20e Gr\ Groot-Meester van Blauwe Loges Ad Vitam of Souverein Vorst
 

Uit: The Intermediate Degrees 19° - 29°, 1982.

This degree is a test through which all candidates for advancement in the Rite must pass. It has no legend, though the presiding officer, called Grand Master, represents Cyrus Artaxerxes (the son of Cyrus the Great), King of Persia and the Candidate is called Zerubbabel. The Lodge is hung with blue and yellow, the colours of the degree which symbolize the clouds of blue and gold from which God spoke to Moses on Mt. Sinai.
The Grand Master wears the ornaments of royalty, and wide blue and yellow ribbons as crossed sashes. All the brethren, who are also called Grand Masters, wear the same ribbon to which is attached the jewel of the degree. This is a triangle of gold on which is engraved the letter R.
The Grand Master is seated in the East beside an altar on which are a sword, Bible, compass and maul. There are two Wardens in the West. These are the only officers, but at least nine Grand Masters must be present.
Membership of the degree gives, theoretically, the right of Mastership for Life over any Symbolic Lodge to which the brother belongs and also gives general powers of inspection over other lodges. As a result, the Candidate, as soon as he enters, has to prove himself worthy of such powers by correctly answering a series of questions about all previous degrees. If he satisfies the presiding Grand Master, he is allowed to take his obligation. During this, he is symbolically purified by fire and iron; and is then decorated and entrusted.
The remainder of the ceremony is a long catechism which, in principle, is a retrospect of Ecossais Masonry. Towards the end, the association between Scotland and high degree Masonry is stressed, starting with the destruction of the Third Temple and the resultant migration of the Masons to Kilwinning. The part subsequently played by these Masons in the Crusades, and their recognition by the Knights of St. John of Jerusalem is explained. The catechism ends with a description of the move of high degree Masons to France: “A Scots nobleman arriving in France became for a long time a resident of Bordeaux, where he established in 1744, a Lodge of Perfection, aided by a sympathetic French gentleman, who was well informed in all the degrees of Scottish Masonry. This Lodge is still in the greatest splendour there ...”
This legend, which also appears in detail in the 29°, is the traditional ‘justification’ for the connection between high degree Masonry i.e. Ecossais Masonry, and Scotland.
As an addendum to the degree are precise instructions to a Venerable Grand Master about his method of entry and behaviour when visiting a lodge.
 

 


Key to 20° Tracing Board
1. The Royal Crown of the presiding Grand Master.
2. Tools of Symbolic Masonry.
3. A Candelabrum of Nine Lights.
4. The Tablets of the Law.
5. An Incense Burner. The Jewel of the Degree.

Deze tekst komt uit het boek Maçonnieke Beschouwingen van A. van Leeuwen (1949).
 
