
De leeftijd is 33 jaar.
De Acclamatie is: Heil Heil Heil.
De schreden bij het binnen treden zijn drie vlugge stappen alsof men over iets struikelt.
Het noodteeken wordt gemaakt door de beenen te kruisen, den rechter voet achter den linker en wordt juist andersom beantwoord.
Wanneer het Kapittel geopend wordt en gij in het teeken moet gaan staan, is dit het teeken van den Goeden Herder Dit teeken wordt ook gemaakt bij het binnenkomen of het verlaten van het Kapittel.
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, laat u thans toetsen door de Groot-Bewaarders.
De U\ en V\ Gr\ M\ en de U\ en V\ Hermes geleiden de nieuwe R\ en E\ naar de U\ en V\ Gr\ B\ s en doorloopen de ceremonie van het toetsen.

1ste Gr\ B\ :
Zeer Wijze, de nieuw vervolmaakte Ridders en Edelvrouwen hebben mij het teeken en het woord gegeven.
2de Gr\ B\ :
Zeer Wijze, de nieuw vervolmaakte Ridders en Edelvrouwen hebben mij het teeken en het woord gegeven.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Grootmaarschalk, wil thans de nieuw vervolmaakte Ridders en Edelvrouwen in het Westen plaatsen.
Dit geschiedt.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Heraut, proclameert thans de nieuwe Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis.
De Heraut gaat eerst naar het Oosten. vervolgens naar het Westereinde van de Noorderkolom, ten slotte naar het Westereinde van de Zuiderkolom door en proclameert daar:
Op bevel van den Zeer Wijze, voor de eerste maal en in het Oosten proclameer ik dat ..., Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis van Heredom zijn, en actieve leden van het Kapittel No ... in de vallei van ...
en na de derde maal:

en noodig alle Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen uit hen te verwelkomen met de batterij: ***   ***   *.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis, gij bezit thans den 18den graad. Een uitgebreider horizon ontvouwt zich voor u, nieuwe plichten hebt gij te vervullen. Het doel van de Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis is het vormen van Vrijmetselaars, die zich vurig en actief wijden aan het verspreiden van de beginselen die ons bezielen. De taak is moeilijk, de vijanden der Waarheid talloos. Wil strijden voor Gerechtigheid, wij onderrichten en beoefenen Eenheid, en terwijl wij afwachten totdat deze op aarde heerschen, worden wij geschraagd door Hoop. Laten wij waarlijk vereenigd zijn. alien voor elk, elk voor allen, en laten wij de Universeele Broederschap uit leven.
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen neemt thans uwe zetels in het Kapittel in, op de Kolom in het Noorden.
Voordat zij hunne zetels innemen, behoort een der nieuw ingewijden den Z\ W\ en het K\ te bedanken.

De R\ van W\ kan thans de ceremonie samenvatten.

Voorstellen, enz,

Z\ W\ : Uitverkoren en Verheven Kanselier, hebt gij mededeelingen te doen?
De U\ en V\ Kans\ leest deze als ze er zijn, waarna de Z\ W\ drie slagen geeft bij tusschenpoozen. Na de eerste slag zegt de Z\ W\ , opstaande:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, ik verrijs voor de eerste maal om te vragen of een uwer eenig voorstel te doen heeft in het belang van onze Orde, of in het belang van dit Kapittel.
Aldus driemaal.

Leden boven den 18den graad en bezoekers brengen groeten over. Voorstellen worden gedaan na den tweeden keer, en na de derde maal staat de Cer\ op en zegt:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, wilt u verheffen en den Zeer Wijze groeten met onze aller beste wenschen, met het teeken van den G\ H\ .

Z\ W\ :
Ontvangt allen mijn allerbeste wenschen, Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen.
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, verheft u met mij en groet de bezoekers met de batterij: ***   ***   *, Zet u neder.
Uitverkoren en Verheven Aalmoezenier, ga thans met den Tasch der Weldadigheid rond.
Dit geschiedt, beginnende bij den Z\ W\ .

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, ik verzoek allen beneden den rang van Gewezen Zeer Wijze zich terug te trekken, terwijl het Kapittel gereed gemaakt wordt voor de slot-ceremonie.

Slot-Ceremonie

Het Altaar wordt in het midden van den Tempel geplaatst, bedekt met een rood kleed, met een presenteerblad met blokjes wit brood, een vat met zout en een beker met ongefermenteerd druivensap, alsmede een wierookvat.
De kelk des vuurs wordt gereed gemaakt; aangestoken door Hermes, wanneer het noodig is.
Allen treden daarop weder binnen, eerst de Gr\ M\ dan de Leden van het Kapittel. Bezoekers, Officieren. Gew\ Z\ W\ en Groot Inspecteurs, de R\ van W\ en de Z\ W\ het laatst. Zij gaan eenmaal den Tempel rond en plaatsen zich rondom het Altaar, de Z\ W\ in het Oosten, de R\ van W\ in het Westen, 1ste Gr\ B\ in het Noorden, de 2de Gr\ B\ in het Zuiden. De Gr\ M\ en de nieuwe R\ en E\ rechts van het Altaar nabij den Z\ W\ . Men heeft geen handschoenen aan!
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, wij zijn nu gekomen tot de vervolmaking der Vrijmetselarij; laten wij ons dan vereenigen in het vormen van de levende keten als een symbool van Eenheid, en ons voorbereiden hen op te nemen, die heden in ons Kapittel werden toegelaten.
De broederketen wordt gevormd, zonder de nieuwe Ridders en Edelvrouwen.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, wij nemen u op in den levenden kring van onze harten.
De nieuwe R\ en E\ worden in den keten opgenomen.

Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, wij noodigen u thans uit naar Oostersch gebruik met ons brood te breken en zout te eten, elkander trouw en vriendschap belovende bij dezen beker van broederlijke genegenheid. en daarbij aanroepende de zegeningen van de Dienaren van den Alwijze en van den Meester van Wijsheid die het hoofd van alle ware Vrijmetselaren is en door wiens bijstand wij hopen te naderen tot die volmaking, welke slechts volledig verkregen kan worden, wanneer wij voor eeuwig vereenigd zijn in het Allerhoogste.
De Z\ W\ neemt brood en biedt dit op zijn linkerhand den R\ en E\ aan; telkenmale als de Z\ W\ bij een hunner komt, breekt deze het hem aangeboden stukje brood in tweeen, en de Z\ W\ doopen hun brood tegelijk in het zout en eten het. Dit wordt herhaald bij iedere R\ en E\ . De Z\ W\ neemt dan den beker, en na het uitwisselen van het teeken van den G\ H\ drinkt hij en geeft den beker door. De laatste keert den beker om.

Z\ W\ : :
Alles is verteerd.
R\ van W\ :
Eere zij God in den Hooge. Vrede op aarde den menschen van goeden wil.
Muziek.
Z\ W\ : Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, wij verheugen ons vereend te zijn in dit broedermaal. Laten wij de geheimen en mysteriën van dezen graad in de veilige en gewijde schuilplaats van ons hart opbergen. Ik verzoek de Uitverkoren en Verheven Ridder van Welsprekendheid thans het Heilig Woord weg te nemen, opdat het aan niemand, die geen Rozekruiser is, onthuld worde, en het naar ouder gewoonte te verteren.
De U\ en V\ R\ van W\ verlaat zijn plaats links, gaat buiten den kring naar het Hoogaltaar, neemt het H\ W\ en keert rechts naar het Altaar. De U\ en V\ Hermes verlaat zijn plaats op dezelfde wijze en maakt de kelk des vuurs gereed; draagt deze opgeheven van het Altaar en neemt zijn plaats weder in.

Het H\ W\ wordt verbrand door den R\ van W\ , die daarbij zegt:
Consummatum est.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, herneemt uw zetels.
Dit geschiedt.

Ceremonie van het sluiten van het Kapittel in den Rooden Tempel

Z\ W\ : Uitverkoren en Verheven Ridder van Welsprekendheid, wilt gij ons iets voorlezen uit het Boek der Heilige Kennis alvorens het Kapittel gesloten wordt?
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, helpt mij dit Kapittel te verdagen.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, welk doel stellen de Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis zich voor oogen?
1ste G\ B\ , geeft één slag:
Trots, egoïsme en eerzucht te bestrijden, opdat in plaats daarvan Broederschap, Eenheid, Gerechtigheid en Waarheid zult heerschen.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven 2de Groot-Bewaarder, van wie(n) hebben wij deze les geleerd?
2de Gr\ B\ , geeft één slag:
Van den Zeer Wijze.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, waarom van den Zeer Wijze?
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Omdat hij de nederigste is.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven 2de Groot-Bewaarder, op welk uur schorsen de Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis hun arbeid?
2de Gr\ B\ , geeft één slag:
Zij schorsen dezen alleen dan, wanneer zij behoefte hebben aan rust, ten einde nieuwe krachten te vergaren om hem voort te zetten.
Z\ W\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven 1ste Groot-Bewaarder, hoe laat is het?
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Het is het uur van rust, waarop het Heilige Woord gevonden werd. De Vlammende Ster verscheen wederom, en het Licht werd ons weder geschonken.
Z\ W\ , geeft één slag:
Daar thans het uur van rust is aangebroken, Uitverkoren en Verheven Groot-Bewaarders, verzoek ik u thans mee te deelen, dat wij onzen arbeid van den dag zullen schorsen en dit Soevereine Kapittel zullen verdagen.
1ste Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen in de Vallei van het Noorden, wij zullen thans onzen arbeid van den dag schorsen.
2de Gr\ B\ , geeft één slag:
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen in de Vallei van het Zuiden, wij zullen thans onzen arbeid van den dag schorsen.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen in het teeken!
De R\ en E\ gaan in het t\ van den G\ H\ staan. De Z\ W\ houdt met zijn rechterhand het zwaard omhoog.

Z\ W\ :
Tot de verheerlijking van den Alwijze, ter volmaking der Menschheid, die streeft en studeert opdat zij beter worde, krachtens de macht die mij verleend is als Zeer Wijs Soeverein, verklaar ik den arbeid in den 18den graad geschorst in dit Soevereine Kapittel No ... "le Droit Humain" in de vallei van ....
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, trekt uwe zwaarden!
Z\ W\ , met het teeken:
...!
Allen, met het contra-teeken:
...!
Z\ W\ , met het contra-teeken:
...!
Allen, met het teeken:
...!
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen steekt uwe zwaarden op!
Z\ W\ en allen te zamen met het t\ van A\ :
Heil, Heil, Heil!
Z\ W\ : ***   ***   *.
1ste Gr\ B\ : ***   ***   *.
2de Gr\ B\ : ***  ***   *.
Off\ van de W\ : ***   ***   *.
Buitenw\ : ***   ***   *.
Z\ W\ :
Uitverkoren en Verheven Ridders en Edelvrouwen, het Kapittel van Ridders en Edelvrouwen van het Rozekruis van Heredom is thans verdaagd.
Gaan wij in vrede.


home