Coördinator Inlichtingen en Veiligheidsdiensten
Taak
In dat Koninklijk besluit werd zijn taak omschreven: 'Er
is een coördinator, die tot taak heeft het beleid en de
werkzaamheden van de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten te coördineren. [...]
De coördinator is bevoegd betreffende aangelegenheden de juiste
coördinatie
der onderscheidene diensten betreffende, na overleg met de
betrokken
verantwoordelijke Ministers, voorstellen te doen aan de
Minister-President,
Minister van Algemene Zaken.
Indien de coördinator van oordeel is, dat in het kader van het
algemeen beleid
aanwijzing of wijziging van taak en/of werkwijze van een der
inlichtingen- en
veiligheidsdiensten gewenst is, wendt hij zich met een daartoe
strekkend
voorstel tot de Minister onder wiens verantwoordelijkheid de
betrokken dienst is
gesteld.'
In het openbare Koninklijk besluit van 5 augustus 1972 werd die
taak niet
wezenlijk anders omschreven maar in de Wet op de inlichtingen-
en
veiligheidsdiensten wordt de verantwoordelijkheid van de
ministers duidelijker
omschreven:
'Artikel 3 Onze betrokken Ministers plegen regelmatig overleg
over hun beleid
betreffende de diensten en de coördinatie van dat beleid [in de
'Ministeriële
Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
Artikel 4 Er is een coördinator van de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten die
tot taak heeft overeenkomstig de aanwijzingen van Onze
Minister-President,
Minister van Algemene Zaken, in overeenstemming met Onze overige
betrokken
Ministers:
a. het in artikel 3 bedoelde overleg voor te bereiden;
b. de uitvoering van de taken van de diensten te coördineren;
c. Onze betrokken Ministers voorstellen te doen betreffende de
uitvoering van de
taken van de diensten.'
De Coördinator is lid van de 'Ministeriële Commissie voor de
Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten' (MICIV) en voorzitter-lid van het 'Comité
Verenigde
Inlichtingendiensten Nederland' (CVIN).
Hij ressorteert onder het Ministerie van Algemene Zaken.
Coördinatoren
Vadm bd F.J. Kist 15 april 1956-31 december 1964;
vadm bd H. Bos 1 januari 1965-31 december 1972;
vadm bd F.E. Kruimink l januari 1973-31 oktober 1983;
genm bd F.H. Alkemade 1 november 1983-31 december 1990;
mr. R.J. Hoekstra 1990-1994;
mr. J.P.M.H. Merckelbach 1994-1998;
mr. L.A. Geelhoed 1998-2000;
drs. W.J. Kuijken 2000-2007;
drs. R. van Zwol 2007-2011;
drs. K. Ollongren 2011-2014;
dr.mr. L. van Poelgeest 2014;
drs. P.H.A.M. Huijts 2014-heden.
Nadat de 'Commissie van Coördinatie' op 1 maart 1956 opgeheven was, was de Coördinator de enige persoon die de interdepartementale contacten onderhield. Dit en het gebrek aan een gezamenlijke rapportage werd na korte tijd blijkbaar onvoldoende geacht omdat op 8 mei 1957, door de instelling van het 'Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland' (CVIN), de oude interdepartementale contacten voor een deel hersteld werden. Het rechtstreekse contact van de hoofden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten met de Minister-president (via de 'Commissie van Coördinatie') werd niet geprolongeerd; bedoeld contact bestaat nog via de 'Ministeriële Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten' (MICIV) maar doordat die commissie meestentijds informeel bijeenkomt, heeft het contact geen praktische inhoud.
Genm F.H. Alkemade legde uit dat hij naast de functie van
'Coördinator' der
vijf diensten ook formeel coördinator was van de 'Landmacht
Inlichtingendienst'
(LAMID), de 'Luchtmacht Inlichtingendienst' (LUID) en de 'Marine
Inlichtingendienst' (MARID), hetgeen beschouwd werd als een
militaire functie,
te vervullen door een oud-militair (een vlag- of opperofficier).
'Het coördineren van de drie militaire diensten vroeg relatief
veel
aandacht/tijd: binnen één ministerie opereerden drie diensten
met eenzelfde
taakomschrijving, weliswaar voor het eigen krijgsmachtdeel, maar
toch altijd met
de kans op competentiegeschillen.'
Elke maandelijkse vergadering met de drie diensthoofden werd
enkele dagen eerder
voorafgegaan door een voorbereidende vergadering met de drie
plaatsvervangende
diensthoofden.
Na de integratie van de drie militaire diensten tot één
Militaire
Inlichtingendienst verviel dit tweede coördinatorschap en
daarmee de voorwaarde
dat de coördinator een oud-militair zou zijn.
Naar aanleiding van de verminderde werklast stelde Alkemade voor
om de functie
van 'Coördinator' te combineren met een andere functie binnen
het Ministerie
van Algemene Zaken.
Omdat de Secretaris-generaal uit hoofde van zijn functie reeds
contacten
onderhield met andere ministeries, goed ingevoerd was inzake
aangelegenheden van
de Inlichtingendienst Buitenland (IDB) en bovendien uitstekend
toegang had tot
de Minister van Algemene Zaken, werd de functie van
'Coördinator' na het eervol
ontslag van Alkemade toegevoegd aan de functie van
Secretaris-generaal van het
Ministerie van Algemene Zaken (mr R.J. Hoekstra). Zonodig kan
echter weer een
aparte functionaris benoemd worden als 'Coördinator'.
Instructies voor de coördinator,
1956
Begin 1957 waren er strubbelingen tussen de verschillende
inlichtingendiensten.
Hierover werd door de Coördinator met de hoofden van de
verschillende diensten
overlegd. Uit dit overleg is later het Comité
Verenigde Inlichtingendiensten Nederland (CVIN)
voortgekomen.
Deze verslagen zijn openbaar geworden en terug te vinden in het
Nationaal Archief*.
Ze worden ook op deze site gepubliceerd:
* Nationaal Archief, Den Haag, Ministeries voor Algemeene
Oorlogvoering van het Koninkrijk (AOK) en van Algemene Zaken
(AZ): Kabinet van
de Minister-President (KMP), nummer toegang 2.03.01,
inventarisnummer A 1830.
(onder meer gebaseerd op: Kluiters, F.A.C.: De Nederlandse
inlichtingen- en
veiligheidsdiensten, 1993)