Deze graad wordt door geen der maçonnieke autoriteiten als zeer belangrijk beschouwd. Op zichzelf is hij dat misschien niet, maar in combinatie met de voorgaande graad is hij toch onmisbaar. Wel zijn de maçonnieke auteurs het er over eens, dat met het rituaal van de 2Oste graad de Kabalah, het Hermetisme en het Occultisme op nadrukkelijke en openlijke wijze hun intrede doen in de Vrijmetselaars Mysteriën.
In deze esoterisch-filosofische stelsels is één der allerbelangrijkste principes die van Balans of Evenwicht.
De dualiteit van de verschijnselen is de grondoorzaak van de openbaring. Doch deze antithesen moeten, wil de Cosmos niet disharmonisch, asymmetrisch, arythmisch en daardoor chaotisch en tenslotte onbestaanbaar zijn, opgeheven worden in een Synthese, waarin alle uiterlijke tegenstellingen wel is waar niet verdwijnen of elkander neutraliseren en krachteloos maken, doch met elkander in evenwicht worden gebracht.
Harmonie is Evenwicht.
De as van de Boom-Glyphe is Evenwicht of Balans. In de Catechismus van de 3de graad zegt de M\M\ dat hij hoopt het Verloren Meester-Woord op het Middelpunt terug te zullen vinden. Waarom op het Middelpunt? Omdat dit een punt is, waarvan geen waarachtig Meester-Metselaar kan afwijken. Dit is het Punt van Evenwicht. Het is Tiphareth.
De graad van Souverein Vorst of Gr\Mr\ad Vitam is het complement van de graad van Groot-Pontifex en houdt deze dus in evenwicht. Priesters en Koningen moeten samenwerken. Waar de Godsdienst alleenheerser is, sluipen fanatisme, bijgeloof, bekrompenheid en geestdrijverij spoedig binnen en zullen het karakter van de mensheid ondermijnen. Waar de wereldlijke macht alles voor het zeggen heeft, ontstaan economische slavernij, oppressie, vrijheidsbelemmering en dictatuur en brengen de Staat snel ten val. Wanneer evenwel het evenwicht tussen beide machten wordt geëerbiedigd, gaat een land de juiste middenweg en zullen Orde en Harmonie bewaard blijven. Geef den Keizer wat des Keizers en God wat Godes is.
Hoe moeilijk het valt dit juiste evenwicht te behouden, bewijst de Vrijmetselarij zelf. Door allerlei omstandigheden is haar filosofie in vele landen agnostisch en somtijds zelfs areligieus geworden. De eenzijdig-overdreven rationalistische tendenzen hebben een ontstellende afbraak en versplintering van de eertijds geestelijke inzichten ten gevolge gehad. Het resultaat bleef niet uit en ik moge hier een gedeelte citeren uit een toespraak, welke men in de beide Amerikaanse Jurisdicties houdt, wanneer incidenteel een candidaat in deze graad wordt ingewijd:
Toespraak tot een Groot-Meester ad Vitam
De waarachtige Vrijmetselarij is een praktisch wijsgeer, die onder de sluier van religieuze symbolen. welke in alle eeuwen door de Groten der Mensheid zijn benut, op de fundamenten van Natuur en Rede het gebouw van Kennis en Zede optrekt. Vrijmetselaren en Filosofen kunnen slechts één en hetzelfde doel voor ogen hebben: het vinden der Waarheid en slechts één en hetzelfde ideaal nastreven: het dienen van God door de dienst aan Zijn schepselen.
Een broeder van deze hoge Graad moet zich een leider en leraar weten voor zijn medeleden in de lagere graden. De Vrijmetselaars Mysteriën zijn reeds lange tijd verward en verwrongen geworden. Instede van te zijn veredeld door de naarstige studie van de broeders der hogere graden, zijn zij gedegenereerd en schuil gegaan achter valse schittering, terwijl er een ontstellend gebrek aan waarachtige Wijsheid valt te constateren.
De geestelijke duisternis van de vorige en van deze eeuw is de oorzaak geweest van dit verlies aan eenvoud en waarachtigheid. Onkunde, eerzucht, praalzucht en ongeloof hebben de Grote Waarheden der Vrijmetselarij versluierd. Telkens opnieuw werden nieuwe en fantastische graden uitgedacht en ondenkbaar verheven titels uitgedeeld. In de heterogene massa, welke men Vrijmetselarij geliefde te noemen, vond men, verspreid over meer dan achthonderd graden, diepe wijsheid naast dom bijgeloof, edele filosofie naast ontstellende dwaasheid, ware ridderlijkheid naast lage eerzucht, hoge zedelijkheid naast onbegrijpelijk onrecht, royale verdraagzaamheid naast starre dogmatiek. Net ganse stelsel was een mengelmoes geworden van het meest-verhevene en het meest-laag-bij-de-grondse. Een lege en steriele pracht, met hoogdravende titels en klaterende ceremoniën, welke niet werden verklaard en nauwelijks meer indruk maakten. Een pralende facade voor een volslagen ruïne.
Dit moet, mijn broeder, zo niet zijn.
Als een Meester voor het Leven is het Uw plicht toe te zien dat eenvoud, oprechtheid en waarachtigheid in onze werkplaatsen worden gehandhaafd. Onze riten verbergen grote en zeer diepe waarheden, welke niet dadelijk bij de eerste kennismaking daarvan kunnen worden begrepen en doorzien. Zie toe, dat iedere broeder volledig geïnstrueerd worde, niet alleen in de uiterlijke ceremoniën en traditionele gebruiken, doch bovenal in die innerlijke betekenis daarvan, opdat hij begrip en inzicht in onze Mysteriën zal verwerven.
De graden van de Oude en Aangenomen Schone Ritus bedoelen een aaneengesloten systeem te zijn van zedelijke, religieuze, filosofische en mystieke leringen. Wij hebben geen sectarische vooroordelen en onze instructies worden geïllustreerd door mythen en legenden uit alle Heilige Boeken der Mensheid. Voor ons zijn Bijbel en Koran, Veda en Talmud even heilig. De mythen van Egypte, Assyrië en Judea dienen ons even goed als die van China, India en Peru. Wijsheid is nimmer het privilegie geweest van één enkel volk of van enkel tijdperk in de historie van onze evolutie, doch altijd en overal straalt het Licht van de O\B\des H\ en het ligt alleen aan ons, indien wij het niet ontwaren.
De verering van het Opperwezen, alle mensen als onze broeders te beschouwen, allen even dierbaar aan onze Hemelse Vader, de Schepper van het heelal, en ons zelven te maken tot waardige leden der Orde en van de Maatschappij, dat is de taak, welke in de mystieke arbeid aan ons karakter aan iedere ware broeder is opgelegd, in welke graad van de Vrijmetselarij hij ook is ingewijd.
(,,Morals and Dogma”, Alb. Pike; blz. 325-327 en ,,Book of the A. A. Scottish Rite”, McGlenachan, blz. 309-311.)
Wij mogen dankbaar zijn, dat dit besef is ontwaakt, want daarmede is ook de eerste schrede gezet op de weg, welke tot verbetering leidt.
In de Boom-glyphe is deze 20ste graad aangeduid door het Pad van Tiphareth naar Chesed welke laatste naam Majesteit betekent. Het is de Weg van de Leider, de Beschermer, de Waker over het volk. Het inwijdings-rituaal betreft hoofdzakelijk het door de candidaat doen ontsteken van de 3 x 3 Lichten van Maçonniek Idealisme.
Het 3-voudig Devies van de graad is: Fiat Lux - Lux Fit - Lux Est, hetgeen wij zouden kunnen vertalen met: Licht zij - Licht werd - Licht is.

Rituaal voor de Graad van Grootmeester van de Symbolieke Loges (nederlands, 2e helft 19e eeuw).
Master ad Vitam or Grand Master of all Symbolic Lodges (Amerikaans, 1835).